Werking 3de kleuter

advertisement
PVOC West-Vlaanderen
Website : www.pvocwvl.be
– Sint-Maartensbilk 2, 8000 Brugge – Tel. 050 440 220 – Fax 050 440 221
e-mail: [email protected]
Intervisie Leren en Studeren-Kleuter – verslag van de vergadering 08/3.
Aanwezig : Franciska Decruw, CLB Roeselare, Marleen De Bruyne, CLB Tielt, Goedele
Seys, CLB Waregem, Joke De Keukelaere, CLB Blankenberge, Petra Mulle, CLB Ieper,
Veerle Delameilleure, CLB Torhout, Mabel Ceename, CLB Izegem, Marianne Decloedt,
CLB Brugge, en Véronique Van Coillie, CLB Groeninge, Marleen Dobbels PVOC,Marianne
Vervaeck.
Verontschuldigd: Marcella Hombroux, VCLB Vormingscentrum, en Els Dehouck, CLB
Poperinge.
1. CLB-werking in de 3de kleuterklas.
De verschillende ankerfiguren kregen vooraf een vragenlijst om in te vullen. Deze tekst is een
verwerking van de vragenlijsten die binnengekomen zijn+de discussie op de vergadering zelf.
Het al dan niet geven van een infoavond wordt eigenlijk
bepaald door de school.
Een aantal CLB’s koppelen het geven van informatie aan
een open klasdag. Dit wordt zeer positief ervaren.
Een aantal centra gebruikt een infobrief.
Gebruikte tests:
Schoolrijpheidsonderzoek

Welke tests gebruik je? februari: Toeters (alle kleuters)
eind schooljaar: Kontrabas (niet noodzakelijk van alle

Wanneer worden die
kleuters)
afgenomen?
Afname + verbetering door de kleuterleidster. Een aantal

Door wie?
de
CLB’s verbeteren zelf de Kontrabas.

Worden alle 3
Toets rekenbegrip Dudal, begin schooljaar, soms ook
kleuters getest?
eind schooljaar, afname + verbetering door de school

Door wie worden de
CLB-tussenkomsten voor risicokleuters:
proeven verbeterd?

WPPSI-R

Ben je er tevreden

LDT
over?

Rekenvoorwaarden:

Gebruik je ander
-ordenen Cito
materiaal, zoals
-Dudal
checklists,
-Moenaert (Vork)
observatielijsten,..
-Rekenbasis (eigen proef Poperinge)

Schoolrijpheidsbatterij:
-Menen (eigen proeven)
-Seghers
Tevredenheid:

Belang van de bevindingen van de
kleuterleidster. Het is noodzakelijk dat we de
kleuterleidster bewust maken van het feit dat
haar eigen observaties minstens even
belangrijk zijn dan testresultaten.

Gezien de jonge leeftijd: voorzichtigheid
De Toeters:
Pluspunten: schrijfpatronen.
 Minpunten:
-twijfel bij de voorspellende waarde van de visuele
vaardigheden
-voorbereidend rekenen is minder uitgewerkt
-Als een kleuter zwak scoort op een subtest van 10
punten, dan kan dit de totaalscore enorm naar beneden
trekken.
Bekendmaking

geef je een infoavond?

gebruik je een
infobrief?
Besprekingen op school

Aantal MDO’s?

Worden alle 3de
kleuters besproken?

Wordt
taalontwikkeling
besproken?
De meeste centra organiseren 2 à 3 MDO’s per jaar en
proberen om enkel de probleemkleuters te bespreken.
CLB Groeninge is regelmatig aanwezig op school waar
de Zoco klasdoorbrekende MDO’s organiseert. Op die
manier is er de mogelijkheid om continue
probleemkinderen te signaleren+overleg op
scharniermomenten, zoals na de afname van De Toeters.
Taalontwikkeling is een aspect in de totale ontwikkeling
van een kleuter die wordt besproken, of wordt enkel
besproken in functie van de hulpvraag.
We blijven vaak met de vraag Wanneer is
doorverwijzing nodig voor taal en motoriek? Een aantal
centra hebben in dat verband een logopediste uitgenodigd
om de criteria in verband met taal duidelijk te stellen.
Voor motoriek blijkt dit nog moeilijker.
Eerste probleemsignalering +bespreking van de resultaten
Contacten met ouders

