van de prijs (p)

advertisement
Hoofdstuk 14
Prijsbeleid
Knelpunten marketingbeleid
© Economie Leer Kracht 2011
over prijsbeleid
• Maar liefst 88% van de in een onderzoek van McKinsey
ondervraagde bedrijven, doet maar wat. Hoe ze hun prijzen
vaststellen, wordt ingegeven door tactisch, kortetermijn denken.
• Prijsbeleid is een dynamisch, continu proces. Concurrenten komen
en gaan in rap tempo, consumentenattitudes veranderen telkens
weer.
• Uiteenlopend gedragsonderzoek wijst uit dat consumenten prijzen
afzetten tegen zogenaamde referentieprijzen, standaarden die
worden bepaald op basis van een reeks van variabelen (alle prijzen
binnen de productcategorie, verwachtingen, eerdere ervaringen,
kortingsacties, etc.).
• Bekend is dat consumenten uitgaan van een ‘redelijk prijsinterval’;
wat ze dan precies als redelijk ervaren, hangt mede af van hun
perceptie van de afzender, van de winkel, van hun stemming, etc.
bron: marketing management, september 2001
• Steve Jobs waarschijnlijk een briljante zet deed toen hij de iPhone
voor $600 op de markt bracht en hem -tot ieders verbazing- binnen
de kortste keren in prijs verlaagde tot $400.
Met die hoge inzet maakte de Apple-baas volgens Ariely direct een
value statement, met als gevolg dat zich in het brein van de
consument het idee vastzette dat het hier om een heel waardevol
apparaat ging. Toen Jobs direct daarna de prijs verlaagde, zat de
hoge prijs al vast verankerd in de hoofden van de potentiële kopers.
Zij vonden $400 dus een koopje voor zo’n ‘duur’ apparaat.
• In een experiment werden twee producten,organische sla en freetrade koffie, eerst 20 procent hoger geprijsd, en vervolgens 80
procent hoger dan de andere producten in het schap. Consumenten
bleken in het laatste geval veel geïnteresseerder in de
producteigenschappen, waardoor ze het product ook vaker kochten,
en reageerden met meer ‘passie’ op de producten. Zodra een
product echter te duur wordt gemaakt (bijvoorbeeld 190 procent
duurder dan normaal), verdwijnt dit effect weer.
• Bron: http://www.marketingonline.nl/achtergrond/bericht/pricing-diewel-voor-verschil-zorgt-4-strategieen/
Prijsbepaling
•
11.1 Kostengeoriënteerde prijsbepaling
•
11.2 Afnemergeoriënteerde prijszetting
•
11.3 Concurrentiegeoriënteerde prijszetting
© Economie Leer Kracht 2011
• klanten van kabelmaatschappijen nemen vaak een bundel
producten af: internet, televisie, telefoon, speciale kanalen, sneller
internet, et cetera. Providers kunnen dan 2 dingen doen: een allinclusive prijs vaststellen, of de rekening opknippen. Het te betalen
bedrag is hetzelfde, maar bij analyse van de tweede optie zie je dat
een opsomming van aparte bedragen meer interesse opwekt dan
een all-in bedrag. Consumenten gaan de bedragen bestuderen en
kijken waar hun voordeel ligt.
Bron: Harvard Business Review, mei 2010
Factoren die van belang zijn bij de
prijszetting
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Factoren die van belang zijn bij de
prijszetting
Vraaggeoriënteerde prijszetting
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Andere interne en externe factoren die
van invloed zijn op de prijszetting
Algehele marketingstrategie, -doelstellingen en –mix
•
•
•
•
•
Prijsdoelstellingen:
Overleven
Maximale winst op korte termijn
Het grootste marktaandeel
Kwalitatief het beste product
(Manolo Blahnik)
Inverse prijszetting
Verantwoordelijkheid binnen de organisatie
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Andere interne en externe factoren die
van invloed zijn op de prijszetting
De markt en de vraag
De analyse van de prijs/vraagrelatie
Prijselasticiteit van de vraag:
De procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid van een
bepaald product in relatie tot de procentuele verandering van de prijs van
het product
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Prijsbeslissingen
Ondernemingsdoelstellingen
Marketingdoelstellingen
Marketingbeleid
Prijsdoelstellingen H10
Prijsstrategie
Prijstactiek
Implementatie
en terugkoppeling
© Economie Leer Kracht 2011
Prijsbepaling
Kosten-

