Indus - KU Leuven

advertisement
1
Indus7a
Kan creativiteit de Vlaamse economie redden?
Hubert Van Belle
Het ziet er niet zo goed uit voor de industrie in West-Europa. Het Cambridge Econometrics Institute
verwacht dat er dit en volgend jaar bijna 300.000 banen in de verwerkende industrie verloren zullen
gaan. Dit is niet alleen het gevolg van de zwakke economische groei, de lage dollarkoers en de
toenemende automatisering maar ook van de delokalisatietrend. Om niet uit de markt geprijsd te
worden verplaatsen steeds meer bedrijven een deel van hun productiecapaciteit naar Oost-Europa en
het verre Oosten. China kent een economische groei van rond de 9% en wordt gezien als de
toekomstige “fabriek van de wereld”. Duitsland verliest 2.000 industriële jobs per werkdag zodat jobs
nu “het exportproduct nr. 1 van de Duitse industrie” geworden zijn. Volgens Agoria zouden er dit jaar
nog 8.500 banen verdwijnen in de “technologische industrie” van ons land. De voorbije drie jaar
gingen er reeds 29.000 arbeidsplaatsen verloren. Daarbij mogen we het economisch belang van de
industrie niet uit het oog verliezen. De Duitse bedrijven blijken bijvoorbeeld nog steeds in te staan
voor meer dan 2/3 van het Bruto Nationaal Product (BNP) indien de dienstensectoren in rekening
gebracht worden die van de industrie afhankelijk zijn.
Delokalisatie, ook “offshoring” genoemd, blijft echter niet beperkt tot eenvoudige industriële
activiteiten met weinig toegevoegde waarde. Zelfs de ontwikkelings- en onderzoeksafdelingen van
onze bedrijven zijn in gevaar (zie Tertio nr. 190). Het verschuiven naar hoge technologieën en
kennisintensieve activiteiten biedt geen blijvende garantie meer tegen delokalisatie. In de V.S.
schrapten de hoog-technologische bedrijven 560.000 jobs tussen 2001 en 2003 en verwachten dat er in
2004 nog 234.000 banen zullen verdwijnen. Forrester Research voorspelde dat er 3,3 miljoen
bediendenjobs vanuit Amerika naar de lagelonenlanden zullen verhuizen tegen 2015. India ziet een
grote rol in “dienstverlening op afstand” (software-ontwikkeling, call-centers,…). Het land verwacht
over 15 jaar 10 tot 24 miljoen extra banen voor zijn goed geschoolde en Engelssprekende
arbeidskrachten. Uit een recent onderzoek van de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging (KVIV)
blijkt dat het aantal vacatures voor burgerlijk ingenieurs de laatste 4 jaar met ongeveer 25% gedaald is.
Het is duidelijk dat het alarmerend verlies aan arbeidsplaatsen en de verhuis van belangrijke
industrietakken een belangrijk politiek onderwerp wordt. Vooral het banenverlies in de elektonica-,
informatica-, computer- en telecomsectoren krijgt veel aandacht. Volgens een studie van Deloitte
Research plannen de telecommunicatieoperatoren bijvoorbeeld wereldwijd de verhuis van 275.000
jobs naar de lagelonenlanden. O.m. in de V.S. en Duitsland neemt de roep om protectionistische
maatregelen dan ook toe. Alan Greenspan (Federal Reserve) waarschuwde reeds dat een dergelijke
aanpak contraproductief zou zijn. In eigen land worden de gevolgen van het uitbesteden van de taken
naar lagelonenlanden dikwijls geminimaliseerd. Veel economen zijn er van overtuigd dat er in het
geval van delokalisatie toch nog een groot deel van de toegevoegde waarde in het land blijft.
Bovendien zou de toenemende industrialisatie in de armere landen tot een groeiende koopkracht
leiden die uiteindelijk ook onze handel ten goede moet komen. Ze hopen dat een doorgedreven
specialisatie, specifieke oplossingen op maat van de klanten en het combineren van producten en
diensten onze industrie nog zal kunnen redden. De onrust over de toekomstige tewerkstelling en
welvaart neemt echter toe bij onze werkgevers en werknemers.
