Sociologie: namenlijst Max Weber Mills Anthony Giddens Norbert Elias Buman & May Becker Boudon Popper Karl Marx Merton Luhmann Garfinkel Bordieu Tönnies Zijderveld Bauman “sociale betrekkingen berusten op het sociaal handelen van 2 of meer actoren” Samenhandelen “waarderingsvrij sociologisch onderzoek is mogelijk waardebetrokken, maar niet waardegeladen” Doelrationeel – waarderationeel – affectief - traditioneel Verklarend begrijpen Ideaaltypes Interactionistische visie op het sociale Bureaucratie Legaal – traditioneel – charismatisch gezag (kennisgezag) sociale verbeeldingskracht blaming the victim Reflexieve monitoring van handelen Sociale binding = afhankelijkheidsverhouding (cognitieve, economische, politieke, affectieve) Sociaal verband = samenhangend geheel van bindingen Egocentrisch msppijbeeld sociale blindheid Zelfdwang ~ drift- en affectencontrole sociologisch denken defamiliarisering standpunttheorie ‘becoming a marihuana user’ ~ tertiaire socialisatie Labelling Wetovertredend ≠ deviant Tekortkoming sanctiegerichte visie: geheime deviantie Tekortkoming sanctiegerichte visie: veronachtzaming herstelmechanismen Tekortkoming sanctiegerichte visie: negatie bijdrage ventielkleppen perverse effecten Mattheüs-effect bekritiseert historicisme historicistische houding tov communisme – kapitalisme self-fulfilling prophecy “sociale structuur geeft aan welke handelingsmogelijkheden sociaal wenselijk zijn en welke niet” Equivalentenfunctionalisme Communicaties = basiselementen sociale systemen breaching experiments primaire habitus = diffuus en impliciet duale classificatieschema’s definitiemacht Gemeinschaft Gesellschaft (bloedgemeenschap, plaatsgemeenschap, geestesgemeenschap) waardegeladen benadering van modernisering “het lijkt alsof we ‘post’ de moderniteit staan, maar we Hobbes Ferguson Adam Smith Montesquieu Rousseau de Maistre de Saint-Simon Comte Spencer Durkheim Parsons Merton Blumer Geertz Summer bevinden ons er middenin” natuurtoestand = oorlog van allen tegen allen Leviathan “menselijke soort evolueerde van een stadium van wildheid naar dat van een beschaafde burgermsppij” de ‘onzichtbare hand’ arbeidsdeling = cruciale vorm van eco welvaart trias politica 3 staatsvormen (tirannie, monarchie, republiek) natuurmens = goedaardig, … invoeringn van privé-eigendoem: oorlog van allen tegen allen “het is niet aan de mens om de samenleving te vormen, maar aan de samenleving om de mens te vormen” la physique sociale gebruikte als eerste de term sociologie voorstander positivisme sociale dynamica + sociale statica algemene evolutiewet (eenvoudig complex) sociale feiten (voorgegeven, dwingend, bovenindividueel) sociale orde ~ sociale cohesie mechanische & organische solidariteit mentalistisch cultuurbegrip collectief bewustzijn overtuigingen waarden normen anomie egoïstische, anomische, altruïstische & fatalistische le mal de l’infini erfgenaam Durkheim systeembenadering rolhandelingen = sociale feiten sociale interactie = continu proces van sociale controle patroonvariabelen romantisch liefdescomplex + quasi-sacralisering kind erfgenaam Durkheim funcitonalisme (functies & disfuncties) manifest latent anomie bij nastreven waarde conformisme, innovatie, ritualisme, … mechanismen in omgang met rollenincongruenties en rollenconflicten normatieve & vergelijkende referentiegroepering voorbeeld: Mead symbolisch interactionisme mensen = betekenisgevers overtuigingen = ‘models of reality’ waarden = ‘models for reality’ symbolische communicatie indeling geïnstitutionaliseerde normen Gehlen Wittgenstein Swidler Lévi-Strauss Nippert-Eng Butler Bernstein Freud Berger & Berger Mead Wrong Foucault Dahrendorf Coser Goffman Shor gewoonten juridische normen formeel informeel mens = Mängelwesen “ we denken niet met maar in woorden” Cultuur = sociaal gedeeld fonds om handelingslijnen vorm te geven Homologieën Symbolisch grenswerk = cultureel grenswerk Grenswerk = zowel veranderen van betekenis als de erdoor afgebakende realiteiten Performatieve handeling Beperkte uitgebreide communicatiestijl Enculturatie acculturatie Voorbewuste, Onbewuste, Es, Ich, Über-ich, Eros, Tanatos Schuldgevoel = spanning Über-ich en Ich Vorming geweten = verinnerlijking morele geboden en verboden Waarnemingsbewustzijn zelfbewustzijn Me = culturele geweten I = spontane impulsen of handelingen Kritiek op ‘overgesocialiseerde conceptie van de mens’ Soevereine macht biomacht Positieveld, focuspositie, tegenpositie, … Rolconformiteit ~ rolovertredingen Toegescheven positie verworven positie Moet-verwacht., plichtverwacht., kan-verwacht. Excuusregelingen Normatief verwachten cognitief verwachten Dramaturgisch perspectief Frontstage backstage Voorstellingsteam Persoonsverwachtingen ~ consistentie aspiratiegroeperingen