Kostprijs-plusmethode
georiënteerd

Handelsmarge/opslag

Break-evenanalyse

Target pricing
Afnemer-

Prijselasticiteit
georiënteerd

Kruiselasticiteit

Inkomenselasticiteit

Yield-pricing
Concurrentie-

georiënteerd

Eindprijs-minmethode
Premium-pricing
Discount-pricing

© Economie Leer Kracht 2011
Me too pricing

Kostengeoriënteerde prijsbepaling
verkoopprijs op basis kostprijs:
1 Kostprijs-plusmethode of cost plus pricing: integrale kostprijs
of inkoopprijs van een product te verhogen met een vast
percentage voor de winst.
2 Variabele kosten calculatie of direct costing: alleen de
variabele kosten per product basis voor de prijsbepaling
© Economie Leer Kracht 2011
Kostprijs-plusmethode
Variabele kosten
€ 30,-
Constante kosten
- 10,-
Directe kosten
€ 40,-
Opslag indirecte kosten 5%
-
Integrale kostprijs
€ 42,-
Winstopslag 25% vd kostprijs
- 10,50
Verkoopprijs
€ 52,50
© Economie Leer Kracht 2011
2,-
Kostprijs-plusmethode - 2
Variabele kosten
€ 30,-
Constante kosten
- 10,-
Directe kosten
€ 40,-
Opslag indirecte kosten 5%
-
Integrale kostprijs
€ 42,-
Winstopslag 25% vd verkoopprijs
- ??,?? ( 25%)
Verkoopprijs
€ ??,?? (100%)
Winstmarge: 25/75 x 42 = € 14,Verkoopprijs: 100/75 x 42 = € 56,-
2,( 75%)
Kostprijs-plusmethode - 2
Variabele kosten
€ 30,-
Constante kosten
- 10,-
Directe kosten
€ 40,-
Opslag indirecte kosten 5%
-
Integrale kostprijs
€ 42,-
( 75%)
Winstopslag 25% vd verkoopprijs
€ 14,-
25%)
Verkoopprijs
€ 56,-
(100%)
2,-
Handelsmarge/opslag
Prijscomponent
Producent
kostprijs / inkoop
€ 40,-
Groothandel
Detaillist
winstopslag
verkoopprijs
Winstopslag:
Producent = 25% van de kostprijs
Groothandel = 20 % van de inkoopprijs
Detaillist = 40 % van de verkoopprijs
Handelsmarge/opslag
Prijscomponent
Producent
Groothandel
Detaillist
kostprijs / inkoop
€ 40,- (100%)
€ 50,- (100%)
€ 60,- ( 60%)
winstopslag
€ 10,- ( 25%)
€ 10,- ( 20%)
€ 40,- ( 40%)
verkoopprijs
€ 50,- (125%)
€ 60,- (120%)
€ 100,-(100%)
Winstopslag:
Producent = 25% van de kostprijs
Groothandel = 20 % van de inkoopprijs
Detaillist = 40 % van de verkoopprijs
Omzet, winst , kosten, omloopsnelheid
(© Noordhoff: Bron: Verhage, inleiding Marketing, Noordhoff 978-90-207-3308-2)
Omloopsnelheid voorraad
(omzetsnelheid)
Hoe vaak gemiddeld genomen de voorraad omgezet wordt in geld.
synomiem: omzetsnelheid voorraad
• Omzet(in een jaar) in verkoopprijzen/ gemiddeld voorraad in
verkoopprijzen (in een jaar)
• Omzet(in een jaar) tegen inkoopprijzen (IWO) / gemiddeld
voorraad tegen inkoopprijzen (in een jaar)
• Omzet(in een jaar) in stuks / gemiddeld voorraad in stuks (in een
jaar)
Voorbeeld: omzet tegen verkoopprijzen = €100.000
gemiddeld voorraad verkoopprijzen = €50.000
omloopsnelheid = 2
Misconceptie: (gemiddelde) opslagduur voorraad; Deze bedraagt
1/2 x 365 dagen is 183 dagen (half jaar)
© Economie Leer Kracht 2011
Break Even Analyse
Break even afzet: het aantal dat je minimaal moet verkopen om
geen verlies te maken.
Break even omzet: het geldbedrag dat je minimaal moet verkopen
om geen verlies te maken
Break even point (kritieke punt): Punt waarbij je geen winst/ verlies
maakt
Voorbeeld: VP = €80,- varkn pst. € 30; C = €10.000,BEA: Per product is de Dekkingsbijdrage 80 – 30 = €50
Constante kosten die ik moet terugverdienen: €10.000
-> BEA: 10.000/50 = 200 stuks
-> BEO: 200 x 80 = €16.000
© Economie Leer Kracht 2011
VP: 80
