Projectmatig Creëren De onderstaande tekst heeft als bron het boek projectmatig creëren 2.0 De essentie van projectmatig creëren Om te kunnen weten hoe we projectmatig kunnen creëren, is het handig om eerst weten wat een project nou precies is: Een project is een tijdelijke werkorganisatie, gebaseerd op een flexibele inzet van mensen en middelen en met het doel om een concreet resultaat te bereiken binnen scherpe afspraken over tijd, geld en kwaliteit. Om met een project te kunnen werken zijn er 4 krachten nodig. Deze krachten heten samen de creatiekrachten. De 4 creatiekrachten zijn: Voedingskracht, Persoonlijke kracht, samenwerkingskracht en voedingskracht. Deze krachten kunnen gekoppeld worden aan de ik-, wij,- het,- en zij, -kant. In figuur 1 is te zien hoe deze krachten met elkaar zijn verbonden. figuur 1 Voedingskracht De voedingskracht is het belang dat de omgeving hecht aan een project/resultaat. In ruil hiervoor geeft de omgeving mensen, tijd, geld, energie en inspirerende ideeën. Persoonlijke kracht De persoonlijke kracht is de kracht die verwijst naar de individuele krachten van een persoon. Mensen denken na over een idee om zo tot het gewenste eindresultaat te komen. Samenwerkingskracht De samenwerkingskracht zorgt ervoor om samen iets te creëren. Door over elkaars ideeën na te denken verdiepen we ons dieper in een project. Door deze ideeën te bundelen kun je het beste uit een project halen. Vormkracht Vormkracht is alles wat we tot onze beschikking hebben om tot het eindresultaat te komen hierbij moet u denken aan vakkennis, methodieken en de beschikbare instrumenten Commitment en Creëren Een project is vaak niet op tijd af. Dit komt meestal niet omdat de personeelsleden niet willen, maar omdat ze geen keuzen durven te maken. Als een projectleider een keuze maakt dan kan creëert dit creatieve of keuzespanning. Keuzespanning bestaat uit drie componenten: Je moet weten wat je wilt. Je moet de huidige realiteit onder ogen durven te zien. Je moet bewust kiezen tussen realiteit en toekomst. Hoe groter het verschil is wat men wil en de huidige realiteit hoe hoger de keuzespanning is. Hoe meer keuzespanning een team aankan, des te meer ze kunnen realiseren. Om tot de goede keuze te komen zijn de volgende stappen van groot belang Luisteren en horen In een project werk je vaak met een opdrachtgever en een projectleider. Als je als projectleider goed naar de opdrachtgever en naar je eigen gevoel (je hart) je emotie (je buik) en je verstand (je hoofd) luistert. Door actief naar je gesprekspartner en jezelf te luisteren kan je van projectmatig werken naar projectmatig creëren gaan. In deze fase moet er gedacht worden wat moet er gebeuren en nog niet of die gedachten wel gerealiseerd kunnen worden. Richten en vinden In dit stadium wordt het resultaat van de vorige stap op papier gezet in de vorm van een resultaat. Een opdrachtgever of projectleider ziet vaak pas echt wat hij wil als hij het eindresultaat visualiseert. Door deze visualisatie uit te wisselen en te onderzoeken kan er een beter eindresultaat op tafel worden neergelegd. Kijken en zien Om een project te kunnen starten moet er in de huidige situatie gekeken worden, hierdoor wordt geprobeerd de juiste keuzespanning te creëren. Deze stap is een van de moeilijkste en belangrijkste stap van een creërend proces. Toetsen en voelen Voordat er een keuze gemaakt wordt, moet er eerst getoetst worden op: Creativiteit Bij creativiteit moet er gekeken worden of de personeelsleden creërend willen zijn of reactief. Als de personeelsleden reactief zijn worden er mindere creatief gedacht en dwalen de onderwerpen vaak af. Daarom moet er