t Hogeschooltje

advertisement
’t Hogeschooltje
LEESINITIATIE
( inzichten, vaardigheden en houdingen)
analyse-instrument
naam
voornaam
GEBOORTEdatum
ANALYSEdatum 1
ANALYSEdatum 2
ANALYSEdatum 3
opmaker analyse
opmaker analyse
opmaker analyse
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
3-jarigen
1
Kijkt geregeld in boeken, folders
tijdschriften, …
Begrijpt herkenbaar
naampictogram/hoekenaanduiding
Komt los van personen aan wie /
voorwerpen waaraan hij affectief
gebonden is.
Neemt dezelfde dingen ongeacht
grootte, kleur, plaats
Wijst gelijkenissen en grote
verschillen aan
Weet enkele materialen liggen in
de klas
Wijst aan wie/wat weg of erbij is
(kimspel)
Geeft grote delen van
persoon/dier/voorwerp aan
Neemt eigen jas van de kapstok
(visuele analyse)
Legt voorwerpen geordend tot een
geheel in een doos
Legt puzzels (steek-/inlegpuzzels)
tot 10 stukken
Geeft aan vanwaar een geluid
komt
Benoemt bekende geluiden (dier,
trom, deur, …)
Herhaalt klankpatronen (bingbang-bong, …)
Zegt een versje tot 4 regels op
Herkent eigen naam
Reageert op afgesproken geluiden
2
3
klas
Remed.nr.
2.1
2.2
2.3
2.4.1
2.4.1
2.4.2
2.4.2
2.4.3
2.4.3
2.4.4
2.4.4
2.5.1
2.5.1
2.5.2
2.5.2
2.5.3
2.5.3
eventuele voorbeelden
18
(lopen, stappen, …)
Kan een reeks woorden aanvullen
(een, twee, …)
2.5.4
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
Vult (eigen) naam aan
(Anne…Annelies)
2.5.4
4-jarigen
Is geïnteresseerd in boeken en de
boekenhoek
Begrijpt de pictogrammen in de
klas (kalender, aantal)
Zondert voorwerpen af die er
niet bijhoren
Wijst dezelfde (geometrische)
figuren aan op een prent
ongeacht de grootte, plaats,
richting
Ontdekt kleinere verschillen op 2
gelijkende prenten
Onthoudt een verborgen
voorwerp (uit 4 voorwerpen)
Kan een verhaaltje navertellen
met prenten
Neemt constructie uit elkaar en
bouwt weer op
Heeft reeds oog voor detail bij
prentwaarneming
Voegt dleen samen tot een
geheel (voorwp., mozaïekfig.)
Legt puzzels tot 20à30 stukken
Onderscheidt kleinere
geluidsverschillen
(hoogte/lengte)
Herkent een (eenvoudig)
muziekinstrument uit een lied
Herhaalt ritmepatronen in de
juiste volgorde
Kan een eenvoudig verhaal of
een eenvoudige gebeurtenis
navertellen
Zegt versjes op tot 8 regels
Zegt woorden syllabisch na
(trein – wa-gon, …)
Geeft aan of woorden rijmen /
niet rijmen
Zingt een begonnen lied verder
Spreekt ‘hand-schoen’ als één
woord uit.
x
5-jarigen
Heeft belangstelling voor
aspecten van lezen
Geeft van abstracte
x
Remed.nr.
2.1
eventuele voorbeelden
2.2
2.3
2.4.1
2.4.1
2.4.2
2.4.2
2.4.3
2.4.3
2.4.4
2.4.4
2.5.1
2.5.1
2.5.2
2.5.2
2.5.2
2.5.3
2.5.3
2.5.4
2.5.4
Remed.nr.
2.1
2.2
eventuele voorbeelden
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
pictogrammen de betekenis
Wijst dezelfde letters/woorden
aan ongeacht grootte of plaats
Ontdekt gedetailleerde
verschillen op sterk gelijkende
afbeeldingen
Onthoudt uit een reeks van vijf,
twee voorwerpen. Erbij/eraf
Geeft na visuele waarneming aan
of een tweede getoonde woord
(zin) langer of korter is (1 woord
is weg
Herkent eigen naam uit een reeks
(geschreven)
Geeft bij twee getoonde woorden
aan welke letter er meer/minder
is bij het ene (piet-pet)
Onderscheidt inversies (p-q)
Geeft bij het zien van een deel,
het geheel aan
Legt puzzels tot > 50 stukken
Legt letters samen tot een
getoond woord (k-a-t ; kat)
Onderscheidt auditief
korte/lange zinnen en woorden
Hoort of twee woorden al of niet
hetzelfde zijn
Hoort klankverschillen in
woorden
Vertelt een verhaal/gebeurtenis
zonder visuele hulp
Zegt verzen op tot 12 regels
Splitst met hakken (zin in
woorden/woord in letters)
Vult met een begin- of eindrijm
aan (woord of zin)
Bij een zin uit een lied : kleuter
zingt het lied
Een zin maken met de woorden
… (zee-spelen)
Een woord maken dat
begint/eindigt met … (t…,…t)
2.4.1
2.4.1
2.4.2
2.4.2
2.4.2
2.4.3
2.4.3
2.4.4
2.4.4
2.4.4
2.5.1
2.5.1
2.5.1
2.5.2
2.5.2
2.5.3
2.5.3
2.5.4
2.5.4
2.5.4
Download