Het maken van een werkstuk

advertisement
Het maken van een
werkstuk
Werkstuk basisschool de Triangel groep 6
1
We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw
eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle
stapjes even op een rij gezet.
Wat moet ik allemaal doen?

Kies een onderwerp

Zoek informatie

Alle informatie op een rijtje zetten

Werkstuk in het klad maken

Spelling controleren

Werkstuk in het net maken

Mooi voorblad maken

Inleveren
Het onderwerp moet te maken hebben met Geschiedenis.
Zoek informatie over jouw onderwerp
Verzamel zoveel mogelijk informatie over het door jou gekozen onderwerp.
In je inleiding vertel je hoe je aan de informatie bent gekomen.
Gebruik hiervoor bijvoorbeeld:
Boeken van school
Boeken uit de bibliotheek
Tijdschriften
Internet ( vraag aan je ouders of je op internet mag en/of ze je willen helpen)
o Google om te zoeken
o Kennisnet
o Wikikids / Wikipedia
o Kinderpleinen
o Vroeger en zo
o Enz.
Je kunt ook informatie vragen bij een museum of een andere instellingen
o Zorg dat je de naam en het adres van jouw school hebt.
o Noem je naam en de naam van jouw school.
o Vertel over welk onderwerp jouw spreekbeurt gaat.
o Vraag of ze plaatjes, voorwerpen en informatie voor je hebben.
o Vraag of ze alles naar jou willen opsturen. (Als je dichtbij woont, kun je het ook zelf
ophalen.)
o Vergeet niet om te bedanken.
Werkstuk basisschool de Triangel groep 6
2
Interview
o Als je iemand kent waarvan je weet dat hij/zij je veel over het onderwerp kan
vertellen (bijv. een politieman over de politie of oma/opa over iets van vroeger) kun je
die gaan interviewen. Schrijf alles goed op en laat dit door die persoon nalezen, dan
weet je dat je het goed hebt begrepen.
Een voorbeeld van een inleiding; (een echt voorbeeld uit een werkstuk van een
leerling)
Inleiding
Mijn werkstuk gaat over de Honden en dan vooral over de Friese Stabij. Ik heb
hiervoor op internet naar informatie gezocht en ben naar de bibliotheek geweest. Daar
heb ik veel boeken geleend.
Ik heb dit onderwerp gekozen omdat mijn oma en opa een Friese Stabij hebben. Die
heet Bobby. Omdat Bobby een hele lieve hond is en ik zelf erg van honden hou wilde ik
hier meer van weten. Hoe verzorg je een hond, wat moet hij eten, waarom zijn er zoveel
verschillende rassen, waar komt de Friese Stabij vandaan en nog veel meer.
Ik hoop dat u er veel van zult leren. Ik heb er wel veel van geleerd.
Janna
Let op, dit is een voorbeeld. Jij moet natuurlijk je eigen inleiding schrijven dus
het is niet de bedoeling dat je deze gaat overschrijven.
Alle informatie op een rijtje
Je hebt nu veel informatie verzameld, maar wat ga je daar nu mee doen?
Zorg ervoor dat je alles goed gelezen hebt. Lees telkens een stukje tekst. (ongeveer 1
bladzijde)
En schrijf het belangrijkste in 2 of 3 zinnen op.
Zoek moeilijke woorden op en probeer ze in eigen woorden te omschrijven.
De moeilijke woorden in de tekst vervang je dan door je eigen omschrijving.
Dit doe je met alle informatie die je hebt gevonden. Lees alle informatie nu nog een
keer door en zet het in de goede volgorde.
Bijvoorbeeld: Als je een werkstuk maakt over het beroep van muzikant begin je niet
met het applaus na een concert, maar met informatie over instrument of het leren
spelen op dat instrument.
Als het goed is gegaan kun je nu antwoord geven op vragen zoals:
Wie … , Wat ….., Waar ……, Wanneer ….., Waarmee ….., Waardoor…., Waarom …….? Je
hoeft niet op elke vraag een antwoord te geven, het zijn voorbeelden.
Werkstuk basisschool de Triangel groep 6
3
Je werkstuk in het klad
Je hebt de zinnen in de goede volgorde gezet, nu kun je het werkstuk in het klad gaan