gekeken worden hoe het project creatief kan worden ingericht. Bijdrage In de 2e toets wordt afgevraagd wat het project/resultaat bijdraagt aan het grotere geheel waar het projectteam deel vanuit maakt. Als een aantoonbare bijdrage ontbreekt bij een project zou het zo kunnen zijn dat er vanuit de omgeving tegenkracht kan ontstaan. Als het project ten kosten gaat van het groter geheel dan zou het project heroverwogen moeten worden. Inbedding Een fundamentele keuze zorgt ervoor dat een het leven van een persoon beïnvloed kan worden, zoals bijvoorbeeld de keuze ik ga gezond leven. Een primaire keuze heeft binnen een organisatie altijd de betrekking op iets concreets. De meeste projecten komen voort uit een primaire keuze. Keuzen zijn effectiever als ze beter worden ingebed in een keuze op een hoger niveau. Onvoorwaardelijkheid In deze toets wordt er gekeken of er voorwaarden zijn verbonden aan een eventuele keuze. Voorwaardelijke keuzen gaat het om een inspanningsverplichting niet om een resultaatverplichting. Voordat er aan een creatie begonnen wordt moeten er echter wel voorwaarden op tafel worden gelegd, dit omdat het team afhankelijk is van andere mensen. De voorwaarden die worden gesteld in een project zijn niet meer dan voorstellen van keuzen. Actieverantwoordelijkheid Wie met zijn keuze inbreuk maakt op de verantwoordelijkheid van een ander, begeeft zich buiten zijn eigen domein van actieverantwoordelijkheid. Gevolgen van het resultaat. In deze toets wordt er gekeken naar de consequenties die het project zou kunnen hebben in de toekomst. Hierbij kan de vraagt gesteld worden als ik dit project nu uitvoer zou ik het dan aannemen. Kiezen en weten Door een keuze te maken, maak je jezelf verantwoordelijk voor het product/project waar je voor kiest. Om niet alle verantwoordelijkheid op je te nemen worden in veel bedrijven contracten getekend waar ook de werknemer bij betrokken is. Volgen en zijn Als de keuze dan is gemaakt, moet het vervolg van het proces gevolgd worden. De creatieve spanning die hierbij hoort zorgt ervoor dat de projectleider en opdrachtgever alert blijven. Als blijkt dat een keuze te hoog gegrepen is, kan deze altijd nog worden aangepast. Iemand zit nu eenmaal niet vast aan een bepaalde keuze. Door het maken van de goede en effectieve keuzen kunnen de volgende punten worden gewonnen: Plezier Energie Resultaat Eigenwaarde Creativiteit Uithoudingsvermogen Doorzettingsvermogen Realiteitszin Commitment Vitaliteit Rust Ruimte Verantwoordelijkheid Succes en voorkomt: Berusting Moedeloosheid Machteloosheid Zinloosheid Stress Timemanagementproblemen Reactiviteit Krampachtigheid Frustratie Verspilling Geduw Getrek Geklaag Strijd Het Projectcontract Het projectcontract is het beslisdocument van een project. De afspraken die hierin gemaakt worden zijn van zakelijke en psychologische aard. Een projectcontract moet duidelijk zijn, zodat ook mensen die niet direct betrokken zijn bij het project het begrijpen. Een projectcontract die namelijk als uithangbord om het project aan iedereen uit te kunnen leggen. Als een project mislukt komt dat meestal omdat er te slordig is gekeken naar initiatief en definitiefase. De psychologische kant van een projectcontract is net zo belangrijk als de zakelijke kant. Als er een projectcontract is waar niemand in gelooft gaat het nooit lukken om het project tot een goed resultaat te maken. De driehoek die bestaat uit opdrachtgever, projectleider en projectteam moeten goed communiceren om tot een goed en werkend projectcontract te komen. Om een goed contract samen te stellen zijn er 2 factoren nodig: tijd en belangstelling. De eisen van een