Hoe kan men concurreren met landen waar de lonen een fractie zijn van hier, weinig sociale
bescherming bestaat en nauwelijks milieuregels gelden? Deze vraag is niet eenvoudig te
beantwoorden. De werkgevers pleiten voor kostenverlaging, minder belastingen, meer flexibiliteit, een
hogere productiviteit, een langere arbeidsduur en een grotere activiteitsgraad van de bevolking. Het
gevaar voor sociale dumping en sociale afbraak is niet denkbeeldig. Meer wetenschappelijk onderzoek
om de technologische innovatie te stimuleren en kennisintensieve activiteiten te bevorderen wordt ook
als een oplossing gezien. Het ontslag van 110 ingenieurs bij Sony in Zaventem tengevolge van de
2
verhuis van de softwareontwikkeling naar Japan wijst op de kwetsbaarheid van Vlaanderen in de
kenniseconomie. Is de loonhandicap ook voor kennisjobs niet te groot aan het worden? Volgens prof.
Leo Sleuwaegen (K.U.Leuven) verliest de Vlaamse economie voeling met de andere Europese
topregio’s. De Vlaamse bedrijven leveren in verhouding minder nieuwe producten en diensten dan de
buitenlandse concurrentie. Ook de terugloop van het aantal startende ondernemingen met ongeveer
10.000 per jaar t.o.v. 1996 is een verontrustende ontwikkeling.
De ontslagnemende Vlaamse regering tracht het tij te keren met een “Kennislab” voor creatieve
economie, een “Talentenbank” met 10 miljoen euro startkapitaal voor jonge ondernemers en een
“Digitaal Kenniscentrum” voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Aftredend Vlaams minister
van Economie Patricia Ceysens wil van creativiteit het speerpunt van de Vlaamse economie maken.
Het Kennislab, een nieuw Vlaams Instituut voor de Creatieve Economie, moet de nodige impulsen
geven en de motor worden voor het genereren van creatieve economische projecten. De daartoe
opgerichte v.z.w. “Flanders District of Creativity” (Flanders DC) zal de krachten bundelen en een
internationaal netwerk uitbouwen voor het uitwisselen van ideeën rond het creatief ondernemen in een
globale economie. Met deze maatregelen hoopt de Vlaamse regering een antwoord te geven op de
nood van onze economie aan innovatie en ondernemerschap. Een dergelijke actie mag ons echter niet
laten vergeten dat de traditionele en op het eerste zicht veel minder creatieve sectoren zoals metaal,
textiel en chemie nog steeds de basis van de industriële tewerkstelling vormen.
Patricia Ceysens is sterk beïnvloed door de Amerikaanse econoom Richard Florida en zijn boek “The
rise of the Creative Class”. Menselijke creativiteit zou de drijvende kracht zijn achter de
postindustriële economie. Onder de noemer creativiteit vallen wetenschap, onderzoek en ontwikkeling,
design, informatica, communicatie en cultuur. Creatieve bedrijven zouden zich op plaatsen vestigen
waar ze veel mensen met ideeën en kennis kunnen vinden. De opkomende creatieve klasse zou vooral
in hippe stedelijke centra te vinden zijn waar veel kunstenaars en minderheidsgroepen verblijven. Het
hoeft geen betoog dat creatieve ideeën en een creatieve omgeving zeer belangrijk zijn voor
innovatieve bedrijven. Er zijn echter meer voorwaarden om te slagen in de kenniseconomie. Een
omgeving die stimuleert, uitdagingen biedt en de nodige steun verleent is ook noodzakelijk.
Werkkracht, doorzettingsvermogen, dynamiek, kennis en ervaring zijn eveneens een vereiste. De
impact van initiatieven op het vlak van onder meer cultuur, mode en design mag niet overdreven
worden. Hoewel diensten een belangrijke economische bijdrage kunnen leveren zullen we het zonder
industriële activiteiten moeilijk hebben om onze welvaart te verzekeren. De nieuwe Vlaamse regering
mag de snelheid, omvang en gevolgen van het delokalisatieproces dan ook niet onderschatten.
De Superformule.
Een mooi voorbeeld van een creatief bedrijf is Genicap, een jonge onderneming die software
ontwikkelt voor grafische vormgeving en voor ontwerptoepassingen (zie: www.genicap.com). De
activiteiten van Genicap zijn gebaseerd op de “Superformule” van Johan Gielis, een Antwerps
plantkundige. Deze ontdekking maakt nogal ophef in de wetenschappelijke wereld. Sommigen hebben
het zelfs over een FOE, een "Formula of Everything". Het gaat om een veralgemeende vorm van de
vergelijking van de superellips (cirkel, ellips, vierkant,...) waarmee ook natuurlijke vormen kunnen
weergegeven worden. Door de parameters in deze vrij eenvoudige formule aan te passen bekomt men
allerhande geometrische vormen zoals veelhoeken, sterren, spiralen en bloemen. De natuur blijkt dus
een onverwachte bron van innovatie te zijn.
13/05/04
4/07/04
Download