COMPETENTIEGERICHTE FUNCTIEBESCHRIJVING Functiefamilie ALGEMEEN MANAGEMENT Functienaam Directeur ICT Departement DLOG Dienst ICT Datum goedkeuring document Sneuvelversie 6/4/2011 1. SITUERING VAN DE FUNCTIE IN DE ORGANISATIESTRUCTUUR Organogram wordt bijgevoegd op datum waarop de CF werd opgemaakt 2 TAAKOMSCHRIJVING Beleidsmanagement - Continuëren en optimaliseren van de werking van het ICT managementcomité binnen de ICT dienst. Beheer van de organisatie en processen binnen ICT, en van de bijhorende verantwoordelijkheden van de rollen die voorkomen in het organigram van de dienst ICT. Ontwikkelen en implementeren van een efficiënte dienststructuur waarbij processen, administratieve regels en de procedures worden opgezet voor alle functies, met specifieke aandacht voor controle, kwaliteitsborging, risicomanagement, informatie beveiliging, data en eigendom van systemen en de scheiding van taken. Opstellen en uitvoeren van een kader ter naleving van externe verplichtingen (toezicht houden op afspraken, rapportage) Opstellen en uitvoering van een intern en extern communicatieplan Evalueren en bijsturen van de interne processen en procedures. Zetten van de noodzakelijke stappen opdat de interne procedures, richtlijnen en codes, enz. correct uitgevoerd en gerespecteerd worden. Inhoudelijk en eventueel organisatorisch ondersteunen bij organisatiebrede projecten. Opstellen van de operationele doelstellingen van de dienst, in samenwerking met het ICT managementcomité. Actief participeren aan de vergaderingen van het managementteam van de provincie Antwerpen. Personeelsmanagement 1 - - Beheer van technische en gedragscompetenties in de HR processen (aanwerving/ontwikkeling) Opmaak van (technische) competentieprofielen voor interne en externe medewerkers. Trainingsbehoeftes worden in kaart gebracht mbv de teammanagers. Bewaken/controle van competentie- en kennis profielen van de externe medewerkers, aangepast aan de (nieuwe) vereisten. Optreden als people manager op basis van bestaande HR procedures voor het behouden en aantrekken van gemotiveerde competente medewerkers (door middel van bewustwordingstrategieën, performantiemanagement en efficiënte evaluatiessystemen) Opmaken van het personeelsbehoefteplan in lijn met de beleidsdoelstellingen. Doorvoeren van het globaal HRM-beleid, afgestemd op de noden van de dienst. Opvolgen en instaan voor een correcte afhandeling van de verschillende HR-processen (F&E, werving,…). Financieel management - Verantwoordelijk voor uitvoering van intake klantenmatrix en beheer van het kostenmodel door de juiste actoren bijeen te brengen en het beleid te sturen hierin Zorgen voor transparantie en verantwoording in de total cost of ownership (TCO), de realisatie van de zakelijke voordelen en de return of investment (ROI) van investeringen in IT. Beheer van IT investeringen gebaseerd op het bestaande ICT programma inclusief projecten voor productontwikkeling Rapporteren en evalueren over het financieel management van de dienst. Opmaken van de jaarlijkse financiële nota (ipv budget) voor de dienst. Opvolgen van de financiële cyclus (ipv budgettaire cyclus). Opnemen van verantwoordelijkheid rond de effectieve en efficiënte besteding van de budgettaire middelen. Kwaliteitsmanagement - Opstellen van een kwaliteitsbeleid Invoeren en bewaken van een monitoringproces met duidelijk meetpunten, en een tijdregistratieproces Opvolgen van het milieumanagementsysteem Juridisch management - Toezien op de naleving van de wetgeving. Toezien op de opmaak van contracten en gebruiksovereenkomsten en deze bij delegatiebevoegdheid ondertekenen. Anticiperen op de nieuwe regelgeving. 2 Aankoopmanagement - Verantwoordelijke voor aankoopproces van IT middelen (mankracht / hardware , software en diensten) Uitvoeren van ICT aankoopbeleid op maat (selectie van leveranciers, contractbeheer enz.) Invoeren en bewaken van een monitoringproces met duidelijk meetpunten, en een tijdregistratieproces Algemeen management ICT processen Verantwoordelijk voor het opstellen, invoeren, uitvoeren en optimaliseren van volgende processen. Verantwoordelijk voor de kwalitatieve uitvoering van de ICT processen die vallen onder de teams: Strategie, architectuur en security Productontwikkeling Operationeel beheer Klantenrelaties Verantwoordelijk voor het secretariaat dat zich bezighoudt met algemene en financiële administratie en met inventarisbeheer. 