projectcontract Het maakt de verwachtingen van alle betrokkenen over de inhoud en het verloop van het project gemeenschappelijk. Het geeft zicht op het hele proces Het geeft een nauwkeurig beeld van de consequenties van het project, denk hierbij aan geld, tijd enz. Het moet gebruikt kunnen worden als communicatiemiddel. Het is zo samengesteld zijn dat iedere betrokkene het er mee eens is Het schept zekerheid en vertrouwen. In het begin van het project wordt er van gedachte gewisseld over het potentiële project. Hierin worden afspraken op papier gezet, dit document heet projectbrief. De verschillen tussen de projectbrief en het projectcontract staan hieronder vermeld in tabel 1. Afsluiting van Opgesteld door Startschot voor Projectbrief Initiatieffase opdrachtgever Opstellen van projectcontract Beschrijft Achtergronden, het projectdoel, het globale resultaat, randvoorwaarden Totstandkoming Eenzijdig opgesteld door de opdrachtgever Projectcontract Definitiefase Projectleider ( + Team) Uitvoering van het project Volledige projectdefinitie (incl. Het precieze resultaat), activiteitenplan en beheersplan Product onderhandeling tussen projectleider (+ team) en opdrachtgever Tabel 1 Als het opdracht akkoord gaat met het projectcontract wordt er begonnen met het realiseren van het project. De inhoud van een project wordt bepaald door: De omvang en complexiteit van een project De aard van een project De dominante beheersfactor in het project De organisatie waarin het project wordt uitgevoerd Projecten kunnen van verschillende aard zijn maar toch zijn de volgende punten in elk projectcontract terug te vinden: De projectdefinitie Het activiteitenplan Het beheersplan De indeling van het contract Een projectcontract bestaat uit elf onderdelen waarvoor een standaard sjabloon gemaakt zou kunnen worden. De onderdelen die in het verslag zouden moeten komen te staan zijn: 1. Identiteit (voorkant) 2. Inleiding 3. Projectdefinitie 4. De fasering en het activiteitenplan 5. Tijdbeheersing 6. Geldbeheersing 7. Kwaliteitsbeheersing 8. De projectorganisatie 9. Communicatie 10. Risicoanalyse 11. Slot Bijlagen die toegevoegd kunnen worden: De projectbrief Een gedetailleerde projectplanning Een gedetailleerde begroting Het uitgewerkte communicatieplan De informatiematrix De standaardformulieren die bij het project gebruikt gaan worden De Projectdefinitie Het formuleren van de projectdefinitie is de eerste stap bij het maken van een projectcontract. Als er geen duidelijke projectdefinitie is kan er verwarring ontstaan en wordt er alleen maar kostbare tijd verspild. Van de volgende elementen moet een heldere omschrijving worden gemaakt om tot een goede projectdefinitie te komen: 1. De uitdaging/probleemstelling van het project 2. De aanleiding van het project 3. De doelstelling van het project 4. Het beoogde projectresultaat 5. De afbakening van het projectresultaat 6. De effecten van het project 7. De gebruikers van het projectresultaat 8. De randvoorwaarden waarbinnen het project zich afspeelt 9. De relatie met andere projecten In de projectdefinitie kan er beter gesproken worden over een uitdaging dan over een probleem. Dit lijdt in de meeste gevallen tot een beter eindresultaat omdat de werknemers en dan anders naar toe kijken. Om de bovenstaande punten helder te krijgen kunnen de volgende vragen worden gesteld: De uitdaging Wat is het probleem en in welke uitdaging is het te vertalen? Waarom is het een uitdaging? Wie heeft het meest last van de bestaande situatie? Wanneer heeft iemand er last van? Sinds wanneer is deze uitdaging aan de orde? Hoe is het probleem destijds ontstaan? Is er toen iets veranderd? Welke