Hogeschool Universiteit Brussel Opleiding Leerkracht Lager Onderwijs LESFICHE Student Naam: Klasgroep: 1 BaLO Stage School: Leerjaar : 4e Naam mentor: Activiteit Datum : Uur: Aantal lln: Duur: 50’ Algemeen Luik: Leergebied en domein: Muzische vorming, muziek Onderwerp: ‘Vroem vroem vroem’ zingen en verkeerstekst ‘rappen’, klankdecor Situering leerplan: VVKBaO 21 Algemenen doelen 13 Erop gericht zijn muzische expressiemogelijkheden te exploreren en ermee te experimenteren ervan genieten de dingen om je heen op hun expressieve mogelijkheden te onderzoeken, 14 Technische vaardigheden in verband met muzische vormgeving trachten te beheersen belangstelling tonen voor technieken die elementair zijn om op een bepaald domein van het muzische vorm te geven aan wat in je leeft, 16 Gericht zijn op een oorspronkelijke vormgeving zoeken naar vormgeving die niet alledaags en voor de hand liggend is, die (voor jezelf) nieuw is, afstappen van het gewone, van wat 'de meesten' denken en doen, 17 Gericht zijn op een verstaanbare of sprekende vormgeving de zeggingskracht van de uitbeelding vergroten (accenten leggen, weglaten wat niet essentieel is, een verrassend element inbouwen, variatie, herhaling en tegenstellingen inbrengen" .), 19 Genoegen beleven aan muzisch bezigzijn in het samen beleven en muzisch bezigzijn de nabijheid van anderen ervaren en daarvan genieten, Deelleerplan muziek Muziek maken 1.3 Een tekst of een lied uitvoeren met aandacht voor een correct stemgebruik en een goede stemexpressie 1.4 Een gevarieerd repertoire van kindgerichte liederen zuiver en expressief zingen en gebruiken als impuls voor diverse expressiewijzen en spelvormen Luisteren naar muziek 7.1 Eenvoudige melodie- en ritmepatronen herkennen en vergelijken 7.6 Eenvoudige muzikale vormen herkennen en vergelijken Muziek ontwerpen 9.1 Een klank- of muziekstuk ontwerpen vanuit een buitenmuzikaal gegeven 1 Genoegen beleven aan de omgang met klank en muziek 12.1 Zich door middel van klank en muziek durven uiten Eenvoudige regels en afspraken naleven bij de productie of reproductie van muziek 13.2 Actief deelnemen aan het groeps-musiceren en zich kunnen aanpassen aan de eisen van het samenspel Zie ook doelenrooster in bijlage. Materiaal: / Beginsituatie op onderwijsniveau: - Lln kennen het liedje nog niet. Er wordt wekelijks in de klas gezongen. Beginsituatie op ervaringsniveau: De lln weten hoe vervelend het is ergens te laat te komen, of zich al van ‘s morgens vroeg te moeten haasten Doel(en) van de les: Eigen ervaringen i.v.m. ochtendspoed kunnen formuleren en deze kunnen relativeren. Het lied beluisteren en aan de hand van vnl. tekstinhoudelijke, bewegings- en ritmische opdrachten als een geheel in zich opnemen. Het lied zelfstandig en expressief zingen Een raptekst ritmisch zeggen en tegelijk begeleiden met een eenvoudig klapritme. De delen van deze raptekst voorzien van een klankdecor. Een raptekst ritmisch zeggen, tegelijk begeleiden met een eenvoudig klapritme en ‘versieren’ met enkele gepaste klankdecors. Bronnen: www.Muziekmuzisch.net Liedjesboek, Nederlandse Onderwijs Televisie, Hilversum 2 LESVERLOOP Onderwijsleeractiviteiten Leerinhouden Tijd Per lesmoment: Werkvormen - Organisatie - Kernvragen en –opdrachten - Materiaal Differentiatie in min’ 5 15 AANKNOPING: Werkvorm: doceervorm (verwerving) Gesprek over de ochtendhaast : Eigen ervaringen van de kinderen: Het moet snel gaan, dit vergeten, dat nog in de boekentas, wat een ellende. Zijn we dan toch op tijd de deur uit ? En dan lopen om op tijd te zijn of op de koop toe nog file in de straat van de school. Attitude: durven uiten/openheid Lkr leidt het gesprek. Lln kunnen vrij vertellen over hoe het er bij hen thuis aan toe gaat. LESKERN Stap 1: Lied aanbieden Kernvragen/-opdrachten: Hoef je niet te formuleren (té evident) Werkvorm: (verwerving) > lied aanbieden Lkr zingt liedje verschillende keren voor : Muziek beluisteren veronderstelt : - stilte - aandacht - gerichtheid : melodie en ritme Muziek maken > Klank : ritme - rusten vullen - tijden tikken, klappen Muziek maken : Vorm : - liedzinnen afbakenen - het begin van het refrein herkennen Zie bordplan Bewegen op muziek : in de maat de betekenis van de liedzinnen uitbeelden. bv : zin 1 : naast je wijzen zin 2 : op uurwerk kijken zin 3 : …. (inbreng van de kinderen) Opdrachten Lln krijgen telkens een andere opdracht: 1. beantwoorden tekstinhoudelijke vraagjes; tikken de tijden mee. 2. Vullen de rusten na elke zin van de zin van de strofe. na de eerste zin : 1 x na de tweede zin : 2 x na de derde zin : 1 x na de vierde zin : 3 x 3. Op “vroem, vroem, vroem” op de bank slaan Op “Heng, ....” idem 4. Idem als 2, maar ondertussen de tijden tikken (bv twee vingers voor tijden, flinke klap voor te vullen rusten) Het kan ook in 2 groepjes. 