De Tabernakel WELKOM thema: ‘Geroepen’ Voorganger: Orgel: ds. Bert Heslinga Cor van Leeuwen Zondag 19 juli 2015 Het thema van de dienst is: ‘Geroepen’ We lezen over Mozes die geroepen wordt bij de brandende doornstruik. En we horen over Paulus die als geroepene in Rome terechtkomt. Mensen voelen zich soms geroepen. Wat is onze roeping? Waartoe roept God ons? Lied voor de dienst 858: 1, 2 en 4 Lied voor de dienst 858: 1, 2 en 4 Lied voor de dienst 858: 1, 2 en 4 Welkom Psalm 146: 1 en 4 Psalm 146: 1 en 4 Psalm 146: 1 en 4 Psalm 146: 1 en 4 Klein Gloria Ere zij de Vader en de Zoon en de Heilige Geest Als in den beginne nu en immer En van eeuwigheid tot eeuwigheid Amen Stil gebed beginwoord en groet Lied 906: 1, 6 en 8 Lied 906: 1, 6 en 8 Lied 906: 1, 6 en 8 Lied 906: 1, 6 en 8 Lied 906: 1, 6 en 8 Lied 906: 1, 6 en 8 Begingebed Leefregel Lied 1008: 1 en 3 Lied 1008: 1 en 3 Lied 1008: 1 en 3 Lied 1008: 1 en 3 Gebed voor lezingen Kaarsen van de kindernevendienst aansteken Kinderlied 421 ELB: ben je groot…… Ben je groot of ben je klein of ergens tussen in: God houdt van jou. Ben je dik of ben je dun of ben je blank of bruin: God houdt van jou. Hij kent je als je blij bent, Hij kent je als je baalt. Hij kent je als je droevig bent, Hij kent je als je straalt. Het geeft niet of je knap bent, Het geeft niet wat je doet: God houdt van jou, Hij is vol liefde. God houdt van jou. Kinderen naar de kinderdienst 1e lezing Exodus 3:1-6/9-12 31 Mozes was gewoon de schapen en geiten van zijn schoonvader Jetro, de Midjanitische priester, te weiden. Eens dreef hij de kudde tot voorbij het steppeland, en zo kwam hij bij de Horeb, de berg van God. 2 Daar verscheen de engel van de HEER aan hem in een vuur dat uit een doornstruik opvlamde. Mozes zag dat de struik in brand stond en toch niet door het vuur werd verteerd. 3 Hoe kan het dat die struik niet verbrandt? dacht hij. Ik ga dat wonderlijke verschijnsel eens van dichtbij bekijken. 4 Maar toen de HEER zag dat Mozes dat ging doen, riep hij hem vanuit de struik: ‘Mozes! Mozes!’ ‘Ik luister,’ antwoordde Mozes. 5 ‘Kom niet dichterbij,’ waarschuwde de HEER, ‘en trek je sandalen uit, want de grond waarop je staat, is heilig. 6 Ik ben de God van je vader, de God van Abraham, de God van Isaak en de God van Jakob.’ Mozes bedekte zijn gezicht, want hij durfde niet naar God te kijken. 1e lezing Exodus 3:1-6/9-12 7 De HEER zei: ‘Ik heb gezien hoe ellendig mijn volk er in Egypte aan toe is, ik heb hun jammerklachten over hun onderdrukkers gehoord, ik weet hoe ze lijden. 8 Daarom ben ik afgedaald om hen uit de macht van de Egyptenaren te bevrijden, en om hen uit Egypte naar een mooi en uitgestrekt land te brengen, een land dat overvloeit van melk en honing, het gebied van de Kanaänieten, de Hethieten, Amorieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten. 9 De jammerklacht van de Israëlieten is tot mij doorgedrongen en ik heb gezien hoe wreed de Egyptenaren hen onderdrukken. 10 Daarom stuur ik jou nu naar de farao: jij moet mijn volk, de Israëlieten, uit Egypte wegleiden.’ 11 Mozes zei: ‘Maar wie ben ik dat ik naar de farao zou gaan en de Israëlieten uit Egypte zou leiden?’ 12 God antwoordde: ‘Ik zal bij je zijn. En dit zal voor jou het teken zijn dat ik je heb gestuurd: als je het volk uit Egypte hebt weggeleid, zullen jullie God bij deze berg vereren.’ Lied ELB 241: 1 en 2 Lied ELB 241: 1 en 2 Lied ELB 241: 1 en 2 2 Wees stil, want de heerlijkheid van God omgeeft ons in dit uur. Wij staan nu op heilige grond, waar Hij verschijnt met vuur. Een eeuwigdurend licht straalt van zijn aangezicht. Wees stil, want de heerlijkheid van God omgeeft ons in dit uur. 2e lezing Handelingen 28:1-2/7-16 Paulus op Malta en in Rome Pas toen we veilig en wel aan land waren gekomen, hoorden we dat het eiland Malta heette. 2 De plaatselijke bevolking gedroeg zich buitengewoon vriendelijk: ze verwelkomden ons en staken een vuur aan omdat het was gaan regenen en het koud was. 7 Niet ver daarvandaan lag een landgoed, dat het eigendom was van de gouverneur van het eiland, een zekere Publius. Hij liet ons bij zich komen en onthaalde ons drie dagen lang bijzonder gastvrij. 8 Het geval wilde dat de vader van Publius ernstig ziek op bed lag, gekweld door koorts en buikloop. Paulus ging naar hem toe, legde hem onder gebed de handen op en genas hem. 9 Daarna kwamen ook de andere zieken op het eiland naar hem toe en kregen hun gezondheid terug. 10 Ze overlaadden ons met eerbewijzen en voorzagen ons bij ons vertrek van alles wat we nodig hadden. 2e lezing Handelingen 28:1-2/7-16 11 Na drie maanden vertrokken we met een schip dat op het eiland had overwinterd. Het was een schip uit Alexandrië met de Dioscuren als boegbeeld. 12 We deden de haven van Syracuse aan, waar we drie dagen bleven liggen. 13Daarna lichtten we de ankers weer en kwamen we aan in Regium. De volgende dag stak er een zuidenwind op, zodat we binnen twee dagen Puteoli bereikten. 14 Daar troffen we leerlingen aan, die ons uitnodigden om een week bij hen te blijven. Vervolgens gingen we op weg naar Rome. 15 De leerlingen, die van onze komst hadden gehoord, kwamen ons vanuit Rome tegemoet tot Forum Appii en Tres Tabernae, en toen Paulus hen zag dankte hij God en vatte moed.16 Bij onze aankomst in Rome kreeg Paulus toestemming om een eigen woning te betrekken, met een soldaat als bewaker. Lied 838: 1 en 2 Lied 838: 1 en 2 Lied 838: 1 en 2 Lied 838: 1 en 2 Verkondiging Lied 827: 1, 2, 3 en 4 Lied 827: 1, 2, 3 en 4 Lied 827: 1, 2, 3 en 4 Lied 827: 1, 2, 3 en 4 Gebeden Inzameling van de gaven Slotlied 416 Slotlied 416 Slotlied 416 Slotlied 416 Slotlied 416 Slotlied 416 Slotlied 416 Slotlied 416 Zegen (Amen gezongen) Bij de uitgang staat de zendingsbus en de bus voor het bloemenfonds Bedankt voor uw bijdrage