Hoe worden de ouders is een taak van de school. De school moet als eerste zijn
op de hoogte gebracht zorg overbrengen. Als er een interventie van CLB nodig
is, dan wordt dit afgesproken op het MDO, en brengt de
van de resultaten van
school de ouders hiervan op de hoogte. Een aantal centra
een
schoolrijpheidsonderzo maken er een werkpunt van om voor een individueel
CLB-onderzoek in elk geval de ouders te contacteren.
ek

Wie legt er contact met (eventueel telefonisch) Dit wordt als zeer positief
ervaren.
de ouders van de
Meer en meer een trend om een overleg samen met de
‘probleemkinderen’.
kleuterleidster en de ouders te organiseren.
Eén centrum geeft nog schriftelijk advies.
Advisering

K3 bis

Brugklas

Speelleerklas

......
Welke criteria gebruik je?
Criteria K3 bis

jonge kleuters

normale begaafdheid

speels, onrijp, problemen met taakgerichtheid.

allochtone kleuters met onvoldoende taalbasis

kinderen met een type 1 profiel, ze zijn niet
klaar om te starten in het lager onderwijs,
doch de overgang naar type 1 lijkt te vroeg,
omwille van het verwerkingsproces van de
ouders, of omdat je nog een onduidelijk beeld
hebt van het kind, en dat je het nog een extra
kans wil geven, al dan niet ondersteund door
therapie. De ouders worden wel duidelijk
gewezen op het risico.
Brugklas (type 8)

Intelligentie: Criteria die vooropgesteld
werden:
IQ 85+
Minimum totaalIQ van 80, VIQ>85,, je kan
milder zijn bij kinderen die van thuis uit
weinig stimulatie gekregen
hebben(kansarmen), je moet strenger zijn als
het kinderen zijn die reeds veel therapie
gekregen hebben.
IQ 75 tot 90
Bij structurele problemen, vb een heel zwak
PIQ of VIQ , het andere >80


Opmerkingen hierbij: enerzijds is er de vraag
om zeker streng genoeg te zijn, anderzijds
moet men steeds zeer voorzichtig zijn met IQbepalingen bij kleuters.
Kinderen die het tempo en de werkdruk van
het 1ste leerjaar niet aankunnen.
Kinderen die de lees-schrijf en
rekenvoorwaarden onvoldoende hebben
verworven om te kunnen leren binnen een
klassikale benadering.
Kinderen die een specifieke en ernstige uitval
vertonen op één of ander
ontwikkelingsdomein
Voordelen van de brugklas als het kind het jaar nadien
terugkeert naar het gewoon lager onderwijs:

Het kind kan reeds een voorsprong opbouwen
wat betreft schoolse kennis. in de brugklas
worden reeds een aantal letters aangebracht,
en leert men rekenen tot 10.

Indien men 9 maanden brugklas heeft gevolgd
(ten laatste eind september starten) heeft men

recht op 1 jaar GON-begeleiding in het
gewoon lager onderwijs.
In de brugklas kan men, indien nodig kine- of
logotherapie krijgen.
De Scholengemeenschap in Wingene organiseert zelf een
Brugklaswerking:

De kleuters zitten officieel 3de kleuter over.

In de voormiddag (4voormiddagen) worden
ze samengezet in de Brugklas.

In de namiddag gaan ze terug naar de 3de
kleuterklas in hun eigen school.

De scholengemeenschap organiseert het
busvervoer.

Er zitten momenteel een 8-tal kleuters in de
Brugklas.
Speelleerklas (type 1)

Intelligentie: Aangeduide criteria:
Intelligentie kleiner dan 80, na één jaar
overzitten opnieuw afhaken.
Kleuters bij wie een licht mentale vertraging
duidelijk is (IQ<75), meestal hebben ze reeds
overgezeten en/of therapie gevolgd. Op het
onderzoek van lees-,schrijf en
rekenvoorwaarden scoren ze zwak over de
gehele lijn(<pc 20)

Het criterium ‘Welbevinden’ speelt zeker een
belangrijke rol.
Terugkerende opmerkingen:
Zeer moeilijk om criteria op te stellen, soms spelen
praktische zaken zoals afstand van school een rol.
Niet enkel rekening houden met cijfergegevens, doch de
totale ontwikkeling van het kind in beeld brengen.
Vandaar dat het soms moeilijk is om vaste criteria te
hanteren.
Hoe wordt er vaak mee omgegaan: informeren over het
probleem, probleembewust maken, mogelijke voorstellen
worden aangereikt, bij elk voorstel worden voor-en
nadelen toegelicht.
Advisering: soms alleen door de school, soms alleen door
CLB, soms samen.
Wat is volgens u de doelstelling
van de werking in de 3de
kleuterklas?


