Rekensprong 2: doelen

advertisement
REKENSPRONG Plus 2: DOELEN
Dit document is exclusief voorbehouden aan gebruikers van Rekensprong Plus en maakt ontegensprekelijk
deel uit van de handleiding van Rekensprong Plus 2.
K1
bewerkingen
doelenverwijzing
splitsen, optellen en aftrekken
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
rekenhandelingen uitvoeren en
verwoorden, met concrete materialen,
met schematische voorstellingen en ‘uit
het hoofd’
De juiste symbolen bij de
rekenhandelingen benoemen, hanteren
en noteren
Rekentaal in verband met optellingen
en aftrekkingen kennen en vlot
hanteren
Rekenopdrachten paraat uitvoeren en
invullen
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B10b
1.6
1.9
B3d
1.3
1.9
B1
B3
1.13
G13a
B9b
B10a, b
B12
B13a
B13
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
N I A
K2
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafels aanbrengen
lesdoelen
5
6
7
eindterm
In reële, betekenisvolle situaties
gedurige sommen uitvoeren, met losse
blokjes, op het 100-veld en ‘uit het
hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot
de maaltafel
De vermenigvuldigingen verwoorden
met de begrippen ‘keer, maal,
vermenigvuldigen, product’
N
VVKBaO N
1.9
1.13
B1
B17
1.10
B8c
1.9
B1
B3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
A
K3
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafels inoefenen
lesdoelen
1
2
3
In reële, betekenisvolle situaties de
maaltafel uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op een 100-veld en ‘uit
het hoofd’
Bij de maaltafel het resultaat
onmiddellijk correct invullen
Tellen met sprongen van ...
I
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B17
1.10
1.13
1.10
1.13
B17
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G39
N I A
K4
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafels aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
In reële, betekenisvolle situaties
delingen uitvoeren met losse blokjes,
op het 100-veld en ‘uit het hoofd’
Inzien dat er bij een deling nagegaan
wordt hoeveel keer een getal in een
hoeveelheid gaat
Delingen verwoorden met de begrippen
‘delen, keer, gedeeld door, quotiënt’ en
daarbij het :-symbool benoemen,
noteren en hanteren
N
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
1.13
B2
B21
1.9
B1
B3c, d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
K5
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafels inoefenen
lesdoelen
1
2
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op een 100-veld en ‘uit
het hoofd’
Het resultaat bij de deeltafel
onmiddellijk correct invullen
I
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
K6
bewerkingen
doelenverwijzing
tafels inoefenen
lesdoelen
1
2
3
Een natuurlijk getal ≤ 10
vermenigvuldigen met x
Een getal uit de sprongenrij van x
delen door x, waarbij x gelijk is aan …
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
I
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
1.10
B21
1.11
B8b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
K7
bewerkingen
doelenverwijzing
automatiseren: optellen en
aftrekken tot 20
lesdoelen
eindterm
VVKBaO
1
Natuurlijke getallen tot 20 optellen en
aftrekken
1.13
B9b
B10a
2
De resultaten bij optellingen en
aftrekkingen tot 20 paraat kennen
Zonder en met tijdsdruk optellingen en
aftrekkingen tot 20 correct oplossen en
invullen
1.13
B9b
B10a
B9b
B10a
3
1.13
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
A
N I A
LES 1
getallenkennis
doelenverwijzing
hoeveelheden tot 10
lesdoelen
1
2
3
4
5
6
1 van 3
eindterm VVKBaO N I A
Gegeven hoeveelheden tot 10
ongestructureerd en gestructureerd
realiseren
Gegeven hoeveelheden tot 10 benoemen
1.8
G8
G9a
1.1
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als een hoeveelheid
Begrippen als ‘veel, weinig, meer, minder,
evenveel’ hanteren bij het gebruik van
getallen als hoeveelheid
Hoeveelheden tot 5 herkennen zonder te
tellen
Respect en waardering opbrengen in de
omgang met elkaar
1.2
G4
G5
G9a
OD 1.1
G1
a, b, c
1.8
G7
SV 1.2
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 2
getallenkennis
doelenverwijzing
grafieken: stapels, kolommen
en rijen
lesdoelen
1
2
3
1 van 6
eindterm VVKBaO N I A
Stapels, kolommen en rijen blokjes met
elkaar vergelijken en bespreken op
concreet en schematisch niveau
Deze kolommen en rijen schematisch
voorstellen door:
 een symbool in elk corresponderend
vak te tekenen
 slechts één symbool aan de kolom of
rij te koppelen (legende)
Met concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld de rol en het praktisch nut van
kolom- en rijvoorstellingen aantonen
1.8
G40a
1.8
1.9
G40b
leren
leren 4
DO7b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N
LES 3
getallenkennis/
bewerkingen
doelenverwijzing
het dubbel en de helft/eerlijk
verdelen
lesdoelen
1
2
3
4
Het dubbel en de helft van hoeveelheden
tot 10 onderscheiden en daarbij begrippen
hanteren als ‘halveren, verdubbelen, even
(paar), oneven (onpaar), de helft, het
dubbel en gelijk/eerlijk verdelen’
Hoeveelheden van 2 tot 10 verdelen in 2
gelijke groepen, met en zonder rest
In concrete situaties verdelingen maken
van:
 een continue grootheid (een appel in 4
verdelen)
 een aantal continue grootheden (3
koeken voor 2 kinderen)
 een hoeveelheid waarbij de verdeling
een rest geeft (8 snoepjes voor 3
kinderen)
Verwoorden dat eerlijk delen en verdelen
een vorm van rechtvaardigheid en fairplay
is
1 van 10
eindterm
VVKBaO
1.3
1.4
B1
B2a
1.3
B1
B2a
B1
B2a
1.3
1.4
SV 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 4
getallenkennis
doelenverwijzing
het 10-veld
lesdoelen
1
2
3
4
2 van 3
eindterm VVKBaO N I A
Vertrekkend vanuit de gekende
kwadraatbeelden tot 10, inzicht verwerven
in de lineaire getalbeelden door:
a) elementen (bv. MAB-blokjes) te
verschuiven
b) getekende kwadraatbeelden te
verknippen
Het getalbeeld 10 ook herkennen als een
lange smalle strook
Lineaire getalbeelden tot 10 mentaal als
één geheel voorstellen, zonder te tellen
Verwoorden wat de functie van het nieuwe
getalbeeld is
1.8
G37b
1.8
G37b
1.8
G37b
leren
leren 3
DO7b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N
LES 5
getallenkennis
doelenverwijzing
getallen tot 10
lesdoelen
1
2
3
4
3 van 3
eindterm VVKBaO N I A
Weten dat een rangschikking, tenzij
anders afgesproken, verloopt van links
naar rechts en van boven naar onder en
die afspraak toepassen
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als aanduiding voor een
rangorde
Rangorde aangeven, ook op een
getallenas
Verwoorden waarom een oefening als
makkelijk of moeilijk ervaren werd
1.9
G2
1.2
G9b
1.2
1.5
G2
G9b
G12
DO6c
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 6
bewerkingen
doelenverwijzing
splitsen tot 10
lesdoelen
1
eindterm VVKBaO N I A
3
In reële, betekenisvolle situaties
splitsingen tot 10 uitvoeren en
verwoorden, zowel met concrete
materialen als met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Bij splitsingen de symbolen = en + en de
notatiewijzen / \ en T juist benoemen,
hanteren en noteren
Splitsingen paraat uitvoeren en invullen
4
Behulpzaam zijn en hulp durven vragen
2
1 van 4
1.10
B1
1.6
1.9
B2b
B3d
1.10
1.13
SV
1.3, 1.4
G13a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO8a, d
I
LES 7
LES 8
meetkunde
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
1 en 2
van 5
punten, lijnen, lijnstukken
eindterm VVKBaO N I A
Begrippen als ‘punt, lijnstuk, rechte lijn,
gebogen lijn, gebroken lijn, rechte’
herkennen, benoemen en correct
gebruiken in reële en voorgestelde
situaties
Punten, rechten, gebroken en gebogen
lijnen en lijnstukken tekenen en noteren
Bij tekenopdrachten efficiënte werkwijzen
en geschikte hulpmiddelen kiezen en
gebruiken
Spontaan materiaal uitlenen en anderen
helpen
3.1
3.2
MK9a, c
3.1
3.2
4.2
1.29
MK9c, d
MK10
MK48
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
SV
1.3
I
LES 9
bewerkingen
doelenverwijzing
optellen tot 10
lesdoelen
1
2
3
4
5
2 van 4
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen tot 10 uitvoeren en
verwoorden, met concrete materialen,
met schematische voorstellingen en ‘uit
het hoofd’
De symbolen + en = benoemen, hanteren
en noteren
Optellingen tot 10, rechtdoor en als
stipoefening, paraat uitvoeren en invullen
Rekentaal i.v.m. optellen kennen en vlot
hanteren: erbij, samen, bijdoen, optellen,
plus, som …
Een fout in het oplossingsproces
herstellen
1.10
1.13
B1
B9a
1.6
1.9
1.10
1.13
1.9
B3d
leren
leren 4
DO6c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B9a
B1
I
LES 10
bewerkingen
doelenverwijzing
aanvullen tot 10
lesdoelen
eindterm VVKBaO N I A
1
In concrete situaties optellingen uitvoeren
met aantallen en hoeveelheden
2
Optellingen verwoorden door gebruik te
maken van de juiste begrippen: bijdoen,
erbij, samen, plus, som …
Aanvullen tot een zuiver tiental
3
4
3 van 4
Reflecteren op het nut van de oefeningen
in functie van de brug over 10
1.2
1.10
1.13
1.9
B1
B9a
1.13
B11a
leren
leren 6
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B1
I
LES 11
getallenkennis
doelenverwijzing
patronen
lesdoelen
1
2
3
4
Een patroon van vormen voortzetten
waarbij in een rij twee verschillende
vormen voorkomen
Een patroon van vormen voortzetten
waarbij in een rij eenzelfde vorm in
verschillende standen voorkomt
Zelf een patroon bedenken met 2
verschillende vormen
Met inzet meespelen in een ploegenspel
1 van 4
eindterm
VVKBaO
1.29
4.2
MK2
G38
1.29
4.2
MK2
G38
4.1
4.2
SV 3
MK2
G38
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 12
bewerkingen
doelenverwijzing
optellen tot 10 met 2 en 3
termen
lesdoelen
1
2
3
4
4 van 4
eindterm VVKBaO N I A
In concrete situaties optellingen (met 2 en
3 termen) uitvoeren en verwoorden met
de juiste begrippen, de ontbrekende term
vinden in optellingen (met 2 en 3 termen)
waarbij de som < 10 is en de
commutativiteit toepassen
De juiste symbolen bij optellingen
hanteren en noteren
Optellingen paraat uitvoeren en invullen
Verwoorden waarom een oefening als
moeilijk of makkelijk ervaren wordt
1.9
1.10
1.14
B1
B4a
B9a
B11a
1.6
1.9
1.10
B3a, d
leren
leren 6
DO6c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B9a
I
LES 13
meten en
metend rekenen
doelenverwijzing
de euro
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 6
eindterm VVKBaO N I A
Ervaren en beseffen dat geld een
ruilmiddel is en daarbij de begrippen
‘duurder, goedkoper, kosten, betalen,
kopen, verkopen’ juist gebruiken
De benaderende prijs van voorwerpen
binnen de eigen interessesfeer kennen
Weten dat een bedrag uitgedrukt kan
worden in euro en daarbij de termen
‘euro, geld, prijs’ gebruiken
Het geleerde terugkoppelen naar de eigen
leefwereld
OD 2.1
2.3
MR1
2.3
2.8
2.2
2.11
MR18
MR72
MR71
a, b
leren
leren 3
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 14
bewerkingen
doelenverwijzing
aftrekken tot 10
lesdoelen
1
2
3
4
5
1 van 3
eindterm VVKBaO N I
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen tot 10 uitvoeren en
verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Het min-teken benoemen, hanteren
en noteren
1.10
1.13
B1
B12a
1.6
1.9
B3a, d
Aftrekkingen, rechtdoor en als
stipoefening, paraat uitvoeren en
invullen
Rekentaal i.v.m. aftrekken kennen
en vlot hanteren: wegdoen,
wegnemen, aftrekken, verschil,
minder dan, verminderen, min …
De omgekeerde bewerking als
controlemiddel hanteren
1.10
1.13
B12a
1.9
B1
1.11
leren
leren 5
B8
DO1d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
A
I
LES 15
bewerkingen
doelenverwijzing
aftrekken van 10
lesdoelen
1
2
3
4
5
2 van 3
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen van 10 uitvoeren en
verwoorden, met concrete materialen,
met schematische voorstellingen en ‘uit
het hoofd’
Het min-teken benoemen, hanteren en
noteren
Aftrekkingen van 10, rechtdoor en als
stipoefening, paraat uitvoeren en invullen
Rekentaal i.v.m. aftrekken vlot kennen en
hanteren: wegdoen, wegnemen,
aftrekken, verschil, minder dan,
verminderen, min …
Reflecteren op het nut van deze
oefeningen voor de brug over 10
1.10
1.13
B1
B12a
1.6
1.9
1.10
1.13
1.9
B3a, d
leren
leren 5
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B12a
B1
I
LES 16
LES 17
meten en
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
1 en 2
van 14
lengte: vergelijken
eindterm VVKBaO N I A
Door kijken en manipuleren twee objecten
vergelijken en classificeren, steunend op
één kwalitatieve of één kwantificeerbare
eigenschap
Daarbij de begrippen ‘lang, langer, even
lang, kort, korter, even kort, hoog, laag,
groot, klein’ gebruiken en beseffen dat het
relatieve begrippen zijn
Door kijken en manipuleren meer dan
twee objecten in twee groepen
classificeren, steunend op één kwalitatieve
eigenschap
Meer dan twee objecten classificeren
steunend op een combinatie van twee
kwalitatieve eigenschappen
Voorbeelden benoemen vanuit de eigen
leefwereld
OD 2.1
OD 2.2
MR1
MR5
OD 2.2
MR1
OD 2.2
MR6
leren
leren 4
DO2a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 18
bewerkingen
doelenverwijzing
aftrekken tot 10 met 2 en 3
termen
lesdoelen
1
2
3
4
3 van 3
eindterm VVKBaO N I A
In concrete situaties aftrekkingen (met 2
en 3 termen) uitvoeren en verwoorden, de
ontbrekende term vinden in aftrekkingen
(met 2 en 3 termen) waarbij de som < 10
is en inzien dat de commutativiteit niet
van toepassing is bij aftrekkingen
De juiste symbolen bij aftrekkingen
benoemen, hanteren en noteren
Aftrekkingen paraat uitvoeren en invullen
Zelf gelijkaardige oefeningen bedenken
om te reflecteren op wat in de les aan bod
is geweest
1.9
1.13
B1
B4b
B12a
B14a
1.6
1.9
1.10
1.13
leren
leren 6
B3a, d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B12a
DO7c
I
LES 19
getallenkennis/
bewerkingen
doelenverwijzing
de helft en het dubbel
lesdoelen
1
2
3
4
2 van 10
eindterm VVKBaO N I A
Intuïtieve rekentaal hanteren i.v.m.:
 de helft als resultaat van een verdeling
in 2 gelijke delen
 het dubbel als resultaat van een
herhaalde optelling van 2 gelijke delen
De betekenis van de begrippen en de
termen ‘verdubbelen’ en ‘het dubbel
nemen’ kennen (nl. vermenigvuldigen met
2) en correct gebruiken
De betekenis van de begrippen en de
termen ‘halveren’ en ‘de helft nemen’
kennen (nl. delen door 2) en correct
gebruiken
Samen een opdracht uitvoeren en
voldoende openstaan om van anderen te
leren
1.3
1.4
1.9
G14d
1.3
1.4
1.9
B15
1.4
1.9
B20
SV 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 20
bewerkingen
doelenverwijzing
optellen en aftrekken: E + E en
E − E (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 8
eindterm VVKBaO N I A
De correcte resultaten bij de elementaire
optellingen tot 10 paraat kennen
De correcte resultaten bij de elementaire
aftrekkingen tot 10 paraat kennen
Zonder en met tijdsdruk optellingen en
aftrekkingen tot en met 10 correct
oplossen en invullen
Voldoende zelfstandigheid, concentratie
en doorzettingsvermogen tonen
1.10
B9a
1.10
B12a
1.10
B9a
B12a
leren
leren 6
DO4d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
A
LES 21-26
evaluatie sprong 1
doelenverwijzing
getallenkennis
lesdoelen
1
2
Begrippen als ‘meer’ en ‘minder’ hanteren bij het
gebruik van getallen als hoeveelheid
De helft van hoeveelheden tot 10 tekenen
3
Het dubbel van hoeveelheden tot 10 tekenen
4
Getallen op een getallenas plaatsen
5
Een patroon van vormen voortzetten waarbij in
één rij twee verschillende vormen voorkomen
Zelf een patroon bedenken met twee
verschillende vormen
Weten dat een bedrag uitgedrukt kan worden in
euro en daarbij de termen ‘euro, geld, prijs’
gebruiken
De begrippen ‘lang, kort, hoog, laag’ kennen en
gebruiken
6
meten en metend
rekenen
7
8
bewerkingen
9
Splitsingen paraat invullen
10 Optellingen tot 10 paraat invullen
Aanvullen tot een zuiver tiental
11 Aftrekkingen tot 10 paraat invullen
Aftrekkingen van 10 paraat invullen
12 Optellingen met 3 termen uitvoeren
Aftrekkingen met 3 termen uitvoeren
meetkunde
13 Begrippen als ‘punt, lijnstuk, rechte lijn,
gebogen lijn, gebroken lijn’ herkennen en
benoemen
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
eindterm
VVKBaO
OD 1.1
G1a, b,
c
B1
B20
B1
B15
G12
1.3
1.4
1.3
1.4
1.2
1.5
1.29
4.1
4.2
2.2
2.11
2.1
2.2
2.6
1.10
1.13
1.10
1.13
1.10
1.13
1.9
1.13
3.1
3.2
MK2
G38
MK2
G38
MR71a
MR1
MR5
G13a
B9a
B12a
B9a
B11a
B12a
B14a
MK9a, c
LES 27
getallenkennis
doelenverwijzing
tellen tot 20
lesdoelen
1 van 3
eindterm
VVKBaO
G2
G9b
G12
G2
G9b
G12
DO6c
1
Rangorde tot 20 aangeven
1.2
1.5
2
Rangorde tot 20 aangeven op een
getallenas
1.2
1.5
3
Bepalen welke oefeningen als
gemakkelijk en welke als moeilijk
worden ervaren
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 28
getallenkennis
doelenverwijzing
getallen tot 20
lesdoelen
eindterm VVKBaO N I A
1
Natuurlijke getallen tot 20 herstructureren
2
Hoeveelheden tot 20 herstructureren om
handig te kunnen tellen
Gebruikmaken van de termen en
symbolen ‘eenheid’ (E) en ‘tiental’ (T)
Goed luisteren naar gedicteerde getallen
om ze juist te kunnen schrijven
3
4
2 van 3
1.8
1.10
1.8
1.10
1.9
G37b
leren
leren 4
Do2d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G37b
G11g
N
LES 29
meetkunde
doelenverwijzing
positiebepaling van de eigen
persoon en van voorwerpen
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 8
eindterm VVKBaO N I A
De positie van voorwerpen ten opzichte
van elkaar bepalen en verwoorden met
termen als ‘op, naast, voor, na, achter,
boven, onder, op elkaar, links van, rechts
van, tegen, tegenover …’
Op basis van een plaatsbeschrijving iets
of iemand vinden
De eigen positie ten opzichte van
referentiepunten in de klas verkennen,
bepalen en correct verwoorden
De les evalueren naar plezierbeleving en
leerinhoud
3.1
3.7
MK1
MK3
3.7
MK3
3.1
3.7
MK3
leren
leren 6
DO6c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 30
getallenkennis
doelenverwijzing
het 20-veld
lesdoelen
1
2
3
3 van 3
eindterm VVKBaO N I A
Hoeveelheden handig tellen door structuur
(namelijk het 20-veld) aan te brengen
Natuurlijke getallen tot 20 herstructureren
volgens het 20-veld
Verwoorden welke werkwijze als
gemakkelijk ervaren wordt en in de
toekomst gebruikt kan worden
1.1
1.3
1.10
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G37b
G10
G12
G37b
DO6c
I
LES 31
bewerkingen
doelenverwijzing
T + T/T + E/E + T (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 5
eindterm VVKBaO N I A
De getallen tussen 10 en 20 splitsen in T
en E
Optellingen tot 20 waarvan één term 10
is, uitvoeren en verwoorden op
schematisch en abstract niveau
Optellingen van de vorm T + T, E + T en
T + E paraat uitvoeren en invullen
1.13
B11a
1.13
B1
B9b
B10a
B9b
B10a
Weten dat het belangrijk is uitkomsten te
controleren en fouten te verbeteren
leren
leren 6
1.13
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO6c
I
LES 32
meten en
metend rekenen
doelenverwijzing
inhoud
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 4
eindterm VVKBaO N I A
Door kijken en manipuleren twee
recipiënten vergelijken en classificeren,
steunend op één kwantificeerbare
eigenschap, en daarbij de begrippen ‘vol,
leeg, meer gevuld, minder gevuld,
(voller, leger), even vol, even leeg’
gebruiken
Door kijken en manipuleren meer dan
twee recipiënten in twee groepen
classificeren, steunend op één
kwantificeerbare eigenschap
Meerdere voorwerpen classificeren,
steunend op een combinatie van twee
kwantificeerbare eigenschappen, ze
vergelijken en ze in toenemende of
afnemende volgorde plaatsen, bv. van
leeg naar vol
Over de nodige attitudes beschikken om
een probleem zelfstandig op te lossen
OD 2.1
OD 2.6
MR1
MR5
OD 2.1
OD 2.2
MR1
OD 2.2
OD 2.3
MR6
leren
leren 4
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
les 33
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + E/E + TE (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
2 van 5
eindterm VVKBaO N I A
Met behulp van getalbeelden en zonder
hulpmateriaal de analogie ontdekken en
toepassen tussen optellingen < 10 en
optellingen tussen 10 en 20 van de vorm
TE + E
Inzien dat omkeringen toepassen bij
optellingen van de vorm E + TE de
opgaven vergemakkelijkt
Correct optellingen tot 20 maken van de
vorm TE + E en E + TE
Weten dat het belangrijk is om
uitkomsten te controleren en fouten te
verbeteren
1.10
1.13
B9b
B10a
1.14
B4a
1.13
B9b
B10a
DO3e
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 34
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 2
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 4
eindterm
In reële, betekenisvolle situaties
gedurige sommen met de hoeveelheid 2
uitvoeren, met losse blokjes, op een 20veld en ‘uit het hoofd’
Die gedurige sommen verkorten tot de
maaltafel van 2 en deze
vermenigvuldigingen verwoorden met de
termen ‘keer’ en ‘maal’
Het x-symbool benoemen, hanteren en
noteren
Productief samenwerken met een partner
VVKBaO N I A
1.10
1.13
B1
B17
1.9
B1
B3
B8c
1.6
1.9
SV 3
B3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N
LES 35
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 2 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
2 van 4
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties de tafel
van 2 uitvoeren en verwoorden volgens
de standaardprocedure, met losse
blokjes, op een 20-veld en ‘uit het hoofd’
Bij de maaltafel van 2 het resultaat
onmiddellijk correct invullen en tellen met
sprongen van 2
Inzien dat ‘een paar’, ‘verdubbelen’ en
‘het dubbel nemen’ hetzelfde betekenen
als vermenigvuldigen met 2
Volharden in het werken aan een
opgegeven taak
1.9
1.10
B1
B17
1.10
B17
G6
G39
B15
1.9
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO4d
I
LES 36
meetkunde
doelenverwijzing
richting en beweging
lesdoelen
1
2
3
4
2 van 8
eindterm
De richting van de eigen beweging en de
beweging van voorwerpen, de richting en
de zin van een beweging met en zonder
referentiepunten bepalen
De termen ‘omhoog, omlaag, vooruit,
achteruit, naar links, naar rechts, naar mij
toe, van mij weg, dichterbij komen,
hierheen, in de richting van, langs, door,
over, schuin …’ gebruiken
De kortste weg tussen twee plaatsen
beschrijven
Reflecteren op situaties in de eigen
omgeving waarvoor deze leerstof nuttig
kan zijn (bv. de weg naar een winkel
beschrijven)
VVKBaO N I A
3.1
MK4
3.1
MK4
3.1
MK4
leren
leren 6
DO7d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 37
bewerkingen
doelenverwijzing
T – T, T – E
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 8
eindterm
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen uitvoeren en verwoorden,
met concrete materialen, met
schematische voorstellingen en ‘uit het
hoofd’
Het min-symbool benoemen, hanteren
en noteren
Rekenopdrachten paraat uitvoeren en
invullen
Zelfstandig teruggrijpen naar concreet
materiaal als de oplossing niet wordt
gevonden
VVKBaO N I A
1.13
B1
B12
B13a
1.6
1.9
1.10
1.13
leren
leren 5
B3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B12
B13a
DO2a
I
LES 38
bewerkingen
doelenverwijzing
TE − E (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
eindterm
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen uitvoeren en verwoorden,
met concrete materialen, met
schematische voorstellingen en ‘uit het
hoofd’
Het min-symbool benoemen, hanteren en
noteren
Rekenopdrachten paraat uitvoeren en
invullen
Zelfkennis inschatten
2 van 8
VVKBaO N I A
1.13
B1
B12
B13a
1.6
1.9
1.10
1.13
leren
leren 4
B3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B12
B13a
DO7i
I
LES 39
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 2 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
3 van 4
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties delingen
door 2 uitvoeren, met losse blokjes, op
een 20-veld en ‘uit het hoofd’
Inzien dat bij een deling door 2 nagegaan
wordt hoeveel keer 2 in een hoeveelheid
gaat
Deze delingen verwoorden met de
begrippen ‘delen, keer, gedeeld door’ en
daarbij het :-symbool benoemen, noteren
en hanteren
Bij partnerwerk zeggen of tonen wat de
andere moet doen en de opgelegde taak
rustig uitvoeren
1.9
1.10
B1
B21
1.13
B1
B2a
1.9
B1
B3c, d
SV 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N
LES 40
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 2 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
4 van 4
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel van 2 uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op een 20-veld en ‘uit het
hoofd’
Het resultaat bij de deeltafel van 2
onmiddellijk correct invullen
Inzien dat ‘de helft nemen van’ en
‘halveren’ hetzelfde betekenen als delen
door 2
Volharden in het werken aan een
opgegeven taak
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
1.9
B20
leren
leren 5
DO4d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 41
bewerkingen
doelenverwijzing
TE − TE tot 20
lesdoelen
1
2
3
4
3 van 8
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen uitvoeren en verwoorden,
met concrete materialen, met
schematische voorstellingen en ‘uit het
hoofd’
De juiste symbolen bij aftrekkingen
benoemen, hanteren en noteren
Aftrekkingen van de vorm TE − TE tot 20
zonder brug paraat uitvoeren en invullen
Het eigen werk controleren en fouten op
een afgesproken manier verbeteren
1.13
B1
B12
B13a
1.6
1.9
1.10
1.13
leren
leren 4
B3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B12
B13a
DO3e
I
LES 42
bewerkingen
doelenverwijzing
20 − TE
lesdoelen
1
2
3
4
4 van 8
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen uitvoeren en verwoorden,
met concrete materialen, met
schematische voorstellingen en ‘uit het
hoofd’
De juiste symbolen bij aftrekkingen
benoemen, hanteren en noteren
Aftrekkingen van de vorm T − TE tot 20
zonder brug paraat uitvoeren en invullen
Verwoorden waarom een oefening al dan
niet als leuk wordt ervaren
1.13
B1
B12
B13a
1.6
1.9
1.10
1.13
leren
leren 6
B3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B12
B13a
DO6c
I
LES 43
meten en
inhoud: natuurlijke
metend rekenen maateenheden
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
5
2 van 4
eindterm VVKBaO N I A
De grootte van recipiënten bepalen met
behulp van natuurlijke maateenheden,
bv. kopjes, lepels …
Een inhoud samenstellen uit 2 of meer
inhouden
Recipiënten meten met een nietconventionele maateenheid
Na het kiezen van een niet-conventionele
maateenheid het maatgetal schatten en
de schatting vergelijken met het
meetresultaat
Eenvoudige problemen systematisch en
inzichtelijk oplossen
OD 2.6
2.1
2.8
OD 2.6
2.1
OD 2.6
2.2
2.3
2.1
2.2
2.8
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MR7
MR7
MR10
MR13
DO1c
I
LES 44
bewerkingen
doelenverwijzing
E + E (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
3 van 5
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen tot 20 met brug uitvoeren
volgens de standaardprocedure en ze
verwoorden, met concrete materialen,
met schematische voorstellingen en ‘uit
het hoofd’
De juiste symbolen bij optellingen
benoemen, hanteren en noteren
Optellingen tot 20 met brug paraat
uitvoeren en invullen
De standaardprocedure correct
verwoorden
1.10
1.13
B1
B9b
B10a
1.6
1.9
1.10
1.13
B3d
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B9b
B10a
DO1c
I
LES 45
bewerkingen
doelenverwijzing
E + E (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
4 van 5
eindterm VVKBaO N I
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen tot 20 met brug uitvoeren
volgens de standaardprocedure en ze
verwoorden, met concrete materialen,
met schematische voorstellingen en ‘uit
het hoofd’
De juiste symbolen bij optellingen
benoemen, hanteren en noteren
Optellingen tot 20 met brug paraat
uitvoeren en invullen
De standaardprocedure correct
verwoorden
1.10
1.13
B1
B9b
B10a
1.6
1.9
1.10
1.13
B3d
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B9b
B10a
DO1c
A
I
LES 46
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: optellen tot
20
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen uitvoeren en verwoorden, met
concrete materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
De juiste symbolen bij optellingen
benoemen, hanteren en noteren
Optellingen van de vorm E + E, TE + E, E
+ TE, T + T, T + E en E + T tot 20 paraat
uitvoeren en invullen
Elkaars en eigen werk kritisch bekijken
en de juiste oplossingsstrategie
bespreken
eindterm
VVKBaO
1.10
1.13
B1
B9b
B10a
1.6
1.9
1.10
1.13
B3d
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B9b
B10a
DO3e
5 van 5
N I A
I
LES 47-52
evaluatie sprong 2
doelenverwijzing
getallenkennis
lesdoelen
1
2
3
meetkunde
4
bewerkingen
5
6
7
meten en metend
rekenen
8
eindterm
VVKBaO
Rangorde tot 20 aangeven op een getallenas en
op een getallenlijn
Natuurlijke getallen en hoeveelheden tot 20
lezen, schrijven en herstructureren
1.5
G12
1.5
1.8
Natuurlijke getallen ordenen en op het 20-veld
plaatsen
De positie van voorwerpen ten opzichte van
elkaar bepalen en verwoorden met termen als
‘op, naast, voor, na, achter, boven, onder, op
elkaar, links van, rechts van, tegen, tegenover
...’
