Exodus

advertisement
Exodus
Een land van de levenden en een land van de doden
en de brug is liefde, de enige overlevingskans, de enige betekenis.”
Thornton Wilder (The bridge of San Luis Rey)
Inleiding
Exodus. Kort gezegd: het verhaal van de uittocht van het Hebreeuwse uitverkoren volk uit Egypte onder leiding van Mozes, die hiervoor de
opdracht van God had gekregen.
De geschiedenis: het Hebreeuwse volk dat al meer dan 400 jaar in Egypte leefde, leed onder het juk van Farao in Egypte. Het volk morde, het
wilde verlost worden uit de slavernij. Mozes, die na de moord op een Egyptische slavendrijver gevlucht was naar Midjan werd door God geroepen
om terug te keren naar Egypte om het Hebreeuwse volk weg te leiden uit het land der farao’s en hen te voeren naar het oostelijk gelegen Kanaän.
Mozes kreeg daarbij hulp van zijn broer Aäron en zijn zus Mirjam. Echter de farao was geenszins van plan medewerking te verlenen. Jahweh
raakte vertoornd en nadat de Egyptenaren gekweld werden door de 10 plagen, liet de farao de Hebreeërs alsnog vertrekken. Het werd een zware
tocht door een onvruchtbare woestijn, alvorens ze het Beloofde Land konden binnen gaan. Het verblijf in de woestijn leidde zelfs tot nieuw gemor
onder het volk. Vele Hebreeërs hadden inmiddels spijt gekregen van hun vertrek uit Egypte en gaandeweg verloren ze het vertrouwen in Mozes
en zijn God. Er werd geroepen om een nieuwe god en het gouden kalf werd gemaakt. Tot grote woede van Mozes. Ondanks de onvrede onder
het volk, bleef men in de woestijn. Mozes ontving van God de stenen tafelen en de ark werd gemaakt, waarin de stenen tafelen opgeborgen
werden. Na een verblijf van 40 jaar werd de tocht voortgezet en bereikten de Hebreeërs Kanaän. God stond Mozes echter niet toe het Beloofde
Land te betreden en voor hem hield de tocht op bij de berg Nebo, terwijl de rest onder leiding van een nieuwe leider Kanaän binnen trok. Die
leider was Jozua uit Nun.
Er is vaak erover gediscussieerd of het Exodusverhaal nu wel of niet plaats gevonden heeft. Echt concrete aanwijzingen ontbreken nog altijd, ook
in de Egyptische geschiedenis en archeologisch is er nog steeds weinig te vinden wat het definitieve bewijs zou kunnen leveren. Voor het feit dat
er bij de Egyptenaren niets meer te vinden zou zijn over deze periode, zou als het argument aangevoerd kunnen worden dat de Egyptenaren
moedwillig gezwegen hebben over deze gebeurtenis, omdat het niet iets is om echt trots op te zijn. Daarentegen zijn er ook egyptologen, die
beweren dat de oorsprong van het Exodusverhaal niet gezocht moet worden bij de Hebreeërs, maar dat het is terug te leiden naar periode, waarin
de Hyksos (Aziatische koningen, die heersten over het noorden van Egypte tijdens de Tweede Tussenperiode) verdwenen uit Egypte. 1 Of dit
verhaal nu echt of niet echt heeft plaats gevonden, feit is dat het een plaats heeft gekregen in de Bijbel en binnen de christelijke tradities wordt er
vanuit gegaan dat deze uittocht zich werkelijk heeft voorgedaan. Maar wanneer een gebeurtenis in de Bijbel vermeld staat is het dan een
vaststaand feit dat die gebeurtenis ook daadwerkelijk heeft plaats gehad? Of zijn er ook andere verklaringen mogelijk?
Er wordt vaak gezegd dat de Bijbel op velerlei wijzen is te interpreteren. Om te beginnen is het belangrijk om de teksten allereerst terug te
plaatsen in de tijd en de omgeving, waarin ze eigenlijk thuis horen. In het geval van de Exodus speelt Egypte een belangrijke rol. De Hebreeërs
leefden immers al meer dan 400 jaar in Egypte, allicht dat zij sterk beïnvloed werden door de Egyptische religie. Als we nu kijken naar de oude
Egyptische teksten, valt op dat deze teksten vaak voor meerdere interpretaties vatbaar zijn. De geschriften van de priesters van Egypte waren op
drie verschillende manieren leesbaar:

De eerste was duidelijk en eenvoudig- de spreektaal

de tweede was symbolisch en figuurlijk- de taal der symboliek

de derde was heilig en hiëroglyfisch- de verborgen taal.