oorzaken zijn al bedacht? Welke oplossing zijn al gevonden? Wat gebeurt er als er niets aan de uitdaging wordt gedaan? De aanleiding waar, wanneer en bij wie is het idee van dit project ontstaan? Staat de gebeurtenis op zichzelf of is er sprake van een meer voorkomend patroon? De doelstelling wat wil de organisatie bereiken met dit project? Waar moet het project een bijdrage aan leveren? Waarom is het projectresultaat van belang? Hoe verhoudt het project zich tot de missie, visie en strategie van de organisatie als geheel? Wie personifieert de doelstelling binnen de organisatie? Het projectresultaat Wat is tastbaar of zichtbaar als het project klaar is? Wat zie ik dan voor me? Is het resultaat wel het juiste middel om de doelstelling te realiseren? Komt de doelstelling dichterbij wanneer het resultaat er is? Lost het resultaat de uitdaging (grotendeels) op? De afbakening Wat is niet het resultaat van een project? Wanneer stopt het project, en wat gebeurt pas daarna? (in het geval van een afbakening fase) Waar stopt het project? (in geval van afbakening naar inhoud) Wat valt buiten het project en krijgt de opdrachtgever niet? Zijn de grenzen van wat wel en niet tot het project behoort voor andere ook duidelijk? Wat moet/behoort door anderen dan het projectteam worden opgeleverd of verzorgd? Projectbrief en collectieve intake Een collectieve intake is een gesprek het liefst voor de projectstart-up (PSU), tussen de opdrachtgever, projectleider en het projectteam. In dit gesprek probeert het projectteam duidelijkheid te krijgen over de aspecten van het project. Een collectieve intake is belangrijk omdat: Er meer aspecten naar voren komen, dan wanneer de projectleider en opdrachtgever onder 4 ogen met elkaar praten. De teamleden voelen zich meer betrokken bij het project waardoor ze er met meer energie in stappen. De opdrachtgever krijgt een beter gevoel voor de gedachten die in het team leven. De wederzijdse kennismaking geeft meer vertrouwen. De inhoud van een collectieve intake kan er als volgt uitzien: 1. De opdracht licht zijn ideeën toe aan de hand van de projectbrief 2. Na deze toelichten wordt het volgende besproken a. Wensen met betrekking tot het project b. Zorgen over het project of de gang van zaken daar omheen c. Kritiek over de organisatie d. Ideeën om het project aan te pakken e. Oorzaken voor het probleem achter het project f. Herformuleringen van de projectopdracht g. Oplossingen voor het project h. Bezwaren tegen het project i. Effecten van het project j. Richtingen waarin een projectresultaat kan worden gezocht k. Ogenschijnlijk irrelevante gedachten Deze fase van het gesprek is vooral bedoelt om te brainstormen. De opdrachtgever moet niet meteen op alles commentaar of een antwoord geven, maar belangrijk is wel dat hij actief meedoet met het gesprek. Ondersteunde instrumenten die gebruikt kunnen worden bij de intake: SWOT-analyse PAP-analyse Creatieve resultaatdefinitie Innovation frame Toets op effectiviteit SWOT-analyse Bij een SWOT-analyse wordt er gekeken naar de sterke, zwakke en kansen,risicoanalyse van een project. PAP-analyse Een PAP-analyse wordt gebruikt als er het vermoeden is dat het projectteam het juiste probleem niet te pakken heeft. Creatieve resultaatdefinitie Wordt gebruikt als de verwachtingen van de opdrachtgever te breed zijn, of als het probleem te complex is. Innovation frame Met de innovation frame kunnen de opdrachtgever en de opdrachtnemer de juiste reikwijdte van een project bepalen. Toets op effectiviteit Deze toets wordt toegepast als het projectresultaat duidelijk en afgebakend is, maar toch geen energie opgewekt bij het projectteam. De