schrijven.
Probeer van de belangrijkste zinnen die je hebt opgeschreven nu korte stukjes tekst te
maken in eigen woorden.
Niet alle tekst kun je in eigen woorden opschrijven, soms is iets niet anders te vertellen
dan zoals het in het boek of op de site staat. Als er in de tekst moeilijke woorden
voorkomen die je wel moet gebruiken, schrijf er dan een zin ex tra bij waarin je dat
moeilijke woord uitlegt.
Zet boven ieder stukje tekst een korte duidelijke titel, bijvoorbeeld:
o De hond
o Hoe ziet hij eruit?
o Zijn gedrag
o Verzorging
o Hondenverenigingen
o Bronvermelding & Tot slot
Gebruik alleen woorden die je zelf begrijpt.
Maak een lijstje waarin je precies opschrijft welke informatie je waar gevonden hebt.
Doe dit heel precies. Schrijf hierin bijv. de titel van het boek, de website heel precies
geschreven (www.hondenclub.nl of www.dierenkliniekdrachten.nl etc).
Dit moet je aan het eind van je werkstuk opschrijven.
Een voorbeeld van kort een moeilijk woord in een extra zinnetje uitleggen;
Ötzi, de ijsmummie
In de Alpen zijn hoge bergen. Er ligt op de toppen altijd sneeuw en ijs. En er zijn
gletsjers. Dat zijn stenige ijsvlaktes. Hier wordt het woord gletsjers gelijk in een kort
zinnetje uitgelegd.
Informatie van internet gebruiken:
Het is natuurlijk heel makkelijk om op internet een werkstuk op te zoeken, de tekst te
kopiëren en dan dat letterlijk over te schrijven in jou werkstuk. Dat is iets waar
meester streng op let bij het nakijken. Je mag natuurlijk best wel stukjes tekst
gebruiken, maar schrijf het zoveel mogelijk in je eigen woorden op. En schrijf de site
die je gebruikt hebt heel precies op bij je bronvermelding aan het eind van je werkstuk.
Werkstuk basisschool de Triangel groep 6
4
Je werkstuk in het net
Je hebt je werkstuk in het klad laten nalezen door iemand (bijvoorbeeld je
vader/moeder) en kunt het nu in het net gaan maken.
Verander nog wat, als dat nodig is, in je kladwerkstuk.
Zoek uit welke plaatjes er mooi bij zouden zijn en er goed bij passen. En zet deze in het
werkstuk.
Maak een inhoudsopgave
o Een inhoudsopgave is de eerste bladzijde van een werkstuk. Hij zit direct achter de
voorkant.
o In de inhoudsopgave staan de titels van de hoofdstukken onder elkaar in 1 rijtje.
Degene die jouw werkstuk leest kan precies zien waar het over gaat.
bijvoorbeeld:
Inhoudsopgave
Inleiding
De hond
Hoe ziet hij eruit?
Zijn gedrag
Verzorging
Hondenverenigingen
Tot slot
Bronvermelding
Het eerste hoofdstuk is: Inleiding Hierin schrijf je kort waar je werkstuk over gaat en
waar je de informatie hebt gevonden.
Het laatste hoofdstuk is: Tot slot. Hierin schrijf je wat je hebt gedaan voor dit
werkstuk, wat je hebt geleerd en hoe het gegaan is.
In de bronvermelding staat waar je de informatie vandaan hebt.
Dit kan zijn een boek, een internetpagina, een artikel, enz.
Je werkstuk moet minimaal 2 bladzijden tekst hebben maar het mogen er natuurlijk een
paar meer zijn. Hier komen dan nog de bladzijden bij voor de inhoudsopgave en de
laatste bladzijde met het slotwoord EN de bronvermelding.
Werkstuk basisschool de Triangel groep 6
5
Inleveren van je werkstuk
Als je klaar bent met je werkstuk ben je er natuurlijk super trots op. Dat mag ook want
het is veel werk. Als je ergens trots op bent zorg je er natuurlijk ook voor dat het
netjes ingeleverd wordt. Dit kan op de dag van je presentatie, maar mag ook eerder.
Een titelblad waarop je een mooie tekening, een plaatje of een foto kunt plakken en
waarop je heel mooi de titel van je werkstuk vermeld.
Presentatie.
Je presenteert je werkstuk aan de hand van een powerpointpresentatie.
Werkstuk basisschool de Triangel groep 6
6
Download