lesvoorbereiding

advertisement
SLO ECONOMIE
SLO GEDRAGSWETENSCHAPPEN
SLO MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN & FILOSOFIE
KATHOLIEKE
UNIVERSITEIT
LEUVEN
LESVOORBEREIDING
Student:
Emma Geeraerts
Datum: 25/11/2013
School: Sint-Usula-Instituut
Mentor:
Tijdstip: van 14.10 u
tot 15.50 u
Leerj. + Richting: 6 HWE a
Marleen Van der Aa
Duur: 100 min.
Aantal lln./stud.: 16
Lesonderwerp: Vervolg: definitie sociologie + sociologische stromingen
1
Relevante leerlingen- of studentenkenmerken
1.1
Voorkennis en voorervaring:
Leerlingen maken zelf deel uit van de sociale maatschappij en interageren met elkaar. Zij komen in
contact met sociale verschijnselen en problemen (echtscheidingen, milieuverontreiniging,
dilemma’s) maar zijn zich er niet van bewust dat de studie hiernaar onder de noemer ‘sociologie’
valt. Bovendien hebben zij geen ervaring met de verschillende manier waarop men een
samenleving kan bekijken (sociologische stromingen).
1.2
Belangstelling
Leerlingen zouden het thema sociologie op zich overbodig kunnen vinden, daar zij net deel
uitmaken van een sociale maatschappij en allen een amateurssocioloog zijn. Bovendien hebben zij
reeds kennisgemaakt met de microsociologie (sociale relaties en rollen). Zij kunnen zich wel iets
voorstellen bij sociologie maar zijn nog weinig vertrouwd met een definitie van sociologie en
sociologische stromingen.
1.3
Andere (verwerkingscapaciteit, ...)
2
Situering en verantwoording van het onderwerp
Deze les vormt een inleiding op de sociologie in het 6e jaar Humane Wetenschappen. Eerder werd het
nature-nurture debat behandeld.
De overkoepelende leerplandoelstelling van het VVKSO die in deze les wordt nagestreefd is ‘O1’: Een
aantal basisbegrippen uit verschillende menswetenschappelijke disciplines begrijpen, correct kunnen
gebruiken en er voorbeelden van kunnen geven.
1
3
Welke vragen en aandachtspunten neem ik naar aanleiding van vorige lesreflecties deze les
mee?
Sociologen op andere, meer inzichtelijke manier, aanpakken
Time management
Klas management
4. Kerndoelen (code overbrengen naar de derde kolom in het lesschema)
Code
A
Kerndoel