projectstructuur In een project zijn er verschillende manieren om tot het gewenste projectresultaat te komen. De weg die wordt bewandeld om tot het goede resultaat te komen heet de projectstructuur. Bij de projectstructuur moet er uitgekeken worden voor 2 valkuilen: 1. De neiging tot overstructureren 2. Het projectteam moet uitkijken dat ze niet te veel opgaan in de gewenste output dat het project daardoor schade oploopt Er zijn een aantal instrumenten die het projectteam kan gebruiken om de noodzakelijke structuur in een project aan te brengen. Het in kaart brengen van alle activiteiten die in het kader van het project moet worden uitgevoerd. Het is verstandig om een fasering aan te brengen in het projectverloop De planning waarin alle activiteiten, de doorlooptijd en afhankelijkheden worden bepaald en in een gedetailleerde tijdsvolgorde worden geplaatst. Als de projectdefinitie en het projectresultaat zijn vastgesteld moet er bepaald worden welke activiteiten er moeten worden uitgevoerd om dat resultaat te bereiken. Dit kan worden gedaan door middel van de Work Breakdown Structure (WBS). Een WBS verdeeld een project in deelprojecten. Dat kan op de volgende manieren gedaan worden: Geografisch: o Binnenland/buitenland o regio noord/zuid o stedelijk/dorpen o woonwijk/industriegebied Procesgericht: o Vooronderzoek o Productontwikkeling o Fabricage prototype o Productietest o Serieproductie o overdracht Vakinhoudelijk: o Marketing o Research o Productie o Verkoop o inkoop Objectgericht: o Fundering o Binnen-/buitenmuren o Vloeren o Dak o Leidingwerk o Hang- en sluitwerk Functioneel: o Gegevensinvoer o o o o Dataverwerking Afdrukken User-inter-facing Netwerkverbindingen Een projectteam doorloopt de volgende stappen om tot een WBS te komen 1. Afleiden en inventariseren van deelresultaten en activiteiten 2. Clusteren van deelresultaten en activiteiten tot deelprojecten 3. Kiezen en uitwerken van deelprojecten 4. Verder uitwerken van de deelprojecten 5. In bezit nemen van het project Het is gebruikelijk om projecten onder te verdelen in fasen. Deze worden vaak mijlpalen genoemd. Als de tekeningen af zijn is dat een mijlpaal want dan kan er begonnen worden met de productie. Projectbeheersing Projectbeheersing betekent verantwoord om kunnen gaan met de zes beheersfactoren, welke zijn: 1. Tijd 2. Geld 3. Kwaliteit 4. Informatie 5. Organisatie 6. Communicatie Om de beschikbare middelen optimaal te benutten, moet een projectteam inzicht hebben in de onderlinge afhankelijkheden van de beheersfactoren zoals beschreven in de bermuda driehoek (zie afbeelding hieronder) Tijd Scope d Geld Kwaliteit Projectplanning De basis voor de planning van het project of het deelproject wordt gevormd door een reeks activiteiten die in kaart zijn gebracht met behulp van creatief structureren. De volgende stappen moeten worden uitgevoerd om tot een goede planning te komen Bepaal de afhankelijkheden tussen activiteiten Verdeel activiteiten door/onder teamleden en/of derden Ken mijlpalen toe Schat de bewerkings- en doorlooptijden van de afzonderlijke activiteiten Bereken de geschatte totale doorlooptijd van het gehele project Stem de begin- en einddatum van de uit te voeren taken af en agenda’s van de betrokken teamleden Vergelijk de planning met bestaande randvoorwaarden Om de planningscyclus compleet te maken moet het project worden geëvalueerd. Hierdoor kan er gekeken worden naar de punten die fout gingen zodat ze de volgende keer op een betere manier kunnen worden uitgevoerd. De projectleider Projectmatig creëren is een collectief scheppingsproces en niet een managementtechniek. Het is belangrijk dat alle