Optellingen van de vormen T + T, T + E, E + T,
TE + E, E + TE tot 20 zonder brug en E + E tot
20 met brug paraat uitvoeren en invullen
Aftrekkingen van de vormen T – T,T – E, TE – E,
TE – TE, T – TE tot 20 zonder brug paraat
uitvoeren en invullen
Bij de maaltafel en de deeltafel van 2 het
resultaat correct invullen
Twee of meer recipiënten vergelijken en
classificeren steunend op één kwantificeerbare
eigenschap en daarbij de begrippen ‘vol, leeg,
meer gevuld, minder gevuld, voller, leger, even
vol, even leeg’ gebruiken
1.5
G10
G11a
G37b
G12
3.1
3.7
MK1
MK3
1.10
1.13
B9
B10a
1.13
B12
B13a
1.10
B17
B21
MR1
MR5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2.1
2.6
LES 53
getallenkennis
doelenverwijzing
delen door 1 - delen door
zichzelf
lesdoelen
eindterm VVKBaO N I A
1
Weten wanneer een natuurlijk getal een
deler is van een ander natuurlijk getal
2
Weten dat elk natuurlijk getal 1 en
zichzelf als deler heeft
In zinvolle contexten alle delers vinden
van natuurlijke getallen tot 20
Het eigen leer- en oplossingsproces
achteraf evalueren
3
4
3 van 10
1.3
1.9
1.10
1.3
1.9
1.4
1.10
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G30
B3b, c
G42
G30
DO3c
N
LES 54
bewerkingen
doelenverwijzing
aftrekken tot 20 (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
5 van 8
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen uitvoeren en verwoorden,
met concrete materialen, met
schematische voorstellingen en ‘uit het
hoofd’
De juiste symbolen bij aftrekkingen
benoemen, hanteren en noteren
Aftrekkingen paraat uitvoeren en invullen
De standaardprocedure correct
verwoorden
1.13
B1
B12
B13a
1.6
1.9
1.10
1.13
B3d
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B12
B13a
DO3a
I
LES 55
bewerkingen
doelenverwijzing
aftrekken tot 20 (met brug)
lesdoelen
1
eindterm VVKBaO N I A
3
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen uitvoeren en verwoorden,
met concrete materialen, met
schematische voorstellingen en ‘uit het
hoofd’
De juiste symbolen bij aftrekkingen
benoemen, hanteren en noteren
Aftrekkingen paraat uitvoeren en invullen
4
Eigen oplossingswijzen verwoorden
2
6 van 8
1.13
B1
B12
B13a
1.6
1.9
1.10
1.13
B3d
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B12
B13a
DO1b, e
I
LES 56
meetkunde
doelenverwijzing
evenwijdige rechten en
lijnstukken
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 5
eindterm VVKBaO N I A
In voorgestelde situaties begrippen als
‘punt, lijnstuk, gebogen lijn, gebroken
lijn, rechte lijn, rechte’ herkennen,
benoemen en correct gebruiken
Evenwijdigheid ontdekken in de
omgeving, in vlakke figuren en in
ruimtefiguren
Evenwijdige rechten en lijnstukken
herkennen en benoemen
Het probleem van evenwijdigheid en
perspectief bespreken vanuit eigen
zintuiglijke ervaringen en waarnemingen
3.2
MK9a, c
3.1
3.3
MK28
3.1
3.3
leren
leren 6
MK29
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO7c
N
LES 57
bewerkingen
doelenverwijzing
aftrekken tot 20 (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
7 van 8
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen uitvoeren en verwoorden,
met concrete materialen, met
schematische voorstellingen en ‘uit het
hoofd’
De juiste symbolen bij aftrekkingen
benoemen, hanteren en noteren
Aftrekkingen paraat uitvoeren en invullen
De standaardprocedure correct
verwoorden
1.13
B1
B12b
B13a
1.6
1.9
1.10
1.13
B3d
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B12b
B13a
DO8c
I
LES 58
bewerkingen
doelenverwijzing
optellen en aftrekken tot 20
lesdoelen
eindterm
1
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen en aftrekkingen tot 20
uitvoeren en verwoorden, met
schematische voorstellingen en ‘uit het
hoofd’
1.13
2
De juiste symbolen bij optellingen en
aftrekkingen benoemen, hanteren en
noteren
Alle types van optellingen en
aftrekkingen tot 20 paraat uitvoeren en
invullen
1.6
1.9
3
4
Zelfcontrole uitvoeren met extra
aandacht voor het ‘eerlijk zijn’
1.10
1.13
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
8 van 8
VVKBaO N I A
B1
B9b
B10a
B11a
B12b
B13a
B3d
B9b
B10a
B11a
B12
B13a
DO3e
I
LES 59
getallenkennis
doelenverwijzing
getallen tot 100 lezen en
schrijven
lesdoelen
eindterm VVKBaO N I A
1
Natuurlijke getallen tot 100 lezen
2
Natuurlijke getallen tot 100 schrijven
3
Gebruikmaken van de termen ‘tiental’ en
‘eenheid’
Zelf een vraag stellen over wat geleerd
werd
4
1 van 10
1.5
1.8
1.9
1.5
1.8
1.9
1.9
G11b
leren
leren 4
DO2c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G11b
G11g
N
LES 60
getallenkennis
doelenverwijzing
getallen tot 100
lesdoelen
eindterm VVKBaO N I A
1
Natuurlijke getallen tot 100 lezen en
schrijven
2
De rangorde tot 100 aangeven, mondeling
en op een getallenas
3
Natuurlijke getallen tot 100
herstructureren
Het eigen werk kritisch nakijken en
verbeteren
4
2 van 10
1.5
1.8
1.9
1.2
1.5
1.12
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G11b
G2
G9b
G12
G10
G12
DO3e
N
LES 61
LES 62
meten en
metend rekenen
doelenverwijzing
lengte: natuurlijke
maateenheden
lesdoelen
1
2
3
4
5
6
3 en 4
van 14
eindterm VVKBaO N I A
Door manipuleren en kijken meer dan 2
objecten vergelijken en ordenen volgens
toenemende of afnemende lengte
Zelf strategieën ontdekken om lengtes te
vergelijken
OD 2.3
MR6
OD 2.1
OD 2.6
MR2
Ervaren en verwoorden dat sommige
handelingen niets veranderen aan de
grootte van dingen en andere wel
(conservatie)
Een lengte samenstellen uit 2 of meer
lengtes (bv. uit een potlood en een gum)
Objecten meten met een nietconventionele maateenheid en ze na
meting sorteren en rangschikken
Bijdragen tot een geslaagd groepsproces
OD 2.6
MR3
OD 2.2
MR9
OD 2.6
2.1
MR10
SV 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 63
getallenkennis
doelenverwijzing
het 100-veld
lesdoelen
eindterm VVKBaO N I A
1
Hoeveelheden handig tellen door er
structuur in aan te brengen: het 100-veld
2
Natuurlijke getallen tot 100
herstructureren
3
Gebruikmaken van de termen en de
symbolen ‘eenheid’ (E) en ‘tiental’ (T)
Een eigen mening verwoorden
4
3 van 10
1.1
1.2
1.9
1.3
1.13
1.9
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G37b
G10
G12
G37b
G11g
DO11d
N
LES 64
getallenkennis
doelenverwijzing
het 100-veld
lesdoelen
4 van 10
eindterm VVKBaO N I A
1
Hoeveelheden handig tellen door er
structuur in aan te brengen: het 100-veld
1.1
1.2
1.9
1.3
1.13
2
Natuurlijke getallen tot 100
herstructureren
3
Getallen op het 100-veld plaatsen
1.8
4
Verschillende oplossingsmethoden
onderling vergelijken en de meest
geschikte kiezen
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G37b
G10
G12
G37b
G12
DO3e
N
LES 65
meetkunde
doelenverwijzing
snijdend en loodrecht
lesdoelen
1
2
3
4
2 van 5
eindterm VVKBaO N I A
Het begrip ‘evenwijdigheid’ in
voorgestelde situaties herkennen,
benoemen en correct gebruiken
Snijdende lijnstukken en rechten in
voorgestelde situaties herkennen en
benoemen
De loodrechte stand ontdekken,
herkennen en benoemen in de omgeving,
in vlakke figuren en in ruimtefiguren
Plezier beleven aan het zoeken naar
oplossingen
3.1
3.3
MK28
a, b
3.2
MK9c, d
MK29
3.1
3.3
MK32
MK33
leren
leren 6
DO4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N
LES 66
getallenkennis
doelenverwijzing
het 100-veld
lesdoelen
5 van 10
eindterm VVKBaO N I A
1
Hoeveelheden handig tellen door er
structuur in aan te brengen: het 100-veld
2
Natuurlijke getallen tot 100
herstructureren
3
Bepalen welke opdrachten als leuk en
minder leuk ervaren worden
1.1
1.2
1.9
1.3
1.13
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G37b
G10
G12
G37b
DO6c
I
LES 67
bewerkingen
doelenverwijzing
T +T, T − T (tot 100)
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 9
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen en aftrekkingen met tientallen
tot 100 uitvoeren en verwoorden, met
concrete materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
De juiste symbolen bij optellingen en
aftrekkingen benoemen, hanteren en
noteren
Optellingen en aftrekkingen van de vorm
T + T, T − T paraat uitvoeren en invullen
Opkomen voor eigen wensen en keuzes
1.13
B1
B9d
B10b
B13
1.6
1.9
B3d
1.13
B9b
B10 b
B12b
B13b
SV 1.1
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N
LES 68
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 10
aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 4
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties gedurige
sommen met de hoeveelheid 10
uitvoeren, met losse blokjes, met blokjes
op het 100-veld, op een getekend 100veld en ‘uit het hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot de
maaltafel van 10 en deze
vermenigvuldigingen verwoorden met de
termen ‘keer’ en ‘maal’
Het x-symbool benoemen, noteren en
hanteren
1.13
B1
B17
1.9
1.10
B1
B3c
B8c
1.6
1.9
B3d
Inzien dat de vermenigvuldiging handiger
is dan een gedurige som om snel tot een
oplossing te komen
leren
leren 5
DO3c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N
LES 69
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 10 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
2 van 4
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties de tafel
van 10 uitvoeren en verwoorden volgens
de standaardprocedure, met losse blokjes,
op het 100-veld en ‘uit het hoofd’
Bij de maaltafel van 10 het resultaat
meteen correct invullen
Tellen met sprongen van 10
Blijven doorwerken aan een opgegeven
taak
1.9
1.10
B1
B17
1.10
1.13
1.1
1.10
1.13
leren
leren 6
B17
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G6
G39
DO4d
I
LES 70
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 10
aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
3 van 4
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties delingen
door 10 uitvoeren, met losse blokjes, op
het 100-veld en ‘uit het hoofd’
Inzien dat er bij deling door 10 nagegaan
wordt hoeveel keer 10 in een hoeveelheid
gaat
Deze delingen verwoorden met de
begrippen ‘delen, keer, gedeeld door’ en
daarbij het :-symbool benoemen, noteren
en hanteren
Reflecteren op maal- en deeloefeningen
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B2a
B21
1.9
B1
B3b, c,
d
leren
leren 5
DO3c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N
LES 71
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 10 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4 van 4
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel van 10 uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met losse
blokjes, op een 100-veld en ‘uit het hoofd’
Bij de deeltafel van 10 het resultaat
meteen correct invullen
Nadenken over een probleem en het
vergelijken met de realiteit
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
leren
leren 4
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 72
bewerkingen
doelenverwijzing
T + E, E + T tot 100
lesdoelen
1
2
3
4
2 van 9
eindterm VVKBaO N I A
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen uitvoeren en verwoorden, met
concrete materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
De juiste symbolen bij optellingen
benoemen, hanteren en noteren
Optellingen van de vorm T + E en E + T
tot 100 zonder brug paraat uitvoeren en
invullen
Reflecteren op de eigen oplossingen
1.13
B1
B10b
1.6
1.9
1.13
B3d
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B10b
DO3e
N
LES 73-78
evaluatie sprong 3
doelenverwijzing
getallenkennis
lesdoelen
meten en metend
rekenen
G10
G11b
G37b
G12
Natuurlijke getallen tot 100 lezen, schrijven en
herstructureren
1.8
2
Natuurlijke getallen ordenen en in een
honderdveld plaatsen
Inzicht hebben in de rangorde van de getallen,
op de getallenas en in woordelijke uitdrukkingen
Rechte, gebroken en gebogen lijnen herkennen
1.5
4
5
bewerkingen
VVKBaO
1
3
meetkunde
eindterm
De positie van voorwerpen ten opzichte van
elkaar bepalen met termen als ‘op, tussen,
naast, links van, rechts van, tegen, tegenover,
voorste (eerste), achterste (laatste),
voorlaatste, op één na laatste, de eerste drie …’
6 Aftrekkingen tot 20 met brug uitvoeren en
invullen
7 Inzicht tonen in de bewerkingen tot 20 door de
symbolen +,  en = correct te plaatsen
8 Optellingen en aftrekkingen tot 100 van de
vormen T + E / E + T / T + T en T  T uitvoeren
en invullen
9 De maal- en deeltafels van 2 en 10 uitvoeren en
invullen
10 Na schatting objecten meten met zinvolle nietconventionele maateenheden en ze na meting
vergelijken volgens lengte
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1.5
3.1
3.2
3.1
3.7
G2a
G12
MK9a
MK1
MK3
1.10
1.13
1.6
B12
B13a
B3a, b
1.13
B10
B13
1.10
B17
B21
MR7
MR10
2.3
OD 2.6
LES 79
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 5 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
gedurige sommen uitvoeren met de
hoeveelheid 5, met losse blokjes, op
het 100-veld en ‘uit het hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot
de maaltafel van 5 en die
vermenigvuldigingen verwoorden met
de termen ‘keer’ en ‘maal’
Het x-symbool benoemen, noteren en
hanteren
Elkaar helpen bij het memoriseren van
de tafel van 5
eindterm
VVKBaO
1.9
1.13
B1
B17
1.9
1.10
B1
B3
B8c
1.6
1.9
leren
leren 3
B3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO11a
1 van 4
N I A
N
LES 80
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 5 inoefenen
lesdoelen
1
3
In reële, betekenisvolle situaties de
tafel van 5 uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op een 100-veld en ‘uit
het hoofd’
Bij de maaltafel van 5 het resultaat
onmiddellijk correct invullen
Tellen met sprongen van 5
4
Het eigen werk controleren
2
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B17
1.10
1.13
1.1
1.10
1.13
leren
leren 5
B17
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G6
G39
DO3d
2 van 4
N I A
I
LES 81
getallenkennis
doelenverwijzing
beeldgrafieken
lesdoelen
1
2
3
4
Hoeveelheden handig tellen door te
turven
Beeldgrafieken samenstellen waarbij 1
teken gelijk is aan 1 voorwerp of aan
het in de legende aangegeven aantal
voorwerpen
Kwantitatieve gegevens aflezen en er
bewerkingen mee uitvoeren op een
horizontaal en verticaal opgebouwde
beeldgrafiek
Bij beeldgrafieken zelf enkele vragen
bedenken waarop in die gegevens een
antwoord te vinden is
2 van 6
eindterm
VVKBaO
1.8
1.9
1.8
G37a
G40b
1.8
G40a
leren
leren 4
DO1a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 82
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 5 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
delingen door 5 uitvoeren, met losse
blokjes, op het 100-veld en ‘uit het
hoofd’
Inzien dat er bij een deling door 5
nagegaan wordt hoeveel keer 5 in een
hoeveelheid gaat
Deze delingen verwoorden met de
begrippen ‘delen, keer, gedeeld door’
Plezier beleven aan het zoeken naar
oplossingen
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
1.13
B2
B21
1.9
B1
B3c
DO4a,
b, c, d
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 4
N I A
N
LES 83
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 5 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel van 5 uitvoeren en
verwoorden volgens de
standaardprocedure, met losse blokjes,
op het 100-veld en ‘uit het hoofd’
Bij de deeltafel van 5 het resultaat
onmiddellijk correct invullen
Waardering uiten en aanmoedigen
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
SV 1.2
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
I
LES 84
meetkunde
doelenverwijzing
zich mentaal verplaatsen in de
ruimte
lesdoelen
1
2
3
4
Verwoorden wat men ziet vanuit
andere gezichtspunten als men zich
daadwerkelijk of mentaal verplaatst in
de ruimte
Gebruikmaken van de begrippen
‘richting, plaats, vooraanzicht,
zijaanzicht, bovenaanzicht’
Aangeven of foto's van dichtbij of van
ver gemaakt zijn en verwoorden dat
voorwerpen van dichtbij groter lijken
dan van op een afstand
Reflecteren op de realiteit
eindterm
VVKBaO
3.7
MK6
3.1
3.7
MK6
3.7
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO7c
3 van 8
N I A
N
LES 85
getallenkennis
doelenverwijzing
getallen tot 100
lesdoelen
1
2
3
Natuurlijke getallen tot 100 lezen en
schrijven
Rangorde tot 100 aangeven, ook op
een getallenas
Het eigen werk kritisch bekijken
6 van 10
eindterm
VVKBaO
1.5
G11b
1.2
1.5
G2
G9b
G12
DO3c
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 86
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + E tot 100 (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Getallen tot 100 splitsen in T en E en
optellingen uitvoeren van het type
T + E en E + T tot 100
Optellingen tot 100, waarbij één term
TE is, verwoorden en uitvoeren op
concreet, schematisch en abstract
niveau
Analogie ontdekken en toepassen
tussen optellingen < 10 en optellingen
tot 100 van het type TE + E
Verwoorden waarom het belangrijk is
om veel te oefenen
eindterm
VVKBaO
1.13
B11b
1.13
B10b
1.13
B9a
B10b
leren
leren 5
DO5a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 9
N I A
N
LES 87
getallenkennis
doelenverwijzing
patronen met 2 en 3
elementen
lesdoelen
1
2
3
4
Een patroon van 2 en 3 elementen in
een rij herkennen en verder zetten
(getekend of in realiteit)
Mondeling geformuleerde patronen van
2 en 3 elementen realiseren en zelf
ontworpen en zelf gerealiseerde
patronen verwoorden
Bij de verwoording termen hanteren
als ‘eerste, middelste, voorlaatste, op
één na laatste, de eerste twee …’
Bepalen wat je zelf kunt en waar je
hulp bij nodig heb tijdens het
zelfstandig werk
2 van 4
eindterm
VVKBaO
1.12
MK2
G38
1.12
MK2
G38
1.12
MK2
G38
leren
leren 5
DO6b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 88
getallenkennis
doelenverwijzing
getallen tot 100
lesdoelen
1
Natuurlijke getallen tot 100
herstructureren
2
Hoeveelheden handig tellen door er
structuur in aan te brengen: het 100veld
Inzicht verwerven in de tientalligheid
van ons talstelsel
Een eigen mening verwoorden
3
4
7 van 10
eindterm
VVKBaO
1.8
1.13
G10
G12
G37b
G37b
1.1
1.2
1.9
1.5
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G10
DO11d
N I A
I
LES 89
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 4 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
gedurige sommen met de hoeveelheid
4 uitvoeren, met losse blokjes, op een
100-veld en ‘uit het hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot
de maaltafel van 4
Deze vermenigvuldigingen verwoorden
met de begrippen ‘keer, maal,
vermenigvuldigen, product’
De eigen bank ordelijk organiseren
eindterm
VVKBaO
1.9
1.13
B1
B17
1.10
B8c
1.9
B1
B3
leren
leren 5
DO7k
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 4
N I A
N
LES 90
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 4 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
tafel van 4 uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op een 100-veld en ‘uit
het hoofd’
Bij de maaltafel van 4 het resultaat
onmiddellijk correct invullen
Tellen met sprongen van 4.