Formulering:
Tijdens de les in te vullen door de mentor

Werd dit doel bereikt? Geef commentaar.
Lln kunnen drie belangrijke elementen uit
definitie van sociologie opnoemen.
Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is?
Doordat de meerderheid van de lln de drie
belangrijke elementen van de definitie
sociologie kan weergeven als de lkr hiernaar
vraagt.
B
Formulering:
Werd dit doel bereikt? Geef commentaar.
Leerlingen kennen een aantal belangrijke
sociologen.
Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is?
Wie = Wie spel: Lln kunnen aan de hand van
vragen te weten komen welke socioloog zij zijn.
C
Formulering:
Werd dit doel bereikt? Geef commentaar.
Lln kunnen in eigen woorden de kern van hun
sociologische stroming uitleggen aan de rest
van de klas, aan de hand van stellingen.
Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is?
Doordat elk groepje de kern van zijn
sociologische stroming kan weergeven met
behulp van de stellingen. Elk groepje kan op
aangeven of de stellingen waar of niet waar
zijn.
D
Formulering:
Werd dit doel bereikt? Geef commentaar.
Leerlingen kunnen de drie verschillende
2
niveaus: micro, meso en macro van elkaar
onderscheiden
Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is?
Doordat de meerderheid van de lln de
uitspraken over armoede in de juiste kolom kan
plaatsen, zie cursus 5.1.1.
E
Formulering:
Werd dit doel bereikt? Geef commentaar.
Leerlingen kunnen voorbeeld ontleden aan de
hand van de definitie van sociologie.
Hoe kan men nagaan of dit doel bereikt is?
Doordat de meerderheid van de lln voorbeeld 2
onder 2.3. in de cursus juist kan invullen.
3
A
Onderwijsleersituatie: leerinhouden, werkvormen, media
Lln1
14.1014.15
Leraar1
Doel
1
Lesschema (cursusteksten, materialen, copies van transparanten, bordschema’s worden afzonderlijk toegevoegd)
Duur
Sequens
4
X
Lesbegeleiding
(aantekeningen van de mentor tijdens de
les)
Inleiding
Powerpoint
-Met welk thema begonnen drie weken geleden?
-Welke drie belangrijke elementen bevat de definitie van sociologie?
-Voorbeeld van interactiefactor of omgevingsfactor?
De sociale wetenschap vs natuurwetenschap schrappen
2
14.1514.25
B
X
Midden
3. Sociologen doen aan sociologie
Powerpoint: Wie = Wie spel
Kaartjes op de lln hun hoofd bevestigen
3
4
14.2515.25
15.2515.35
C
X
4. Sociologische stromingen
Klas in zes groepjes opdelen, elk groepje zoekt op internet naar de waarheid
van de stellingen betreffende hun sociologische stroming.
D
X
Gezamenlijk overlopen sociologische stromingen
5.Werkterreinen van de socioloog
5.1. Micro-Macroschema
Leerlingen plaatsen uitspraken rond armoede in de juiste kolom
Overlopen oplossing
Teruggaan voorbeeld 2 onder 2.3 in cursus, op welk niveau kunnen we dit
voorbeeld situeren?
5
15.3515.45
E
X
2.3. Sociologisch onderzoek ontleden aan de hand van definitie
4
Bord: Omgevingsfactoren -> Interactie -> Gedrag (voorbeeld weide nogmaals
toepassen)
Voorbeeld 2 onder 2.3. in cursus.
Powerpoint: Oplossing
6
15.4515.50
Slot
-Kern sociologische stromingen?
-Vormen van interactie en omgeving?
-Belangrijke sociologen?
Afscheid
5
5
Verantwoording van de didactische uitwerking van de les (gekozen didactische werkvormen,
media, …)
Leerkracht vraagt naar thema waarmee we gestart zijn, naar de drie belangrijke elementen van de
definitie sociologie en tot slot naar voorbeelden van interactievormen en omgevingsfactoren dit als
opfrissing en om het vervolg van de les vlot te laten verlopen.
Vervolgens voeren de lln het wie = wie spel uit. Zij zetten zich in groepjes van drie personen en moeten te
weten komen welke socioloog zij zijn. Dit aan de hand van vragen die ze kunnen stellen obv de tekstjes in
de cursus.
Lln moeten zelf op zoek naar de waarheid van de geprojecteerde stellingen. Aan de hand van deze
stellingen worden de leggen zij hun sociologische stroming uit aan de rest van de klas. De leerkracht vult
aan of verduidelijkt.
Lln plaatsen de verschillende verklaringen voor armoede op het juiste niveau, dit om na te gaan of zij de
drie niveaus kunnen onderscheiden aan de hand van concrete voorbeelden.
Lln analyseren de leerlingen sociologische resultaten/onderzoeken aan de hand van de definitie. Op deze
manier raken zij nog vertrouwd met de drie belangrijke componenten van de definitie, alsook worden
deze componenten nu concreet door middel van een realistisch voorbeeld.
Tot slot wordt het thema sociologie nog eens samengevat door de lln doordat zij antwoorden op vragen
zoals: Kern sociologische stromingen, drie belangrijke elementen in definitie, vormen van interactie en
omgevingsfactoren.
6
6
Feedback door de mentor
Sterke punten:
Werkpunten:
Globale beoordeling:
Naam van de mentor:
uitstekend - zeer goed - goed - voldoende - onvoldoende
Handtekening:
Datum:
7
Bijlage 1: Opdrachtenblad
Opdrachtenblad: Sociologen doen aan sociologie
1. Plaats de verschillende sociologen op onderstaande tijdlijn:
2.Wie was de vader van de sociologie? ……………………………………. Wat was het doel van zijn
wetenschap?..........................................................................................................
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Op welke manier poogde hij dit te bereiken?...............................................................
3.Wie zijn de grondleggers van de sociologie?.............................................................
4.Op wat had Marx kritiek?.......................................................................................
Hoe noemt zijn theorie en wat houdt deze in?.............................................................
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
5. Wie had er kritiek op de visie van Comte?...............................................................
Op welke manier moet sociaal handelen volgens bovenstaande socioloog achterhaald
worden?........................................................................................................................
.....................................................................................................................
Welke vier types van sociaal handelen onderscheidt hij?...............................................
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………...
Wat voor soort wetenschap tracht hij te bereiken?.......................................................
6.Wie geeft vooral commentaar op thema’s betreffende de sociale ongelijkheid, uitsluiting en
het in de buitenbaan lopen?.................................................................................
Hoe heeft hij bekendheid verworven?.........................................................................
7.Wie zijn onderzoek is gericht op de cultuursociologie en sociologie van tijdsordening?...
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Van waaruit vertrekt hij bij zijn onderzoeken?............................................................
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………………………………………………………
8.Wie beklemtoonde dat sociale feiten (zoals bijvoorbeeld zelfdoding) verklaard moeten
worden door andere sociale feiten?............................................................................
8
Download