betrokken mensen uit een project zich kunnen ontplooien en dat ze zich uitgedaagd voelen om al hun kwaliteiten volop in te zetten. Dat geldt in hoge mate voor de projectleider, hij is in zekere zin de spil in het spel. Hij wordt aangesproken op het realiseren van het projectresultaat. De projectleider staat centraal in een project, hij is immers degene die door verschillende belanghebbenden rondom het project wordt aangesproken. Hij is verantwoordelijk voor datgene wat uiteindelijk wordt opgeleverd. Zie afbeelding hieronder. Om projectleider te zijn moet je wel bepaalde capaciteiten hebben. Sommige mensen hebben dit van nature al, maar met het leren van bepaalde technieken kan dit ook geleerd worden. Om een idee te krijgen van het eigen kunnen, bestaan er veel verschillende testen. Zo kan er worden gekeken naar je kernkwaliteit, dit gaat altijd gepaard met een valkuil, allergie en een uitdaging. Zie voorbeeld hieronder. Het projectteam Het woord team is in het algemeen een aanduiding voor een groep mensen die samen een resultaat willen bereiken. Dit begrip geeft ook aan, dat de leden van deze groep niet alleen samenwerken maar ook afhankelijk zijn van elkaars prestaties. Een hecht team lijkt altijd per definitie succesvol. Wat best wel belangrijk is maar in de praktijk weinig voorkomt is dat de teamleden zelf voor het team hebben gekozen. Ieder mens heeft een combinatie van teambijdragen of kwaliteiten in zich. Sommige kwaliteiten overheersen, andere zijn slechts zwak aanwezig of blijven onderbelicht. De zes verschillende teambijdragen staan in de afbeelding hieronder. Gedurende het projectverloop verandert de wijze van samenwerken in een team. Gaandeweg nemen het vertrouwen in elkaar en de wederzijdse betrokkenheid toe. Voordat die band en dat vertrouwen er zijn, doorloopt een beginnende groep een aantal fasen van een tamelijk voorspelbaar proces, weergegeven in de afbeelding hieronder. Persoonlijk leiderschap Vanuit een sterk bewustzijn van de eigen persoon en het eigen handelen is het mogelijk om je persoonlijkheid verder te ontwikkeling en zo ook je gedrag. Een van de kernvragen voor persoonlijk leiderschap is “wie ben ik en waar ligt mijn kracht?” Door een persoonlijk statuut op te stellen kom je meer over jezelf te weten. Drie elementen die hierbij centraal staan zijn: 1. Wat wil ik zijn (karakter)? 2. Wat wil ik doen (bijdragen en prestaties)? 3. Welke waarden en principes liggen ten grondslag aan dit zijn en doen)? Een Persoonlijke visie ontwikkel je niet zomaar. Het is een intense zoektocht die soms jarenlang kan duren en die sterk wordt gestuurd door persoonlijke ervaring en crisis, de emoties en intuïtie en creativiteit die daarmee gepaard kunnen gaan. In de eerste periode van je persoonlijkheidsontwikkeling heb je opvattingen overgenomen waarvan je je kunt afvragen of ze werkelijk uit je kernidentiteit afkomstig zijn, of dat je ze hebt overgenomen van je omgeving. Door het geven en krijgen van feedback ga je over jezelf nadenken waardoor je jezelf weer verder doorontwikkeld en de ‘verkeerde’ dingen de volgende keer beter doet. De waarde van het geven van feedback in de relatie met een ander wordt duidelijk met het Johari-venster zie tabel hieronder. Bekend aan jezelf Onbekend aan jezelf Bekend van anderen Vrije ruimte Blinde vlek Onbekend van anderen Verborgen gebied Onbekende zelf Vrije ruimte Dit deel van je persoonlijkheid is zowel voor jezelf als voor de ander bekend De blinde vlek Van dit gedeelte van je persoonlijkheid ben je jezelf niet bewust. Anderen nemen dit wel waar Het verborgen gebied Dit gedeelte van je persoonlijkheid is voor jezelf wel bekend maar voor anderen niet Onbekende zelf Dit gebied van je persoonlijkheid is voor niemand bekend Het enneagram is een dynamische cirkel die negen persoonlijkheidstypen en hun onderlinge interacties beschrijft (zie afbeelding volgende pagina). 