In hun wijze van zien drukte één en hetzelfde woord de gewone, de figuurlijke, of de bovenzinnelijke betekenis uit. Zo groot was de kracht van hun
taal. Dit verschijnsel – pluriforme interpretaties van dezelfde tekst - is ook terug te vinden in de Joodse mystieke leer als de Kabbala, zij het dat
deze leer zelfs 4 niveaus kent: naast het gewone, het ‘praktische’ niveau bestaat er ook een allegorisch, een metafysisch en een mystiek,
kabbalistisch niveau: vier werelden als manifestaties van het bestaan. Zo wordt ook de Thora gelezen en geïnterpreteerd.
Terugkerend naar het Exodusverhaal zou deze gedachte van pluriforme interpretaties impliceren dat ook dit verhaal behalve een feitelijke
betekenis wellicht een meer esoterische betekenis zou hebben. Zijn daar dan ook aanwijzingen voor te vinden? Nader onderzoek wijst uit dat er
vele aanwijzingen verborgen blijken te zitten in dit Bijbelse verhaal. Bij nauwkeurige studie blijkt dat Exodus ook het verhaal vertelt van de ziel op
weg naar het hiernamaals op reis door de onderwereld. Het verhaal van de mens die door het sterven verandert van structuur, die transformeert
van vlees naar geest. De inleiding wordt gevormd door de passage over de Engel des Doods. (Ex. 12:23) Iedereen werd geacht zijn/haar deurstijl
in te smeren met bloed van het lam. Wanneer de Engel des Doods voorbij trok, liet hij deze huizen onaangeroerd. Hij was de wraakengel die
bloed wilde zien. Maar de dood is te verslaan en wel door de weg te zoeken naar het Licht. Het lijkt wonderbaarlijk dat deze gedachte speelde bij
de auteur van de Exodus, doch in de Hebreeuwse denkwereld was er wel degelijk een geloof in een hiernamaals. Er was geen scheiding van
lichaam en ziel. Een levend wezen is een levende ziel; een dood wezen is een dode ziel. Doch de dood is geen vernietiging. Zolang het gebeente
blijft bestaan, bestaat ook de ziel, zij het dan in een toestand van uiterste zwakheid, als schim in een onderaards verblijf. Er werden ook spijsoffers
gegeven, net als bij de Egyptenaren. Hun geloof in een eeuwig leven speelde een belangrijke rol in het leven van alledag.2In de Joodse
kabbalistische leer is Licht zelfs het belangrijkste element.
Hoe verhouden nu de diverse onderwerpen uit het Exodusverhaal zich tot die mystieke interpretatie? Welke rol spelen bepaalde gebeurtenissen
of sommige gebieden in deze uitleg? Een uitvoeriger analyse.
Mozes en Aäron
De belangrijkste figuren bij het Exodusverhaal zijn Mozes en Aäron. Twee broers. Mozes, de fysieke leider, Aäron de geestelijke leider, hij was
hogepriester te Heliopolis. Zij kregen van God de opdracht om het Hebreeuwse volk te verlossen van slavernij.
Het verhaal van Mozes is algemeen bekend. Mozes was een profeet en de stichter van de Israëlische godsdienst. Als baby groeide hij op aan het
Egyptische hof en pas wanneer hij 40 is, beseft hij dat hij tot het Hebreeuwse volk behoort. Hij keert terug naar zijn volk en is getuige van de
onderdrukking van de Hebreeërs. Na één van de slavendrijvers gedood te hebben, vlucht Mozes het Egyptische land uit. Maar na 40 jaar stuurt
God hem terug om zijn volk uit Egypte te halen en naar Kanaän te leiden. Tijdens die tocht ontving hij de twee stenen tafelen met daarop de tien
geboden van God. Mozes zou echter het Beloofde Land nooit betreden.