Geconcentreerd blijven werken aan
een opdracht
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B17
1.10
1.13
1.10
1.13
leren
leren 5
B17
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G39
DO4d
2 van 4
N I A
I
LES 91
LES 92
lengte: natuurlijke
meten en
maateenheden: werken met
metend rekenen
het eigen lichaam
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Een gepaste natuurlijke maateenheid
kiezen, het maatgetal schatten en de
schatting vergelijken met het
meetresultaat
Ervaren en inzien dat een kleinere
maateenheid een nauwkeuriger meting
toelaat
Het verband tussen de grootte van de
maateenheid en de grootte van het
maatgetal ervaren en verwoorden
(hoe groter de maateenheid, hoe
kleiner het maatgetal en omgekeerd)
Gegevens analyseren
eindterm
VVKBaO
2.8
MR13
2.1
MR11
2.6
MR12
leren
leren 4
DO2a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
5 en 6
van 14
N I A
I
LES 93
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 4 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
delingen door 4 uitvoeren, met losse
blokjes, op een 100-veld en ‘uit het
hoofd’
Inzien dat er bij een deling door 4
nagegaan wordt hoeveel keer 4 in een
hoeveelheid gaat
Deze delingen verwoorden met de
begrippen ‘delen, keer, gedeeld door’
en daarbij het :-symbool benoemen,
noteren en hanteren
Gedurende korte tijd (5 minuten)
gericht luisteren
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
1.13
B2
B21
1.9
B1
B3c, d
leren
leren 5
DO4d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 4
N I A
N
LES 94
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 4 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel van 4 uitvoeren en
verwoorden volgens de
standaardprocedure, met losse blokjes,
op het 100-veld en ‘uit het hoofd’
Bij de deeltafel van 4 het resultaat
onmiddellijk correct invullen
Een eenvoudige taak zelfstandig
aanpakken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
leren
leren 4
DO1c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
I
les 95
meten en
euro, waarde en kostprijs
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Geldwaarden uitdrukken in euro en
daarvan afgeleide maateenheden en
daarbij de termen ‘geld, waarde, prijs,
euro, cent’ gebruiken
Op grond van ervaring beseffen dat
waarde en kostprijs relatieve en
subjectieve begrippen zijn
De in omloop zijnde muntstukken en
biljetten onderscheiden en benoemen:
1, 2, 5, 10, 20 en 50 cent, 1, 2, 5, 10,
20, 50 en 100 euro
Eigen ervaringen verwoorden
2 van 6
eindterm
VVKBaO
2.2
2.11
MR71
MR15
2.2
2.11
MR71
leren
leren 3
DO5c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 96
meten en
euromunten en -biljetten
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
De symbolen EUR en € lezen en
noteren
De in omloop zijnde muntstukken en
biljetten (1, 2, 5, 10, 20 en 50 cent, 1,
2, 5, 10, 20, 50 en 100 euro)
onderscheiden en benoemen en de
verbanden kennen tussen de
verschillende munten en biljetten
Prijzen in euro met twee cijfers na de
komma lezen, bv. € 20,15 als ‘20 euro
en 15 cent’
Het geleerde transfereren naar de
eigen leefwereld
3 van 6
eindterm
VVKBaO
2.2
2.11
2.2
2.11
MR71b
2.2
2.11
MR71a, b
G19
leren
leren 6
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MR71a
MR72
N I A
N
LES 97
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafels van 2, 10, 5 en 4
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal ≤ 10
vermenigvuldigen met 2, 10, 5 of 4
Een getal uit de sprongenrij van x
delen door x, waarbij x gelijk is aan 2,
10, 5 of 4
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
Commutatitiviteit toepassen
1 van 1
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
1.10
B21
1.11
B8b
1.14
B4c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 98
bewerkingen
doelenverwijzing
T + T, T + E / E + T
E + E, TE + E / E + TE (tot 20,
zonder brug)
lesdoelen
eindterm
VVKBaO
B9b
B10a
B9b
B10a
B9b
B10a
DO4d
1
Optellen tot 20 (zonder overbrugging)
1.13
2
Bij optellingen tot 20 de resultaten
paraat kennen
Zonder en met tijdsdruk optellingen tot
20 correct oplossen en invullen
Blijk geven van voldoende
zelfstandigheid, concentratie en
doorzettingsvermogen
1.13
3
4
1.13
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 8
N I A
A
LES 99-104
doelenverwijzing
getallenkennis
evaluatie sprong 4
lesdoelen
1
2
3
4
meetkunde
5
bewerkingen
6
7
Natuurlijke getallen tot 100 schrijven en op het
100-veld plaatsen
Getallen op een getallenas plaatsen
Een patroon van 2 en 3 elementen in een rij
herkennen en verder zetten
Termen als ‘eerste, middelste, (voor)laatste,
vierde ...’ begrijpen
Hoeveelheden handig tellen door te turven
Positie bepalen en verwoorden met termen als
‘op, naast, voor, achter, boven, onder, links van,
rechts van …’
Bij de maaltafels van 5, 4, 2 en 10 het resultaat
correct invullen
De deeltafels van 5 en 4 uitvoeren en invullen
8
meten en metend
rekenen
Optellingen tot 100 van de vorm TE + E correct
uitvoeren
9 De in omloop zijnde muntstukken en biljetten
onderscheiden en benoemen: 1, 2, 5, 10, 20 en
50 cent, 1, 2, 5, 10, 20, 50 en 100 euro
De waarden van en verbanden tussen deze
munten en biljetten kennen
Het symbool € lezen
10 Het meetresultaat noteren na een meting met
natuurlijke maateenheden
11 Twee dingen kwalitatief vergelijken volgens
lengte
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
eindterm
VVKBaO
1.5
1.8
1.5
G11b
G12
G12
1.29
MK2
G38
1.8
1.9
OD 3.1
G37a
1.10
MK3c, d,
f
B17
1.10
B21
1.13
B10b
2.2
2.11
MR71a,
b
OD 2.6
MR9
OD 2.2
MR1
LES 105
getallenkennis
doelenverwijzing
getallen tot 100
lesdoelen
1
2
3
4
Natuurlijke getallen tot 100 lezen en
schrijven
Deze getallen snel terugvinden op het
100-veld (d.w.z. de conventie hanteren
dat een rangschikking, tenzij anders
afgesproken, verloopt van links naar
rechts en van boven naar onder)
De rangorde op het 100-veld aangeven
Toegeven dat je sommige getallen
moeilijk kunt lezen, schrijven of in het
100-veld plaatsen
8 van 10
eindterm
VVKBaO
1.5
G11b
1.8
1.5
1.8
SV 1.9
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G12
N I A
I
LES 106
bewerkingen
doelenverwijzing
E + TE (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen tot 100 van de vorm TE +
E correct uitvoeren
Inzien dat omkeringen toepassen bij
optellingen van de vorm E + TE de
opgaven vergemakkelijkt
Optellingen van de vorm E + TE
correct uitvoeren, met behulp van
blokjes, van het 100-veld en ‘uit het
hoofd’
Weten dat het belangrijk is uitkomsten
te controleren en fouten te verbeteren
4 van 9
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
1.13
B4a
B10b
1.13
B10b
leren
leren 4
DO3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 107
meten en
gewicht: kwalitatieve en
metend rekenen kwantitatieve eigenschappen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Door kijken en manipuleren twee
objecten vergelijken en classificeren,
steunend op één kwantificeerbare
eigenschap
Daarbij de begrippen ‘zwaar, zwaarder,
even zwaar, licht, lichter, even licht’
gebruiken
Door kijken en manipuleren meer dan
twee objecten in twee groepen
classificeren, steunend op één
kwantificeerbare eigenschap
Meerdere voorwerpen classificeren,
steunend op een combinatie van twee
kwantificeerbare eigenschappen, ze
vergelijken en ze in oplopende of
afnemende volgorde plaatsen, bv. van
zwaar naar licht
Leren schatten door concreet te
vergelijken
eindterm
VVKBaO
OD 2.1
OD 2.6
MR1
MR5
OD 2.1
MR1
OD 2.3
OD 2.4
MR6
leren
leren 4
DO1a,
b, c, d,
e, f, g
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 6
N I A
I
LES 108
meten en
gewicht: natuurlijke
metend rekenen maateenheden
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Het gewicht van voorwerpen bepalen
met behulp van natuurlijke
maateenheden, bv. met kastanjes,
knikkers
Objecten wegen met een nietconventionele maateenheid en ze na de
meting sorteren en rangschikken
Na het kiezen van een nietconventionele maateenheid het
maatgetal schatten en de schatting
vergelijken met het meetresultaat
Onderling overleggen naar aanleiding
van een groepsopdracht
2 van 6
eindterm
VVKBaO
2.1
2.8
MR7
2.2
2.3
MR10
2.1
2.2
2.6
2.8
SV 3
MR13
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 109
bewerkingen
doelenverwijzing
T + TE (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen van de vorm T + TE
uitvoeren en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen van de vorm T + TE paraat
uitvoeren en invullen
Inzichtelijk en flexibel de
oplossingsmethode T + T + E
toepassen bij optellingen van de vorm
T + TE
Inzien dat hardop of bij zichzelf
verwoorden een hulp kan zijn bij het
correct oplossen
5 van 9
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B10b
1.13
B10b
1.13
B11b
leren
leren 5
DO5a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 110
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + T (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen van de vorm TE + T
uitvoeren en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen van de vorm TE + T paraat
uitvoeren en invullen
Rekentaal in verband met optellingen
zoals ‘erbij, vermeerderen, plus,
samen, som …’ kennen en vlot
hanteren
Zich afvragen of de gevonden
oplossing realistisch is
6 van 9
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B10b
1.13
B10b
1.9
B1
leren
leren 4
DO3b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 111
meetkunde
doelenverwijzing
meetkundige figuren
lesdoelen
1
2
3
4
5
Begrippen als ‘recht, rond, gebogen,
gebroken, lijn, lijnstuk, rechte, punt,
rand, oppervlak, vorm, vierkant,
rechthoek, driehoek, cirkel …’
herkennen, benoemen en correct
gebruiken door voorwerpen te bekijken
en te manipuleren
Vlakke figuren volgens zelfgekozen
kenmerken vergelijken en classificeren
Begrippen als ‘zijde, overstaande zijde,
omtrek’ herkennen en benoemen
Vierkanten, rechthoeken en driehoeken
construeren door te vouwen, te
knippen, te tekenen, om te
structureren …
Daarbij een efficiënte werkwijze en
geschikte hulpmiddelen kiezen
Systematisch werken bij een
uitgebreide opdracht en geschikte,
efficiënte hulpmiddelen gebruiken
3 van 5
eindterm
VVKBaO
3.2
MK9a,
b, c, d
MK14
MK26
3.4
MK15
3.2
MK11a
3.4
MK14
MK17a
leren
leren 4
DO1c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 112
meetkunde
doelenverwijzing
meetkundige lichamen
lesdoelen
1
2
3
4
5
Vierkant, rechthoek, driehoek, cirkel
globaal herkennen en benoemen
Begrippen als ‘rond, driehoekig,
vierhoekig …’ correct gebruiken
De begrippen ‘hoogte’ en ‘basis’
herkennen en benoemen
Meetkundige lichamen onderzoeken en
globaal herkennen door voorwerpen uit
de omgeving te bekijken en te
manipuleren
Termen als ‘kubus, balk, bol …’
gebruiken
Meetkundige lichamen vergelijken en
classificeren volgens zelfgekozen
kenmerken
Meetkundige lichamen in de realiteit
herkennen
4 van 5
eindterm
VVKBaO
3.4
MK14
3.2
MK11a
3.2
MK26
3.2
MK15
leren
leren 6
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I
A
N
LES 113
getallenkennis
doelenverwijzing
tellen met sprongen van 1, 2
en 5
lesdoelen
1
2
3
4
Tellen en doortellen tot 100 met
sprongen van 1, 2 en 5
Terugtellen van 100 met sprongen van
1, 2 en 5
Als begeleider van andere
probleemoplossers fungeren
Verwoorden waarom een bepaalde
oplossingsweg werd gekozen
eindterm
VVKBaO
1.1
G6
1.1
G6
SV 3
DO8d
leren
leren 4
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 1
N I A
N
LES 114
meetkunde
doelenverwijzing
driedimensionale
voorstellingen
lesdoelen
1
2
3
De relatie leggen tussen
driedimensionale situaties en hun
voorstelling om zich te oriënteren in de
ruimte met tekeningen, foto's en
plattegronden
In een voorstelling aangeven vanuit
welk gezichtspunt iets gezien wordt
Met concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld de rol en het praktisch nut
van wiskunde in de maatschappij
illustreren
4 van 8
eindterm
VVKBaO
3.7
MK7a
3.1
MK5
leren
leren 6
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 115
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 3 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
In reële, betekenisvolle situaties
gedurige sommen met de hoeveelheid
3 uitvoeren, met losse blokjes, op een
100-veld en ‘uit het hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot
de maaltafel van 3 en deze
vermenigvuldigingen verwoorden met
de termen ‘keer’ en ‘maal’
De verschillende tafels kritisch
vergelijken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.13
B1
B17
1.9
1.10
B1
B3
B8c
leren
leren 6
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 4
N I A
N
LES 116
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 3 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
tafel van 3 uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op het 100-veld en ‘uit
het hoofd’
Bij de maaltafel van 3 het resultaat
onmiddellijk correct invullen
Tellen met sprongen van 3
Elkaars en eigen werk kritisch bekijken
en de juiste oplossingsstrategie
bespreken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B17
1.10
1.13
1.10
1.13
leren
leren 4
B17
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G39
DO3e
2 van 4
N I A
I
LES 117
getallenkennis
doelenverwijzing
numerieke verhoudingen
lesdoelen
1
Een numerieke verhouding vaststellen
2
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als aanduiding van een
verhouding
Het geleerde transfereren naar de eigen
leefwereld
3
1 van 4
eindterm
VVKBaO
1.21
G41
B53a
G9c
1.2
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO7c
N I A
N
LES 118
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 3 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
delingen door 3 uitvoeren, met losse
blokjes, op het 100-veld en ‘uit het
hoofd’
Inzien dat bij deling door 3 nagegaan
wordt hoeveel keer 3 in een
hoeveelheid gaat
Deze delingen verwoorden met de
begrippen ‘delen, keer, gedeeld door’
Daarbij het :-symbool benoemen,
noteren en hanteren
De verschillende tafels kritisch
vergelijken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
1.13
B2
B21
1.9
B1
B3c, d
leren
leren 6
DO5c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 4
N I A
N
LES 119
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 3 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel van 3 uitvoeren en
verwoorden volgens de
standaardprocedure, met losse blokjes,
op het 100-veld en ‘uit het hoofd’
Het resultaat bij de deeltafel van 3
onmiddellijk correct invullen
Elkaars en eigen werk kritisch bekijken
en de juiste oplossingsstrategie
bespreken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
leren
leren 4
DO1e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
I
LES 120
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + TE (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen van de vorm TE + TE
(zonder brug) uitvoeren en
verwoorden, met concrete materialen,
met schematische voorstellingen en ‘uit
het hoofd’
Enkelvoudige vraagstukken met
natuurlijke getallen oplossen
Rekenopdrachten paraat uitvoeren en
invullen
Hulp vragen en zich laten helpen
7 van 9
eindterm
VVKBaO
1.9
1.13
B1
B10b
4.2
B49a
1.13
B10b
SV 1.4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 121
meten en
metend rekenen
doelenverwijzing
oppervlakte
lesdoelen
1
2
3
4
Door kijken en manipuleren twee
vlakke figuren vergelijken en
classificeren steunend op één
kwantificeerbare eigenschap en daarbij
de begrippen ‘groot, groter, even
groot, klein, kleiner …’ gebruiken
Door kijken en manipuleren meer dan
twee vlakke figuren in twee groepen
classificeren steunend op één
kwantificeerbare eigenschap
Meerdere vlakke figuren classificeren
steunend op een combinatie van twee
kwantificeerbare eigenschappen
Deze vlakke figuren vergelijken en
ordenen volgens toenemende of
afnemende grootte
Ervaren en verwoorden dat sommige
handelingen niets veranderen aan de
grootte van dingen en andere wel
De gekozen oplossingswijze uitvoeren
1 van 4
eindterm
VVKBaO
OD 2.1
OD 2.2
MR1
MR5
OD 2.1
OD 2.2
MR1
OD 2.2
OD 2.3
OD 2.5
MR3
MR6
leren
leren 4
DO1c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 122
meten en
metend rekenen
doelenverwijzing
oppervlakte: natuurlijke
maateenheden
lesdoelen
1
2
3
4
De oppervlakte van voorwerpen
bepalen met behulp van natuurlijke
maateenheden en een oppervlakte
samenstellen uit twee of meer
oppervlaktes
De oppervlakte van voorwerpen
bepalen met niet-conventionele
maateenheden en ze sorteren en
rangschikken na meting
Na het kiezen van een nietconventionele maateenheid, het
maatgetal schatten en de schatting
vergelijken met het meetresultaat
Voorbeelden zoeken in de realiteit
(bv. De oppervlakte van het hinkelpad
is 20 tegels.)
2 van 4
eindterm
VVKBaO
OD 2.6
MR7
OD 2.6
MR10
2.1
2.2
2.4
2.8
leren
leren 6
MR13
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO7c
N I A
I
LES 123
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + TE (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen van de vorm TE + TE
(zonder brug) uitvoeren en
verwoorden, met concrete materialen,
met schematische voorstellingen en ‘uit
het hoofd’
Enkelvoudige vraagstukken met
natuurlijke getallen oplossen
Rekenopdrachten paraat uitvoeren en
invullen
Overbodige en bruikbare gegevens in
een vraagstuk onderscheiden
8 van 9
eindterm
VVKBaO
1.9
1.13
B1
B10b
4.2
B49a
1.13
B10b
leren
leren 3
DO2d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 124
bewerkingen
doelenverwijzing
aftrekken tot 20 zonder brug
lesdoelen
eindterm
VVKBaO
B12
B13a
B12
B13a
B12
B13a
DO6c
1
Aftrekken tot 20 (zonder overbrugging)
1.13
2
De resultaten bij aftrekkingen tot 20
(zonder brug) paraat kennen
Zonder en met tijdsdruk aftrekkingen
tot 20 correct oplossen en invullen
Verwoorden hoe presteren onder
tijdsdruk ervaren wordt
1.13
3
4
1.13
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 8
N I A
A
LES 125 - 130
doelenverwijzing
getallenkennis
evaluatie sprong 5
lesdoelen
1
2
meten en metend
rekenen
3
4
5
6
bewerkingen
meetkunde
Natuurlijke getallen tot 100 schrijven en in het
100-veld plaatsen
Tellen, doortellen en terugtellen met sprongen
van 1, 2 en 5
Door kijken twee objecten vergelijken en
classificeren, steunend op één kwantificeerbare
eigenschap
Daarbij de begrippen ‘zwaar, zwaarder, licht,
lichter’ gebruiken
Meerdere voorwerpen vergelijken en ze in
oplopende of afnemende volgorde plaatsen, bv.