Var KN pst: 5.500/200= 30
Const kn: 10.000
(© Noordhoff: Bron: Verhage, inleiding Marketing, Noordhoff 978-90-207-3308-2)
Target-rate of return/
Rendementsmethode
gewenste rendement op de investeringen (ROI) bij de vaste kosten optellen
om deze ook terug te verdienen
Var KN pst: 5.500/200= €27,50
Const kn: €10.000
Roi= 25%
V: €20.000 (investering)
Verwachte afzet = 500 stuks.
P = v + C + (r * V) = 27,50 + (10.000 + (25%van 20.000)
Q
500
=
27,50+
15.000/500
Target – return break even punt:
10.000 + 5.000
(57,50-27,50)
© Economie Leer Kracht 2011
=€57,50
= 300 stuks
(© Noordhoff: Bron: Verhage, inleiding Marketing, Noordhoff 978-90-207-3308-2)
Afnemergeoriënteerde prijszetting
af laten hangen van waardeperceptie van afnemer en het bedrag
dat deze voor het product wil betalen.
gebaseerd op:
• wat product in ogen afnemer waard is (perceived-value-pricing)
• de marktprijs of gemiddelde prijsniveau concurrerende producten
(going-rate-pricing).
•
vraag consument in relatie tot bezetting (yieldmanagement)
© Economie Leer Kracht 2011
Yield pricing:
Prijselasticiteit
geeft de verandering in de vraag naar een product als gevolg van
een prijswijziging.
Gevolg gedeeld door oorzaak:
∆ % q / ∆% p
= gevoeligheid
Als de uitkomst X = < -1, is de prijs elastisch.
Als de uitkomst X = > -1 of 0, is de prijs in-elastisch.
Elasticiteit van: de vraag: (Eq p )
kruiselasticiteit ( E qa pb)
Inkomenselasticiteit: (Ey)
reclame (E q r )
© Economie Leer Kracht 2011
Kopers zijn minder prijsgevoelig bij:
 uniek product
 hoge kwaliteit, prestige of exclusiviteit
 moeilijk vervangbaar
 kwaliteit van substituutproducten moeilijk te vergelijken
 de prijs van product laag in verhouding tot het inkomen
© Economie Leer Kracht 2011
E
% verandering v/d gevraagde hoeveelheid
v=
% verandering v/d prijs
Ev = - 5
elastisch
Ev = - 1
neutraal
Ev = - 0,5
inelastisch
Een prijsverhoging van 2 %
heeft een daling v/d vraag van
10 % tot gevolg
Een prijsverhoging van 2 %
heeft een daling v/d vraag van
2 % tot gevolg
Een prijsverhoging van 2 %
heeft een daling v/d vraag van
1 % tot gevolg
Ev =
- 10
+2
Ev =
-2
+2
Ev =
-1
+2
(© Noordhoff: Bron: Verhage, inleiding Marketing, Noordhoff 978-90-207-3308-2)
Kruiselasticiteit
het effect dat een verandering in de prijs van een bepaald product
heeft op de gevraagde hoeveelheid van een ander product.
% verandering v/d vraag naar goed A
Ek =
% verandering v/d prijs van goed B
- Complementaire (aanvullende) goederen
Ek = < 0
- Substituut (vervangings) goederen
Ek = > 0
Inkomenselasticiteit
in hoeverre de vraag naar een product (procentueel) verandert als
gevolg van een (procentuele) wijziging in het inkomen van de koper.
Wet van Engel: naarmate het gezinsinkomen stijgt, het percentage
van het inkomen dat wordt besteed
• aan primaire behoeften (zoals voeding en levensonderhoud), daalt;
• aan wonen en huishoudelijke artikelen, ongeveer gelijk blijft;
• aan andere zaken (zoals kleding, vervoer, gezondheidszorg en
recreatie), stijgt.
© Economie Leer Kracht 2011
(© Noordhoff: Bron: Verhage, inleiding Marketing, Noordhoff 978-90-207-3308-2)
Inkomenselasticiteit
% verandering v/d vraag
Ey = % verandering v/h inkomen
- Primaire goederen
0 < Ey < 1
- luxe goederen
Ey = > 1
- Inferieure goederen
Ey = < 0
Prijstactieken
Prijsdiscriminatie
uiteenlopende prijzen voor hetzelfde product op verschillende