Aäron was hogepriester in Heliopolis ofwel de stad On in de Bijbel. Heliopolis- één van de belangrijkste religieuze centra in de oudheid. Het was
het centrum van de zonnecultus. In Heliopolis stond een tempel, die gewijd was aan de god Atoem. Deze God creëerde zichzelf en nam de zielen
van de overleden farao’s mee naar de sterrenhemel. Op zich dus eigenlijk niet zo verwonderlijk dat het geloof in deze godheid leidde tot het
ontstaan van het geloof in Jahweh. Aäron was een geliefd man. Hij kon moeilijke zaken uitleggen aan het volk, hij stond open voor
onderhandelingen en was een vredestichter. Het werd de levenstaak van Aäron om vrede en verzoening te bewerkstelligen, toen hij door God
werd aangesteld als hogepriester in Zijn dienst. Samen met Mozes en Mirjam, hun zuster, de profetes, die de vertegenwoordigster is v.d.
vrouwelijke inwijding, vormde deze groep het priesterschap.
De metafysische interpretatie
Mozes en Aäron. In het licht van de spirituele reis vertegenwoordigen Mozes en Aäron respectievelijk de mens en zijn ziel. Waar Mozes staat voor
de menselijke eigenschappen, ofwel het Ik, staat Aäron voor de ziel. Bij het overgaan leg je die menselijke vaardigheden, je functies af en reist de
ziel door. Het enige dat overblijft, is wijsheid.
Mozes
Mozes moest zijn volk naar het licht leiden en daarvoor had hij de hulp van zijn broer Aäron nodig, omdat Aäron de taal van de farao sprak. Als je
hierover nadenkt, is dit eigenlijk een merkwaardig gegeven. Mozes had immers zijn opvoeding gehad aan het Egyptische hof en vele jaren in
Egypte geleefd en gewerkt, zou het dan niet logisch zijn dat hij die taal machtig was? In Handelingen van de Apostelen zegt Stefanus zelfs dat
Mozes onderwezen was in alle kennis van de Egyptenaren. (Hand.7:22) Waarom moest Aäron dan naar voren komen als spreekbuis? W elke taal
sprak hij dan?
Aäron
Het Hebreeuwse Aharon betekent “Verlichte “. Een verlichte is in staat om de mens geestelijk te begeleiden, hij spreekt de taal van de spirituele
wereld, omdat hij er mee in contact staat. Een verlicht iemand is iemand die “ontwaakt” is, hij ziet de essentie achter de wereld der verschijnselenin alles wat bestaat. Aäron was een Zadok-priester, een ingewijde, een echte dienaar van God. Dat maakte hem tevens een middelaar tussen
God en het volk. Volgens Ex. 7:1,2 zei God: ”Uw broer Aäron zal Uw profeet zijn. Gij zult alles zeggen wat ik gebied en Uw broer Aäron zal bij
Farao het woord voeren…” In het oude Egypte waren de Farao’s naast staatshoofden tevens hogepriesters. Het is duidelijk dat hier een strijd
tussen hogepriesters gestreden werd en Mozes was geen hogepriester. Met andere woorden, omdat Mozes die taal niet sprak, moest Aäron het
woord voeren. Uit het nageslacht van Aäron zouden nog vele hogepriesters volgen. Die lijn van de Zadokpriesters zou uiteindelijk helemaal
doorlopen tot Johannes de Doper.
De slavernij
De ziel lijdt onder het juk van het mens-zijn. Ze zoekt verlossing, want het mens-zijn legt beperkingen op aan de ziel. De mens leeft in principe in
drie dimensionale wereld, terwijl de ziel meerdere dimensies tot haar beschikking heeft. Behalve dat de ziel drie stadia van ontwikkeling
doormaakt – van jonge ziel naar volwassen ziel tot oude wijze ziel, moet de ziel ook als mens in ieder leven de drie stadia van het mens-zijn
opnieuw doorlopen – kind, volwassen en oude. Het doel is om uiteindelijk weer terug te keren tot het ouderlijk huis, tot de goddelijke oerbron van
waaruit ze is voortgekomen. Om in staat te zijn om huiswaarts te keren, moet zij zien te komen bij de kennis, die diep in haar zit. Dit kan ze door
onder meer iedere keer terug te keren naar aarde om daar in de gedaante van een mens proberen die kennis te vergaren, zodat ze kan stijgen
naar grotere hoogten totdat ze het goddelijke kan bereiken. Dan zit haar reis er op. Maar dat valt niet mee. Als mens is die kennis moeilijk te
bereiken, het mens-zijn hindert de ontwikkeling van de ziel. Aardse en hemelse belangen strijden met elkaar en de ziel moet moeite doen om die
aardse belangen te overwinnen. De ziel maakt deel uit van het onomkeerbare proces van leven-dood-leven.