1. De perfectionist streeft hoge idealen na 2. De helper is verzorgend en gevoelig voor de behoeften van anderen 3. De presteerder is energiek 4. De individualist is gevoelig, warm en scherpzinnig 5. De observeerder heeft behoefte aan kennis en is leergierig 6. De loyalist is een team speler, heeft verantwoordelijkheidsgevoel en is betrouwbaar 7. De optimist is een levensgenieter, is optimistisch, levendig en energiek 8. De leider is direct, onafhankelijk, zelfverzekerd en beschermend 9. De bemiddelaar is ontvankelijk, goedaardig en ondersteunend. Weerstand, conflicten en tegenslagen Iemand kan goed omgaan met weerstand, conflicten en tegenslagen als hij aan de volgende kenmerken voldoet: Herkent weerstand, conflicten en tegenslagen wanneer ze zich voordoen Beschouwt weerstand, conflicten en tegenslagen als een natuurlijk gegeven en beseft dat ze een signaal zijn van een belangrijke verandering Ondersteunt een gesprekspartner in het direct onder worden brengen van zijn problemen Ziet de uitingsvormen van weerstand, conflicten en tegenslagen niet als een aanval op zijn persoon of uiting terwijl aan de integriteit of deskundigheid Zorgt voor veiligheid en vertrouwen Respecteert de behoefte aan invloed en geloofwaardigheid Kent het verschil tussen medeleven en medelijden Schakelt tijdens een gesprek tussen de vier communicatieniveaus: inhoud, procedure, interactie en gevoel Is zich bewust van zijn eigen kernkwaliteiten, valkuilen en allergieën Weerstand is menselijk en heeft vele gezichten. Oorzaken van weerstand kunnen zijn: Angst voor verlies van controle Kwetsbaarheid en angst om beschadigt te worden Onzekerheid en machteloosheid Behoefte aan bevestiging Verschillen in waardesystemen Uitingsvormen van weerstand waarop de projectleider moet letten zodat het proces niet vast loopt: Ik wil meer details Wat u ook nog moet weten, is ... Op dit moment hebben we helaas geen tijd voor ... Om met weerstand om te gaan kan de projectleider preventief acties houden zodat er zoveel mogelijk weerstand wordt voorkomen. Als dit niet helpt is het tijd voor curatieve acties waarbij 3 stappen kunnen worden onderscheiden: 1. Identificeren van weerstand 2. Benoemen van weerstand 3. Een gesprek voeren over weerstand Conflicten die ontstaan binnen een project waardoor 2 of meerdere mensen niet meer met elkaar kunnen werken, kunnen de volgende oorzaken hebben: Belangstellingen rond het resultaat Persoonlijke belangstelling van projectmedewerkers Verschillende kwaliteitseisen Belangenverschillen tussen lijnmanagement en de projectorganisatie Werken onder tijdsdruk Claims op beperkte middelen en capaciteit In een conflict kunnen 3 escalatiefasen worden onderscheiden: 1. Rationele fase 2. Emotionele fase 3. Strijdfase Tegenslagen die gebeuren moeten worden verwerkt. Ieder persoon doet dit op zijn eigen manier. De fasen die de mensen doorlopen is echter wel te vergelijkbaar. Deze 6 fasen zijn: 1. Schok en ontkenning 2. Woede en schuld 3. Onderhandelen 4. Depressie 5. Testen van mogelijkheden 6. Integratie en doorgang In het omgaan met weerstand, conflicten en tegenslagen gaat het om 3 kernvragen die ooit in een indrukwekkend gebed zijn verwoord: Geef ons de gemoedsrust om die dingen te aanvaarden die we niet kunnen veranderen. Leer ons de moed op te brengen, die dingen aan te pakken die we wel kunnen veranderen. Leer ons de wijsheid te vinden om het verschil tussen deze 2 te kennen