5. “Vroem,.. en Heng,...” meezeggen of meezingen naar believen 6. Misschien nog wel andere .... bv : bewegingen per liedzin in de maat van het lied 3 Kernvragen: Materiaal: Differentiatie: 10 Stap 2: Lied inzingen Muziek maken > Zingen : Vroem vroem vroem is een vrolijk swingend liedje met een ironische ondertoon. Er is een eigenaardigs spanning tussen het gezellige van de melodie en de haast en spoed, die nodig is om toch maar op tijd in school te zijn. Het liedje moet dus een beetje lui en toch wel vrolijk gezongen worden. Toch is er wat variatie mogelijk. bv. op : “Haast je” “kijk uit jij ......” maar weet je ...... Mooi is ook een crescendo in de lange noot op het einde van elke strofe. Werkvorm: (verwerving) > inzingen Kernvragen/-opdrachten: Lkr-Lln : voor- en nazingen van steeds grotere liedonderdelen. In de volgorde van de liedzinnen Letten op: - vaste cadans - mee inademen en inzetten, bij nazang zachtjes meezingen, mee‘lippen’ - juiste toonhoogte - gestiek: weggeven en bijhouden - fouten verbeteren - gekend > letten op kwaliteit van de zang Materiaal: Bordplan … dan racet ie over straaaaaaaaat Differentiatie: / Tijdens de strofes wat ingehouden zingen, tijdens de refreinen voluit . 5 Stap 3: Raptekst uitvoeren + klankdecor Bank Klap Tekst : zie bordplan. Werkvorm: (verwerking) Kernvragen/-opdrachten: Lkr leert de nieuw ritme aan : Als de lln het ritme zelfstandig en in groep kunnen spelen zegt de lkr de raptekst voor. Lln luisteren en klappen. Daarna voor- en nazeggen per zin. Ondertussen blijven lkr en lln het ritme uitvoeren. 4 10 Stap 4: Klankdecor maken + raptekst uitvoeren Werkvorm: groepsopdracht (verwerving) Muziek maken Wat? Klankdecor : een geluidsfragment dat de sfeer, de gebeurtenissen, het gevoel … de betekenis van een tekst, een tekening … onderstreept, suggereert, extra kracht bijzet ….. Hoe? - Bespreken welke geluiden er allemaal in het stukje tekst zitten en hoe je ze kan nabootsen. - De geluiden even proberen en bepalen wie welke geluiden maakt. - Een paar keer proberen > klaar! Groepswerk : 4 groepen. Elke groep krijgt één fragment van de raptekst. Zie bordplan Kernvragen/-opdrachten: Bij de toegewezen zin moet elke groep een klankdecor verzinnen en inoefenen. Straks zullen ze dit klankdecor moeten uitvoeren na de toegewezen zin. Het stukje duurt tussen 5 en 15 seconden. Men maakt hierbij gebruik van de eigen stem, het eigen lichaam, gebruiksvoorwerpen in de buurt, eventueel enkele schudders en stokjes. Wanneer is het goed gedaan? - Als het klankdecor goed bij de tekst van het zinnetje past. - Als ere en echte mix van geluiden is. - Als de leden van elk groepje er echt voor gaan. Nu wordt de hele tekst uitgevoerd. We beginnen met 4 x [bank-klap]. Dan beginnen we te tekst te zeggen. Na elk tekstfragment blijven we het [bank-klap]-ritme spelen en voert de betreffende groep haar klankdecor uit. Na elk klankdecor geeft de leerkracht een teken om verder te gaan met de tekst. We eindigen met een aantal keer het [bank-klap]-ritme. 5 AFRONDING: het lied nog eens zingen ter afsluiting Werkvorm: (verwerving) Kernvragen/-opdrachten: Het lied “Vroem, ….” Wordt ter afsluiting nog eens gezongen : met alle opsmuk uit stap 1 erbij. 5 Bordschema/ Ruimtegebruik MIJN KLASGENOOTJE KLAASJE DIE KOMT MAAR STEEDS TE LAAT Z’N MOEDER ROEPT DAN : “ HAAST JE ! ” DAN RACET IE OVER STRAAT VROEM VROEM VROEM IK GA HEEL SNEL ALS IK RACE DAN HAAL IK HET WEL HENG HENG HENG DOOR HET RODE LICHT ALLES MAG EN NIETS VERPLICHT X XX X XXX KLAASJE IS ALWEER TE LAAT HIJ RACET WEER OVER STRAAT HIJ LOOPT ZELFS DOOR HET RODE LICHT EEN AUTO GOOIT ZIJN REMMEN DICHT EN WEET JE WAT GEBEURDE ? KLAASJE HEEFT GELUK GEHAD HIJ HEEFT GEEN SCHRAM, HIJ IS NIET PLAT HIJ KOMT ER MET DE SCHRIK VAN AF MAAR VOELT ZICH TOCH EEN BEETJE MAF 6