De uittocht
Volgens de Bijbel begon de uittocht voor de Hebreeërs met het volgen van een reusachtige vuurkolom, die tot op grote afstand te zien bleef. Op
die manier wees God hen de weg. Toen ze aankwamen bij de Schelfzee of Rietzee, creëerde God een doorgang voor het volk van Israël door de
wateren te splijten. De Egyptenaren wilden hen volgen, maar God sloot het water, nadat de laatste Hebreeërs de andere kant bereikt hadden en
de Egyptenaren verdronken. Voor de Hebreeërs was er ook geen weg meer terug, ze konden alleen voorwaarts gaan. Na de Schelfzee te zijn
doorwaad, bereikten de Hebreeërs de woestijn. Ze zouden daar 40 jaar rondzwerven. Volgens de Bijbel was er tijdens deze tocht geen ander
voedsel tot hun beschikking dan het goddelijke Manna, een mysterieuze witte poederachtige stof dat uit de hemel was gevallen. Toen Mozes zijn
volk verliet om met God te gaan spreken en de 10 geboden te ontvangen, maakten de achterblijvers het gouden kalf. Het volk ging verder dan
Aäron wilde door het gouden kalf te vereren als hun godheid.
De metafysische interpretatie
Vuurkolom
Dit is een duiding voor het felle licht dat schijnt aan het eind van de tunnel. De tunnel, die zich openbaart op het moment dat de ziel uittreedt. Dat
goddelijke licht is niet altijd zichtbaar voor een ziel, vooral wanneer deze verward is of nog niet klaar om de aarde te verlaten. Vandaar dat er een
beroep gedaan wordt op een gids of een engel, die de ziel vervolgens meevoert naar het licht.
De Schelfzee
Met het wegtrekken van het water, trekt in wezen de levenssappen uit het lichaam en blijft de ziel over. Daarom konden de Egyptenaren hen ook
niet volgen, want daar waar de zielen naar toe gingen, kon de gewone mens niet volgen. Deze verwijzing naar het bestaan van een andere wereld
keert later terug in de uitspraak van Jezus in Joh.13: 36-37: “Simon Petrus zei tegen Hem: ‘Waar gaat U dan heen, Heer?’ Jezus antwoordde:
‘Waar Ik heen ga, kun je Mij nu nog niet volgen. Later zul je Mij volgen.”
De woestijn
De woestijn staat symbool voor verlatenheid, eenzaamheid en het gevoel van isolatie. Wanneer de ziel het lichaam verlaat, voelt zij zich eenzaam,
ze is afgesneden van de gebruikelijke middelen tot communicatie met dierbaren als vrienden en familie. Ze leeft nog, voor haar gevoel zoals
voorheen, maar ze is tegelijk onzichtbaar. Daarmee is de woestijn in het Exodusverhaal tevens het symbool voor het sluimerrijk, het voorportaal
van de Hemel. Het gebied, waarin de ziel terecht komt, vóór ze toetreedt tot het Licht. Of zoals het Tibetaans-Boeddhisme leert, dit gebied is één
van de Bardo’s. Voor deze uitleg is nog een aanwijzing te vinden en dat is het getal 40.