markten niet gebaseerd op verschillen in kostprijs
Voorbeeld: treinreis Nijmegen – Utrecht: 65+: of gewoon
Prijsdiscriminatie op:
– het tijdstip (hoogseizoen)
– het product (voordeelverpakking)
– de plaats (schouwburg)
– het type afnemer (studenten)
2 Psychologische prijszetting
prijsbepaling waarbij men rekening houdt met de prijsbeleving
door kopers, zoals bij het gebruik van onafgeronde eindprijzen
(€ 399)
© Economie Leer Kracht 2011
(© Noordhoff: Bron: Verhage, inleiding Marketing, Noordhoff 978-90-207-3308-2)
Concurrentiegeoriënteerde prijszetting
o.a.:
1 Imitatieprijszetting (me-too-pricing), dezelfde prijs als andere
aanbieder op de markt.
2 Premiumprijszetting (premium-pricing), hogere prijs dan
belangrijkste rivalen
3
Discountprijszetting (discount-pricing), lagere prijs dan
concurrenten.
Eindprijs-min methode: vanuit verkoopprijs terugrekenen of dit
rendabel is voor het bedrijf (meestal vanuit marktprijs)
© Economie Leer Kracht 2011
Eindprijs-minmethode
Prijscomponent
Producent
Groothandel
Detaillist
kostprijs / inkoop
€ ??,- (???%)
€ ??,- (???%)
€ ??,- (???%)
winstopslag
€ ??,- (???%)
€ ??,- (???%)
€ ??,- (???%)
Verkoopprijs
€ ??,- (???%)
€ ??,- (???%)
€ 357,-(???%)
Winstopslag:
Producent = 50% van de kostprijs
Groothandel = 20 % van de inkoopprijs
Detaillist = 40 % van de verkoopprijs excl. 19% btw
Eindprijs-minmethode - 2
Prijscomponent
Producent
Groothandel
Detaillist
kostprijs / inkoop € 100 (100%)
€ 150 (100%)
€ 180
( 60%)
winstopslag
€ 50 ( 50%)
€ 30 ( 20%)
€ 120
( 40%)
Verkoopprijs ex
€ 150 (150%)
€ 180 (120%)
€ 300
(100%)
btw
Winstopslag:
Producent = 50% van de kostprijs
Groothandel = 20 % van de inkoopprijs
Detaillist = 40 % van de verkoopprijs
Marktvormen
Product in ogen consument
Homogeen
Heterogeen
aanbieders
1
enkele
veel
© Economie Leer Kracht 2011
monopoly
oligopoly
volledige
mededinging
monopolistische concurrentie
Prijsstrategieën
actief
Afroomprijspolitiek
Penetratieprijspolitiek
Stay-out pricing
Put-out pricing
Yieldpricing
Prijsdifferentiatie
Prijsdiscriminatie
passief
Me-too pricing
Discount pricing
Going rate pricing
Premium pricing
Factoren die van belang zijn bij de
prijszetting
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Factoren die van belang zijn bij de
prijszetting
Vraaggeoriënteerde prijszetting
Waardeperceptie van de klant
• De consument wisselt iets van waarde tegen iets anders
wat voor hem / haar waarde heeft.
Prijszetting op basis van beleefde waarde (value-based
pricing):
De waarde in de ogen van de klant vormt het
uitgangspunt, niet de kosten van de aanbieder.
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Factoren die van belang zijn bij de
prijszetting
Vraaggeoriënteerde prijszetting
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Andere interne en externe factoren die
van invloed zijn op de prijszetting
Algehele marketingstrategie, -doelstellingen en –mix
•
•
•
•
•
Prijsdoelstellingen:
Overleven
Maximale winst op korte termijn
Het grootste marktaandeel
Kwalitatief het beste product
(Manolo Blahnik)
Inverse prijszetting
Verantwoordelijkheid binnen de organisatie
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Andere interne en externe factoren die
van invloed zijn op de prijszetting
De markt en de vraag
De analyse van de prijs/vraagrelatie
Prijselasticiteit van de vraag:
De procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid van een
bepaald product in relatie tot de procentuele verandering van de prijs van
het product
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Andere interne en externe factoren die
van invloed zijn op de prijszetting
De markt en de vraag
Invloed van de prijs op de winst
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Prijsstrategieën voor nieuwe
producten
Afroomprijsstrategie
– Prijszetting waarbij een nieuw product aanvankelijk hoog
geprijsd wordt; de prijs wordt later stapsgewijs verlaagd
zodat men de segmenten van boven naar beneden
afroomt. De afzet is daardoor lager, maar wel
winstgevender.
Penetratieprijsstrategie
– Prijszetting waarbij een nieuw product aanvankelijk laag
geprijsd wordt om een groot aantal kopers aan te trekken
en een groot marktaandeel op te bouwen.
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Prijsstrategieën voor het assortiment
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Prijsaanpassingsstrategieën
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Prijswijzigingen
Principes van marketing – Hoofdstuk 14
Prijs: wat kost het?
Toekenning van waarde (en moeite)
Alternatieve kosten/opportunity cost
© Economie Leer Kracht 2011
Overwegingen prijsbeslissing
Kostprijs. De kosten per eenheid product
Waardeperceptie. inschatting van het nut en kwaliteit in
verhouding tot de prijs.
Ondernemings- en marketingstrategie.
afgestemd op ondernemings- en marketingdoelstellingen.
Concurrentie. Afh van markt
Assortiment. verkoop van de andere gevoerde artikelen?
Tussenhandel. De marge.
Wetgeving en ethiek. de wet, maar ook door ethiek.
© Economie Leer Kracht 2011
(© Noordhoff: Bron: Verhage, inleiding Marketing, Noordhoff 978-90-207-3308-2)
Bron : productschap horeca
© Economie Leer Kracht 2011
Bron : productschap horeca
© Economie Leer Kracht 2011
Prijsbeslissingen
Ondernemingsdoelstellingen
Marketingdoelstellingen
Marketingbeleid
10. Prijsdoelstellingen
10. Prijsstrategie
11. Prijstactiek
Implementatie
© Economie Leer Kracht 2011
en terugkoppeling
Stap 1: prijsdoelstellingen ontwikkelen
Doelstellingen:
• verkoop of marktaandeel: telecom
• winst lange termijn: intro Glamour: 1e 5 jaar geen winst, daarna wel.
• concurrentie-effect: Mediamarkt, Easyjet
• klanttevredenheid: AH
• imagoversterking: Rolex
© Economie Leer Kracht 2011
Stap 2: schatting van de vraag
• Vraagcurven:
verschuivingen in de vraag
vraag schatten
• Prijselasticiteit van de vraag:
• Kruiselasticiteit
© Economie Leer Kracht 2011
Prijstheorie: uitgangspunten
Prijs
aangeboden hoeveelheid
gevraagde hoeveelheid
Prijsstijging: a)
b)
Prijsdaling: a)
b)
Hoe hoger de prijs, des te hoger het aanbod
Hoe hoger de prijs, des te lager de vraag
Hoe lager de prijs, des te lager het aanbod
Hoe lager de prijs, des te hoger de vraag
De lineaire vraagcurve (1)
Hoe reageren de afnemers op een prijsverandering ?
Prijs
P1
Omzet 1 = P1Q1
Omzet 2 = P2Q2
P2
© Economie Leer Kracht 2011
Q1
Q2
gevraagde hoeveelheid
De lineaire vraagcurve (2)
Prijs
Q = f (p)
De gevraagde hoeveelheid (Q)
is een functie (f) van de prijs (p)
P1
A
P2
Omzet 1 = P1Q1
Omzet 2 = P2Q2
B
Q1
Ingeval prijsdaling van P1 naar P2 :
A = Omzetverlies: Q1 (P1 – P2)
B = Omzettoename: P2 (Q2 – Q1)
Q2
gevraagde hoeveelheid
De lineaire vraagcurve (3)
Prijs
P1
P2
Q1
Q2
Ligging v/d vraagcurve (