3. COMPETENTIEPROFIEL 1. GEDRAGSCOMPETENTIES Cluster I: Kerncompetenties van de Provincie Antwerpen Klantgerichtheid : de burger staat centraal Definitie De burger (of externe klant) is de voornaamste klant van de Provincie Antwerpen. Daarnaast zijn er de interne klanten (departementen, diensten of medewerkers). De medewerker streeft ernaar om de noden en behoeften van de klant te achterhalen en ze efficiënt, effectief, kwalitatief en met de nodige discretie te behandelen. Dit doet de medewerker door beloftes na te komen, garant te staan voor een goede opvolging en de meest geschikte oplossing aan te bieden, zodat er wordt bijgedragen tot een goede dienstverlening zowel voor de burger als voor de interne klanten. 3 niveau III Anticipeert op mogelijke toekomstige noden van klanten. - Gaat actief op zoek naar de toekomstige noden van de klanten Geeft richting aan het beleid opdat het zou voldoen aan de toekomstige noden van de klanten stelt voor de eigen entiteit meetbare doelstellingen voorop op het vlak van klantgerichtheid en klanttevredenheid zet systemen op om een kwaliteitsvolle aanpak te garanderen voorziet voor de eigen afdeling in een systematische bevraging rond klanttevredenheid stimuleert andere om de klantgerichtheid van hun aanpak voortdurend in vraag te stellen en te verbeteren Zin voor kwaliteit Definitie niveau Streven in de job continu naar optimale kwaliteit. Dit doen zowel op het vlak van wat hij/zij doet, de opgeleverde inhoud en de werkwijze om de taken en verantwoordelijkheden te volbrengen binnen de afgesproken tijdslimiet. III Herdenkt bestaande standaarden en optimaliseert deze. - vraagt feedback van collega’s en klanten, om zo de tevredenheid te controleren en uit te zoeken wat kan verbeterd worden. neemt afstand van de dagdagelijkse opdrachten en neemt de tijd om kritisch de processen te bekijken. ontwikkelt procedures en systemen om het werk efficiënter te laten verlopen. ontwikkelt procedures en systemen om fouten te vermijden of makkelijker te ontdekken. Resultaatsgerichtheid Definitie niveau zet op tijd concrete resultaten neer die bijdragen tot de doelstellingen van de dienst, het departement en zodoende de organisatie in het algemeen. – het ondernemen van concrete en gerichte acties met het oog op het behalen en/of overstijgen van doelstellingen III Werkt resultaatsgericht en draagt dit uit naar de eigen omgeving - Formuleert operationele en eventueel strategische doelstellingen voor de eigen dienst, afdeling of departement Vertaalt deze doelstellingen naar een concreet actieplan Ontwikkelt een doelgericht en concreet actieplan met doelen, mensen, middelen, timing enz. Maakt concrete afspraken met alle betrokkenen in functie van het bereiken van de gestelde objectieven Spreekt anderen aan op het bereiken van de doelstellingen wanneer dit nodig blijkt Neemt tijdig maatregelen wanneer er geconstateerd wordt dat de doelstellingen niet zullen bereikt worden Veranderingsbereidheid Definitie open staan voor veranderingen met het oog op verbetering. wacht niet op anderen, maar zet zelf, binnen zijn/haar verantwoordelijkheid, constructieve stappen om zaken te veranderen en te verbeteren als dat het departement, de dienst of de werksituatie ten goede komt. – zich open stellen voor (organisatie)verandering, en zich effectief aanpassen aan nieuwe denkkaders 4 Niveau III Voert de verandering door - herschikt, wijzigt, verandert de processen en werkwijzen waar nodig. gaat op een doordachte en gestructureerde manier te werk. moedigt anderen aan om mee te denken rond de gewenste verandering. beoordeelt het resultaat van de verandering : maakt gebruik van meetmomenten en parameters. voorziet gelegenheid en tijd (vb. vergaderingen) om vragen en weerstanden op te vangen, om onvoorziene problemen te bespreken. blijft zichzelf voortdurend verder bekwamen en ontwikkelen op alle mogelijke relevante terreinen. vergaart pro-actief kennis om accuraat te kunnen antwoorden op toekomstige probleemstellingen. voorziet mogelijkheden tot permanente vorming en bijscholing van anderen en stimuleert het gebruik daarvan. Samenwerken Definitie Niveau waken over de goede en constructieve samenwerking binnen het team of de dienst maar ook met alle departementen. vermijden om afzonderlijk of in concurrentie