Het getal 40
In de woestijn werden 40 jaren doorgebracht. 40 is een belangrijk getal, ook in de betekenis van het geestenrijk. De ziel heeft namelijk 40 dagen
nodig om zich daadwerkelijk los te maken van de aarde en afscheid te nemen van zijn familieleden vóór zij naar het Licht gaat. De reden waarom
deze 40 dagen ook een belangrijke rol speelden bij het begrafenisritueel van de Egyptenaren. Alvorens de balsemers over gingen tot het
mummificeren, werd een lichaam gevuld en begraven met natron. Een zout dat de eigenschap bezit om vocht aan te trekken en te absorberen. Zo
bleef het lichaam 40 dagen liggen. Daarna werd het lichaam gewikkeld in linnen stroken.
Manna
Dit was een bijzonder voedsel, het verschafte namelijk ook inzicht en goddelijke kennis. Zo zegt Jezus in Joh.6: 31-35:”Niet Mozes heeft U het
brood uit de hemel gegeven, doch mijn Vader geeft U het ware brood.” Opvallend is in deze betekenis ook de tekst in Deut.29:5-6: “5. Veertig jaar
liet ik U door de woestijn trekken: de klederen die U droeg, zijn niet versleten evenmin als de schoenen aan Uw voeten. 6. Brood hebt gij niet
gegeten, wijn of bedwelmende drank niet gedronken – opdat gij zoudt weten, dat Ik de Here, Uw God, ben.” Wanneer de mens overgaat, verlaat
de ziel het lichaam en ze heeft dan geen aards voedsel meer nodig en aardse kleding evenmin. Zij leeft immers in een andere dimensie en daar
voedt zij zich op andere manieren. Ze laaft zich onder meer aan Gods energie.
Het gouden kalf
Dit kalf is een herinnering aan de Apis- stier uit Egypte. Deze godheid stond symbool voor de dood, omdat hij na zijn dood een band aanging met
de God Osiris. De hemelstier was een mythisch wezen of godheid die met de hemelen en met het Hiernamaals werd geassocieerd. Hij wordt dan
ook de stier van het Westen genoemd. Volgens de oude Egyptenaren lag het dodenrijk in het westen, want daar ging immers de zon onder. De
doden werden dan ook wel westerlingen genoemd. De stier werd in Heliopolis vereerd als de ‘Levende zonnegod”. Hij was het dierlijke equivalent
voor de god Horus.
Het maken van het gouden kalf refereert aan de crisis, die de ziel doormaakt, wanneer zij op het diepste punt is aangekomen. Verwarring speelt
de ziel parten, versterkt door het gevoel dat ze er helemaal alleen voor staat in deze duistere wereld. Het is de ultieme test naar de ware intentie
van de ziel, gaat ze door of bezwijkt ze. Het Ik verzet zich tot het uiterste door de gestalte van een godheid aan te nemen.
Verhalen van soort gelijke strekking komen we ook tegen bij Johannes van het Kruis, hij noemde het zijn nachtelijke zeereis. Ook de Zwitserse
psychiater C.G. Jung heeft dit proces beschreven. Later zou dit het Transformatieproces (o.a. door Stanislav Grof en Robert Assagioli) genoemd
worden. Het is de reis, die de ziel aflegt om ontwaakt te worden. De ziel reist daarvoor door de wereld der sferen, vanaf de “hel”tot aan de
goddelijke sfeer, waarvan de ziel een glimp mag opvangen. In het geval van de Exodus vormt de woestijn het gebied voor de “nachtelijke zeereis”,
zoals te lezen valt in Ex.15:25:”…en daar stelde Hij hen op de proef.
De Ark des Verbonds
De ark was het toonbeeld van het verbond met God. Het was een gouden voorwerp, dat sterke straling bevatte. Alleen de hogepriesters mochten
deze ark benaderen. Op de ark stonden cherubs. Zij waren geen wezens, die op aarde leefden, maar engelen uit de wereld van “Jetsira” (de
wereld van de sferen) zoals de Kabbalisten plachten te zeggen. In de ark lagen de twee stenen tafelen, maar volgens de kabbalistische leer
ontving Mozes behalve de tien geboden tevens de geheime leer, die alleen toegankelijk was voor profeten en priesters.
Waar het bij de ark om gaat, is het vertrouwen in God. Om door het schemergebied of niemandsland te kunnen trekken, is slechts één ding van
belang en dat is het geloof in God of een Oppermacht. Om veilig door de sferen van de onderwereld te kunnen reizen, gelden twee voorwaarden:
1) Weten wie je bent; 2) en het geloof in een Hogere macht. In de Bijbel zelf is Jona daar een mooi voorbeeld van. Pas toen hij bad tot God, werd
hij door de walvis uitgespuugd.
