Ontwikkeltips: Richting geven Aansturen, ontwikkelen en motiveren van medewerkers zodat ze hun doelstellingen en die van de entiteit op een correcte manier kunnen realiseren, zowel individueel als in teamverband. Vereiste niveaus en gedragsvoorbeelden Niveau 1 - Geeft richting op het niveau van taken en de uitvoering daarvan Geeft aanwijzingen, instructies en richtlijnen aan individuele medewerkers of aan het team over uit te voeren taken Drukt in meetbare resultaten uit wat hij van de medewerker of van het team verwacht en geeft daarbij prioriteiten aan Zorgt voor een goede afstemming tussen de verschillende taken die door het team opgenomen worden Verschaft de middelen (informatie, budget, materiaal, mensen …) die medewerkers nodig hebben om resultaten te halen Treedt corrigerend op met het oog op de te bereiken doelstellingen en gemaakte afspraken Niveau 2 - Geeft richting op het niveau van processen en structuren Schept duidelijkheid over de taken, rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende teamleden en teams van de entiteit Zorgt ervoor dat beschikbare mensen en middelen efficiënt ingezet worden met het oog op de gezamenlijk te behalen doelstelling Voorziet in mogelijkheden voor communicatie en overleg binnen het team en stimuleert het gebruik daarvan Stuurt het functioneren van individu en team bij, met het oog op het bereiken van de doelstellingen Bewaakt processen en structuren en stuurt ze indien nodig bij om de efficiëntie of kwaliteit van de werking te verzekeren of te verbeteren Niveau 3 - Geeft richting, zowel via processen en structuren als via het bepalen en uitdagen van een visie Communiceert op regelmatige momenten over de opdracht van de entiteit of de organisatie en over het belang daarvan (de missie van de entiteit of organisatie) www.bestuurszaken.be/vormingsweb Geeft richting of sturing aan een team of entiteit door een duidelijk en inspirerend beleid uit te dragen (geeft aan waar de organisatie naartoe wil) Bepaalt haalbare en uitdagende doelstellingen en doet beroep op het talent van de medewerkers om ze te realiseren Introduceert nieuwe structuren, processen en procedures om het beleid te realiseren Inspireert als leider vanuit de waarden en doelstellingen van de Vlaamse overheid Hoe werk ik eraan? Denk niet zo: o Iedereen zal wel voldoende op de hoogte zijn van de organisatie- en functiedoelen, die hoef ik hen toch niet meer te vertellen o Als ik teveel op de taken en gewenste resultaten wijs en erover praat, krijgen ze een hekel aan me o Wie ben ik om hen opdrachten te geven o Professionals weten heus zelf wel wat belangrijk is o Ik heb toch een zelfsturend team, die regelen alles zelf, daar ben ik niet meer bij nodig Wel zo: o Mensen rekenen op jou in de juiste richting te duwen o Jij bent degene die het grote plaatje in de gaten moet houden Ontwikkeltips Welke gedragsvoorbeelden wilt u ontwikkelen? o Hoe komt het dat u die als leidinggevende nog niet ontwikkeld hebt? o Probeer ook voor uzelf het niveau vast te stellen waarop u momenteel functioneert. Is dit ook het gewenst niveau of ligt dit hoger? Vraag medewerkers eens hoe zij uw beheersing van de competentie bij het leidinggeven ervaren. o Zijn instructies duidelijk? o Stuurt u voldoende (bij)? o Schept u duidelijkheid over taken en rollen? o Wat is in hun ogen goed en wat zou beter kunnen? Wat wilt en kunt u hiervan verbeteren? Zorg dat u een goed zicht hebt op de hoeveelheid werk van uw medewerkers. o Vraag hen ook regelmatig of ze voldoende werk hebben www.bestuurszaken.be/vormingsweb o Bepaal naar gelang uw inzichten en de opmerkingen van medewerkers of het werk anders moet worden verdeeld. Ga eens voor uzelf na wat u precies verwacht van iedere medewerker aan resultaten en gedrag. o Met andere woorden: wanneer bent u tevreden? o Onderzoek vervolgens of uw perceptie overeenkomt met die van uw medewerkers. o Zo nee, waar liggen de verschillen en hoe is het mogelijk dat deze verschillen ontstonden? o Communiceer dit met de desbetreffende medewerkers en zorg ervoor dat u op één lijn met hem komt. Oefen in het geven van instructies hoe iets aangepakt moet worden. o Let daarbij zowel op vorm als op de inhoud van de instructie. o Vraag na het geven van instructie of de medewerker nog vragen heeft Laat hem de instructie en de afspraak samenvatten. Leg afspraken zoveel mogelijk vast op papier en geef een exemplaar aan de medewerker. o Voorkom zo dat er misverstanden ontstaan. Zet activiteiten in een tijdsoverzicht o Zo krijgt u grip op het geheel en kunt u beter bepalen of er (andere) prioriteiten gesteld moeten worden. o Controleer dit overzicht regelmatig op een vast moment. o Een planbord kan voor zo’n overzicht dienst doen. Maak eens duidelijk aan de medewerkers hoe u de voortgang bewaakt. o Gaat u medewerkers controleren of verwacht u dat medewerkers aan u rapporteren en zo nodig voorkoppelen (van te voren aangeven wanneer doelen niet bereikt zullen worden)? o Geef ook aan onder welke omstandigheden u overgaat tot het controleren van medewerkers. Houdt een interview met een collega die naar uw mening prima op de competentie scoort. o Probeer te weten te komen hoe hij te werk gaat, hoe hij medewerkers doelen en taken weet bij te brengen en hierop weet te sturen. o Bekijk wat u zelf zou willen overnemen, wat bij u past en maak een actieplan. www.bestuurszaken.be/vormingsweb Tips voor de hogere competentieniveaus o o Leer van anderen o Lees enkele biografieën van mensen die bekend stonden als grote leiders die enthousiasme konden opwekken. o Hoe gingen zij te werk, wat onderscheidde hen van minder succesvolle leiders? o Ga voor uzelf na of bepaalde kwaliteiten ook op u van toepassing zijn of dat u die zou kunnen ontwikkelen. o Het gaat er niet om succesvol gedrag te kopiëren maar wel om bepaalde elementen ervan over te nemen. Zet datgene waar u en uw medewerkers mee bezig zijn consequent af tegen het beleid van de afdeling. o Is het ondersteunend of niet, in hoeverre draagt het bij aan het realiseren van het beleid? o Zou de tijd anders kunnen worden besteed dan daadwerkelijk het geval is? www.bestuurszaken.be/vormingsweb