Inleiding Sociologie

advertisement
Inleiding Sociologie
Meerkeuze
Wat is een gatekeeper?
a) the strength of weak ties
b) Centraliteit
c) Dichtheid
d) Diversiteit
Welk mechanisme behoort niet tot de orde van interactie?
a) beleefde inattentie
b) ongerichte en gerichte acties
c) bracketing
d) afbakenen van sociale ruimte
Welke sociale vorm is een studentendoop?
a) peer group
b) tertiaire socialisatie
c) rites de passages
d) collectieve rituelen
Vriendjespolitiek, bij wat hoort het?
a) instrumentalisme
b) particularisme
c) specificiteit
d) zelfgericht
Wat houdt de culturele kloof van Ogburn in?
a) de (immateriële) cultuur blijft achter op de (materiële) situaties
b) twee aspecten van een cultuur die oorspronkelijk op elkaar waren
afgestemd, ontwikkelen zich met verschillende snelheden
c) a en b zijn juist
d) geen van bovenstaande is juist
Als iemand tijdens een politieke campagne extra zijn best doet dan is dit
een voorbeeld van:
a) Kann-Erwartungen
b) Darf-Erwartungen
c) Muss-Erwartungen
d) Soll-Erwartungen
Wat zijn de kenmerken van mechanische solidariteit?
a) lage graad van arbeidsdeling, homogene cultuur, repressieve
normen, …
b) complexe arbeidsbedeling, …
c) lage graad van arbeidsdeling, heterogene cultuur, …
d) lage graad, meer individualiteit, …
‘We treden constant in relatie met andere mensen en ondergaan
daardoor hun invloed (vrije wil of niet)’ dit wordt beschreven door (niet de
exacte vraag):
a) Mangelwesen
b) Homo economicus
c) Homo sociologicus (want het gaat specifiek over invloeden
van anderen, niet over eigen, unieke eigenschappen)
d) Geen van bovenstaande
Een conflict dat zich afspeelt tussen leden van eenzelfde groep en het
kan de interne solidariteit ondergraven, maar ook de interne cohesie
vergroten.
a) tussengroepsconflict
b) binnengroepsconflict
c) niet-realistisch conflict
d) realistisch conflict
Welke socioloog besprak als eerste het concept zelfmoord?
a) Weber
b) Durkheim
c) Merton
d) Sutherland
Open vragen
1) Leg een ‘primaire groep’ uit en geef een criminologisch relevant
voorbeeld. Bespreek daarna de drie andere categorieën. (zonder
voorbeeld). max 20 lijnen
2) Bespreek acculturatie en enculturatie. Geef ook een voorbeeld.
max 15 lijnen
Criminologische Sociologie
Meerkeuze
Wat komt het minst voor volgens Merton?
a) ritualisme
b) terugtrekking (retreatist)
c) innovatie
d) conformisme
Wat is geen van de vier principes van Beccaria?
a) Noodzakelijkheid
b) Rechtvaardigheid
c) Proportioneel
d) Publiek
Verschil Merton en Cohen
a) Merton kijkt enkel naar de Amerikaanse bevolking
b) Cohen onderzoekt enkel adolescenten
c) Merton onderzoekt enkel laagwerkende klasse
d) Merton onderzoekt enkel de criminaliteit in de middenklasse
Wat is geen zwakte bij de anomietheorieën?
a) eenduidig concept van anomie
b) empirische basis
c) enkel concentratie op bepaalde soorten criminaliteit
d) de doelen zijn sociaal gedistribueerd
Een afgestudeerde begint te werken bij de politie waar hij al lang van
droomde. Hij vindt in de bewijskamer een zak cocaïne van 5000 euro en
weet wel iemand om aan te verkopen. Dit is een vorm van?
a) Involvement
b) Attachement
c) Belief
d) Commitment (inzet om geen criminaliteit te plegen verzwakt)
Een quote in het Engels waarin ongeveer iets werd gezegd dat
criminaliteit normaal en onvermijdelijk was
a) Cohen
b) Miller
c) Durkheim
d) Vold
Open vragen
Bart de wever: discriminatie bij de politie moet stoppen. Leg uit aan de
hand van de labelingtheorie van Lemert en geef beleidsadviezen
Download