De Tien Geboden
Het getal 10 staat voor God. Ze zijn de geboden, waaraan het handelen van de mens getoetst zullen worden. Deze toetsing is ook terug te vinden
bij de Egyptenaren. Het is het verhaal van Maät en het wegen van het hart. Het wegen van het hart was in de Egyptische mythologie de benaming
voor de ceremonie, die plaats vond in de Hal van de Twee Waarheden. Voordat de gestorvene toegang kreeg tot het dodenrijk, moest hij/zij
verschijnen voor Osiris en 42 andere rechters om zich te verantwoorden voor zijn/haar daden. Daarbij werd het hart op één van de twee
weegschalen gelegd, die in het midden van de Hal stond. In de andere schaal werd de veer van Maät gelegd onder toeziend oog van Anubis, de
God van de doden. Wanneer het hart ligt was, mocht de overledene door naar het Rijk van Osiris.
Het Beloofde Land
Na 40 jaar door de woestijn gezworven te hebben, mocht het volk van Israël doortrekken naar Kanaän, het door God Beloofde Land. De
Hebreeërs kruisten hiervoor in oostelijke richting de rivier de Jordaan. Eenmaal aangekomen bij de grens van Kanaän, werd Mozes door God de
toegang geweigerd en nam Jozua zijn plaats als aanvoerder over.
De metafysische interpretatie.
Rivier de Jordaan
Eén van de meest gekozen vertalingen voor de Jordaan is “afdalen”, ofwel rivier des doods. Daarom vond in Jezus’ tijd de doop hier plaats, de
mens moesten zijn zonden verliezen ofwel de “oude”mens moest sterven om opnieuw geboren te kunnen worden. Ook in de Griekse mythologie
is sprake van een rivier des doods. De zielen van overledenen werden door de veerman Charon de rivier de Styx overgezet in ruil voor een
symbolische offergave in de vorm van een munt.
Kanaän of Het Beloofde Land, het land van melk en honing. De Levant
Dat Kanaän een bijzonder gebied was is ook terug te vinden in Deut.11: 10-12. ” Daarin zegt Mozes:”10.Want het land, waarheen gij komt om het
in bezit te nemen, is niet het land Egypte, waaruit gij getrokken zijt, dat gij na het zaaien kunstmatig moest drenken als een moestuin. 11. Maar het
land, waarheen gij trekt om het in bezit te nemen, is een land van bergen en dalen, dat water drinkt van de regen des hemels; 12.een land,
waarvoor de Here, Uw God, zorgt; bestendig zijn de ogen van de Here, Uw God, daarop gericht, van het begin des jaars tot het einde.”
Dit gebied nabij de Jordaan geldt als het nieuwe hof van Eden, het Paradijs. In wezen is Kanaän dus een symbolische voorstelling van het
Hiernamaals. Voor de mystieke betekenis van Kanaän als het hiernamaals zijn meerdere aanwijzingen te vinden. Zo blijkt dat in het gebied ten
oosten van de rivier de Jordaan zeer veel grafmonumenten in de vorm van steenhopen zijn aangetroffen. Mogelijk liggen hier de overblijfselen
begraven van de Refaïeten. In Deut.3:11 worden de Refaïeten genoemd. Zij waren de reusachtige bewoners van van Basan, een landstreek ten
oosten van de Jordaan in het land Kanaän. De naam Refaïeten is verwant aan het woord dat in het Hebreeuws en verwante talen voor
dodengeesten en soms meer specifiek voor vereerde voorouders. Een aantal plaatsen in dit gebied verwijzen ook naar de doden en hun wereld.