van zwaar naar licht
De oppervlakte van voorwerpen bepalen met
behulp van natuurlijke maateenheden
Na het kiezen van een niet-conventionele
maateenheid het maatgetal schatten en de
schatting vergelijken met het resultaat
7
Optellingen tot 100 van de vormen TE + E
(zonder brug), TE + T, T + TE, TE + TE (zonder
brug) correct uitvoeren
8 Inzien dat omkeringen toepassen bij optellingen
van de vorm E + TE de opgaven vergemakkelijkt
9 Enkelvoudige vraagstukken met natuurlijke
getallen oplossen
10 De maal- en deeltafel van 3 uitvoeren en
invullen
11 Bij de maaltafels van 2, 4, 5 en 10 het product
correct invullen
12 Meetkundige vormen onderzoeken en globaal
herkennen en daarbij termen gebruiken als
‘rond, driehoekig, vierhoekig, recht, gebogen …’
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
eindterm
VVKBaO
1.5
1.8
1.1
G11b
G12
G6
OD 2.6
OD 2.1
MR1
MR5
OD 2.3
OD 2.4
MR6
OD 2.6
MR7
2.1
2.2
2.4
2.8
1.13
MR13
1.13
1.14
4.2
B4a
B10b
B49a
1.10
B17
B21
B17
1.10
3.2
B10b
MK14
MK26
LES 131
getallenkennis
doelenverwijzing
tientalligheid/
plaatswaardesysteem
lesdoelen
1
2
3
4
Inzicht verwerven in de tientalligheid
en het plaatswaardesysteem van ons
talstelsel
Natuurlijke getallen tot 100 schrijven
Hoeveelheden handig tellen door er
structuur in aan te brengen
Verwoorden dat je geregeld moet
herhalen als je iets echt wilt kennen
9 van 10
eindterm
VVKBaO
1.5
G10
G12
1.5
G11b
1.2
1.9
leren
leren 1
G37b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO1b
N I A
I
LES 132
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: optellen tot
100 (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen van de vormen TE + E, TE
+ T, TE + TE zonder brug uitvoeren en
verwoorden, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen onderscheiden als
oefeningen van de vorm TE + E, TE + T
of TE + TE
Optellingen van de vormen TE + E, TE
+ T, TE + TE zonder brug paraat
uitvoeren en invullen
Afbeeldingen gebruiken om
standaardprocedures beter te
onderscheiden
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
1.13
B10b
1.13
B10b
leren
leren 1
DO2f
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
9 van 9
N I A
I
LES 133
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – T
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen van de vorm TE – T
uitvoeren en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen van de vorm TE – T paraat
uitvoeren en invullen
Rekentaal in verband met aftrekkingen
zoals ‘wegdoen, verminderen, min,
verschil …’ kennen en vlot hanteren
Bij een probleem de opgave goed lezen
en met eigen woorden zeggen wat er
gevraagd wordt
1 van 5
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B13
1.13
B13
1.3
1.9
B1
B3
leren
leren 4
DO2b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
les 134
meten en
meten met natuurlijke
metend rekenen lengtematen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Oordeelkundig een niet-conventionele
maateenheid kiezen in functie van wat
men wil meten
Ervaren en inzien dat kleinere
maateenheden een nauwkeuriger
meting toelaten en, indien nodig,
veranderen van maateenheid tijdens
de meetactiviteit
De meetresultaten noteren
De nood aan standaardmaateenheden
ervaren
De begrippen ‘maat’, ‘maateenheid’ en
‘maatgetal’ kennen en gebruiken
Beseffen dat er een verschil is tussen
subjectieve ervaring en objectieve
meting van een grootheid
Meetactiviteiten in groep rustig
uitvoeren
7 van 14
eindterm
VVKBaO
2.1
2.3
MR11
2.2
MR9
MR11
MR16
2.1
2.3
MR15
MR17b
SV 1.5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
les 135
meten met de
meten en
standaardmaateenheden m en
metend rekenen
cm
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
eindterm
VVKBaO
De nood aan standaardmaateenheden
ervaren
Resultaten van lengtemeting
uitdrukken in meter en centimeter en
die maten noteren met hun symbool m
en cm
2.2
MR16
2.1
2.2
Lengtematen met meer dan één
maateenheid noteren (bv. 4 m 23 cm)
Meetactiviteiten in groep rustig
uitvoeren
2.2
MR17
MR19a,
b
MR29a
MR30a,
b
MR19b
SV 1.5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
8 van 14
N I A
N
LES 136
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafels van 2, 3, 4, 5 en 10
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal  10
vermenigvuldigen met 2, 3, 4, 5 of 10
Een getal uit de sprongenrij van x
delen door x, waarbij x gelijk is aan 2,
3, 4, 5 of 10
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
Thuis de aangeboden tafels zelfstandig
verder inoefenen
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
1.10
B21
1.11
B8b
leren
leren 3
DO5a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 4
N I A
I
LES 137
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – E (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen van de vorm TE – E
uitvoeren en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Aftrekkingen van de vorm TE – E
paraat uitvoeren en invullen
Analogie ontdekken en toepassen
tussen aftrekkingen <10 en
aftrekkingen tot 100 van de vorm TE –
E
Bij foutieve uitkomsten het
oplossingsproces achteraf evalueren
2 van 5
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B13
1.13
B13
1.14
B13
leren
leren 4
DO3c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 138
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – TE (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen van de vorm TE  TE
uitvoeren en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Aftrekkingen van de vorm TE  TE
paraat uitvoeren en invullen
Inzichtelijk en flexibel de
oplossingsmethode TE  T  E
toepassen bij aftrekkingen van de vorm
TE  TE
Voldoende concentratie opbrengen om
de tussenstappen bij de
oplossingsmethode vast te houden
3 van 5
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B13
1.13
B13
1.11
1.13
B14b
leren
leren 5
DO4d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 139
getallenkennis
doelenverwijzing
E, T en H - van getal naar
symbool en omgekeerd
lesdoelen
1
2
3
De termen en symbolen ‘eenheid’ (E),
‘tiental’ (T) en ‘honderdtal’ (H)
hanteren
Getallen omzetten in symbolen en
omgekeerd
Overbodige en noodzakelijke
informatie onderscheiden
10 van 10
eindterm
VVKBaO
1.9
G11g, h
1.9
G11a,
g, h
DO2d
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 140
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafels van 2, 3, 4, 5 en 10
lesdoelen
1
2
3
4
5
Een natuurlijk getal  10
vermenigvuldigen met 2, 3, 4, 5 of 10
Een getal uit de sprongenrij van x
delen door x waarbij x = 2, 3, 4, 5 of
10
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
Weten dat vermenigvuldiging en deling
omgekeerde bewerkingen zijn en de
omgekeerde bewerking toepassen als
controlemiddel
Een oplossingsweg kiezen en
rechtvaardigen
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
1.10
B21
1.11
B8b
1.11
B8b
leren
leren 4
DO3c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 4
N I A
I
LES 141
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – TE (zonder brug)
lesdoelen
1
2
3
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen van de vorm TE – TE
uitvoeren en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen van de vorm TE – TE
paraat uitvoeren en invullen
Niet-relevante gegevens buiten
beschouwing laten
4 van 5
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B13
1.13
B13
leren
leren 4
DO1a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 142
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: aftrekken
zonder brug
lesdoelen
1
2
3
4
Aftrekkingen van de vormen TE – E, TE
– T en TE – TE uitvoeren en
verwoorden, met concrete materialen,
met schematische voorstellingen en ‘uit
het hoofd’
Aftrekkingen onderscheiden als een
oefening van de vorm TE – E, TE – T of
TE – TE
Aftrekkingen van de vormen TE – E, TE
– T en TE – TE paraat uitvoeren en
invullen
Afbeeldingen gebruiken om
standaardprocedures beter te
onderscheiden
eindterm
VVKBaO
1.13
B13
B14b
1.13
B13
B14b
1.13
B13
B14b
leren
leren 1
DO2f
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
5 van 5
N I A
IA
LES 143
meten en
oppervlakte: werken met
metend rekenen standaardmaateenheden
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Het meetresultaat noteren na een
meting met natuurlijke maateenheden,
bv. door te turven
De oppervlakte van een rechthoekige
vlakke figuur meten door die te
bedekken met vierkantjes van bv.
1 cm²
De term ‘oppervlakte’ gebruiken
Beseffen dat er een verschil is tussen
subjectieve ervaring en objectieve
meting van een oppervlakte
Tijdens het meten ordelijk,
systematisch en nauwkeurig werken
3 van 4
eindterm
VVKBaO
2.1
MR9
2.9
MR36
2.3
MR15
leren
leren 5
DO7k
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 144
meten en
oppervlakte omstructureren
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Het verband tussen de grootte van de
maateenheid en de grootte van het
maatgetal ervaren, inzien en
verwoorden
Ervaren en verwoorden dat
oppervlaktes gelijk kunnen blijven, ook
als de vorm van het object verandert
Oppervlaktes omstructureren om ze
beter te kunnen vergelijken
Eenvoudige puzzeloefeningen maken
en daar plezier aan beleven
eindterm
VVKBaO
2.1
2.6
MR12
OD 2.5
2.1
MR3
2.9
MR3
OD 3.3
MK44
DO4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
N
LES 145
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafels van 2, 3, 4, 5 en 10
lesdoelen
1
2
3
4
Het resultaat van de maal- en
deeltafels van 2, 3, 4, 5 en 10
onmiddellijk correct invullen
Tellen met sprongen van 2, 3, 4, 5 of
10
Inzichten met betrekking tot de maalen deeltafels van 2, 3, 4, 5 en 10
hanteren in contexten en vraagstukjes
De omgekeerde bewerking (delen of
vermenigvuldigen) toepassen als
controlemiddel
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
B21
1.1
G6
G39
B2
B3
4.2
1.11
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B8a
DO1d
3 van 4
N I A
I
LES 146
getallenkennis
doelenverwijzing
structuur aanbrengen om tot
een schatting te komen
lesdoelen
1
2
3
4
Hoeveelheidsbegrippen hanteren die
een benadering van een exact aantal
weergeven: veel, weinig, sommige,
geen (niets), alle(s), allemaal, een
beetje, enkele, een paar, ongeveer,
bijna, ruim …
Strategieën hanteren om structuur aan
te brengen in ongestructureerde
hoeveelheden om zo tot een schatting
van het aantal te komen
In betekenisvolle situaties weten
wanneer een schatting of een
benaderende aanduiding zinvoller is
dan een precieze meting
Over kritische zin beschikken: de
aangeboden informatie bevragen
eindterm
VVKBaO
OD 1.1
G1a, b
1.17
G1
G37
1.28
MR79
leren
leren 5
DO1a
DO2e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 2
N I A
N
LES 147
meetkunde
doelenverwijzing
spiegelingen
lesdoelen
1
2
3
4
Spiegelbeelden en symmetrie
ontdekken in de omgeving door een
spiegel te gebruiken
Daarbij de termen ‘spiegelbeeld’ en
‘spiegelas’ hanteren
Spiegelbeelden en symmetrie
ontdekken in vlakke figuren door te
vouwen
Daarbij de termen ‘spiegelbeeld’ en
‘spiegelas’ hanteren
Een efficiënte werkwijze en geschikte
hulpmiddelen kiezen bij opdrachten
Elkaars en eigen werk kritisch bekijken
en controleren
3 van 5
eindterm
VVKBaO
3.6
MK36A
MK37
3.6
MK36A
MK37
MK48
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO3e
N I A
N
LES 148
meetkunde
doelenverwijzing
gelijkheid van vorm en grootte
lesdoelen
1
2
3
4
Gelijkheid van vorm en grootte
ontdekken in de omgeving
Twee geometrische vlakke figuren
vergelijken door ze op elkaar te leggen
en kijken of ze gelijk zijn, of ze elkaar
volledig bedekken
Op geruit papier eenvoudige figuren
van gelijke vorm en gelijke grootte
tekenen
Daarbij een efficiënte werkwijze en
geschikte hulpmiddelen kiezen en
gebruiken
Reflecteren op het eigen
oplossingsgedrag
eindterm
VVKBaO
3.6
MK39
MK41
MK39
MK41
3.6
3.6
MK40
MK48
leren
leren 4
DO3e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 5
N I A
N
LES 149
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafels van 2, 3, 4, 5 en 10
lesdoelen
1
2
3
4
Het resultaat van de maal- en
deeltafels van 2, 3, 4, 5 en 10
onmiddellijk correct invullen
Zonder en met tijdsdruk delingen en
vermenigvuldigingen van de tafels van
2, 3, 4, 5 en 10 correct oplossen en
invullen
In een vergelijking de
vergelijkingstekens <, > of = invullen
Eigen sterke en zwakke kanten kennen
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
B21
1.10
B17
B21
1.6
G1d
leren
leren 4
DO6b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
A
LES 150
bewerkingen
doelenverwijzing
optellen tot 20 (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Natuurlijke getallen tot 20 optellen met
overbrugging van het tiental
Bij optellingen tot 20 met overbrugging
van het tiental de resultaten paraat
kennen
Zonder en met tijdsdruk optellingen tot
20 correct oplossen en invullen
Ongelijk toegeven, kritiek beluisteren
en eruit leren
4 van 8
eindterm
VVKBaO
1.13
B9b
B10a
B9b
B10a
1.13
1.13
SV
1.9
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B9b
B10a
N I A
A
LES 151 - 156
doelenverwijzing
getallenkennis
evaluatie sprong 6
lesdoelen
1
2
3
meetkunde
4
5
bewerkingen
6
7
8
9
meten en metend
rekenen
eindterm
VVKBaO
Hoeveelheden handig tellen door te structureren
in een 100-veld
Natuurlijke getallen tot 100 schrijven
1.2
1.5
1.5
G12
G37b
G11b
Ongestructureerde hoeveelheden schatten door
handig te groeperen
Gelijkheid van vorm en grootte ontdekken in
vlakke figuren
Het juiste spiegelbeeld ontdekken tussen
meerdere figuren, met behulp van een spiegel
Optellingen van de vormen TE + E, TE + T en TE
+ TE zonder brug paraat uitvoeren en invullen
Aftrekkingen van de vormen TE  E, TE  T en
TE  TE zonder brug paraat uitvoeren en
invullen, ook met rekentaal in verband met
aftrekken
Gedurige sommen met de termen 3 en 4
oplossen
1.17
G37b
3.6
MK39b
3.6
MK36a
1.13
B10b
1.3
1.13
B3c
B13b
1.1
Het symbool x of : correct invullen
1.6
1.9
1.10
B10
G6
G39
B3d
10 Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5 en 10 het
resultaat correct invullen
11 De deeltafels van 2, 3, 4, 5, en 10 uitvoeren en
invullen
12 Enkelvoudige vraagstukken met natuurlijke
getallen oplossen, rekening houdend met
overbodige gegevens
13 Resultaten van lengtemeting schatten en
uitdrukken in m en cm
Een passende standaardmaateenheid kiezen
14 De oppervlakte van rechthoekige vlakke figuren
meten door ze te bedekken met vierkantjes van
1 cm²
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B17
1.13
B21
4.2
B49a
DO1a
2.1
2.2
MR9
MR21
MR30
MR36
2.9
summatieve toets
doelenverwijzing
getallenkennis
lesdoelen
1
Getallen op een getallenas plaatsen
2
Natuurlijke getallen tot 100 lezen en schrijven
3
Natuurlijke getallen ordenen en in een
honderdveld plaatsen
Inzicht hebben in de rangorde van de getallen,
op de getallenas en in woordelijke uitdrukkingen
Hoeveelheden handig tellen door te turven
4
5
6
bewerkingen
7
Optellingen en aftrekkingen tot 20 paraat
uitvoeren en invullen
9
Optellingen en aftrekkingen tot 100 van de
vormen T + E / E + T / T + T / TE + E (zonder
brug) / TE + T / T + TE / TE + TE en T – T
uitvoeren en invullen
De maal- en deeltafels van 2, 3, 4, 5 en 10
uitvoeren en invullen
Weten dat een bedrag uitgedrukt kan worden in
euro en daarbij de term ‘euro’ gebruiken
De in omloop zijnde muntstukken en biljetten
onderscheiden en benoemen: 1, 2, 5, 10, 20 en
50 cent, 1, 2, 5, 10, 20, 50 en 100 euro
De verbanden tussen en de waarden van deze
munten en biljetten kennen
Het symbool € lezen
Twee of meer recipiënten vergelijken en
classificeren steunend op één kwantificeerbare
eigenschap en daarbij de begrippen ‘vol, leeg’
gebruiken
Door kijken twee objecten vergelijken en
classificeren steunend op één kwantificeerbare
eigenschap en daarbij de begrippen ‘zwaar,
zwaarder, licht, lichter’ gebruiken
Meerdere voorwerpen vergelijken en ze in
afnemende volgorde plaatsen, bv. van zwaar
naar licht
Resultaten van lengtemeting schatten en
uitdrukken in m en cm
De oppervlakte van rechthoekige vlakke figuren
meten door ze te bedekken met vierkantjes van
1 cm²
Begrippen als ‘punt, lijnstuk, rechte lijn,
gebogen lijn, gebroken lijn’ herkennen en
benoemen
De positie van voorwerpen ten opzichte van
elkaar bepalen en verwoorden met termen als
‘op, naast, voor, na, achter, boven, onder, links
van, rechts van, tegen, tegenover …’
Meetkundige vormen – vierkant, rechthoek,
driehoek en cirkel – onderzoeken en globaal
herkennen
11
12
13
14
15
16
17
meetkunde
Tellen, doortellen en terugtellen met sprongen
van 1, 2 en 5
Splitsingen paraat invullen
8
10
meten en metend
rekenen
einde eerste trimester
18
19
20
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
eindterm
VVKBaO
1.2
1.5
1.8
G12
1.5
1.5
1.8
1.9
1.1
1.10
1.13
1.10
1.13
1.13
1.10
2.2
2.11
2.2
2.11
G10
G11b
G12
G2a
G12
G37a
G6
G13a
B9b
B10a
B12
B13a
B10b
B13b
B17
B21
MR71a
MR71
a, b
2.1
2.6
MR1
MR5
OD 2.1
OD 2.6
MR1
MR5
OD 2.3
OD 2.4
MR6
2.1
2.2
2.9
MR30
a, b
MR36
3.1
3.2
MK9
a, c
3.1
3.7
MK1
MK3
3.4
MK14
21 Het juiste spiegelbeeld ontdekken tussen
meerdere figuren, met behulp van een spiegel
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3.6
MK36a
LES 157
bewerkingen
doelenverwijzing
aanvullen tot een zuiver tiental
lesdoelen
1
De getallen tot 10 splitsen
2
TE mondeling aanvullen tot het
volgende zuivere tiental
3
Oefeningen van de vorm TE + … = T
herkennen en oplossen
Kritisch over aangeboden informatie
nadenken
4
eindterm
VVKBaO
1.10
1.13
1.11
1.13
1.14
1.13
1.14
leren
leren 3
G13a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B11b
B11b
DO2c
1 van 6
N I A
N
LES 158
getallenkennis
doelenverwijzing
blokgrafieken
lesdoelen
1
2
3
Reeksen voorwerpen voorstellen in een
blokgrafiek
De verschillende reeksen benoemen,
waarbij 1 teken gelijk is aan 1
voorwerp
Kwantitatieve gegevens aflezen van
een blokgrafiek en er eenvoudige
berekeningen mee uitvoeren, waarbij 1
teken gelijk is aan 1 voorwerp
Bij een gegeven grafiek zelf één of
meer vragen formuleren.
3 van 6
eindterm
VVKBaO
1.8
G40a
1.8
G40a
leren
leren 3
DO2c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 159
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + E (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen van de vorm TE + E met
overbrugging van een tiental (som ≤
100) uitvoeren en verwoorden, met
concrete materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen van de vorm TE + E met
brug paraat uitvoeren en invullen
Het startgetal TE aanvullen tot een
zuiver tiental
Een realistische toepassingssituatie
uitbeelden
2 van 6
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B10b
1.13
B10b
1.13
1.14
leren
leren 6
B11b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B2
B3
N I A
N
LES 160
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + E (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen van de vorm TE + E
uitvoeren en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen van de vorm TE + E paraat
uitvoeren en invullen
In functie van optellingen van de vorm
TE + E getallen aanvullen tot een
zuiver tiental
Reflecteren op het eigen
oplossingsproces
3 van 6
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B10b
1.13
B10b
1.13
1.14
B11b
leren
leren 4
DO3c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 161
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 8 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
gedurige sommen met de hoeveelheid
8 uitvoeren, met losse blokjes, op het
100-veld en ‘uit het hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot
de maaltafel van 8 en deze
vermenigvuldigingen verwoorden met
de begrippen: ‘keer, maal,
vermenigvuldigen, product’
Commutativiteit herkennen
Verwoorden waarom een bepaalde
oplossingsweg gekozen werd
eindterm
VVKBaO
1.9
1.13
B1
B17
1.10
1.9
B1
B3
B8c
1.13
1.14
leren
leren 4
B4c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO4a
1 van 4
N I A
N
LES 162
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 8 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
tafel van 8 uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op een 100-veld en ‘uit
het hoofd’
Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 8 en
10 het resultaat onmiddellijk correct
invullen
Tellen met sprongen van 8
Zich inleven in de situatie door die
aandachtig te bevragen en met de
realiteit te vergelijken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B17
1.10
1.13
B17
1.10
1.13
leren
leren 4
G39
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO1a
2 van 4
N I A
I
LES 163
meten en
natuurlijke maateenheden
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Oordeelkundig een niet-conventionele
maateenheid kiezen in functie van wat
men wil wegen
Na het kiezen van de maateenheid het
maatgetal schatten en de schatting
vergelijken met het meetresultaat
Ervaren en inzien dat kleinere
maateenheden een nauwkeuriger
weging mogelijk maken en, zo nodig,
tijdens de meetactiviteit van
maateenheid veranderen.
