Context Gemeenten en gemeentebesturen staan de komende jaren voor een grote opgave. De bevolking vergrijst, de zorgvraag neemt toe en de intramurale zorgcapaciteit wordt afgebouwd. De behoefte aan woonvoorzieningen die geschikt zijn voor langer zelfstandig thuis wonen, neemt toe. De implementatie van Wmo beleid vraagt steeds meer aandacht en de leefbaarheid in buurten en wijken moet gehandhaafd of verbeterd worden. Beleidsdocumenten en woonvisies spreken niet langer alleen over het aantal te bouwen huizen (kwantiteit) maar steeds indringender over levensloopbestendigheid en aanvullende voorzieningen (kwaliteit). In het concept Vitaliteitswoningen wordt bovenstaande problematiek integraal aangepakt. Vitaliteit In programma’s en projecten die het langer zelfstandig wonen voor ouderen bevorderen, worden fysieke dimensies zoals plezierig wonen, voldoende bewegen en gezond eten steeds weer benadrukt. Vanuit de visie dat een mens meer is dan lichaam en materie is een concept ontwikkeld waarin “vitaal zijn en blijven” ruimer omschreven wordt. In dit concept wordt aan vitaliteit psychische en sociale dimensies toegekend. Ouderen en hun begeleiders worden actief betrokken in het (door)ontwikkelen van producten en diensten voor welzijn en zorg. Dit levert voordelen op voor de ouderen zelf en creëert mogelijkheden om zorginnovatie trajecten effectiever in te voeren en op te schalen. Ouderen krijgen de gelegenheid om “actief nieuwe dingen mee te maken” en “voorbeeld te zijn voor hun omgeving”. De omgeving krijgt een living lab waarin plannen en voorstellen om langer thuis te kunnen wonen daadwerkelijk en effectief uitgetest kunnen worden. Vitaliteitswoningen Mensen die kiezen voor het wonen in een hofjeswoning of een andere vorm van groepswonen willen graag meewerken aan initiatieven die gericht zijn op het verhogen van de sociale cohesie in stadswijken of dorpskernen. De hypothese is dat groepen mensen die de beschikking hebben over gemeenschappelijke ruimten, gemakkelijker met elkaar in contact komen en een kiem kunnen vormen voor het doen groeien van de sociale cohesie in de wijk. Het concept vitaliteitswoningen heeft 2 componenten: 1) de hardware component – de woning zelf 2) de software component – hulpmiddelen om het groepsgevoel bij de bewoner(s) van de woning te versterken. Bij de hardware component praten we over gemeenschappelijke ruimtes, domotica, innovatieve producten en technische innovaties. Bij de software component gaat het over workshops, trainingen, lezingen, e-health demo’s en websites. Het geheel ondersteunt de transitieprocessen in het sociale domein en beïnvloedt het gedrag van mensen en groepen. (van ziek zijn en zorg naar gezond blijven en zo lang mogelijk blijven functioneren, mee blijven doen). Living Lab Het geheel van hardware en software componenten noemen wij een Living Lab. Door het Living Lab in de directe omgeving van belanghebbenden te plaatsen, wordt de drempel om mee te doen aan zorginnovatieprocessen verlaagd. Deelnemers aan het Living Lab krijgen de kans om betrokken te blijven bij maatschappelijke ontwikkelingen van hun wijk en wijdere omgeving. De formule van het Living Lab omschrijft in een voor iedereen begrijpbare taal de verschillende dimensies van zorginnovaties en laat deelnemers ervaren op welke wijze zij een bijdrage kunnen leveren. Deelnemers aan het Living Lab bepalen zelf op welk niveau zij betrokken willen worden. Beschikbare competenties worden door ons in kaart gebracht en gebundeld. VBOB Zorginnovatie Bij het introduceren van technologische innovaties (zoals bijvoorbeeld e-health) ontaardt de interactie met de gebruiker regelmatig in een gesprek over de technische mogelijkheden van de applicatie. De (toekomstige) gebruiker ziet door “de bomen het bos niet meer”, gaat aarzelen en stelt de beslissing om de aangeboden hulpmiddelen te gebruiken zo lang mogelijk uit. “Bottom up” initiatieven komen hierdoor moeizaam van de grond. Verleden jaar heeft de VBOB stichting (Verenigde Bonden Overleg Brabant) in samenwerking met Match & Connect tijdens de Liever Thuis Beurs (Eindhoven, November 2015) een innovatieplein georganiseerd. Hierbij zijn senioren en ouderen in de gelegenheid zijn gesteld om de verschillende dimensies van zorginnovaties te ervaren. Ruim 10 % van de bezoekers aan de beurs hebben meegedaan aan het innovatieplein. Een groot deel van de deelnemers aan het innovatieplein hebben zich opgegeven om mee te doen aan het door ontwikkelen van een modulair applicatieplatform. Werkwijze en opzet van het VBOB innovatieplein vindt u terug op Youtube VBOB Zorginnovatie De opzet van dit innovatieplein en de daarbij gebruikte werkwijze staat model voor het ontwerp van de Living Labs binnen het concept Vitaliteitswoningen. Bijdragen vanuit Antrist Advies en partners Vanuit Antrist Advies werken wij mee aan het implementeren van zorginnovaties. Wij focussen ons daarbij op zorgeloos wonen en faciliteren in samenwerking met partners processen die gericht zijn op het vergroten van de sociale cohesie. Door bewoners van een hofjeswoning of een andere vorm van groepswonen de gelegenheid te geven mee te doen aan een living lab in hun directe omgeving wordt oud worden een stuk aangenamer en creëren we mogelijkheden om innovaties uit te testen.