Er zijn ook aanwijzingen dat ten tijde van het Bijbelse Israël juist in dit gebied allerlei praktijken met en voor de doden plaats vonden, waaronder
de ontmoeting van koning Saul en de waarzegster van Endor en de Hemelvaart van Elia. Kortom: voor de doden was een belangrijke rol
weggelegd in de samenleving.3
De Egyptenaren kenden ook een dodenrijk, al veranderde het beeld dat ze daarvan hadden in de loop der tijden. Zo geloofde men in het oude
Egypte dat een dode een verheerlijkte geest werd. Ten tijde van het Middenrijk geloofde men in een Eiland der Gelukzaligen, waar men werkte
zonder moe te worden en waar de oogst overvloedig was. Later in het Nieuwe Rijk ontstond het beeld dat de ziel naar het land van Osiris ging.
Ook de oude Grieken kenden een Hiernamaals met daarin de Tartaros, de onderwereld waar de schimmen of geesten leefden, die slecht geleefd
hadden en het Elysion- een lieflijker plek waar iedereen die een goed leven geleid had van vrijheid en vrede kon genieten. De Grieken kenden ook
een dergelijk gebied als tegenhanger van het Joods-christelijk Hof van Eden: het idyllische Arcadië. Een utopisch land vol met natuurschoon,
vogelgezang en een eeuwige zomer. Daar is de ziel verlost van leed en ziekten, zoals ook staat geschreven in Ex.15:26: “…want Ik, de Here, ben
Uw heelmeester.”
De Levant, een andere term voor een gedeelte van West-Azië dat onder meer Kanaän omvat, is afkomstig van het Latijn: Levare= rijzen. Het is
een aanduiding voor: “het land waar de zon opkomt”. Ofwel een andere metafoor voor de eeuwigheid.
Mozes de toegang geweigerd
Toen de Hebreeërs het land Kanaän bereikt hadden, bleef Mozes noodgedwongen achter op de berg Nebo aan de rand van de Jordaanvallei. Zijn
geloof in Jahweh was niet diep genoeg om de Hebreeërs aan te sporen te vertrouwen op Zijn goedheid en kennis om hen naar die verlaten plaats
te brengen. Ten tweede onthulde Mozes niet aan de Hebreeërs dat Jahweh verantwoordelijk was voor het voortbrengen van water uit de rots.
Daardoor leek het alsof Mozes over uitzonderlijke krachten beschikte. Door zijn trots en gebrek aan vertrouwen in zijn god, schoot hij aan het eind
van zijn tocht tekort. Het mens-zijn beperkte Mozes om het Beloofde Land te betreden en zijn taak werd overgenomen door Jozua. Wie was
Jozua?
Jozua, zoon van Nun
Over Jozua is ons nauwelijks iets overgeleverd. Bekend is alleen dat Jozua de zoon van de weduwe was en uit Nun kwam. In de Egyptische leer
is de Zoon van de Weduwe een bekende uitdrukking. Het is een verwijzing naar de god Horus, de zoon van de Godin Isis. Horus voert de zielen
door de Onderwereld om ze voor te leiden voor zijn vader, de God Osiris. Volgens de Egyptische legende werd Osiris in 14 stukken gehakt door
zijn broer Seth. Daardoor werd hij gedoemd tot een bestaan in de Onderwereld, waar hij was herboren in een eeuwig leven. Kortom, de zoon van
de weduwe was een ingewijde in de Isis-mysterieën en dat gold ook voor Jozua. Vanuit die hoedanigheid was Jozua de meest aangewezen
persoon om de zielen verder naar de hemelse sferen te brengen.
Slotwoord.
Tijdens onze pelgrimage op zoek naar de herinnering wie we werkelijk zijn, kunnen we geraken in een onbekend gebied, een niemandsland. Daar
worden we geconfronteerd met onszelf en met het besef dat er nog een andere waarheid is: die van de ziel. Daardoor breken bestaande waarden
af om vervangen te worden door nieuwe spirituele waarden, die eeuwigdurend zijn. Gedurende die ontdekkingsreis worden we ons bewust van de
aanwezigheid van een Hogere Macht, die voortleeft onder vele namen. Deze Macht is een god van vergeving, van herkansing. Een god van
barmhartigheid en Liefde. Hij wil graag dat de mensen het goede doen, zoals een aardse vader dit ook wil zien van zijn kinderen. Hij wil niets
liever dan dat Zijn kinderen weer thuiskomen, zoals eens de verloren zoon dat ook deed. Gewoon omdat ze er thuishoren…
Download