De resultaten van de meetactiviteit
noteren
De begrippen ‘maat’, ‘maateenheid’ en
‘maatgetal’ kennen en gebruiken
Beseffen dat er een verschil is tussen
subjectieve ervaring en objectieve
meting van een grootheid
Weegactiviteiten in groep eerlijk
verdelen en rustig uitvoeren
eindterm
VVKBaO
2.1
2.8
MR13
MR11
OD 2.6
2.2
MR11
MR9
2.2
MR17b
MR15
SV 1.5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 6
N I A
N
LES 164
gewichten: de
meten en
standaardmaateenheden kg en
metend rekenen
g
doelenverwijzing
lesdoelen
eindterm
VVKBaO
1
De nood aan standaardmaten ervaren
2.2
MR16
2
Wegen met standaardmaateenheden
en met zelfgemaakte geijkte gewichten
van 100 g
De resultaten uitdrukken in kilogram
en gram en noteren met de symbolen
kg en g
Gewichten met meer dan één
maateenheid noteren (bv. 2 kg 300 g)
Weegactiviteiten in groep eerlijk
verdelen en rustig uitvoeren
2.1
2.2
MR14
MR17a
MR22
MR61
MR62
MR63
MR19
a, b
3
4
2.2
SV 1.5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 6
N I A
N
LES 165
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 8 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
delingen door 8 uitvoeren, met losse
blokjes, op het 100-veld en ‘uit het
hoofd’
Inzien dat er bij een deling door 8
nagegaan wordt hoeveel keer 8 in een
hoeveelheid gaat
Deze delingen verwoorden met de
begrippen ‘delen, keer, gedeeld door’
en daarbij het :-symbool benoemen,
noteren en hanteren
Een ander oplossingsproces plannen
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
1.13
B2
B21
1.9
B1
B3c, d
leren
leren 4
DO3c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 4
N I A
N
LES 166
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 8 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel van 8 uitvoeren en
verwoorden volgens de
standaardprocedure, met losse blokjes,
op een 100-veld en ‘uit het hoofd’
Het resultaat bij de deeltafel van 8
onmiddellijk correct invullen
Hiaten opvullen tijdens de
reproductiefase door tafels te
memoriseren
De opgedane kennis zelfstandig
evalueren
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
1.10
B21
leren
leren 2
DO3c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
I
LES 167
getallenkennis
doelenverwijzing
functies van getallen
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als aanduiding van een
hoeveelheid
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als aanduiding van een
rangorde
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als aanduiding van een
verhouding
Meervoudige opdrachten bedenken,
actief luisteren naar opdrachten van
anderen en ze uitvoeren
1 van 8
eindterm
VVKBaO
1.2
G9a
1.2
G9b
1.2
G9c
SV 2
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 168
bewerkingen
doelenverwijzing
aftrekken van en tot een
zuiver tiental
lesdoelen
1
2
3
4
Splitsingen tot 10 paraat uitvoeren en
getallen tot 100 vlot splitsen in het
zuivere tiental en de eenheden
Aftrekkingen tot een zuiver tiental
uitvoeren, met concreet materiaal,
schematisch en abstract
Aftrekkingen van een zuiver tiental
uitvoeren, met concreet materiaal,
schematisch en abstract
Bij eenvoudige opdrachten
geconcentreerd blijven werken om
slordigheidsfouten te vermijden
1 van 4
eindterm
VVKBaO
1.10
1.13
G13a, b
B14b
1.13
1.14
B13
B14b
1.13
1.14
B13
B14b
leren
leren 6
DO4d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 169
meten en
tijd: relatief/subjectief
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Bij vergelijking van twee bekende
activiteiten verwoorden welke het
kortst en welke het langst duurt
Op grond van ervaring beseffen dat
tijdsduur (lang/kort) een relatief en
subjectief begrip is
Het verschil ervaren en verwoorden
tussen heel traag en traag, heel snel
en snel
Bij tijdsbeleving een concreet
voorbeeld uit de eigen leefwereld
formuleren
1 van 8
eindterm
VVKBaO
OD 2.8
MR15
MR15
OD 2.1
MR15
leren
leren 6
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 170
meten en
metend rekenen
doelenverwijzing
kalenders
lesdoelen
1
2
3
4
Verschillende kalenders hanteren:
maandkalender, jaarkalender
De maanden van het jaar, het aantal
dagen van een maand en de begrippen
‘vandaag, gisteren, morgen …, vorige,
volgende …’ gebruiken en verwoorden
De datum voluit lezen en terugvinden
op een kalender
Reflecteren op het gebruik van de
kalender in de eigen leefwereld
2 van 8
eindterm
VVKBaO
2.3
MR70
2.1
MR66a,
b, c, d, e
2.2
MR67a
leren
leren 6
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 171
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – E (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen van de vorm TE – E met
overbrugging van een tiental uitvoeren
en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Aftrekkingen van de vorm TE – E met
brug paraat uitvoeren en invullen
Het juiste aantal E aftrekken van het
startgetal TE om een zuiver tiental te
bekomen
In samenspraak met anderen een fout
in het oplossingsproces herstellen
2 van 4
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B13
1.13
B13
1.13
1.14
B14b
leren
leren 4
DO1c, e
DO3a, b,
c, d
DO6c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 172
LES 173
getallenkennis/
bewerkingen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
5
6
4 en 5
van 10
initiatie stambreuken
In concrete situaties verdelingen in 2
en 4 gelijke delen maken:
van een continue grootheid: als een
deel van … (bv. een appel in 4
verdelen)
van hoeveelheden: als resultaat van
een verdeling
In concrete situaties hoeveelheden in 2
verdelen waarbij de verdeling een rest
geeft
De begrippen ‘halveren, de helft,
verdubbelen, het dubbel, een vierde,
een kwart, even, oneven’ correct
hanteren
Bij elkaar controleren of een opdracht
correct wordt uitgevoerd
eindterm
VVKBaO
1.3
1.4
B1
B2a
G14a, d
1.3
1.4
B22b
1.4
B1
B15
B20
G14d
Do3c
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 174
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – E (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen van de vorm TE – E met
overbrugging van een tiental uitvoeren
en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Aftrekkingen van de vorm TE – E met
brug paraat uitvoeren en invullen
Getallen aftrekken van een zuiver
tiental in functie van aftrekkingen van
de vorm TE – E
Reflecteren op de eigen oplossingsweg
3 van 4
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B13
1.13
B13
1.13
1.14
B14b
leren
leren 5
DO1c
DO3e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 175
LES 176
meetkunde
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
5 en 6
van 8
blokkenconstructies
Constructies uitvoeren aan de hand
van verbaal gegeven voorschriften
De relatie leggen tussen
driedimensionale situaties en hun
voorstellingen om zich te oriënteren in
de ruimte
Een driedimensionale
blokkenconstructie nabouwen met een
tweedimensionale afbeelding als model
Reflecteren op het eigen
oplossingsproces
eindterm
VVKBaO
3.7
MK44
3.7
MK7
3.7
MK7
MK44
leren
leren 5
DO3e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 177-182
evaluatie sprong 7
doelenverwijzing
lesdoelen
getallenkennis
eindterm
VVKBaO
1
De begrippen ‘halveren, de helft, verdubbelen,
het dubbel, een vierde, een kwart’ correct
hanteren
1.4
2
Een natuurlijk getal interpreteren en gebruiken
als aanduiding van een hoeveelheid en een
rangorde
Gevarieerde hoeveelheidsaanduidingen in een
blokgrafiek aflezen en interpreteren
Constructies nabouwen aan de hand van een
afbeelding en het aantal gebruikte blokken per
bouwsel noteren
Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 8 en 10 het
resultaat correct invullen
De deeltafel van 8 uitvoeren en invullen
1.2
B1
B15
B20
G14d
G9a, b
1.8
G40a
3.7
MK44
1.10
B17
1.10
B21
1.10
1.11
1.11
1.13
1.14
1.11
1.13
1.14
B8b
3
meetkunde
4
bewerkingen
5
6
7
8
9
10
meten en metend
rekenen
11
12
13
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
In functie van de standaardprocedure bij
optellingen van de vorm TE + E (met brug)
getallen aanvullen tot een zuiver tiental
In functie van de standaardprocedure bij
aftrekkingen van de vorm TE – E (met brug)
aftrekkingen tot een zuiver tiental paraat
oplossen en getallen aftrekken van een zuiver
tiental
Optellingen van de vorm TE + E en
aftrekkingen van de vorm TE – E, beide met
brug, paraat uitvoeren en invullen
Gewichten met meer dan één maateenheid
noteren
Meetresultaten met natuurlijke maateenheden
noteren
De maanden van het jaar, de dagen van de
week en de begrippen ‘vandaag, gisteren,
morgen’ gebruiken
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B11b
B13b
B14b
1.13
B10b
B13b
2.2
MR19b
2.2
MR9
2.1
MR66a,
b, c
LES 183
meten en
de klok: het uur en het halfuur
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
De tijd aflezen op een wijzerklok: het
uur en het halfuur
De tijd aanduiden op een wijzerklok:
het uur en het halfuur
In betekenisvolle situaties eenvoudige
uurtabellen lezen en interpreteren
Vragen bedenken bij een tabel waarop
het antwoord in die gegevens te vinden
is
eindterm
VVKBaO
2.2
2.12
2.2
2.12
2.2
4.2
leren
leren 2
MR69a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MR69a
MR82
3 van 8
N I A
I
LES 184
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + E (met brug), ook met 3
getallen
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen van de vorm TE + E met
overbrugging van het tiental (som
≤ 100) schematisch en ‘uit het hoofd’
uitvoeren
Meer dan 2 natuurlijke getallen van de
vorm T + E + E volgens de
standaardprocedure bij elkaar optellen
Concreet ontdekken dat de optelling
commutatief is
De tussenstappen om tot een oplossing
te komen correct verwoorden
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
1.13
B10b
1.14
B4a
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 6
N I A
N
LES 185
getallenkennis
doelenverwijzing
strategie voor kans- en
verhoudingsproblemen
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als aanduiding van een
verhouding
Een passende strategie beheersen om
verhoudings- en kansproblemen op te
lossen, bv. door gegevens te schikken
in een verhoudingstabel of -rooster
De gegevens van een verhoudingstabel
of -rooster correct aflezen
Aan de hand van bepaalde gegevens
met wat creativiteit en
inlevingsvermogen raden wat gemaakt
wordt
2 van 4
eindterm
VVKBaO
1.2
G9c
1.21
G41
B55
1.8
G40
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 186
bewerkingen
doelenverwijzing
E + TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen tot 100 van de vorm E +
TE zonder brug correct uitvoeren
Inzien dat omkeringen toepassen bij
optellingen van de vorm E + TE de
opgaven vergemakkelijkt
Na het omkeren optellingen van de
vorm E + TE met brug correct
uitvoeren, met concreet materiaal, op
het 100-veld en ‘uit het hoofd’
De juiste tussenstappen in de juiste
volgorde zetten (eerst omkeren, dan
splitsen) om optellingen van de vorm E
+ TE correct uit te voeren
5 van 6
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
1.14
B4a
1.13
B10b
leren
leren 5
DO1c
DO2i, j
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 187
meetkunde
doelenverwijzing
hoeken
lesdoelen
1
2
3
4
Het begrip ‘hoek’ ervaren, ontdekken
en herkennen door zich te bewegen in
de ruimte, te kijken naar en te
handelen met voorwerpen en
meetkundige figuren
De begrippen ‘hoek, hoekpunt, benen’
correct hanteren
Rechte, stompe en scherpe hoeken
herkennen en benoemen
Vragen over de realiteit met kritische
zin en gezond verstand beantwoorden
5 van 5
eindterm
VVKBaO
3.1
MK12
3.1
MK13a
3.2
MK13c
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 188
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + E / E + TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen tot 100 van de vormen E +
TE en TE + E zonder brug correct
uitvoeren
Schematisch en abstract optellingen
van de vormen TE + E en E +TE met
brug uitvoeren
Optellingen van de vormen TE + E en
E + TE van elkaar onderscheiden,
uitvoeren en invullen
Geconcentreerd doorwerken aan een
langere opdracht
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
1.13
B10b
1.13
B10b
leren
leren 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
6 van 6
N I A
I
LES 189
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 6 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
gedurige sommen met de hoeveelheid
6 uitvoeren, met losse blokjes, op het
100-veld en ‘uit het hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot
de maaltafel van 6
Deze vermenigvuldigingen verwoorden
met de begrippen ‘keer, maal,
vermenigvuldigen, product’
De commutativiteit bij
vermenigvuldigingen herkennen
Na vergelijking van verschillende
oplossingswegen de oplossing kiezen
die het meest geschikt lijkt
eindterm
VVKBaO
1.9
1.13
B1
B17
1.9
1.10
B1
B3
B8c
1.13
1.14
leren
leren 5
B4c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO4a
1 van 4
N I A
N
LES 190
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 6 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
tafel van 6 uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op een 100-veld en ‘uit
het hoofd’
Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 6, 8 en
10 het resultaat onmiddellijk correct
invullen
Tellen met sprongen van 6
Met concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld het praktisch nut van
vermenigvuldigingen in de
maatschappij aangeven
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B17
1.10
1.13
B17
1.10
1.13
4.3
G39
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO7
2 van 4
N I A
I
LES 191
LES 192
meten en
temperatuur
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Beseffen dat temperatuur een relatief
en subjectief begrip is en ‘koud, lauw,
warm’ ervaren
Weten dat de thermometer het
instrument is om temperatuur objectief
te meten
Positieve en negatieve temperaturen
meten en aflezen op een thermometer
Temperatuurverschillen vaststellen,
berekenen (uitsluitend met positieve
temperaturen) en correct noteren
Daarbij het symbool °C gebruiken
Reflecteren op de eigen leefwereld
1 en 2 van 2
eindterm
VVKBaO
OD 2.1
MR15
OD 2.1
2.5
MR24
2.1
2.2
2.5
MR23
MR73
MR74
MR88
G28
4.2
4.3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 193
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 6 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
delingen door 6 uitvoeren, met losse
blokjes, op het 100-veld en ‘uit het
hoofd’
Inzien dat er bij een deling door 6
nagegaan wordt hoeveel keer 6 in een
hoeveelheid gaat
Deze delingen verwoorden met de
begrippen ‘delen, keer, gedeeld door’
en daarbij het :-symbool benoemen,
noteren en hanteren
Na een inleiding ontdekken wat het
onderwerp en de inhoud van de les
zullen zijn
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
1.13
B2
B21
1.9
B1
B3c, d
leren
leren 1
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 4
N I A
N
LES 194
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 6 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel van 6 uitvoeren en
verwoorden volgens de
standaardprocedure, met losse blokjes,
op een 100-veld en ‘uit het hoofd’
Het resultaat bij de deeltafel van 6
onmiddellijk correct invullen
Tijdens de reproductiefase hiaten
opvullen door tafels te memoriseren
Met elkaars hulp moeilijke
deeltafeloefeningen memoriseren
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
1.10
B21
leren
leren 1
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
I
LES 195
getallenkennis
doelenverwijzing
tabellen en grafieken:
herhaling
lesdoelen
1
2
3
4
Hoeveelheden handig tellen door te
turven
Kwantitatieve gegevens aflezen van
een beeldgrafiek en er eenvoudige
bewerkingen mee uitvoeren
Kwantitatieve gegevens aflezen van
een blokgrafiek en er eenvoudige
bewerkingen mee uitvoeren
Een goede voorstelling maken van een
wiskundig contextprobleem
4 van 6
eindterm
VVKBaO
1.8
1.9
1.8
G37a
1.8
G40a
4.1
DO1a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G40a
N I A
I
LES 196
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – E (met brug), ook met 3
getallen
lesdoelen
1
2
3
4
Aftrekkingen van de vorm TE – E met
overbrugging van het tiental uitvoeren,
schematisch en ‘uit het hoofd’
Volgens de standaardprocedure
aftrekkingen met meer dan 2
natuurlijke getallen van de vorm TE – E
– E uitvoeren
Concreet ontdekken dat de aftrekking
niet commutatief is
De tussenstappen om tot een oplossing
te komen correct verwoorden
eindterm
VVKBaO
1.13
B13
1.13
1.14
B13
1.14
B4b
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
N
LES 197
getallenkennis
doelenverwijzing
geldwaarden met
kommagetallen
lesdoelen
1
2
3
4
Alle geldige en gebruikelijke
muntstukken en biljetten tot € 100
benoemen
Kommagetallen met hoogstens 2
decimalen lezen om geldwaarden in
euro te begrijpen, bv. € 4,25 lezen als
4 komma 25 euro of 4 euro en 25 cent
De euro als maateenheid hanteren en
de symbolen € en EUR gebruiken
Het reclameblaadje in het werkschrift
op realiteitswaarde beoordelen
I
eindterm
VVKBaO
2.2
2.11
G19
MR71a
2.2
2.11
G19
MR71b
2.2
2.11
leren
leren 6
G19
MR71c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
LES 198
meten en
de euro: gepast betalen en
metend rekenen wisselen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Prijzen in euro met 2 cijfers na de
komma en de symbolen € en EUR lezen
en noteren
Benaderende prijzen kennen van
voorwerpen binnen de eigen
interessesfeer
Munten en biljetten gebruiken om
gepast te betalen en om te wisselen
De procedure met betrekking tot
gepast betalen en wisselen toepassen
in betekenisvolle situaties, zowel
binnen als buiten de klas
eindterm
VVKBaO
2.2
2.11
MR71
G19
2.3
2.8
2.2
2.11
4.2
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MR72
MR88
4 van 6
N I A
N
LES 199
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: TE + E / E + TE/
TE – E (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen van de vormen TE + E en
E + TE en aftrekkingen van de vorm TE
– E uitvoeren en verwoorden, met
schematische voorstellingen en ‘uit het
hoofd’
Optellingen van de vorm TE + E en E +
TE van elkaar onderscheiden
Optellingen van de vormen TE + E en
E + TE en aftrekkingen van de vorm TE
– E paraat uitvoeren en invullen
Verwoorden welke oplossingswijze en
welke deelstappen gevolgd werden om
tot een oplossing te komen.
eindterm
VVKBaO
1.13
B10
B13
1.13
B10
1.13
B10
B13
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 2
N I A
I
LES 200
meten en
de euro: betalen en
metend rekenen teruggeven
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
De in omloop zijnde munten en
bankbiljetten tot € 100 onderscheiden
en benoemen
Op verschillende manieren eenzelfde
bedrag betalen en de meest gepaste
betalingswijze kiezen
Biljetten en munten gebruiken om te
betalen, om terug te geven (op twee
manieren: aftrekken en doortellen) en
om na te tellen
Door verschillende oplossingswegen te
vergelijken die oplossing kiezen die het
meest bruikbaar is
5 van 6
eindterm
VVKBaO
2.2
2.11
MR71
2.11
MR72
2.11
MR72
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 201
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: TE + E / E + TE/
TE – E (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen van de vormen TE + E en
E + TE en aftrekkingen van de vorm TE
– E uitvoeren en verwoorden
Optellingen van de vorm TE + E en E +
TE van elkaar onderscheiden
Optellingen van de vormen TE + E en
E + TE en aftrekkingen van de vorm TE
– E paraat uitvoeren en invullen
Oplossingen vergelijken en eventuele
fouten herstellen
eindterm
VVKBaO
1.13
B10
B13
1.13
B10
1.13
B10
B13
leren
leren 5
DO1e
DO3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 2
N I A
I
LES 202
bewerkingen
doelenverwijzing
automatiseren: E + E tot 20
(met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Natuurlijke getallen tot 20 met
overbrugging optellen (onder tijdsdruk)
De resultaten van optellingen tot 20
paraat kennen
Zonder en met tijdsdruk optellingen tot
20 correct oplossen en invullen
Verwoorden wat als gemakkelijk en
moeilijk ervaren wordt en waarom
eindterm
VVKBaO
1.13
B10a
1.13
B9b
1.13
B9b
B10a
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
5 van 8
N I A
A
LES 203 - 208
doelenverwijzing
getallenkennis
evaluatie sprong 8
lesdoelen
1
2
3
getallenkennis +
meten en metend
rekenen
4
meten en metend
rekenen
5
6
bewerkingen
7
8
9
meetkunde
eindterm
VVKBaO
Hoeveelheden handig tellen door te turven, door
er structuur in aan te brengen
Natuurlijke getallen tot 100 schrijven
1.8
1.9
1.5
G37a, b
Een enkelvoudig patroon herkennen in een
gegeven reeks getallen en het verder zetten
Kommagetallen met hoogstens 2 decimalen lezen
om geldwaarden in euro te begrijpen, bv. 3,25
euro lezen als 3 euro en 25 cent
De gepaste munten en biljetten gebruiken om te
betalen, te wisselen en terug te geven
De tijd aflezen op een wijzerklok: het uur en het
halfuur
Positieve temperaturen aflezen op een
thermometer
1.12
G38
2.2
2.11
G19
MR71b
MR72
MR88
2.2
2.12
2.1
2.2
2.5
1.13
MR69a
1.13
B10b
1.10
1.10
B17
B21
B17
3.1
MK12
Optellingen van de vormen TE + E en E + TE (met
brug) en aftrekkingen van de vorm TE – E (met
brug) paraat uitvoeren en invullen
Optellingen onderscheiden als oefeningen van de
vorm TE + E of E + TE (met brug)
De maal- en deeltafel van 6 uitvoeren en invullen
10 Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 8 en 10 het
resultaat correct invullen
11 Het begrip ‘hoek’ ontdekken en herkennen in
meetkundige figuren
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G11b
MR74
B10b
B13b
LES 209
getallenkennis
doelenverwijzing
orde, regelmaat, patronen en
structuren tussen en met
getallen
lesdoelen
1
2
3
4
Orde, regelmaat, verbanden,
enkelvoudige patronen en structuren
tussen en met getallen opsporen,
onderzoeken, ontdekken
Voorbeelden van patronen en
structuren tussen en met getallen
opsporen en ontdekken
Bij groepstaken leiding geven en onder
leiding van een medeleerling werken
Volhouden bij het zoeken naar
oplossingen
eindterm
VVKBaO
1.12
G9e
G38
G39
1.12
G38
G39
SV 1.5
DO8d
leren
leren 6
DO4a,
b, c, d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 8
N I A
N
LES 210
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen van de vorm TE + TE
uitvoeren en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen van de vorm TE + E paraat
uitvoeren en invullen
In functie van optellingen van de vorm
TE + TE optellingen van de vormen TE
+ T en TE + E uitvoeren
Verwoorden welke deelstappen gezet
worden om tot een oplossing te komen
en ze vergelijken met wat al gekend is
1 van 3
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B10b
1.13
B10b
1.13
B10b
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 211
getallenkennis/
meten en
metend rekenen
doelenverwijzing
schatten
lesdoelen
1
Het resultaat van een te maken
bewerking schatten
2
Referentiematen kennen en
gebruiken bij het schatten
Een grootte schatten bij
meetopdrachten met
standaardmaateenheden en de
schatting vergelijken met het
meetresultaat
Verworven inzichten met betrekking
tot het schatten efficiënt hanteren in
realistische toepassingssituaties
3
4
2 van 2
eindterm
VVKBaO
1.16
2.8
B36a
G35
G36
MR18
2.8
MR20
4.2
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 212
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
optellingen van de vorm TE + TE
uitvoeren en verwoorden, met concrete
materialen, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen van de vorm TE + E paraat
uitvoeren en invullen
Inzien dat optellingen van de vorm TE
+ TE in deelstappen worden uitgevoerd
Reflecteren op de verschillende
deelstappen
2 van 3
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B10b
1.13
B10b
1.13
B10b
B11b
DO1c, e
DO3a,
b, c, d
DO6c
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 213
LES 214
meten met de
meten en
standaardmaateenheden m,
metend rekenen
dm en cm
doelenverwijzing
lesdoelen
eindterm
VVKBaO
MR17
MR19
a, b
MR29a
MR30a,
b, c
MR17b
MR29b
1
De maateenheden en symbolen m,
cm en dm kennen en er
meetresultaten mee noteren, al dan
niet met meer dan één maateenheid
(bv. 4 dm 7 cm)
2.1
2.2
2
Termen als ‘lengte, breedte,
hoogte, dikte, maat, maatgetal,
maateenheid’ kennen en gebruiken
Een referentiemaat voor 1 dm
gebruiken en de meetlat correct
hanteren
Beseffen dat nauwkeurig werken
voordelen biedt en soms
noodzakelijk is
2.2
3
4
2.3
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MR18
9 en 10
van 14
N I A
N
LES 215
bewerkingen
doelenverwijzing
TE + TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen van de vorm TE + TE met
overbrugging van het tiental uitvoeren
en verwoorden, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen van de vorm TE + TE met
brug paraat uitvoeren en invullen
Stap voor stap tot het verkorten en
verinnerlijken van het oplossingsproces
komen
Reflecteren op de eigen oplossingsweg
3 van 3
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
1.13
B10b
1.13
B10b
leren
leren 5
DO1c
DO3e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 216
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 9 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
In reële, betekenisvolle situaties
gedurige sommen met de hoeveelheid
9 uitvoeren, met losse blokjes, op het
100-veld en ‘uit het hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot
de maaltafel van 9
Deze vermenigvuldigingen verwoorden
met de begrippen ‘keer, maal,
vermenigvuldigen, product’
De verschillende tafels kritisch
vergelijken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.13
B1
B17
1.9
1.10
B1
B3
B8c
leren
leren 6
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 4
N I A
N
LES 217
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 9 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
tafel van 9 uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op een 100-veld en ‘uit
het hoofd’
Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9
en 10 het resultaat onmiddellijk correct
invullen
Tellen met sprongen van 9
Elkaars en het eigen werk kritisch
bekijken en de juiste
oplossingsstrategie bespreken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B17
1.10
1.13
B17
1.10
1.13
leren
leren 6
G39
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 4
N I A
I
LES 218
meetkunde
doelenverwijzing
gemengde herhaling
lesdoelen
eindterm
VVKBaO
MK28
a, b
MK29
MK39
1
Evenwijdige, snijdende en loodrechte
lijnen ontdekken in de omgeving
3.1
3.2
2
Gelijkheid van vorm en grootte
ontdekken bij ruimtefiguren en bij
vlakke figuren
