Egypte was goedgeorganiseerd rijk Egypte was een zeer goed georganiseerd rijk. Het had een farao en nog veel meer. Dat leer je hier. In het oude Egypte bestuurde een leger ambtenaren het rijk. De centrale administratie stond onder toezicht van de vizier hij regelde de praktische zaken en was opperste rechter. De Egyptische bureaucratie bestond uit: - schrijvers: meten velden en berekenen landbouw opbrengsten - schatbewaarder: slaat belastingen op - de hoogste ambtenaren Nu in het oude Egypte was er ook nog het woord “tempeleconomie” wat was dat nu? Allerlei goederen(in het goed zelf) worden in het tempeldomein opgestapeld en zo terug verhandeld. Vandaar het woord “tempeleconomie”. Het Egyptische rijk was opgedeeld in 40 gouwen met als opperbevelhebber een gouwvorst. De gouwvost was altijd heel trouw aan de farao. Waarom nu? De oppermachte faraoʼs profiteerden van hun zwakke faraoʼs en misbruikten hun macht tegenover de gouwvorsten. De goddelijke macht van de farao was een dubbel macht. Hij heerste zoals de god Horus over de levenden. En na zijn dood heerst hij met Osiris over het dodenrijk. Er was natuurlijk ook een gerechtssysteem in Egypte. Dat was redelijk veel beïnvloed door de religie. De goden Maat had oppertoezicht. Alle hoge gerechtsambtenaren waren priesters. De beklaagde had het recht om zich mondeling te verdedigen.