)wordt bepaald door :
 Gemiddeld inkomen v/d afnemers
 De prijzen van andere producten
 Wensen en voorkeuren v/d consumenten
gevraagde hoeveelheid
Prijselasticiteit (1)
Prijs
Prijs
A
B
P1
P1
Ev < -1
0 < Ev < 1
P2
P2
Q1 Q2
A = Inelastische vraag
De vraag verandert nauwelijks
bij een prijsverandering
Q1
B = Elastische vraag
De vraag verandert sterk
bij een prijsverandering
Q2
Ev =
% verandering v/d gevraagde hoeveelheid
% verandering v/d prijs
Ev = - 5
elastisch
Een prijsverhoging van 2 % heeft een
daling v/d vraag van 10 % tot gevolg
Ev =
- 10 %
+2%
Ev = - 1
neutraal
Een prijsverhoging van 2 % heeft een
daling v/d vraag van 2 % tot gevolg
Ev =
-2%
+2%
Ev = - 0,5
inelastisch
Een prijsverhoging van 2 % heeft een
daling v/d vraag van 1 % tot gevolg
Ev =
-1%
+2%
Kruiselasticiteit
Ek = % verandering v/d vraag naar goed A
% verandering v/d prijs van goed B
- Complementaire goederen
Ek = < 0
- Substituutgoederen
Ek = > 0
© Economie Leer Kracht 2011
Inkomenselasticiteit
Ey =
% verandering v/d vraag
% verandering v/h inkomen
- Primaire goederen
0 < Ey < 1
- luxe goederen
Ey = > 1
- Inferieure goederen
Ey = < 0
© Economie Leer Kracht 2011
Factoren die de elasticiteit bepalen
Kopers zijn minder prijsgevoelig bij:
 uniek product
 hoge kwaliteit, prestige of exclusiviteit
 moeilijk vervangbaar
 kwaliteit van substituutproducten moeilijk te vergelijken
 de prijs van het product laag is in verhouding tot het inkomen
© Economie Leer Kracht 2011
Stap 3: de kosten bepalen
Soorten kosten:
variabele kosten
vaste kosten
• break-evenanalyse
© Economie Leer Kracht 2011
Stap 4: de prijsomgeving evalueren
• De economie
• De concurrentie
• Consumententrends
© Economie Leer Kracht 2011
Prijsbepaling van nieuwe producten
introductieprijs:
1
Afroomprijsstrategie. introduceert het product tegen kunstmatig
hoge prijs (teneinde de markt af te romen), om die vervolgens telkens
wat te verlagen
2
Penetratieprijsstrategie. introduceert het product voor een zeer lage
prijs, om hiermee snel een groot marktaandeel te verwerven.
© Economie Leer Kracht 2011
afroompolitiek (skimming pricing)
bij de introductie met een hoge prijs.
De kopers zijn dan vaak de mensen die het product als eerste wil
hebben, ongeacht de prijs. De prijs neemt langzamerhand af en
meer mensen kopen het product.
- prijs vaak inelastisch is
- product moeilijk na te maken
- product waar de consument vertrouwd mee moet worden gemaakt.
© Economie Leer Kracht 2011
(© Noordhoff: Bron: Verhage, inleiding Marketing, Noordhoff 978-90-207-3308-2)
Penetratiepolitiek (penetration pricing)
•
•
•
•
distributiebeleid op orde
vraagcurve veelal prijselastisch
Snelle en grote afzet
markt moet snel veroverd worden, (concurrenten)
© Economie Leer Kracht 2011
(© Noordhoff: Bron: Verhage, inleiding Marketing, Noordhoff 978-90-207-3308-2)
Marge- / kortingbeleid
Consumentenkorting
Inruilkorting
Actiekorting
Introductiekorting
Korting contant
Handelskorting
Omzetbonus
Kwantumkorting
Seizoensbonus
© Economie Leer Kracht 2011
Prijzen en e-commerce
Dynamische prijsstrategieën
• Veilingen
• Prijsvoordelen voor internetshoppers
© Economie Leer Kracht 2011
Juridische en ethische overweging bij
de bepaling van prijzen
Misleidende prijzen
• Wetten tegen oneerlijke verkoop
• Prijsafspraken
horizontale prijsafspraken
verticale prijsafspraken
© Economie Leer Kracht 2011
84
Download