Spiegelbeelden ontdekken in de
omgeving en bij vlakke figuren
Zelfstandig en correct gebruikmaken
van geschikte instrumenten, hier een
mira-spiegel
3.1
3.6
3
4
5 van 5
3.6
leren
leren 2
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MK36a
N I A
I
LES 219
meten en
de euro: gepast betalen en
metend rekenen teruggeven
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Prijzen in euro met 2 cijfers na de
komma en de symbolen € en EUR lezen
en noteren
Munten en biljetten gebruiken om
gepast te betalen en te wisselen
Munten en biljetten gebruiken om
terug te geven (op 2 manieren:
aftrekken en doortellen) en om na te
tellen
Het resultaat controleren en het belang
van controle inzien
eindterm
VVKBaO
2.2
2.11
MR71
G19
2.11
MR72
2.11
MR72
leren
leren 5
DO1d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
6 van 6
N I A
I
LES 220
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 9 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
delingen door 9 uitvoeren, met losse
blokjes, op het 100-veld en ‘uit het
hoofd’
Inzien dat er bij een deling door 9
nagegaan wordt hoeveel keer 9 in een
hoeveelheid gaat
Deze delingen verwoorden met de
begrippen ‘delen, keer, gedeeld door’
en daarbij het :-symbool benoemen,
noteren en hanteren
De verschillende tafels kritisch
vergelijken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
1.13
B2
B21
1.9
B1
B3c, d
leren
leren 6
DO5c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 4
N I A
N
LES 221
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 9 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel van 9 uitvoeren en
verwoorden volgens de
standaardprocedure, met losse blokjes,
op een 100-veld en ‘uit het hoofd’
Het resultaat bij de deeltafel van 9
onmiddellijk correct invullen
Inzien dat de deling een verkorte vorm
van aftrekken van gelijke getallen is
Elkaars en eigen werk kritisch bekijken
en de juiste oplossingsstrategie
bespreken
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
1.11
B8d
leren
leren 5
DO1
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
I
LES 222
meten en
de klok: het kwartier
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
Het kwartier aflezen en aanduiden
2
De betekenis van het kwartier ten
opzichte van het halfuur en het uur
correct interpreteren
Het uur, het halfuur, ‘kwart voor’ en
‘kwart over’ correct lezen en rubriceren
per soort
Nagaan of de eigen kennis in verband
met kloklezen al aangewend wordt
3
4
4 van 8
eindterm
VVKBaO
2.2
2.12
2.2
2.12
MR69a
2.2
2.12
MR69a
leren
leren 5
DO1c, e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MR69a
N I A
N
LES 223
bewerkingen
doelenverwijzing
TE  TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen van de vorm TE  TE met
brug uitvoeren en verwoorden, met
concreet materiaal, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Aftrekkingen van de vorm TE  TE met
brug paraat uitvoeren en invullen
Aftrekkingen van de vorm TE  T en
van de vorm TE  E met brug paraat
invullen
Verwoorden welke deelstappen gezet
worden om tot een oplossing te komen
1 van 3
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B13
1.13
B13
1.13
B13
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 224
meten en
hoekgrootte
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Weten dat de grootte van een hoek
wordt bepaald door de stand van de
benen ten opzichte van elkaar
Hoeken op verschillende manieren
vergelijken (uitknippen, op elkaar
leggen, met transparant papier
bedekken …)
De begrippen ‘hoek, hoekpunt, benen’
correct hanteren en de verschillende
soorten hoeken correct benoemen
Concreet ervaren dat een rechte hoek
altijd hetzelfde is
1 van 2
eindterm
VVKBaO
2.1
MR1
2.1
MR2
MK50
3.1
3.2
MK13a, c
leren
leren 4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 225
meten en
hoeken op het gezicht
metend rekenen vergelijken
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
De begrippen ‘hoek, hoekpunt, benen’
correct hanteren en een hoek tekenen
Twee hoeken in het vlak op het gezicht
vergelijken
Hoeken vergelijken met een rechte
hoek (een geodriehoek, een
zelfgevouwen rechte hoek …)
2 van 2
eindterm
VVKBaO
3.1
3.4
2.1
MK13a
2.1
3.1
3.2
MK13
MK50
MR2
MR76
Over het geleerde nadenken en het in
de realiteit toepassen
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MR1
N I A
I
LES 226
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
aftrekkingen van de vorm TE – TE met
overbrugging van het tiental uitvoeren
en verwoorden, met concreet
materiaal, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Aftrekkingen van de vorm TE – TE met
brug paraat uitvoeren en invullen
Inzien dat aftrekkingen van de vorm
TE – TE met brug in deelstappen
worden uitgevoerd, namelijk eerst een
aftrekking van de vorm TE – T gevolgd
door een aftrekking van de vorm TE –
E met brug
Zichzelf kennen en inzicht hebben in
de eigen aanpak
2 van 3
eindterm
VVKBaO
1.13
B1
B13
1.13
B13
1.13
B13
B14b
leren
leren 4, 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 227
getallenkennis
doelenverwijzing
de enkelvoudige tabel
lesdoelen
1
2
3
4
5 van 6
eindterm
VVKBaO
Kwantitatieve gegevens van een
enkelvoudige tabel aflezen en er
eenvoudige berekeningen mee
uitvoeren
Een ‘kolom’ en een ‘rij’ onderscheiden
in een enkelvoudige tabel
Enkelvoudige tabellen samenstellen
1.8
1.28
G40a
1.8
G40a
1.8
G40b
De rol en het praktisch nut van
enkelvoudige tabellen illustreren met
concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld
4.2
DO7
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 228
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Aftrekkingen van de vorm TE – TE met
overbrugging van het tiental
schematisch en ‘uit het hoofd’
uitvoeren
Aftrekkingen van de vorm TE – TE met
brug paraat uitvoeren en invullen
Aftrekkingen van de vorm TE – T – E
uitvoeren in functie van aftrekkingen
van de vorm TE – TE
Verwoorden welke deelstappen gezet
worden om tot een oplossing te komen
3 van 3
eindterm
VVKBaO
1.13
B13
1.13
B13
1.13
B13
B14b
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 229-234
evaluatie sprong 9
doelenverwijzing
lesdoelen
getallenkennis
1
2
meetkunde
3
bewerkingen
4
5
6
7
Een enkelvoudig patroon herkennen in een
gegeven reeks getallen en de rij verder zetten
Kwantitatieve gegevens van een enkelvoudige
tabel aflezen en er eenvoudige berekeningen
mee uitvoeren
Hoeken herkennen, onderscheiden van andere
figuren en benoemen
Optellingen van de vorm TE + TE met brug in
deelstappen en paraat uitvoeren en invullen
Aftrekkingen van de vorm TE – TE met brug in
deelstappen en paraat uitvoeren en invullen
De maal- en deeltafel van 9 uitvoeren en
invullen
Tellen met sprongen van 9
8
meten en metend
rekenen
Verwoordingen als ‘delen’ en ‘gedeeld door’ bij
de deeltafel van 9 begrijpen en daarbij het
symbool ‘:’ hanteren en noteren
9 Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 6, 8 en 10 het
resultaat correct invullen
10 Metingen in cm uitvoeren en de meetresultaten
noteren
11 In functie van wat men wil meten en van de
beoogde nauwkeurigheid de juiste maateenheid
kiezen
12 De tijd op een wijzerklok aflezen tot op het
kwartier nauwkeurig
13 Munten en biljetten herkennen om gepast te
betalen
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
eindterm
VVKBaO
1.12
G38
1.8
1.18
G40a
3.1
OD 2.2
1.13
MK12
1.13
1.10
1.10
1.13
1.9
B10b
B11b
B13b
B14b
B17
B21
G6
G39
B1
B3d
1.10
B17
2.2
MR17a
MR29a
MR30a,
b
MR26
2.1
2.2
2.2
2.12
2.11
MR69a
MR71a
MR72
LES 235
getallenkennis
doelenverwijzing
het honderdveld
lesdoelen
1
2
3
4
Inzicht verwerven in de tientalligheid
en het plaatswaardesysteem van ons
talstelsel
Gebruikmaken van de termen en de
symbolen ‘eenheid’ (E), ‘tiental’ (T) en
‘honderdtal’ (H)
Tellen tot en terugtellen van 100 met
sprongen van 2 en 5
Actief luisteren tijdens een
groepsactiviteit
3 van 8
eindterm
VVKBaO
1.5
G10
1.9
G11g, h
1.1
G6
SV 2
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 236
bewerkingen
doelenverwijzing
E + E / TE + E / E + TE / TE +
TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen van de vorm E + E met
brug correct oplossen volgens de
standaardprocedure
Optellingen van de vormen TE + E en
E + TE met brug correct oplossen
volgens de standaardprocedure
Daarbij zo nodig de commutativiteit
toepassen
Optellingen van de vorm TE + TE met
brug correct oplossen volgens de
standaardprocedure
Weten dat een goede analyse en het
correct rubriceren van de verschillende
soorten oefeningen helpt om ze op te
lossen
eindterm
VVKBaO
1.13
B9b
B10a, b
1.13
1.14
B4a
B10b
B11b
1.13
B10b
B11b
leren
leren 4
DO4a,
b, c, d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 6
N I A
I
LES 237
getallenkennis
doelenverwijzing
patronen met 4 elementen
lesdoelen
1
2
3
4
Patronen van 4 elementen in een rij, in
de realiteit of getekend, herkennen en
voortzetten
Een mondeling geformuleerde
samenstelling van een patroon met 4
elementen realiseren
De samenstelling van een zelf
ontworpen en gerealiseerd patroon met
4 elementen verwoorden en daarbij
begrippen als ‘eerste, tweede,
middelste, voorlaatste, op één na
laatste, de eerste drie, de laatste twee
…’ hanteren
Zich een goede voorstelling maken van
een patroon door aandachtig te kijken
en te luisteren
3 van 4
eindterm
VVKBaO
1.12
MK2
G38
1.12
MK2
G38
1.12
MK2
G38
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO1a
N I A
N
LES 238
bewerkingen
doelenverwijzing
E + E / TE + E / E + TE / TE +
TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen van de vorm E + E met
brug correct oplossen volgens de
standaardprocedure
Optellingen van de vormen TE + E en
E + TE met brug correct oplossen
volgens de standaardprocedure
Daarbij zo nodig de commutativiteit
toepassen
Optellingen van de vorm TE + TE met
brug correct oplossen volgens de
standaardprocedure
Een oplossingsplan maken om de juiste
oplossingsweg te kunnen uitvoeren
eindterm
VVKBaO
1.13
B9b
B10a, b
1.13
1.14
B4a
B10b
B11b
1.13
B10b
B11b
leren
leren 4
DO1a, b,
c, d, e,
f, g
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 6
N I A
I
LES 239
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafels van 6, 8 en 9
lesdoelen
1
2
3
4
5
Een natuurlijk getal < 10
vermenigvuldigen met 6, 8 of 9
Een getal uit de sprongenrij van x
delen door x, waarbij x gelijk is aan 6,
8 of 9
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
Weten dat de vermenigvuldiging en de
deling omgekeerde bewerkingen zijn
en dat inzicht als controlemiddel
toepassen
Een oplossingsweg kiezen en
rechtvaardigen
1 van 4
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
1.10
B21
1.11
B8b
1.11
B8b
leren
leren 4
DO1
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 240
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – E en TE – TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Aftrekkingen van de vormen TE – E en
TE – TE met brug uitvoeren en
verwoorden, met schematische
voorstelling en ‘uit het hoofd’
Aftrekkingen onderscheiden als
oefeningen van de vorm TE – E of TE –
TE met brug
Aftrekkingen van de vormen TE – E en
TE – TE met brug paraat uitvoeren en
invullen en daarbij getallen correct
splitsen
Verwoorden welke oplossingswijze
gehanteerd en welke deelstappen gezet
werden om tot een oplossing te komen
eindterm
VVKBaO
1.13
B13
1.13
B13
1.13
B13
B14b
leren
leren 4
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 6
N I A
I
LES 241
LES 242
niet-conventionele
meten en
maateenheden en
metend rekenen
standaardmaateenheden
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
5
Weten dat het resultaat van een
inhoudsmeting uitgedrukt kan worden
in liter of daarvan afgeleide
maateenheden
De maateenheden en hun symbolen l,
cl, dl hanteren, er meet- of
berekeningsresultaten mee noteren
en daarbij gebruikmaken van
verschillende maateenheden
Referentiematen en de term ‘inhoud’
kennen en gebruiken
De inhoud van allerlei voorwerpen
meten en een bepaalde inhoud
afmeten
Geschikte meetinstrumenten kiezen
om inhoud te meten en ze correct
gebruiken
Zelfgemaakte meetinstrumenten
ijken en correct gebruiken
De nood aan
standaardmaateenheden ervaren
Schatten alvorens effectief te meten
De geschikte maateenheid en het
gepaste meetinstrument kiezen in
functie van de te meten inhoud
Verwoorden hoe te werk wordt
gegaan
3 en 4 van 4
eindterm
VVKBaO
2.1
2.2
MR17
MR19
MR50
MR51
2.8
MR18
MR52
2.3
MR22
MR23
MR24
2.3
2.8
MR16
MR20
MR26
leren
leren 4
DO1c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 243
bewerkingen
doelenverwijzing
TE – E en TE – TE (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Aftrekkingen van de vormen TE – E en
TE – TE met brug uitvoeren en
verwoorden
De juiste standaardprocedure kiezen
voor de verschillende vormen van
aftrekkingen
De geleerde begrippen toepassen in
enkelvoudige vraagstukken
(aangeboden met prenten en
geschreven taal)
Afbeeldingen gebruiken om een tekst
beter te begrijpen
eindterm
VVKBaO
1.13
B13
1.13
B13
4.2
B2
B3
B49a
leren
leren 4
DO2f
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 6
N I A
I
LES 244
getallenkennis
doelenverwijzing
de verdelingsdeling
lesdoelen
1
2
3
4
6 van 10
eindterm
Inzien dat bij een deling een
hoeveelheid in gelijke delen wordt
verdeeld (de verdelingsdeling)
Een breuk met een noemer  10
nemen van een grootheid of een
hoeveelheid
Een breuk interpreteren als een
operator en als
vermenigvuldigingsfactor
Weten dat vermenigvuldigen en delen
omgekeerde bewerkingen zijn en dat
inzicht als controlemiddel toepassen
VVKBaO
1.10
1.11
1.4
G14a
B24
1.4
G14a
B24
1.11
B8a
DO1d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 245
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafels van 6, 8 en 9
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal  10
vermenigvuldigen met 6, 8 of 9
Een getal uit de sprongenrij van x delen
door x, waarbij x gelijk is aan 6, 8 of 9
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
Zichzelf kennen en inzicht hebben in de
eigen aanpak
2 van 4
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
1.10
B21
1.11
B8b
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 246
meten en
tijdstip en tijdsduur
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
eindterm
De datum lezen en voluit noteren
2.2
De afkorting ‘min.’ lezen
De samenhang kennen tussen de
2.6
maateenheden 1 week = 7 dagen en 1
2.7
jaar = 12 maanden
2.12
Tijdsduur berekenen in dagen met
2.3
behulp van een kalender
OD 2.9
Vragen stellen bij en realistisch
leren
nadenken over de aangeboden leerstof leren 2, 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
5 van 8
VVKBaO
MR67a
MR68c
MR28
MR16
MR70a
DO11c
N I A
N
LES 247
meten en
volumes vergelijken
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Voorwerpen vergelijken en
classificeren volgens hun grootte door
te kijken en te manipuleren
Daarbij de begrippen ‘groot, groter,
klein, kleiner, even groot als …’
gebruiken
Twee of meer gelijkvormige
voorwerpen door kijken en
manipuleren vergelijken en ordenen
volgens toenemend of afnemend
volume
Volumes meten met een nietconventionele maateenheid en ze
ordenen op basis van het
meetresultaat
Materialen zorgvuldig gebruiken en bij
het einde van de taak de werktafel
weer in orde brengen zoals
afgesproken
1 van 2
eindterm
VVKBaO
OD 2.2
OD 2.6
MR1
MR5
OD 2.3
MR6
OD 2.6
MR7
MR8
MR9
MR10
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 248
meten en
volumes omstructureren
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Inzien dat het volume van een object
niet beïnvloed wordt door zijn plaats,
richting, oriëntatie …
Ervaren en verwoorden dat volumes
gelijk kunnen blijven ook als de vorm
van het object verandert
Grootheden (volumes) omstructureren
om ze beter te kunnen vergelijken
Een volume samenstellen uit 2 of meer
volumes of veranderen door er iets aan
toe te voegen of van weg te nemen, en
die verandering verwoorden
Samen opdrachten uitvoeren en
voldoende openstaan om elkaar te
helpen en van elkaar te leren
2 van 2
eindterm
VVKBaO
OD 2.5
MR3
OD 2.5
MR3
OD 2.4
OD 2.5
MR3
MR4
leren
leren 6
DO8d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 249
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafels van 6, 8 en 9
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal  10
vermenigvuldigen met 6, 8 of 9
Een getal uit de sprongenrij van x
delen door x, waarbij x gelijk is aan 6,
8 of 9
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
Memorisatietechnieken gebruiken, bv.
een ezelsbruggetje
3 van 4
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
1.10
B21
1.11
B8b
leren
leren 1
DO5a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 250
getallenkennis
doelenverwijzing
verhoudingen vergelijken
lesdoelen
3 van 4
eindterm
VVKBaO
1
Verhoudingen vergelijken op concreet
en schematisch niveau
1.21
2
Het ontbrekende verhoudingsgetal
berekenen
Gelijkwaardige verhoudingen bepalen
1.21
B53a
B54
G14d
G41
B54a
1.21
B54
De gevonden oplossing verifiëren met
de realiteit
leren
leren 6
DO1d
3
4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 251
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafels van 6, 8 en 9
lesdoelen
1
2
3
4
Het resultaat van de maal- en
deeltafels van 6, 8 en 9 onmiddellijk
correct invullen
Zonder en met tijdsdruk delingen en
vermenigvuldigingen van de tafels van
6, 8 en 9 correct oplossen en invullen
Weten dat de vermenigvuldiging en de
deling omgekeerde bewerkingen zijn
en dat inzicht toepassen als
controlemiddel
Inzien dat controle belangrijk is
4 van 4
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
B21
1.10
B17
B21
1.11
B8b
leren
leren 5, 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
A
LES 252
meetkunde
doelenverwijzing
blokkenconstructies
lesdoelen
1
2
3
4
Constructies uitvoeren aan de hand
van verbaal geformuleerde
voorschriften
De relatie leggen tussen
driedimensionale situaties en hun
voorstellingen om zich te oriënteren in
de ruimte
Een driedimensionale
blokkenconstructie nabouwen met een
driedimensionale afbeelding als model
Verwoorden hoe te werk wordt gegaan
om een probleem op te lossen
7 van 8
eindterm
VVKBaO
3.7
MK44
3.7
MK7
3.7
MK7
MK44
leren
leren 5
DO1
a, b, c,
d, e, f, g
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 253
meetkunde
doelenverwijzing
richting en de kortste weg
lesdoelen
1
2
3
4
Pictogrammen die onder meer een
richting aanduiden, lezen en gebruiken
Wegwijzers en pictogrammen hanteren
als symbolen voor richting
In een concrete ruimte de kortste weg
tussen twee plaatsen vinden en die
beschrijven
Met concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld de rol en het praktisch nut
van wiskunde in de maatschappij
verwoorden
8 van 8
eindterm
VVKBaO
3.1
MK8
3.1
MK8
3.1
MK4
4.3
DO7
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 254
bewerkingen
doelenverwijzing
TE  E tot 20 (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Aftrekkingen uitvoeren van de vorm TE
 E met brug (TE  20)
De resultaten van aftrekkingen van de
vorm TE  E met brug (TE  20) paraat
kennen
Zonder en met tijdsdruk aftrekkingen
van de vorm TE  E met brug (TE  20)
oplossen en invullen
Voldoende zelfstandigheid,
concentratie en doorzettingsvermogen
betonen om onder tijdsdruk tot een
oplossing te komen
6 van 8
eindterm
VVKBaO
1.13
B12
B13a
B12
B13a
1.13
1.13
B12
B13a
leren
leren 6
DO4a,
b, c, d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
A
LES 255-260
evaluatie sprong 10
doelenverwijzing
lesdoelen
getallenkennis
1
2
3
4
meten en metend
rekenen
5
6
7
8
9
bewerkingen
meetkunde
De termen en symbolen ‘eenheid’ (E), ‘tiental,
staafje’ (T) gebruiken en door inzicht het
plaatswaardesysteem van ons talstelsel kennen
Verhoudingen vergelijken en het ontbrekende
verhoudingsgetal berekenen aan de hand van
een schematische voorstelling
Getekende patronen van 4 elementen herkennen
of zelf ontwerpen en voortzetten
Inzien dat bij een deling een hoeveelheid in
gelijke delen wordt verdeeld
Een breuk als ‘de helft’ en ‘een kwart’ in de
omgangstaal herkennen en gebruiken als ‘deel
van een geheel’
Weten dat het resultaat van een inhoudsmeting,
een lengtemeting, een gewichtsmeting
uitgedrukt kan worden in respectievelijk liter,
meter en kilogram en daarvan afgeleide
maateenheden
Een passend meetinstrument kiezen voor het
meten van een inhoud, een lengte of een
gewicht
Twee of meer gelijkvormige voorwerpen volgens
volume vergelijken
Voorwerpen vergelijken volgens hun grootte en
daarbij de begrippen ‘groot, klein, groter dan,
kleiner dan, even groot als…’ gebruiken
De samenhang kennen tussen de maateenheden
1 week = 7 dagen en 1 jaar = 12 maanden
10 Weten dat tijdstip en tijdsduur uitgedrukt
kunnen worden in uur of daarvan afgeleide
maateenheden
11 De deeltafels van 8, 6 en 9 uitvoeren en invullen
12 Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9 en 10
het resultaat correct invullen
13 Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
14 Optellingen van de vormen E + TE, TE + E, TE +
TE, E + E met brug correct oplossen volgens de
standaardprocedure
15 Aftrekkingen van de vorm TE – E, TE – TE met
brug correct oplossen volgens de
standaardprocedure
16 Constructies nabouwen aan de hand van een
afbeelding en het aantal gebruikte blokken per
bouwsel noteren
17 Wegwijzers en pictogrammen hanteren en lezen
als symbolen voor richting
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
eindterm
VVKBaO
1.5
1.9
G10
G11g
1.21
G39
B54a
1.12
MK2
G38
G14d
B24
1.4
1.10
1.11
2.1
2.2
MR29a
MR50
MR61
2.3
MR23
MR24
OD 2.6
MR1
OD 2.6
MR1
2.6
2.7
2.12
2.2
MR28b
MR68a,
b
1.10
B21
1.10
B17
1.11
B8b
1.13
B9b
B10b
1.13
B13b
B14b
3.7
MK44
3.1
MK8
LES 261
getallenkennis
doelenverwijzing
structuur tussen getallen tot
100
lesdoelen
1
2
3
4
Tellen, terugtellen en doortellen tot
100 met sprongen van 1, 2 en 5
Orde, regelmaat, verbanden, patronen
en structuren tussen en met getallen
opsporen, onderzoeken, ontdekken en
zelf voorbeelden bedenken
Natuurlijke getallen > 10
(her)structureren
Geconcentreerd doorwerken om tot
een resultaat te kunnen komen.
eindterm
VVKBaO
1.1
G6
1.12
G38
G39
1.8
1.10
leren
leren 6
G13b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 8
N I A
I
LES 262
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 7 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
gedurige sommen met de hoeveelheid
7 uitvoeren, met losse blokjes, op het
100-veld en ‘uit het hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot
de maaltafel van 7
Deze vermenigvuldigingen verwoorden
met de begrippen ‘keer, maal,
vermenigvuldigen, product’
Steunpunten hanteren om inzichtelijk
tot de goede oplossing te komen
Een probleem analyseren en
gebruikmaken van de steunpunten om
tot een goede oplossing te komen
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B17
1.9
1.10
B1
B3c
B8c
1.11
1.10
1.14
leren
leren 4
B17
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 4
N I A
N
LES 263
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafel van 7 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
tafel van 7 uitvoeren en verwoorden
volgens de standaardprocedure, met
losse blokjes, op een 100-veld en ‘uit
het hoofd’
Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 6, 7,
8, 9 en 10 het resultaat onmiddellijk
correct invullen
Tellen met sprongen van 7
Over de nodige kennis beschikken om
de vraag ‘Wat is nieuw in deze les?’
zelfstandig te beantwoorden
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B17
1.10
B17
1.10
1.13
leren
leren 6
G39
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 4
N I A
I
LES 264
meten en
snelheid
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Levende wezens en/of mechanische
voorwerpen rangschikken op basis van
hun normaal ontwikkelde snelheid
Ervaren en verwoorden dat bewegende
elementen een snelheid hebben of
ontwikkelen
Op grond van ervaringen beseffen dat
snelheid een relatief en subjectief
begrip is
Met concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld de rol en het praktisch nut
van wiskunde in de maatschappij
verwoorden
6 van 8
eindterm
VVKBaO
OD 2.3
MR89c
OD 2.3
MR89c
OD 2.3
MR86
MR89c
4.3
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 265
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 7 aanbrengen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties
delingen door 7 uitvoeren, met losse
blokjes, op het 100-veld en ‘uit het
hoofd’
Inzien dat er bij een deling door 7
nagegaan wordt hoeveel keer 7 in een
hoeveelheid gaat
Deze delingen verwoorden met de
begrippen ‘delen, keer, gedeeld door’
en daarbij het :-symbool benoemen,
noteren en hanteren
Leiding geven en leiderschap van een
klasgenoot aanvaarden
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
1.13
B2b
B21
1.9
B1
B3b, d
SV 1.5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 4
N I A
N
LES 266
bewerkingen
doelenverwijzing
de deeltafel van 7 inoefenen
lesdoelen
1
2
3
4
In reële, betekenisvolle situaties de
deeltafel van 7 uitvoeren en
verwoorden volgens de
standaardprocedure, met losse blokjes,
op een 100-veld en ‘uit het hoofd’
Het resultaat bij de deeltafel van 7
onmiddellijk correct invullen
Inzien dat de deling niet commutatief
is
De opgedane kennis zelfstandig
evalueren
eindterm
VVKBaO
1.9
1.10
B1
B21
1.10
B21
1.14
B4d
leren
leren 2
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
I
LES 267
meetkunde
doelenverwijzing
kijklijnen en schaduwen
lesdoelen
1
2
3
4
eindterm
4 van 4
VVKBaO N I A
Kijklijnen (viseerlijnen) ervaren in de
werkelijkheid
Experimenteren met licht en schaduw
1.29
MK47a
1.29
MK46
Conclusies trekken over de relatie
tussen de vorm (lengte) en de plaats
van de schaduw en de onderlinge
posities van de lichtbron en het
voorwerp dat schaduw geeft
Verbale en niet-verbale
gespreksconventies naleven bij het
bespreken van de waarnemingen
1.29
MK46
SV 2
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N
LES 268
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Optellingen van de vormen TE + E, E +
TE, E + E, TE + TE en aftrekkingen van
de vormen TE – E en TE – TE uitvoeren
en verwoorden, met schematische
voorstellingen en ‘uit het hoofd’
Optellingen en aftrekkingen
onderscheiden als oefeningen van de
vormen TE + E, E + TE, E + E, TE +
TE, TE – E en TE – TE paraat uitvoeren
en invullen
In een vergelijking de ontbrekende
symbolen invullen
Verwoorden welke oplossingswijze en
welke deelstappen gevolgd worden om
tot een oplossing te komen.
5 van 6
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
B13b
1.13
B10b
B13b
1.9
1.11
leren
leren 4
B3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO4a
N I A
I
LES 269
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks (met brug)
lesdoelen
1
2
3
4
Twee of meer natuurlijke getallen (som
of aftrektal  100) optellen of aftrekken
volgens de standaardprocedure en die
verwoorden als bewerking
Weten dat optellen en aftrekken
omgekeerde bewerkingen zijn en dat
inzicht toepassen als controlemiddel
In een vergelijking ontbrekende
symbolen invullen
Een probleemstelling als een
spannende uitdaging opvatten
eindterm
VVKBaO
1.13
B3c
B10b
B13b
1.11
B8a
1.9
1.11
leren
leren 6
B3d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO4a, b,
c, d
6 van 6
N I A
I
LES 270
getallenkennis
doelenverwijzing
de kruistabel
lesdoelen
1
2
3
4
6 van 6
eindterm
VVKBaO
Temperaturen aflezen van
thermometers en van tabellen en
daarbij het °-symbool hanteren
Een kruistabel samenstellen
2.1
2.2
2.5
1.8
G40a
MR74
MR82
G40b
Kwantitatieve gegevens van een
kruistabel aflezen en er eenvoudige
bewerkingen mee uitvoeren
Met concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld het praktisch nut van
thermometers en kruistabellen
verwoorden
1.8
G40a
leren
leren 5
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
N
LES 271
getallenkennis
doelenverwijzing
het 100-veld gecombineerd
met optellingen
lesdoelen
1
2
3
4
eindterm
VVKBaO
Natuurlijke getallen tot 100 lezen en
schrijven
Getallen op het 100-veld plaatsen
1.5
G11b
1.8
G13b
Alle vormen van optellingen tot 100
met en zonder brug uit het hoofd
uitvoeren
Verwoorden waarom een oefening al
dan niet als leuk wordt ervaren
1.13
B10b
leren
leren 6
DO6c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
5 van 8
N I A
I
LES 272
getallenkennis
doelenverwijzing
de getallenlijn gecombineerd
met aftrekkingen
lesdoelen
1
2
3
4
6 van 8
eindterm VVKBaO N I A
Rangorde tot 100 aangeven op een
getallenlijn
Gebruikmaken van rekentaal tot 100
Alle vormen van aftrekkingen tot 100 met
en zonder brug uit het hoofd uitvoeren
Verwoorden welke oplossingswijze en
welke deelstappen gevolgd worden om tot
een oplossing te komen
1.5
G12
1.9
G2a, b
1.13
B13b
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 273
getallenkennis
doelenverwijzing
tegelpatronen en mozaïeken
lesdoelen
1
2
3
4
Getekende patronen van vormen in
een gegeven rij herkennen en de rij
verder zetten
Enkelvoudige patronen van getallen in
een gegeven rij herkennen en de rij
verder zetten
Een patroon van vormen of getallen
voortzetten waarbij in één vlak
verschillende patronen voorkomen
(tegelpatroon – mozaïek)
Zich tegelpatronen en mozaïeken
voorstellen vanuit de realiteit
eindterm
VVKBaO
1.12
G38a
MK2
MK49
G39b
1.12
OD 3.4
MK2
MK49
leren
leren 1
DO1a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
N
LES 274
bewerkingen
doelenverwijzing
de maaltafels van 1 en van 0
lesdoelen
1
2
3
4
De gedurige som uitvoeren met de
hoeveelheid 1 en de hoeveelheid 0,
met losse blokjes en ‘uit het hoofd’
Deze gedurige sommen verkorten tot
de maaltafels van 1 en van 0
Bij deze tafels het resultaat
onmiddellijk correct invullen
De commutativiteit bij
vermenigvuldigingen met 1 en 0
vaststellen en verwoorden
De eigen resultaten controleren door
ze te vergelijken met die van anderen
eindterm
VVKBaO
1.1
B1
B17
1.9
1.10
B8c
1.10
1.14
B4c
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 8
N I A
N
LES 275
meetkunde
doelenverwijzing
bewegen in de ruimte
lesdoelen
1
2
3
4
1 van 1
eindterm VVKBaO N I A
Elementaire meetkundige transformaties
toepassen op het eigen lichaam en
daarbij gebruikmaken van de volgende
termen:
- links, rechts
- verschuiven, draaien
- halve draai, kwartdraai
Elementaire meetkundige transformaties
toepassen op reële voorwerpen en
daarbij gebruikmaken van de volgende
termen:
links, rechts
verschuiven, draaien
halve draai, kwartdraai
De richting van de beweging van
voorwerpen in de ruimte tegenover
andere voorwerpen verkennen, bepalen
en verwoorden en daarbij de term
‘afstand’ gebruiken
De nodige aandacht opbrengen om een
korte opdracht uit te voeren
3.1
MK3a,
b, f
3.1
MK3c
3.1
MK4d
MK7c
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
I
LES 276
bewerkingen
doelenverwijzing
de tafelfamilies 5-10 / 2-4-8/
3-6-9 / 7
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal < 10
vermenigvuldigen met een natuurlijk
getal < 10
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen en het
verband zien tussen de verschillende
tafels
Inzien dat de vermenigvuldiging
associatief is
Door verschillende oplossingswegen te
vergelijken de oplossing kiezen die
voor hen het meest bruikbaar is
eindterm
VVKBaO
1.10
B17
1.11
B8b
1.14
B5c
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 8
N I A
I
LES 277
getallenkennis
doelenverwijzing
het 100-veld gecombineerd met
optellingen en aftrekkingen
lesdoelen
1
Natuurlijke getallen tot 100 lezen,
schrijven en handig tellen door er
structuur in aan te brengen
2
Twee of meer natuurlijke getallen
waarvan de som < 100 optellen
volgens de standaardprocedure
Twee of meer natuurlijke getallen <
100 van elkaar aftrekken volgens de
standaardprocedure
Verwoorden hoe je te werk bent
gegaan om tot een oplossing te komen
3
4
eindterm
VVKBaO
1.1
1.2
1.5
1.8
1.9
1.13
G11b
G37b
1.13
B13b
leren
leren 4
DO1c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B10b
7 van 8
N I A
I
LES 278
LES 279
meten en
lengte: schatten, meten, ijken
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Een grootte schatten aan de hand
van referentiematen en de schatting
vergelijken met het meetresultaat
Een touw verdeeld in 10 meters ijken
en correct gebruiken
Herleidingen uitvoeren in
betekenisvolle situaties en vaststellen
dat hoe groter de maateenheid is,
hoe kleiner het maatgetal en
omgekeerd
Zich inleven in een realistische
situatie om er zich een goede
voorstelling van te kunnen maken
eindterm
VVKBaO
2.3
2.8
MR20
2.1
2.7
2.1
2.6
2.7
MR22
leren
leren 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MR27
MR28b
DO1a
11 en 12
van 14
N I A
I
LES 280
bewerkingen
doelenverwijzing
automatiseren: TE – E met
brug (tot 20)
lesdoelen
1
2
3
4
Aftrekkingen van de vorm TE – E tot
20 met brug oplossen
De resultaten bij de aftrekkingen met
brug tot 20 paraat kennen
Zonder en met tijdsdruk aftrekkingen
met brug tot 20 correct oplossen en
invullen
Het inzicht dat optellen en aftrekken
omgekeerde bewerkingen zijn als
controlemiddel toepassen
eindterm
VVKBaO
1.13
B12b
B13a
B12b
B13a
B12b
B13a
1.13
1.13
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B8a
DO3a, d
7 van 8
N I A
A
LES 281 - 286
doelenverwijzing
getallenkennis
evaluatie sprong 11
lesdoelen
1
3
Orde, regelmaat, verbanden, patronen en
structuren tussen en met getallen opsporen,
onderzoeken en ontdekken
Kwantitatieve gegevens van een kruistabel
aflezen en er eenvoudige bewerkingen mee
uitvoeren
Getallen op het 100-veld plaatsen
4
Gebruikmaken van rekentaal tot 100
2
meetkunde
bewerkingen
meten en metend
rekenen
eindterm
VVKBaO
1.12
G38
G39
1.8
G40a
1.8
G13b
5
Conclusies trekken over de relatie tussen
de vorm van de schaduw en het voorwerp
dat schaduw geeft
6 De richting van de beweging van
voorwerpen in de ruimte tegenover elkaar
bepalen en verwoorden
7 Optellingen en aftrekkingen van de vormen
TE + E, E + TE, E + E, TE + TE, TE – E en
TE – TE (met brug) paraat uitvoeren en
invullen
8 De maal- en deeltafel van 7 uitvoeren en
invullen
9 Bij de maal- en deeltafels van 2, 3, 4, 5, 6,
8, 9 en 10 de uitkomst correct invullen
10 Bij de maaltafels van 1 en van 0 het
resultaat onmiddellijk correct invullen
11 De grootte bepalen aan de hand van
referentiematen
12 Levende wezens en/of mechanische
voorwerpen rangschikken op basis van hun
normaal ontwikkelde snelheid
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1.9
G2a, b
1.29
MK46
3.1
MK4d
1.13
B10b
B13b
1.10
1.13
1.10
1.9
1.10
2.8
B17
B21
B17
B21
B8c
B17
MR20
OD 2.3
MR89c
LES 287
getallenkennis
doelenverwijzing
rekentaal tot 100
lesdoelen
1
2
3
4
De conventie hanteren dat een
rangschikking, tenzij anders
afgesproken, verloopt van links naar
rechts
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als aanduiding voor een
hoeveelheid
Inzicht verwerven in de tientalligheid
en het plaatswaardesysteem van ons
talstelsel en natuurlijke getallen
herstructureren
Samenwerken met anderen
1 van 3
eindterm
VVKBaO
1.9
G2a
1.2
G9a
1.5
G10
G13b
SV 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 288
bewerkingen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
gemengde reeks optellen
eindterm
Alle optellingen tot 100 oplossen
1.13
volgens de aangeleerde
standaardprocedures
Bij optellen tot 100 flexibel en
1.11
inzichtelijk een doelmatige
1.13
oplossingswijze toepassen op basis
1.14
van inzicht in de eigenschappen van
de bewerkingen, bv. de verdubbelregel
gebruiken
Bij optellen tot 100 flexibel en
1.13
inzichtelijk een doelmatige
1.14
oplossingswijze toepassen op basis
van inzicht in de structuur van de
getallen bv. getallen aanvullen
(compenseren)
Ervan overtuigd zijn dat er voor
leren
wiskundige problemen soms meer dan leren 4, 5
één correcte oplossingsweg is en de
meest geschikte ervan selecteren
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 11
VVKBaO
B10b
B11b
B11b
DO4a
N I A
N
LES 289
bewerkingen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
gemengde reeks: optellen met
2 of meer termen
eindterm
Meerdere natuurlijke getallen optellen
1.13
waarvan de som kleiner of gelijk is aan
100
Bij optellingen tot 100 de
1.11
verdubbelregel en het aanvullen van
1.13
getallen gebruiken om gemakkelijker
1.14
tot een oplossing te komen
Bij optellingen tot 100 de eigenschap
1.13
van de associativiteit (schakelen)
1.14
toepassen om gemakkelijker tot een
oplossing te komen
Op basis van de titel vertellen
leren
waarover de les gaat
leren 2, 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
VVKBaO
B10b
B11b
B5a
2 van 11
N I A
N
LES 290
meten en
de klok: kwart voor en kwart
metend rekenen over
doelenverwijzing
lesdoelen
1
De tijd aflezen en aanduiden: uur,
halfuur, kwartier
2
De tijd noteren en tijdsaanduidingen
lezen, voornamelijk kwart voor en
kwart over
De tijd correct interpreteren en
instellen, voornamelijk kwart voor en
kwart over
Verwoorden dat de klok gebruikt wordt
om de tijd aan te duiden en praktische
voorbeelden geven die het nut van een
klok aantonen
3
4
eindterm
VVKBaO
2.1
2.2
2.12
2.1
2.2
2.12
2.1
2.2
2.12
leren
leren 3
MR68a,
b
MR69a
MR68b
MR69a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
MR68b
MR69a
MR16
DO7c
7 van 8
N I A
I
LES 291
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: maal- en
deeltafels
lesdoelen
1
2
3
4
Inzien dat de vermenigvuldiging een
verkorte vorm is van het herhaald
optellen van gelijke getallen
Inzien dat de deling een verkorte vorm
is van het herhaald aftrekken van
gelijke getallen
De ontbrekende symbolen
(vergelijkingssymbool,
bewerkingsteken) in een vergelijking
invullen
Fouten in oplossingen van anderen
ontdekken en verwoorden
3 van 8
eindterm
VVKBaO
1.10
1.11
B8c
1.11
B8d
1.6
G1d
B3d
leren
leren 6
DO3e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 292
getallenkennis
doelenverwijzing
het 100-veld gecombineerd met
optellingen en aftrekkingen
lesdoelen
1
2
3
4
Getallen snel terugvinden in een 100veld en gebruikmaken van de termen
E, T, en H
Optellingen en aftrekkingen tot 100
uitvoeren volgens de
standaardprocedures
Optellingen en aftrekkingen tot 100
van alle vormen paraat uitvoeren
Hulp bieden aan leerlingen die
minder vlug rekenen
eindterm
VVKBaO
1.5
G11g, h
G12
1.13
B10b
B13b
1.13
B10b
B13b
SV 1.4
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 4
N I A
I
LES 293
getallenkennis
doelenverwijzing
het 100-veld gecombineerd met
optellingen en aftrekkingen
lesdoelen
1
2
3
4
Getallen snel terugvinden in een 100veld en gebruikmaken van de termen
E, T, en H
Auditief aangeboden optellingen en
aftrekkingen tot 100 uitvoeren volgens
de standaardprocedures
Optellingen en aftrekkingen tot 100
van alle vormen paraat uitvoeren
Met inzet meespelen in een ploegspel
eindterm
VVKBaO
1.5
G11g, h
G12
1.13
B10b
B13b
1.13
B10b
B13b
SV 1
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 4
N I A
I
LES 294
meten en
lengte meten en tekenen
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Een lengte meten en afmeten bij
voorwerpen
Lijnstukken met een gegeven lengte
tekenen
De omtrek van vlakke figuren meten
Inzien dat lijnen met een gebroken,
gebogen of grillige vorm een lengte
hebben en die bij benadering bepalen
door een geschikte werkwijze te
hanteren (bv. meten met een touwtje)
Referentiematen kennen en gebruiken
Onderling overleggen naar aanleiding
van een groepsopdracht
13 van 14
eindterm
VVKBaO
2.9
MR10
MR31
MR33
2.9
MR25
MR32
2.3
2.8
SV 3
MR18
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 295
meten en
lengte: vraagstukken
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Figuren vervormen en die
vervormingen verwoorden
Vraagstukken over één grootheid,
lengte, oplossen
Geschikte meetinstrumenten kiezen
om lengte te meten en die correct
gebruiken, bv. de meetlat
Verschillende mogelijke oplossingen
zoeken voor een probleem
14 van 14
eindterm
VVKBaO
3.6
MK43
2.3
MR29
MR88
MR23
MR24
2.1
2.2
leren
leren 4,
5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 296
bewerkingen
doelenverwijzing
alle soorten aftrekkingen
lesdoelen
1
2
3
4
Volgens de standaardprocedures alle
vormen van aftrekkingen tot 100
oplossen
Bij aftrekkingen getallen aanvullen
(compenseren) om gemakkelijker tot
de oplossing te komen
Rekentaal tot 100 vlot hanteren om
een werkwijze te verwoorden
Verwoorden welke oplossingswijze
gekozen werd
3 van 11
eindterm
VVKBaO
1.13
B13b
1.11
1.13
1.14
1.9
B7b
leren
leren 4
DO1b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B1
N I A
I
LES 297
bewerkingen
doelenverwijzing
alle soorten aftrekkingen, ook
met 3 getallen
lesdoelen
1
2
3
4
Volgens de standaardprocedures alle
vormen van aftrekkingen met 2 of
meer getallen tot 100 oplossen
Inzien dat de aftrekking niet
commutatief is
Inzien dat de aftrekking niet associatief
is
Verwoorden welke oplossingswijze
gekozen werd
eindterm
VVKBaO
1.13
B13b
1.14
B4b
1.14
B5b
leren
leren 4
DO1b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 11
N I A
I
LES 298
bewerkingen
doelenverwijzing
maal- en deeltafels (product
en deeltal  100)
lesdoelen
1
2
3
4
eindterm
VVKBaO
In reële, betekenisvolle situaties en ‘uit
het hoofd’ vermenigvuldigingen en
delingen uitvoeren met deeltal,
vermenigvuldigtal, product en quotiënt
 100 en vermenigvuldiger en deler 
10
Bij het uitvoeren van deze
vermenigvuldigingen en delingen een
doelmatige oplossingswijze kiezen op
basis van inzicht in de structuur van de
getallen en in de eigenschappen van de
bewerkingen
Deze vermenigvuldigingen en delingen
correct uitvoeren, verwoorden en
noteren
1.10
1.13
1.14
B17
B18
B21
B22a
B50a
1.10
1.13
1.14
Ervaren dat voor bewerkingen meer
dan één goede oplossingsweg mogelijk
is
leren
leren 5
B6
B17
B18
B21
B22a
B50a
B6
B17
B18
B21
B22a
DO4a
1.13
1.14
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 8
N I A
N
LES 299
LES 300
getallenkennis/
bewerkingen
doelenverwijzing
de helft, het dubbel, een vierde
… van hoeveelheden en getallen
tot 100
lesdoelen
1
2
3
4
Inzicht verwerven in de begrippen
‘(eerlijk of gelijk) verdelen, halveren,
de helft, verdubbelen, het dubbel, even
(paar), oneven (onpaar), één en een
kwart, anderhalf’
Deze begrippen correct hanteren en
toepassen bij hoeveelheden en getallen
tot 100
Even en oneven getallen
onderscheiden
Thuis zelfstandig verder werken aan
een eenvoudige opgelegde taak die op
school grondig werd voorbereid
eindterm
VVKBaO
1.3
G14d
B1
B15
B20
1.3
G14d
B22a
1.3
G39
leren
leren 4,
5, 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
7 en 8
van 10
N I A
I
LES 301
getallenkennis
doelenverwijzing
de getallenlijn en rekentaal
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken in een bewerking en als
aanduiding voor een hoeveelheid
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als aanduiding voor een
rangorde en een verhouding
Passend gebruikmaken van
afbeeldingen: gegevens uit een prent
halen en er concrete vragen bij stellen
Samenwerken met anderen, zonder
onderscheid van sociale klassen of
culturen
eindterm
VVKBaO
1.2
G9a, d
1.2
1.4
G9b, c
leren
leren 2
SV 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2 van 3
N I A
I
LES 302
meetkunde
doelenverwijzing
hoeken / eigenschappen van
vierkant en rechthoek
lesdoelen
1
2
3
4
Het verschil tussen rechte, scherpe en
stompe hoeken intuïtief onderscheiden
Snijdende en evenwijdige rechten
tekenen
De eigenschappen van de zijden en de
hoeken van een vierkant en een
rechthoek onderzoeken en verwoorden
Met concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld het praktisch nut van het
werken met tekenmaterialen
verwoorden
eindterm
VVKBaO
3.2a
3.4
3.4
MK13c
MK30a
3.4
MK16a
MK19a
4.3
DO7c, d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 1
N I A
N
LES 303
getallenkennis
doelenverwijzing
tellen met sprongen tot 100
lesdoelen
1
2
3
4
Met sprongen tellen, terugtellen en
doortellen tot 20, ook buiten de
tafelrijen
De tafelrijen correct en vlot opzeggen
Met sprongen van 2, 5 en 10 tellen,
terugtellen en doortellen tot 100, ook
buiten de tafelrijen
Verwoorden dat herhalen en inprenten
belangrijk zijn bij het leren
eindterm
VVKBaO
1.1
G6
1.10
1.11
1.1
B17
leren
leren 5,
6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
G6
8 van 8
N I A
I
LES 304
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks optellen en
aftrekken: ingeklede
bewerkingen
lesdoelen
1
2
3
4
Natuurlijke getallen  100 optellen en
aftrekken volgens de
standaardprocedures
Eenvoudige problemen en
vraagstukken bij een prent mondeling
en schriftelijk oplossen
Alleen met taal mondeling en
schriftelijk eenvoudige problemen en
vraagstukken oplossen
Zelfstandig een gepaste wiskundige
vraag formuleren bij een gegeven
situatie of context
eindterm
VVKBaO
1.13
B10
B13
4.2
B49a
4.2
B49a
leren
leren 4
DO2c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
5 van 11
N I A
I
LES 305
bewerkingen
doelenverwijzing
alle tafels
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal < 10
vermenigvuldigen met een natuurlijk
getal < 10
Een getal uit de sprongenrij van x
delen door x waarbij 0 < x < 10
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen en het
verband zien tussen de verschillende
tafels
Het belang van controleren
verwoorden
5 van 8
eindterm
VVKBaO
1.10
1.13
B17
1.10
B21
1.10
1.11
B8b
leren
leren 5,
6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 306
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks tot 20
lesdoelen
eindterm
VVKBaO
B9b
B10a
B12b
B13a
B9b
B10a
B12b
B13a
B9
B12b
1
Natuurlijke getallen tot 20 optellen en
aftrekken
1.13
2
De resultaten bij optellingen en
aftrekkingen tot 20 paraat kennen
1.13
3
Zonder en met tijdsdruk optellingen en
aftrekkingen tot 20 correct oplossen en
invullen
Verwoorden wat als gemakkelijk en
moeilijk ervaren wordt en waarom
1.13
4
8 van 8
leren
leren 6
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
A
LES 307 – 312
doelenverwijzing
getallenkennis
evaluatie sprong 12
lesdoelen
eindterm
VVKBaO
Inzicht verwerven in de tientalligheid en het
plaatswaardesysteem van ons talstelsel
Daarbij getallen snel terugvinden in een 100veld en gebruikmaken van de termen E en T
De conventie hanteren dat een rangschikking,
tenzij anders afgesproken, verloopt van links
naar rechts en daarbij natuurlijke getallen
interpreteren en gebruiken als de aanduiding
voor een rangorde
Met sprongen tellen, terugtellen en doortellen
tot 20
Met sprongen van 2, 5 en 10 tellen, terugtellen
en doortellen tot 100, ook buiten de tafelrijen
Inzicht verwerven in de begrippen ‘de helft, het
dubbel, een kwart, halveren, verdubbelen,
verdelen …’
1.5
G10
G11g, h
G12
1.2
1.4
1.9
G2
G9b, c
1.1
G6
1.3
Inzien dat lijnen met een gebroken, gebogen of
grillige vorm een lengte hebben en die bij
benadering bepalen door een geschikte
werkwijze te hanteren (bv. meten met een
touwtje)
6 Vraagstukken over één grootheid, lengte,
oplossen
7 Tijdsaanduidingen tot een kwartier nauwkeurig
lezen en zelf aanduiden op getekende klokken
8 Bij optellingen tot 100 de verdubbelregel, het
compenseren en het schakelen toepassen om
gemakkelijker tot een oplossing te komen
Inzien dat aftrekkingen niet commutatief of
associatief zijn
9 Schriftelijke, eenvoudige problemen en
vraagstukken oplossen
10 Bij het uitvoeren van vermenigvuldigingen en
delingen een doelmatige oplossingswijze kiezen
op basis van inzicht in de structuur van de
getallen en in de eigenschappen van de
bewerkingen
11 Vermenigvuldigingen en delingen correct
uitvoeren en invullen
2.9
G14d
B1
B15
B20
MR32
1.29
MR88
2.2
2.12
1.11
1.13
1.14
MR69
1
2
3
4
meten en metend
rekenen
bewerkingen
meetkunde
5
12 Ontbrekende symbolen (vergelijkingssymbool,
maalteken en deelteken) in een vergelijking
invullen
13 Rechthoeken en vierkanten herkennen en
intuïtief benoemen
14 Snijdende en evenwijdige rechten herkennen en
benoemen
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B4b
B5a, b
B7b
B11b
4.2
B49a
1.13
1.14
1.6
B6
B17
B18
B21
B22a
B6
B18
B22a
G1d
3.4
MK14
3.4
MK28
MK29
1.10
1.14
LES 313
getallenkennis
doelenverwijzing
het 100-veld in combinatie
met rekentaal
lesdoelen
1
2
3
4
Hoeveelheden handig tellen door ze
aan te duiden op het 100-veld
Daarbij de termen en symbolen E, T en
H gebruiken
Natuurlijke getallen  100 optellen en
aftrekken volgens de
standaardprocedure
Een natuurlijk getal interpreteren en
gebruiken als aanduiding van een
hoeveelheid en een rangorde en in een
bewerking
Elkaars werk controleren en bijsturen
indien nodig
eindterm
VVKBaO
1.3
G11g, h
G37b
1.13
B10b
B13b
1.2
G9a,
b, d
SV 1.3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 3
N I A
I
LES 314
LES 315
meten en
gewicht: ijken, schatten,
metend rekenen wegen en vergelijken
doelenverwijzing
lesdoelen
5 en 6 van 6
eindterm
VVKBaO
1
Schatten en wegen met
standaardmaateenheden en met zelf
geijkte gewichten van 100 g
De schatting met het weegresultaat
vergelijken
Het resultaat uitdrukken in kilogram en
gram met de symbolen kg en g
2.1
2.2
2.8
2
Geschikte meetinstrumenten kiezen
Vaste referentiematen kennen en
gebruiken
Gewichten van producten aflezen en
sorteren
Daarbij ervaren en inzien dat gewicht
niet enkel bepaald wordt door volume.