Welke zijn volgens u de
knelpunten in deze werking?








Continuering van de zorg die start vanaf het
eerste kleuter.
Risicokleuters signaleren, opvolgen en
remediëren.
Bij uitvallers kijken naar mogelijkheden om
tegemoet te komen aan de prblemen.
Schoolondersteunend: een goed zorgbeleid
helpen uitbouwen,door een functioneel KVS
te helpen uitbouwen, en de MDO-werking te
helpen uitbouwen.
Leerling-gericht; interventies na hulpvraag op
vlak van diagnostiek en begeleiding.
Problematiek van de overstap naar het eerste
leerjaar toe.
Men verwacht van ons teveel predictie in enge
zin.
Geen vaststaande criteria, het advies is voor
een groot deel gebaseerd op ervaring.
De onvoorspelbaarheid van de ontwikkeling
van het individuele kind:
- factor werkhouding is moeilijk te
voorspellen.
-weinig rechtlijnige band tussen
leervoorwaarden en het leren zelf.
Uitspraken van kleuterleidsters zijn soms te
sterk gebaseerd op testen, te weinig op
klasobservaties.
Kleuterleidsters hebben het soms moeilijk met
te remediëren, te differentiëren.
Kleuterleidsters hebben het soms moeilijk met
het brengen van een moeilijke boodschap, zijn
soms te positief.
Kleuterleidsters ondervinden soms druk van
hogere klassen.
Beperkte mogelijkheden om schoolinterne
zorg aan te bieden, in sommige scholen is er
meer aandacht voor de zorg in het lager
onderwijs. Scholen waar kleuterleidsters zoco
is hebben op dat vlak voordeel
2. Kleutervolgsystemen: Groeiboek, Kleuterstapjes, Signaallijst.

Groeiboek
Garant organiseert informatiesessies in verband met het Groeiboek. Deze richten
zich tot scholen en CLB-medewerkers. Voor West-Vlaanderen gaat dit door op


dinsdag 17 mei, om 19 uur in het Eeckhoutcentrum te Kortrijk.
Opgepast: Ook de vorming georganiseerd door VCLB, op 29 april, in Roeselare
blijft doorgaan!!! Deze is veel meer praktijkgericht in richt zich op CLB-ers+
kleuterleidsters en Zoco’s.
Kleuterstapjes
Er wordt momenteel veel promotie gevoerd voor dit kleutervolgsysteem door de
uitgeverij Wolters/Plantijn. Het is ontworpen in samenwerking met de
pedagogische begeleiding van OVSG.
Signaallijst.
Het SIG heeft een herwerkte genormeerde versie van de Signaallijst voor kleuters
uitgegeven. Het is een genormeerd observatie-instrument. Er is geen verwijzing
naar remediëring.
Algemene opmerking: het valt op hoe weinig kleuterleidsters de gegevens uit hun KVS
meebrengen naar het MDO.
3. Motoriek
Psychomotoriek is momenteel niet opgenomen in de convenant van de Vlaamse
Wetenschappelijke vereniging voor Jeugdgezondheidszorg. Indien hier in de toekomst rond
gewerkt zou worden dan zal er samenwerking zijn tussen de koepel VCLB en VVVJ.
De Vragenlijst voor Motorische vaardigheden van kleuters, ontworpen door de
Arteveldehogeschool kan van het internet worden gehaald. gebruik is gratis, mits registratie.
Referentie : http://kinesitherapie.arteveldehs.be/VMVK.
4. Gedragsproblemen bij kleuters
Uit de intervisie van 7/12/’04 bleek dat er in onze provincie grote behoefte is aan navorming
rond ‘gedragsproblemen bij kleuters’. Op vraag van Marcella Hombroux werd deze vraag nog
verder geconcretiseerd:

Er is vooral behoefte aan tips omtrent de aanpak in de klas.

De CLB-medewerkers krijgen ook meer en meer vragen van ouders, die thuis
problemen hebben met hun kinderen, daar waar er in de klas geen problemen zijn.
Hoe gaan we hier mee om? Is dit een CLB-taak? Moeten we doorverwijzen naar
een CGGZ? Wat met de lange wachtlijsten daar ?
5. