Veelgestelde vragen schorsing Beschutte Werkplaatsen

advertisement
Versie 1 juli 2016
Dienst Sociale Economie
Koning Albert II-laan 35 bus 20
1030 BRUSSEL
www.werk.be
SCHORSING MAATWERKBESLUIT – VEELGESTELDE VRAGEN
(versie beschutte werkplaatsen)
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
Op 26 januari 2016 besliste de Raad van State tot een schorsing van het Maatwerkbesluit. Hierdoor
trad op 8 februari 2016 de voormalige regelgeving inzake beschutte werkplaatsen opnieuw in
werking. Door de heropleving van de oude regelgeving worden andere doelgroepcriteria en
subsidievoorwaarden dan de maatwerkregelgeving van toepassing. Bijgevolg heeft de schorsing van
het Maatwerkbesluit een impact op de werking van de beschutte werkplaatsen.
Op 1 juli 2016 hechtte de Vlaamse Regering haar definitieve goedkeuring aan de reparatieregelgeving
voor beschutte werkplaatsen. De reparatieregelgeving voorziet in een regularisatie en gelijkstelling
voor sommige handelingen die werden gesteld tijdens de maatwerkperiode en waarvoor de
oorspronkelijke regelgeving voor beschutte werkplaatsen geen rechtsgrond bood.
Dit document verzamelt veelgestelde vragen rond de impact van de schorsing en de gewijzigde
regelgeving op de beschutte werkplaatsen. Mocht u echter geen antwoord vinden op uw vraag, mag
u deze signaleren aan [email protected].
1. DOELGROEP
1.1 Welke criteria gelden voor een doelgroepwerknemer beschutte werkplaatsen?
Door de schorsing zijn de voormalige doelgroepcriteria beschutte werkplaatsen opnieuw van
toepassing. Niet alleen de voormalige doelgroep beschutte werkplaatsen verkreeg, op basis van
attestering, een recht op maatwerk. Ondernemingen konden ook personen met een recht maatwerk,
dat verkregen werd op basis van een ICF-screening, tewerkstellen. Deze laatste doelgroep voldoet
echter niet aan de criteria als doelgroepwerknemer beschutte werkplaats.
Bijkomend werd, naar aanleiding van de inwerkingtreding van het maatwerkdecreet de
tewerkstelling van personen in een beschutte werkplaats geschrapt als een bijzondere
tewerkstellingsondersteunende maatregel (BTOM) en werden de rechten van alle werknemers in
dienst bij een beschutte werkplaats op 31 maart 2015 omgezet naar een recht op collectief
maatwerk. Als gevolg van deze wijziging in de BTOM-regelgeving kunnen deze werknemers geen
beroep doen op subsidies voor doelgroepwerknemers beschutte werkplaatsen. De omschakeling van
het recht op collectief maatwerk tot een recht op beschutte werkplaats wordt in een apart besluit
van de Vlaamse Regering geregeld.
De reparatieregelgeving voorziet in een regularisatie van a) de doelgroep, die toegeleid werd
conform de bepalingen in het maatwerkbesluit en dit tot en met 9 februari 2016, omdat de
betrokkenen pas op 9 februari 2016 in kennis gesteld konden worden van de schorsing, en b) de
doelgroep die omgezet werd op 31 maart 2015 zodat deze personen opnieuw een recht op subsidie
beschutte werkplaatsen openen.
Daarenboven regelt de reparatieregelgeving dat nieuw aangeworven doelgroepwerknemers vanaf 8
februari 2016 een subsidie ontvangen vanaf het moment van de inwerkingtreding van het
reparatiebesluit (1 juli 2016), op voorwaarde dat de tewerkstelling van de persoon geregistreerd
werd in de voorziene toepassing van VDAB.
1.2 Wat met de doelgroepwerknemers, met uitzondering van de doelgroep uiterst
kwetsbaren, die aangeworven zijn tussen 1 april 2015 en 7 februari 2016, op basis van ICF
werden toegeleid, en niet voldoen aan de doelgroepcriteria uit de regelgeving beschutte
werkplaats?
De reparatieregelgeving voorziet in een regularisatie van deze doelgroep. Bijgevolg zijn deze
personen subsidiabel voor tewerkstelling in een beschutte werkplaats. Deze regularisatie gaat
retroactief in, waardoor deze personen meegeteld zullen worden in de subsidieberekening vanaf
8 februari 2016 (= schorsingsdatum van het maatwerkbesluit).
1.3 Wat met de doelgroepwerknemers, met uitzondering van de doelgroep uiterst
kwetsbaren, die aangeworven zijn op 8 of 9 februari 2016, op basis van ICF werden
toegeleid, en niet voldoen aan de doelgroepcriteria uit de regelgeving beschutte
werkplaats?
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
1.07.2016
pagina 2 van 8
De reparatieregelgeving voorziet in een regularisatie van deze doelgroep. Bijgevolg zijn deze
personen subsidiabel voor tewerkstelling in een beschutte werkplaats. Deze regularisatie gaat
retroactief in, waardoor deze personen meegeteld zullen worden in de subsidieberekening vanaf
8 februari 2016 (= schorsingsdatum van het maatwerkbesluit).
1.4 Kan een ICF-geïndiceerde doelgroepwerknemer, met uitzondering van de doelgroep uiterst
kwetsbaren, in dienst treden bij een andere beschutte werkplaats?
Ja, dit is mogelijk. Vermits de reparatieregelgeving deze persoon regulariseert als een
doelgroepwerknemer beschutte werkplaats is het mogelijk om van werkplaats te veranderen, zonder
verlies van recht op subsidies.
1.5 Kunnen werknemers uit een sociale werkplaats in dienst treden bij een beschutte
werkplaats?
De BTOM-regelgeving bepaalt de personen die gerechtigd zijn op een tewerkstelling in een beschutte
werkplaats. De regelgeving voorziet dat personen die tussen 1 april 2015 tot en met 9 februari 2016
als doelgroepwerknemer PMAH of PSP (zoals vermeld in artikel 3, 2°, a) en b) van het
maatwerkdecreet) aangeworven werden door een maatwerkbedrijf, gerechtigd zijn voor een
tewerkstelling in een beschutte werkplaats. Bijgevolg kunnen personen die in een voormalige sociale
werkplaats tijdens de maatwerkperiode werden aangeworven, in dienst treden bij een beschutte
werkplaats.
Ook personen met een recht op werkondersteunende maatregelen, en die op 9 februari 2016 niet in
dienst zijn bij een maatwerkbedrijf, zijn vanaf die zelfde datum gerechtigd op een tewerkstelling in
een beschutte werkplaats.
1.6 Kunnen werknemers uit een beschutte werkplaats in dienst treden bij een andere sociale
werkplaats?
Ja, dit is mogelijk. Personen die binnen de periode van 1 april 2015 tot en met 9 februari 2016 als
doelgroepwerknemer PMAH of PSP (zoals vermeld in artikel 3, 2°, a) en b) van het maatwerkdecreet)
werden aangeworven door een maatwerkbedrijf, kunnen tewerkgesteld worden als
doelgroepwerknemer in een sociale werkplaats.
1.7 Wat met de doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’?
De doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’, zoals voorzien in de maatwerkregelgeving, omvat personen die
voorafgaand aan hun tewerkstelling gedurende minstens 24 maanden geen betaalde beroepsarbeid
hebben verricht omwille van persoonlijke redenen.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
1.07.2016
pagina 3 van 8
Voor deze doelgroep is geen rechtsgrond tot regularisatie in de regelgeving beschutte werkplaatsen.
Deze personen voldoen niet aan de criteria van een doelgroepwerknemer beschutte werkplaats.
Bijgevolg zijn deze personen met ingang van 8 februari 2016 niet subsidiabel.
De plaatsen ingevuld door de doelgroep ‘uiterst kwetsbaren’ gelden als openstaande plaatsen, en
kunnen binnen het toegekende contingent ingevuld worden door doelgroepwerknemers conform de
regelgeving beschutte werkplaatsen.
1.8 Wat met personen die na 8 februari in dienst traden, in de periode dat recht op BW niet
bestond? Zullen de rechten op beschutte werkplaats retroactief toegekend worden voor
deze personen?
Neen. Een persoon die in dienst trad voor de inwerkingtreding van het reparatiebesluit, en voldoet
aan de criteria beschutte werkplaatsen, zal pas over een recht op een subsidie kunnen beschikken
vanaf de inwerkingtreding van de reparatieregelgeving, mits de tewerkstelling bij VDAB in
MVAC/Mijn VDAB is geregistreerd. Bijgevolg zal het Departement WSE geen subsidies retroactief
toekennen aan zulke personen. Hiermee volgt de reparatieregelgeving het legaliteitsbeginsel en de
gelijke berechtiging tussen de werkplaatsen.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
1.07.2016
pagina 4 van 8
2. BETALINGEN
2.1 Wat betekent de schorsing voor het verwerven van de subsidies?
Door de schorsing zijn de voormalige subsidievoorwaarden en -procedures opnieuw van toepassing
vanaf 8 februari 2016. Bijgevolg komt – in tegenstelling tot maatwerk – de bewijslast voor het
verwerven van de subsidie opnieuw bij de werkgever te liggen.
De instrumenten die deze bewijslast ondersteunen zijn:
•
•
•
•
De prestatiestaten (SBW) van alle doelgroepwerknemers en omkaderingspersoneel
aangeworven binnen het toegekende contingent;
De attesten voor zwakke werknemers;
De arbeidsovereenkomsten en functieomschrijvingen voor de personen ‘economische
uitdaging’;
De bewijslast voor personen ‘dienst sociaal beleid’.
Een correcte en definitieve aangifte gebeurt door de werkplaats bij het insturen van de
prestatiestaten. Op dat ogenblik worden de prestaties en statuutkeuzes als correct en definitief
beschouwd.
2.2 Waarom dienden de prestaties van de periode 1 april 2015 – 7 februari 2016 ingediend te
worden?
Het arrest van de Raad van State resulteert in een heropleving van de regelgeving beschutte
werkplaatsen vanaf 8 februari 2016. Hierdoor blijven de subsidies (vaste enveloppe) die onder de
periode van de maatwerkregelgeving (1 april 2015 – 7 februari 2016) behouden.
Het Departement WSE vroeg echter de prestatiegegevens van de werknemers voor de periode van
de maatwerkregelgeving ook op omwille van twee redenen:
•
•
Om de subsidies correct te kunnen berekenen vanaf 8 februari 2016 moest het Departement
WSE kennis hebben over de historiek van de personeelsbewegingen
De beslissing tot schorsing van het maatwerkbesluit kan gevolgd worden door een beslissing
tot vernietiging van dit besluit door de Raad van State. Bijgevolg zou de maatwerkregelgeving
geacht zijn nooit te hebben bestaan, en dienen alle subsidies voor de periode 1 april 2015 –
7 februari 2016 volgens de regelgeving BW berekend te worden. Hiervoor is de correcte
informatie nodig, en worden complexe herberekeningen of risico op fouten grotendeels
vermeden.
2.3 Hoe wordt het voorschot berekend?
De voorschotten onder de oude regelgeving beschutte werkplaatsen werden berekend op basis van
de prestaties/afrekeningen uit het verleden. Vermits het Departement WSE op korte termijn niet
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
1.07.2016
pagina 5 van 8
over deze gegevens zal beschikken, kunnen de voorschotten niet volgens de oude regelgeving
berekend worden.
In het belang van de financiële continuïteit voor ondernemingen en de tewerkstelling van de
doelgroepwerknemers wil het DWSE blijven voorzien in de uitbetaling van de voorschotten.
De Vlaamse Regering keurde op 26 februari 2016 een besluit goed dat voorziet in een forfaitair
voorschot. Dit bedrag zal uitbetaald worden, totdat alle gegevens verzameld zijn in het eSubsidieloket om de voorschotten conform de regelgeving sociale werkplaatsen te berekenen.
Periode
Voorschotregeling
Januari 2016 – Februari 2016
Maatwerk
Maart 2016 - …
BVR 26 februari 2016
 forfaitair bedrag (basis = voorschot maart 2015)
 betaald op 1e dag van de maand
Eenmaal de prestaties verwerkt zijn in Regelgeving BW
SBW
2.4 Hoe zullen de vaste voorschotten (op basis van het BVR van 26 februari 2016) afgerekend
worden?
Deze forfaitaire voorschotten zullen via SBW afgerekend worden als openstaande schuld, volgens de
gewoonlijke procedure.
2.5 Hoe zullen de kwartaalafrekeningen verlopen?
Vanaf het 2e kwartaal 2016 verloopt de afrekening volledig conform de regelgeving beschutte
werkplaatsen.
2.6 Zullen de geregulariseerde doelgroepwerknemers reeds meegenomen worden in de
afrekeningen?
Jazeker, deze personen zitten mee in de verrekening.
2.7 Wat is de impact van de schorsing op de voormalige maatwerklabels? Zullen de
afrekeningen en de voorschotten onder de oude conventienummers gebeuren?