met elkaar te werken. samenwerken met en combineren van de eigen talenten, cultuur en inzicht met deze van collega’s om zo tot betere resultaten te komen. – leveren van een actieve bijdrage aan een gezamenlijk resultaat of aan het oplossen van problemen of conflicten, ook wanneer de samenwerking een onderwerp betreft dat niet direct van eigen belang is. III Creëert gedragen samenwerkingsverbanden met en tussen andere entiteiten - Creëert structuren om de samenwerking met andere entiteiten te verbeteren Neemt informele initiatieven om de samenwerking met en tussen andere entiteiten te verstevigen Draagt samenwerking uit als belangrijke waarde in de entiteit en daarbuiten en spreekt anderen daarop aan Creëert een draagvlak voor problemen, beslissingen en acties die de eigen entiteit overstijgen Creëert/benut de gepaste communicatiekanalen en stimuleert het overleg rond aangelegenheden die de eigen entiteit overstijgen Werkt actief aan het scheppen van een goede vertrouwensband met andere entiteiten Interageert over departementale (sub)culturen heen zonder vooroordelen (culturele intelligentie). Cluster III: Interactief gedrag Overtuigingskracht Definitie Instemming verkrijgen voor een mening, aanpak of visie door het gebruik van goed onderbouwde argumenten, door de dialoog en het overleg aan te gaan, door het gepast aanwenden van autoriteit (bevoegdheid en deskundigheid) en door het uitbouwen van gepaste strategieën 5 niveau III Hanteert aangepaste beïnvloedingsstrategieën - Trekt tijd uit om in te gaan op signalen van weerstand ook al betreft het inhoudelijke details Legt voorafgaandelijk contacten met anderen om problemen te kunnen opsnuiven en om tot afspraken te komen Vergroot de impact van zijn/haar boodschap door het gebruiken van de gepaste communicatiemix (vb. gebruik van beeldmateriaal, inlassen van interactieve momenten,…) Weet tegenargumenten om te buigen en aan te wenden in de eigen argumentatie Denkt (vooraf) aan de impact die de eigen argumentatie kan hebben op anderen; durft hiervoor een speciale, ongewone actie gebruiken Netwerken Definitie Ontwikkelen en bestendigen van relaties, allianties en coalities binnen en buiten de eigen organisatie/entiteit en deze aanwenden voor het verkrijgen van informatie, steun en medewerking niveau II Legt nieuwe contacten die voor de eigen taak en opdracht nuttig kunnen zijn - Brengt mensen met elkaar in contact, stelt hen aan elkaar voor Neemt acties om contacten te leggen en te onderhouden Zoekt samenwerking met interne en externe partners uit wederzijds belang Legt op regelmatige basis nieuwe contacten ter gelegenheid van beurzen, seminaries, vakverenigingen, opleidingen Gaat actief op zoek naar collega’s uit andere afdelingen omwille van informatie, expertise Legt contacten met andere afdelingen indien de eigen opdracht hen aanbelangt (vb. voor- of natraject, impact op,…) Legt contacten met andere afdelingen om de slaagkansen van het eigen project te vergroten (samenwerking, steun) Cluster IV: Omgaan met informatie Organisatiesensitiviteit Definitie Invloed en gevolgen onderkennen van (eigen) beslissingen, voorstellen en acties op andere onderdelen van de organisatie III Getuigt van realiteitszin bij het ondernemen van acties die verscheidene entiteiten aanbelangen - Houdt rekening met de (politieke) invloeden binnen een organisatie Onderkent de invloed en gevolgen van de eigen beslissing op andere entiteiten binnen de organisatie Reageert op (onuitgesproken) behoeften, belangen en/of verwachtingen van andere entiteiten Creëert een draagvlak door inzicht te tonen in en rekening te houden met informele netwerken die de eigen entiteit kunnen overschrijden Is op de hoogte van gebeurtenissen in andere entiteiten van de organisatie 6 Visie Definitie Feiten bekijken van op een afstand, ze in een ruimere context en lange termijn perspectief plaatsen Niveau III Brengt een eigen beleid naar voren dat de entiteit/organisatie op lange termijn beïnvloedt - Opmerkingen Anticipeert op maatschappelijke evoluties en toekomst, evenals op de manier om de eigen organisatie/entiteit hierop voor te bereiden Komt met plannen en ideeën met een looptijd van enkele jaren Houdt vast aan de lange termijn visie, niettegenstaande de dagelijkse gebeurtenissen Brengt een eigen beleid naar voren gebaseerd op een duidelijke visie m.b.t. de