Bij een (probleem)situatie in verband
met gewichten de transfer maken naar
de geleerde begrippen, inzichten en
procedures
2.8
MR4
MR14
MR17a
MR19b
MR20
MR22
MR61
MR62a, b
MR18
MR23
MR24
MR21
MR64
3
4
2.3
leren
leren 3
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO9b
N I A
I
LES 316
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: optellen
lesdoelen
1
2
3
4
Twee of meer natuurlijke getallen
optellen (som  100)
Natuurlijke getallen aanvullen tot een
‘zuiver’ tiental of tot 100
Handig rekenen bij optellingen met
drie of meer termen door getallen te
groeperen
Een oplossingswijze kiezen en
rechtvaardigen met het oog op handig
rekenen
6 van 11
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
1.13
1.14
1.13
1.14
B11b
leren
leren 5
DO1
b, e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
B11b
N I A
I
LES 317
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: aftrekkingen
lesdoelen
1
2
3
4
Twee of meer natuurlijke getallen
 100 van elkaar aftrekken
Inzien dat de aftrekking, in
tegenstelling tot de optelling, niet
associatief is
Inzien dat handig rekenen bij aftrekken
kan door getallen aan te vullen (te
compenseren)
Een oplossingswijze kiezen en
rechtvaardigen met het oog op handig
rekenen
eindterm
VVKBaO
1.13
B13b
1.13
1.14
B5b
1.13
1.14
B14b
leren
leren 4
DO1b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
7 van 11
N I A
I
LES 318
getallenkennis
doelenverwijzing
herhaling: tabellen en grafieken
lesdoelen
1
2
3
4
Een blokdiagram samenstellen en de
kwantitatieve gegevens aflezen
Een enkelvoudige tabel samenstellen
en de kwantitatieve gegevens aflezen
Een kruistabel samenstellen en de
kwantitatieve gegevens aflezen
Met concrete voorbeelden de rol en het
praktisch nut van diagrammen en
tabellen in de eigen leefwereld en in de
maatschappij verwoorden
eindterm
VVKBaO
1.8
G40b
1.8
G40a, b
1.8
G40a, b
5.1
DO7c
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 1
N I A
I
LES 319
bewerkingen
doelenverwijzing
alle tafels
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal < 10
vermenigvuldigen met een natuurlijk
getal < 10
Een getal uit de sprongenrij van x
delen door x waarbij 0 < x < 10
Enkelvoudige vraagstukjes met
vermenigvuldigingen uit de tafelrijen
oplossen
Met concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld de rol en het praktisch nut
van wiskunde in de maatschappij
verwoorden
6 van 8
eindterm
VVKBaO
1.13
1.10
B17
1.10
B21
1.28
B50a
4.03
DO7d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 320
getallenkennis
doelenverwijzing
delen door 2, 5 en 10
lesdoelen
1
2
3
4
De kenmerken van deelbaarheid door
2, 5 en 10 kennen
Natuurlijke getallen delen door 10,
waarbij het quotiënt een natuurlijk
getal is
Natuurlijke getallen delen door 5,
waarbij het quotiënt een natuurlijk
getal is
Het oplossingsproces van een ander
controleren en evalueren
9 van 10
eindterm
VVKBaO
1.12
G31a
1.13
B23a
1.13
B23b
leren
leren 6
DO3e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 321
getallenkennis
doelenverwijzing
veelvouden van 5, 10, 25 en
50
lesdoelen
1
2
3
4
Natuurlijke getallen  10
vermenigvuldigen met 10
Op een flexibele manier natuurlijke
getallen vermenigvuldigen met 5, 25
en 50
Weten dat vermenigvuldigen en delen
omgekeerde bewerkingen zijn en dat
inzicht toepassen als controlemiddel
Concrete voorbeelden zoeken van het
gebruik van veelvouden
eindterm
VVKBaO
1.10
1.13
1.13
B17
B19a
B19b
1.11
B8a
leren
leren 3
DO7d
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
10 van 10
N I A
I
LES 322
bewerkingen
doelenverwijzing
optellen: gemengde reeks
lesdoelen
1
2
3
4
Twee of meer natuurlijke getallen
optellen volgens een
standaardprocedure (som  100)
Flexibel en inzichtelijk een doelmatige
oplossingsmethode toepassen volgens
de eigenschappen van de bewerkingen
en de structuur van de getallen, bv.
getallen splitsen, aanvullen of
groeperen, aanvullen tot een zuiver
tiental, de verdubbelregel gebruiken,
commutativiteit of associativiteit
toepassen
Geleerde begrippen, inzichten en
procedures gebruiken om enkelvoudige
vraagstukken met natuurlijke getallen
op te lossen
Kennis hebben van zichzelf en van de
eigen aanpak
8 van 11
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
1.11
1.13
1.14
B11b
4.2
leren
leren 3
B3a
B49a
leren
leren 6
DO6b
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 323
bewerkingen
doelenverwijzing
aftrekken: gemengde reeks
lesdoelen
1
2
3
4
Twee of meer natuurlijke getallen
 100 volgens de standaardprocedure
van elkaar aftrekken en inzien dat de
aftrekking niet commutatief is
Flexibel en inzichtelijk een doelmatige
oplossingsmethode toepassen volgens
de eigenschappen van de bewerkingen
en de structuur van de getallen, bv.
getallen splitsen of aanvullen,
aftrekken tot een zuiver tiental
Geleerde begrippen, inzichten en
procedures gebruiken om enkelvoudige
vraagstukken met natuurlijke getallen
op te lossen
Doelmatige oplossingmethodes kritisch
vergelijken met de standaardprocedure
eindterm
VVKBaO
1.13
B4b
B13b
1.11
1.14
B14b
4.2
leren
leren 3
B3a
B49a
leren
leren 5
B4b
DO3e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
9 van 11
N I A
I
LES 324
meten en
het kwartier
metend rekenen
doelenverwijzing
lesdoelen
1
2
3
4
Op de wijzerklok het uur, het halfuur
en het kwartier aflezen en aanduiden
Tijdsaanduidingen lezen, noteren,
correct interpreteren en instellen
In functie van de te meten tijdsduur en
van de beoogde nauwkeurigheid, de
geschikte maateenheid en het gepaste
meetinstrument kiezen en correct
gebruiken
De tijdsduur schatten en de schatting
vergelijken met het meetresultaat
Het woord nemen in een
klassengesprek en spontaan iets
vertellen
8 van 8
eindterm
VVKBaO
2.1
2.2
MR68
MR69a
2.3
MR23
MR24
MR25
2.12
MR20
SV 1
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 325
getallenkennis
doelenverwijzing
bewerkingen gecombineerd
met het 100-veld
lesdoelen
1
2
3
4
Twee of meer natuurlijke getallen (met
som  100) optellen of van elkaar
aftrekken
De correcte resultaten bij de maal- en
deeltafels tot 10 onmiddellijk
reproduceren
Weten dat optellen/aftrekken en
delen/vermenigvuldigen omgekeerde
bewerkingen zijn en dat inzicht
toepassen als controlemiddel
Kritisch zijn en een eigen mening
formuleren
eindterm
VVKBaO
1.13
B10b
B13b
1.10
B17
B21
1.11
B8a, b
B46b
SV 1
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3 van 4
N I A
I
LES 326
bewerkingen
doelenverwijzing
herhaling: alle tafels
lesdoelen
eindterm
VVKBaO
B6a
B17
B18
B21
B22a
B23a
B4c, d
B6a, b
B17
B18
B21
B22
B23a
B17
B21
1
In reële, betekenisvolle situaties
vermenigvuldigingen en delingen met
deeltal, vermenigvuldigtal, product en
quotiënt  100 en vermenigvuldiger en
deler  10 ‘uit het hoofd’ uitvoeren
1.10
1.13
1.14
2
Bij het uitvoeren van deze
vermenigvuldigingen en delingen een
doelmatige oplossingswijze kiezen op
basis van inzicht in de structuur van de
getallen en in de eigenschappen van de
bewerkingen
1.10
1.13
1.14
3
De correcte resultaten bij de maal- en
deeltafels tot 10 onmiddellijk
reproduceren
Tafels op een zinvolle manier
memoriseren
1.10
4
7 van 8
leren
leren 1
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
DO5a
N I A
I
LES 327
getallenkennis
doelenverwijzing
herhaling: patronen
lesdoelen
1
2
3
4
Patronen van 4 elementen in een rij, in
de realiteit of getekend, herkennen en
voortzetten
Een mondeling geformuleerde
samenstelling van een patroon met 4
elementen realiseren
Een zelf ontworpen en gerealiseerd
patroon met 4 elementen verwoorden
en daarbij begrippen als ‘eerste,
tweede, middelste, voorlaatste, op één
na laatste, de eerste drie, de laatste
twee …’ hanteren
Een patroon van vormen of getallen
voortzetten waarbij in één vlak
verschillende patronen voorkomen
(tegelpatroon – mozaïek)
Reflecteren op de eigen oplossingsweg
1 van 1
eindterm
VVKBaO
1.29
MK2
G38
1.29
MK2
G38
OD 3.4
1.29
MK2
G38
leren
leren 5
DO1c
DO3e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 328
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: optellen en
aftrekken
lesdoelen
1
2
3
4
Volgens de standaardprocedures alle
aftrekkingen tot 100 met twee of meer
termen oplossen
Volgens de standaardprocedures alle
optellingen tot 100 met twee of meer
termen oplossen
Flexibel en inzichtelijk een doelmatige
oplossingsmethode toepassen op basis
van de eigenschappen van de
bewerkingen en de structuur van de
getallen
Verwoorden wat nog als moeilijk
ervaren wordt
eindterm
VVKBaO
1.13
B13b
1.13
B10b
1.11
1.13
1.14
B11b
B14b
leren
leren 5
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
10 van 11
N I A
I
LES 329
meetkunde
doelenverwijzing
herhaling: ruimtelijke oriëntatie
lesdoelen
1
2
3
4
De relatie leggen tussen
driedimensionale situaties en hun
voorstellingen om zich te oriënteren in
de ruimte
Een driedimensionale
blokkenconstructie nabouwen met een
driedimensionale afbeelding als model
In een concrete ruimte de kortste weg
tussen twee plaatsen vinden en die
beschrijven
Met concrete voorbeelden uit de eigen
leefwereld de rol en het praktisch nut
van wiskunde in de maatschappij
verwoorden
eindterm
VVKBaO
3.7
MK7a
MK7d
3.7
MK7a
MK44
3.1
MK4a, b
MK5
MK45
DO7d
4.03
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1 van 1
N I A
I
LES 330
bewerkingen
doelenverwijzing
gemengde reeks: optellen en
aftrekken
lesdoelen
1
2
3
4
Alle aftrekkingen tot 100 met twee of
meer termen volgens de
standaardprocedures oplossen
Alle optellingen tot 100 met twee of
meer termen volgens de
standaardprocedures oplossen
Flexibel en inzichtelijk een doelmatige
oplossingsmethode toepassen op basis
van de eigenschappen van de
bewerkingen en de structuur van de
getallen
Het nut van controleren verwoorden
eindterm
VVKBaO
1.13
B13b
1.13
B10b
1.11
1.13
1.14
B11b
B14b
leren
leren 5
Do3e
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
11 van 11
N I A
I
LES 331
getallenkennis
doelenverwijzing
het 100-veld gecombineerd
met +, , x en :
lesdoelen
1
Getallen op het 100-veld plaatsen
2
Alle vormen van optellingen en
aftrekkingen tot 100 met en zonder
brug uit het hoofd uitvoeren
Een natuurlijk getal < 10
vermenigvuldigen met een natuurlijk
getal < 10 en een getal uit de
sprongenrij van x delen door x waarbij
0 < x < 10
Verwoorden welke oplossingswijze en
welke deelstappen gevolgd werden om
tot een oplossing te komen
3
4
eindterm
VVKBaO
1.8
G12
1.13
B10b
B13b
1.10
1.13
B17
B21
leren
leren 5
DO4a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
4 van 4
N I A
I
LES 332
bewerkingen
doelenverwijzing
alle tafels
lesdoelen
1
2
3
4
Een natuurlijk getal < 10
vermenigvuldigen met een natuurlijk
getal < 10
Een getal uit de sprongenrij van x
delen door x waarbij 0 < x < 10
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen en het
verband zien tussen de verschillende
tafels
Verwoorden waarom het nodig is om
iets te herhalen en in te oefenen
8 van 8
eindterm
VVKBaO
1.10
1.13
B17
1.10
B21
1.10
1.11
B8b
leren
leren 1
DO5a
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
N I A
I
LES 333-338
doelenverwijzing
getallenkennis
evaluatie sprong 13
lesdoelen
Een natuurlijk getal interpreteren, schrijven en
gebruiken als aanduiding van een hoeveelheid,
een rangorde en in een bewerking en daarbij de
symbolen E en T gebruiken
1.2
1.3
G9a, b,
d
G11b, g
G37b
2
Een patroon van vormen voorzetten waarbij in
één vlak verschillende patronen voorkomen
(tegelpatroon - mozaïek)
De begrippen ‘halveren, verdubbelen, de helft,
het dubbel, een vierde, een kwart' toepassen op
hoeveelheden en getallen tot 100
OD 3.4
MK2
1.3
Een kruistabel samenstellen en de kwantitatieve
gegevens aflezen
Weten dat resultaten van een gewichtsmeting
uitgedrukt kunnen worden in kilogram en gram
Daarbij de symbolen kg en g gebruiken en
voorwerpen rangschikken van licht naar zwaar
De tijd aflezen op een analoge klok tot op een
kwartier nauwkeurig
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
Een natuurlijk getal  10 vermenigvuldigen met
een natuurlijk getal  10
Een getal uit de sprongenrij van x delen door x
waarbij 0 < x  10
Twee of meer natuurlijke getallen (som  100)
optellen volgens de standaardprocedure of
volgens een doelmatige oplossingsmethode naar
eigen inzicht
Twee of meer natuurlijke getallen  100 van
elkaar aftrekken volgens de standaardprocedure
of volgens een doelmatige oplossingsmethode
naar eigen inzicht
Geleerde begrippen, inzichten en procedures
gebruiken om enkelvoudige vraagstukken over
optellen en aftrekken met natuurlijke getallen op
te lossen
De relatie leggen tussen driedimensionale
situaties en hun voorstellingen om zich te
oriënteren in de ruimte
Constructies nabouwen aan de hand van een
afbeelding en het aantal gebruikte blokken per
bouwsel noteren
De kortste weg vinden tussen 2 plaatsen
1.8
G14d
B1
B15
B20
G40a, b
4
5
6
bewerkingen
7
8
9
10
11
12
meetkunde
VVKBaO
1
3
meten en metend
rekenen
eindterm
13
14
15
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
2.1
2.2
2.1
2.2
1.10
1.11
1.10
1.13
1.10
MR21
MR61
MR62a,
b
MR69
B8b
B17
B21
1.13
B10
B11a, b
1.13
B13
B14a, b
4.2
B49a
3.7
MK7a
3.7
MK7a
MK44
3.1
MK4
summatieve toets
doelenverwijzing
getallenkennis
einde tweede trimester
lesdoelen
Natuurlijke getallen tot 100 schrijven
1.5
G11b
2
De begrippen ‘halveren, de helft, het dubbel,
verdubbelen, een vierde’ correct hanteren
1.4
3
Een enkelvoudig patroon in een gegeven reeks
getallen herkennen en verder zetten
Kommagetallen met hoogstens 2 decimalen
lezen om geldwaarden in euro te begrijpen bv.
3,25 euro lezen als 3 euro en 25 cent
B1
B15
B20
G14d
G38
5
meten en metend
rekenen
Getekende patronen van 4 elementen herkennen
en verder zetten
6 Kwantitatieve gegevens van een enkelvoudige
tabel aflezen en er eenvoudige berekeningen
mee uitvoeren
7 Gebruikmaken van de termen ‘eenheid, staafje,
tiental’ en door inzicht het plaatswaardesysteem
van ons talstelsel kennen
8 Inzien dat bij een deling een hoeveelheid in
gelijke delen wordt verdeeld
9 Optellingen van de vormen TE + E, E + TE, TE +
TE en aftrekkingen van de vormen TE – E, TE –
TE, T – E uitvoeren volgens de
standaardprocedure en invullen
10 Bij de maaltafels van 2, 3, 4, 5, 6, 8, 9 en 10
het resultaat correct invullen
11 De deeltafels van 6, 8 en 9 uitvoeren en invullen
12 Vermenigvuldigingen verbinden aan de
corresponderende delingen
13 De maanden van het jaar en de begrippen
‘vandaag, morgen, gisteren’ gebruiken en
verwoorden
14 De tijd aflezen op een wijzerklok: het uur, het
halfuur en het kwartier
15 Gepaste munten en biljetten gebruiken om te
betalen, te wisselen en terug te geven
16 Positieve temperaturen aflezen op een
thermometer
meetkunde
VVKBaO
1
4
bewerkingen
eindterm
17 Weten dat het resultaat van
een inhoudsmeting uitgedrukt kan worden in
liter of daarvan afgeleide maateenheden
een lengtemeting uitgedrukt kan worden in
meter of daarvan afgeleide maateenheden
een gewichtsmeting uitgedrukt kan worden
in kilogram of daarvan afgeleide
maateenheden
18 Constructies nabouwen aan de hand van een
afbeelding en het aantal gebruikte blokken per
bouwsel noteren
19 Hoeken herkennen, onderscheiden van andere
figuren en benoemen
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
1.12
2.2
2.11
1.12
1.8
1.18
G19
MR71b
MR72
MR88
MK2
G38
G40a
1.5
1.9
G10
G11g
1.10
1.11
1.13
G14a
1.10
B9b
B10a, b
B13b
B14b
B17
1.10
1.13
1.11
B21
2.1
MR66
a, b, c
2.2
2.12
2.2
2.11
MR69a
2.1
2.2
2.5
2.1
2.2
B8b
MR71b
MR72
MR88
MR74
MR29a
MR50
MR61
3.7
MK44
3.1
OD 2.2
MK12
summatieve toets
doelenverwijzing
getallenkennis
lesdoelen
1
2
3
4
bewerkingen
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
meten en metend
rekenen
einde schooljaar
Orde, regelmaat, verbanden, patronen en
structuren tussen en met getallen opsporen,
onderzoeken en ontdekken
Getallen op het honderdveld plaatsen
Een patroon van vormen voortzetten waarbij in
één vlak verschillende patronen voorkomen
(tegelpatroon - mozaïek)
Een kruistabel opstellen en de kwantitatieve
gegevens aflezen
Allerlei vormen van optellingen en aftrekkingen
tot 100 paraat uitvoeren en invullen
Bij optellingen tot 100 de verdubbelregel, het
compenseren en het schakelen toepassen om
gemakkelijker tot een oplossing te komen
Inzien dat aftrekkingen niet commutatief of
associatief zijn
Twee of meer natuurlijke getallen met som 
100 optellen volgens de standaardprocedure of
een andere doelmatige oplossingsmethode,
naar eigen inzicht
Twee of meer natuurlijke getallen  100 van
elkaar aftrekken volgens de
standaardprocedure of een andere doelmatige
oplossingsmethode, naar eigen inzicht
Geleerde begrippen, inzichten en procedures
gebruiken om enkelvoudige vraagstukken over
optellen en aftrekken met natuurlijke getallen
op te lossen
Vermenigvuldigingen verbinden met de
corresponderende delingen
Een natuurlijk getal  10 vermenigvuldigen
met een natuurlijk getal  10
Ontbrekende symbolen (vergelijkingssymbool,
maal- en deelteken) in een vergelijking
invullen
Bij het uitvoeren van vermenigvuldigingen en
delingen een doelmatige oplossingswijze
kiezen op basis van inzicht in de structuur van
de getallen en de eigenschappen van de
bewerkingen
Vermenigvuldigingen en delingen correct
uitvoeren en invullen
15 Eenvoudige schriftelijke problemen in verband
met vermenigvuldigen correct uitvoeren en
invullen
16 Tijdsaanduidingen tot op een kwartier
nauwkeurig aflezen van en zelf aanduiden op
getekende klokken
17 Vraagstukken over één grootheid, lengte,
oplossen
18 Grootte, lengte en gewicht bepalen aan de
hand van referentiematen
19 Voorwerpen rangschikken van licht naar zwaar
20 Levende wezens en/of mechanische
voorwerpen rangschikken op basis van hun
normaal ontwikkelde snelheid
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
eindterm
VVKBaO
1.12
G38
G39
1.8
G13b
OD 3.4
MK2
1.8
G40a, b
1.13
B10b
B13b
B4b
B5a, b
B7b
B11b
1.11
1.13
1.14
1.13
B10b
B11a, b
1.13
B13b
B14a, b
4.2
B49a
1.10
1.11
1.10
1.13
1.6
B8b
1.13
1.14
1.10
1.14
4.2
B17
G1d
B6
B17
B18
B21
B22a
B6
B18
B22a
B50a
2.2
2.12
MR69
1.29
MR88
2.8
MR20
2.1
MR20
MR21
MR89c
OD 2.3
meetkunde
21 Rechthoeken en vierkanten herkennen en
intuïtief benoemen
22 Snijdende en evenwijdige rechten herkennen
en benoemen
23 Constructies nabouwen aan de hand van een
afbeelding en het aantal gebruikte blokken per
bouwsel noteren
Rekensprong Plus 2 – doelen VVKBaO
3.4
MK14
3.4
MK28
MK29
MK4
3.1
Download