Vermits de oude regelgeving beschutte werkplaatsen heropleeft, gelden de voormalige
erkenningsnummers. Alle betalingen en verrekeningen zullen op niveau van de oude erkenningen
gebeuren. Fusies tussen werkplaatsen die op 1 januari 2016 van kracht waren, zullen worden
gerespecteerd, en zullen met ingang van de prestaties voor januari 2016 worden toegepast.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
1.07.2016
pagina 6 van 8
3. VACATURES EN TOELEIDING
3.1 Wat betekent de schorsing van het maatwerkbesluit voor aanwervingen en toeleiding?
Door de schorsing van het maatwerkbesluit zijn de subsidievoorwaarden en de doelgroepcriteria
conform de regelgeving beschutte werkplaatsen opnieuw van toepassing vanaf 8 februari 2016. Als
gevolg van de wijziging in de BTOM-regelgeving kon vanaf die datum echter geen enkele werknemer
beroep doen op subsidies voor doelgroepwerknemers beschutte werkplaatsen.
Vanaf de inwerkingtreding van het reparatiebesluit op 1 juli 2016 kan het recht op tewerkstelling
binnen een BW terug toegekend worden. Nieuwe aanwervingen vanaf 1 juli 2016 dienen conform de
doelgroepcriteria BW te verlopen.
Indien men reeds eerder aanwerft (tussen 9/2/16 – 30 juni 2016) zullen er voor deze nieuwe
aanwervingen geen subsidies ontvangen worden voor die periode.
De toeleiding zal volgens de procedures onder de regelgeving beschutte werkplaatsen verlopen.
Bijgevolg blijft de VDAB verantwoordelijk voor de toeleiding van doelgroepwerknemers naar
openstaande vacatures.
3.2 Hoe dien ik als beschutte werkplaats openstaande vacatures in?
De registratie van een openstaande vacature en de melding van de aanwerving door uw organisatie
via ‘Mijn VDAB’ werd door de reparatieregelgeving wettelijk. Ook aanwervingen dienen steeds
geregistreerd te worden door de werkgever in ‘Mijn VDAB’.
3.3 Kan een beschutte werkplaats eigen kandidaten voorstellen?
Jazeker. U kan steeds een kandidaat-doelgroepwerknemer voorstellen, conform de geldende
doelgroepcriteria.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
1.07.2016
pagina 7 van 8
4. DOORSTROOM
4.1 Wat betekent de schorsing van maatwerk voor doorstroom?
De schorsing beïnvloedt de ESF-oproep ‘Doorstroom sociale economie’, die als rechtsgrond de
maatwerkregelgeving had. In afwachting tot meer duidelijkheid over de rechtsgrond is de oproep ‘on
hold’ gezet.
5. EVALUATIE
5.1 Gaat men zoals voorzien starten
doelgroepwerknemers op 1 april 2016?
met
de
evaluatie
van
de
10%
zittende
De voorziene evaluatie van de 10% zittende doelgroepwerknemers maakte deel uit van het
maatwerkbesluit en staat dus voorlopig ‘on hold’.
5.2 Zullen de jaarrekeningen en jaarverslagen opnieuw opgevraagd worden?
Neen, enkel op expliciete vraag van het Departement WSE. De maatwerkregelgeving voorzag in een
hernieuwde kwaliteitsopvolging, door middel van een jaarlijks duurzaamheidsverslag, driejaarlijkse
zelfevaluatie en negenjaarlijkse assessments. Deze kwaliteitscyclus beoogde onder meer een
vereenvoudiging van de monitoring, die destijds voornamelijk financieel gericht was.
Door de schorsing zouden de beschutte werkplaatsen opnieuw een jaarverslag, een jaarrekening en
een sociale balans dienen door te sturen. Vanuit het principe van de éénmalige gegevensinzameling,
dat binnen de Vlaamse overheid wordt gehanteerd, vervangt de reparatieregelgeving deze
voorwaarde in een verplichting tot het aanleveren van een financieel verslag op expliciete vraag van
de administratie. Enkel in die gevallen waarbij het Departement WSE meent dat de leefbaarheid van
de onderneming en de tewerkstelling van de doelgroepwerknemers in het gedrang komt, zal de
mogelijkheid bestaan om bijkomende gegevens op te vragen.
6. REGELGEVING
6.1 De toekomst voor het decreet Maatwerk?
Ondanks de schorsing en de mogelijke toekomstige vernietiging van het Maatwerkbesluit is er nog
steeds een grote maatschappelijke en politieke wil om het maatwerkdecreet van 12 juli 2013 verder
uit te voeren. Hiertoe werkt het Departement WSE momenteel een aantal mogelijke scenario’s uit.
Zodra hierover meer nieuws is, zal het Departement WSE u hierover informeren.
//////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////
1.07.2016
pagina 8 van 8
Download