missie en de objectieven van de organisatie/entiteit Deze competentie dient niet alleen in het licht van managementfuncties te worden gezien, maar kan ook voor specialistische functies (bv. beleidsvoorbereidend werk, adviseurs,…) van toepassing zijn al naargelang hun takenpakket. Cluster V: Probleem oplossend gedrag Besluitvaardigheid Definitie Zich eenduidig uitspreken over een bepaald standpunt of over een bepaalde actie en het verzamelen van voldoende informatie om tot een besluit te komen Indicatoren III Neemt beslissingen in situaties waarin het risico niet eenduidig in te schatten is - Neemt cruciale beslissingen die impact hebben op lange termijn Neemt beslissingen waarvan de uitkomst niet eenduidig in te schatten is Neemt zonodig ‘onpopulaire’ beslissingen, waar weerstand of verzet op kan verwacht worden Cluster VII: Leiderschap Richting geven Definitie Het aansturen, ontwikkelen en motiveren van medewerkers zodat ze hun doelstellingen en die van de entiteit op een correcte manier kunnen realiseren, zowel individueel als in teamverband. 7 Niveau III Geeft richting zowel via processen en structuren als via het bepalen en uitdragen van een visie - Is een stuwende kracht in het team/entiteit (inspireert, neemt initiatief, heeft dynamiek) Communiceert op regelmatige momenten over de opdracht van de afdeling en het belang daarvan (de visie van de afdeling) Geeft richting en/of sturing aan een team/entiteit door het uitdragen van een duidelijk en inspirerend beleid (geeft aan waar de organisatie naartoe wil) Zet haalbare, maar uitdagende doelstellingen voor eigen team/entiteit Stuurt het functioneren van individu en team bij, met het oog op het bereiken van de doelstellingen Introduceert nieuwe structuren, processen en procedures, in functie van het realiseren van het beleid Inspireert de medewerkers door zijn/haar voorbeeldgedrag Heeft in zijn/haar leidinggeven oog voor culturele aspecten en neemt, indien nodig, acties om deze te borgen, rekening houdend met de waarden en doelstellingen van de Provincie Antwerpen. Delegeren Definitie Taken en verantwoordelijkheden doorgeven, rekening houdend met de interesse, ambitie, ontwikkelingsplan en competentie van medewerkers. De gedelegeerde taken opvolgen III Delegeert ruime verantwoordelijkheidsgebieden - Opmerkingen Creëert betrokkenheid en verhoogt de eigenwaarde van de medewerkers door hen de volle verantwoordelijkheid te geven over bepaalde dossiers, processen, … en over de middelen om de vooropgestelde output te bereiken Weet waar de sterke kanten van de medewerkers liggen en durft daar op te vertrouwen Initieert zelfsturing en empowerment bij de medewerkers Geeft ruimte aan medewerkers om zaken op hun eigen manier te realiseren Geeft medewerkers bevoegdheid om in complexe en onvoorspelbare situaties autonoom te handelen De kwaliteit van delegeren (rekening houdend met een aantal factoren), alsook de opvolging van de gedelegeerde taak staan centraal in de definitie. 2. KENNISGEBONDEN COMPETENTIES Noodzakelijke talenkennis voor het uitoefenen van de functie: Frans: mondeling basis Frans: schriftelijk niet van toepassing Engels: mondeling basis Engels: schriftelijk niet van toepassing …… (andere) niet van toepassing …… (andere) niet van toepassing 8 Noodzakelijke computerkennis voor het uitoefenen van de functie: Word grondig Excel grondig Internet-toepassingen grondig Powerpoint grondig Outlook grondig Access niet van toepassing Andere specifieke kennis die noodzakelijk is voor het uitoefenen van de functie Niveau 1: Basiskennis en/of inzicht hebben Kennis publieke sector Wet op overheidsopdrachten Niveau 2: Kennis of inzicht kunnen toepassen projectmanagement changemanagement algemene management technieken (personeel , financieel, rapportering, kwaliteitssystemen, enz..) Niveau 3: Nieuwe kennis en inzichten kunnen ontwikkelen (expert) Hedendaags ICT beleid Je hebt een grondige kennis en ervaring binnen de globale ICT en IT Governance markt en je kan gestructureerd advies uitbrengen vanuit deze kennis en expertise. Je bent goed vertrouwd met de principes van IT Governance en hebt praktische ervaring met de toepassing ervan binnen het COBIT 4. BIJKOMENDE OPMERKINGEN 9 5. GOEDKEURING AKKOORD RECHTSTREEKSE CHEF AKKOORD TITULARIS Naam & functie: Naam: Datum: Personeelsnummer: Handtekening: Datum: Handtekening: 10