meetkunde 5de leerjaar vlakke figuren zijn altijd vlak/plat kan je tekenen op een blad ruimtefiguren nemen een ruimte in kun je vastnemen vierhoeken: indeling vierkant 4 rechte hoeken rechthoek 4 gelijke zijden 4 rechte hoeken ruit 4 gelijke zijden parallellogram 2 paar evenwijdige zijden trapezium 1 paar evenwijdige zijden vierhoek 4 hoeken 4 zijden Weet je dit nog ook? een parallellogram is ook een trapezium een vierkant is ook een rechthoek en een ruit en een parallellogram en een trapezium driehoeken: indeling volgens de hoeken rechthoekige driehoek scherphoekige driehoek stomphoekige driehoek 1 rechte hoek 3 scherpe hoeken 1 stompe hoek volgens de zijden gelijkbenige driehoek gelijkzijdige driehoek ongelijkbenige driehoek 2 zijden even lang alle zijden even lang geen even lange zijden punten, lijnen, vlakken . A het punt A A het lijnstuk [AB] B de rechte a a kromme lijn gebroken lijn een plat oppervlak een vlak een gebogen oppervlak vlakke figuren: cirkels A C O B • middelpunt O (middelste punt van de cirkel) • straal [OC] ( vanuit middelpunt tot punt van de omtrek) • diameter [AB] (vanuit punt van de omtrek tot punt van de omtrek, door middelpunt) ruimtefiguren veelvlakken niet - veelvlakken kegel cilinder kubus piramide balk bol soorten hoeken een rechte hoek is precies 90° een scherpe hoek is kleiner dan 90° een stompe hoek is groter dan 90° = 90° < 90° > 90° diagonalen Een diagonaal in een veelhoek is een lijnstuk dat 2 niet-opeenvolgende hoekpunten verbindt. (dus 2 hoekpunten die niet naast elkaar liggen) Een driehoek heeft geen diagonalen! Een vierhoek heeft altijd 2 diagonalen. Een vijfhoek, zeshoek,… heeft er meer. evenwijdigheid Evenwijdige rechten hebben geen gemeenschappelijke punten. a rechte a is evenwijdig met rechte b a // b b Zo teken je een evenwijdige aan een rechte door een punt P. P P a a • leg de geodriehoek zo dat een hulplijn samenvalt met de rechte a • zorg ervoor dat de tekenlijn op dezelfde hoogte als punt P komt • teken nu een evenwijdige rechte door het punt P loodrechte stand rechten a en b snijden elkaar loodrecht. rechte a staat loodrecht op rechte b a a b b Zo teken je een loodlijn op een rechte door een punt P. P P a a • leg de geodriehoek zo dat de middellijn samenvalt met de rechte a • zorg ervoor dat de tekenlijn door het punt P loopt • teken nu een loodlijn loodrecht op de rechte a door het punt P symmetrie Symmetrie merk je overal om je heen op. Gebouwen zijn vaak symmetrisch: de ene helft is het spiegelbeeld van de andere. We ervaren symmetrie als mooi. Een symmetrieas verdeelt een vlakke figuur in 2 delen die elkaars spiegelbeeld zijn. 1 symmetrieas 2 symmetrieassen 4 symmetrieassen Oneindig veel symmetrieassen 0 symmetrieassen gelijkvormigheid gelijk van vorm en grootte gelijkvormigheid gelijk van vorm en grootte Zij hebben dezelfde vorm, maar niet dezelfde grootte. Ze zijn gelijkvormig. Zij hebben dezelfde vorm, en dezelfde grootte. (vergroten en verkleinen m.b.v. kopiemachine) (kopiëren m.b.v. kopiemachine) gelijkvormige figuren tekenen. • de vorm is gelijk • de overeenkomstige hoeken zijn even groot • de verhouding tussen de overeenkomstige afmetingen blijft gelijk X2 7 6 2,5 14 5 12 coördinaten Bij coördinaten noteer je eerst het getal of de letter van de horizontale as, daarna van de verticale as. 11 10 9 8 7 6 (D, 7) 5 4 (J,10) 3 (J,1) 2 1 A B C D E F G H I J K L M N aanzichten en grondplan 4 3 2 3 2 1 2 1 1 1 bovenaanzicht vooraanzicht zijaanzicht links grondplan zijaanzicht rechts kijklijnen Een kijklijn is een rechte die vanuit de ogen vertrekt en die de kijkrichting aangeeft. M.b.v. kijklijnen kun je bepalen wat iemand wel of niet ziet. Fientjes bal vliegt over het muurtje. Als de bal op plaats 1 rolt, kan Fientje haar bal niet zien. Als de bal tot plaats 2 rolt, kan ze haar bal wel zien. Alles wat boven de kijklijn is, kan Fien dus zien. In het park kan persoon A 4 ganzen zien. Persoon B kan er veel meer zien, 6 en 2 halve. plaats 1 plaats 2 schaduwbeelden Hoe hoger de lichtbron, hoe korter de schaduw. Waar staat de lichtbron? In het snijpunt van de schaduwlijnen.