Visie - Bestuurszaken

advertisement
Ontwikkeltips: Visie
Feiten in een ruime context plaatsen en een toekomstgericht
beleid ontwikkelen
Vereiste niveaus en gedragsvoorbeelden
Niveau 1 - Plaatst operationele taken en problemen in een ruim
perspectief of kader





Schat de ruime consequenties van zijn voorstellen,
beslissingen en acties correct in
Denkt discipline overschrijdend (bv. gebruikt informatie
uit andere domeinen, bekijkt de mogelijke impact op
andere entiteiten)
Legt overstijgende, minder voor de hand liggende
verbanden
Maakt zich los van de dagelijkse praktijk, geeft de grote
lijnen aan, denkt vooruit
Kent de missie, visie en strategie van de
organisatie(afdeling) en handelt ernaar bij de invulling
van zijn functie
Niveau 2 - Betrekt brede (maatschappelijke, technische...)
factoren bij zijn aanpak
 Plaatst adviezen, beslissingen en initiatieven in de
brede organisatiecontext of beleidscontext
 Kent de relevante trends en ontwikkelingen binnen zijn
beroep of domein
 Wijst op evoluties die voor anderen nog onbekend zijn
 Heeft voeling met wat er in de toekomst gevraagd kan
worden
 Levert een bijdrage aan het ontwikkelen van het beleid
voor zijn werkveld
Niveau 3 - Brengt een beleid naar voren dat de entiteit of
organisatie op lange termijn beïnvloedt
 Anticipeert op maatschappelijke ontwikkelingen en bereidt
de organisatie hierop voor
 Komt met plannen en ideeën met een looptijd van enkele
jaren
 Bewaakt de langetermijnstrategie, ondanks de dagelijkse
gebeurtenissen
 Ontwikkelt een beleid om de missie en doelstellingen van
de organisatie te realiseren
 Draagt de missie van de organisatie zowel intern als
extern uit
www.bestuurszaken.be/vormingsweb
Hoe werk ik eraan?
Denk niet zo:


Conceptueel denken is zo abstract, daar kan ik niets mee
Ik heb geen belangrijke positie in deze organisatie, van
mij verwacht men conceptueel denkvermogen
Wel zo:

Niet alleen de korte termijn is belangrijk, ik moet ook aan de lange termijn denken
Ontwikkeltips
 In welke van de gedragsvoorbeelden liggen uw zwakke
kanten?
o Wat denkt u daaraan te kunnen doen?
o Probeer vast te stellen of een minder goede
beheersing te maken heeft met intelligentie of met
omstandigheden (informatie, hulpmiddelen, vrijheid
van opereren e.d.).
o Concentreer u vervolgens op de gedragsvoorbeelden
die in de tweede categorie vallen.
 Vraag om feedback
o Wat willen uw collega’s wat vaker van u zien?
Bepaal daarna waar u aan zou willen werken.
o Vraag aan medewerkers / collega’s / uw
leidinggevende of zij vinden dat u voldoende tijd
neemt om een situatie of probleem wat meer
reflectief en minder oplossingsgericht te
benaderen.
 Vraag ook of zij vinden dat u in voldoende
mate concepten of ideeën of theorieën uit
andere kennisgebieden in uw eigen vakgebied of
werk toepast.
 Bespreek hoe zij uw vermogen tot conceptueel
denken ervaren.
 Wat is goed en wat zou beter kunnen? Wat wilt
en kunt u verbeteren?
 Houd uzelf op de hoogte van aangrenzende vakgebieden
o Probeer om kennis uit die gebieden toe te passen op
uw eigen vakgebied.
o Surf op internet, lees vakliteratuur, ga naar
congressen, praat met collega’s en afnemers om de
trends en ontwikkelingen in de markt en de
samenleving te kunnen vinden en om de grote lijnen
van de ontwikkelingen in uw vakgebied te ontdekken.
www.bestuurszaken.be/vormingsweb






Ga op zoek naar raakvlakken tussen alles wat tot u komt
vanuit de omgeving van de organisatie en de wereld
daarbuiten (politiek, cultuur, maatschappij e.d.) en de
zaken waarmee u vanuit uw functie betrokken bent.
o Vraag uzelf naar beide zijden af of er een relatie
ligt en wat het belang daarvan is.
Vraag door alvorens u een mening vormt.
o Concentreer u op de achtergronden en perspectieven
van nieuwe informatie en plaats die daarmee op een
hoger niveau.
o Het zal u helpen een schifting aan te brengen
tussen wat minder en meer belangrijk is.
o Vermijd om te snel conclusies te trekken en stel uw
mening eens even uit totdat u er rustig over
nagedacht hebt.
Ga eens met de gegevens van een omvangrijk probleem of
een belangrijke te nemen beslissing naar enkele collega’s
o Laat hen aangeven welke verbanden zij zien, wat
volgens hen de kern van het probleem is en wat
ermee samenhangt.
o Leg er uw versie tegenover.
o Als u dit vaker doet kunt u inschatten of u tekort
schiet in het verkrijgen van overzicht, het
“helikopteren”, het abstraheren.
o U kunt aan hen vragen wat zij doen om meer
overzicht te krijgen over een complex probleem.
Probeer een probleem, een situatie of een werkproces in
beelden of schema’s te vatten.
o Soms kan het helpen om tekeningen te maken met
pijlen die verbanden weergeven om meer overzicht te
krijgen over het geheel.
o Mensen die van een situatie schematische tekeningen
maken onthouden ook beter de verbanden. Een beeld
zegt vaak meer dan duizend woorden.
Probeer analogieën, metaforen, vergelijkingen, modellen
te gebruiken voor uzelf en om anderen iets duidelijk te
maken.
o U zult merken dat de kennis uit andere
levensgebieden vaak goed toe te passen is op uw
werkgebied.
Presenteer uw ideeën regelmatig voor collega’s.
o Nodig hen uit kanttekeningen te plaatsen.
o Dit helpt u om de grote lijnen beter in kaart te
brengen.
www.bestuurszaken.be/vormingsweb
Tips voor de hogere competentieniveaus


Probeer eens te extrapoleren vanuit een bepaald
actueel onderwerp.
o Beschrijf de situatie over vijf of tien jaar
(afhankelijk van de aard van het onderwerp) vanuit
een concreet beleidsstandpunt.
o Geef verschillende scenario’s weer en maak een
inschatting van de kans dat de scenario’s optreden.
o Geef tenslotte aan welk scenario het meest gewenst
is en op welke wijze u dit scenario kunt
bevorderen, c.q. de overige kunt ontkrachten.
Wen uzelf aan de vraag te beantwoorden wat de lange
termijneffecten zijn van uw dagelijkse bezigheden
o In hoeverre passen die in de lange termijn visie
van de organisatie?
o Geef een cijfer van 1 tot 5 naar de mate van
verwijdering van deze visie.
o Leer geleidelijk u te richten op de zaken die het
minst verwijderd zijn.
www.bestuurszaken.be/vormingsweb
Download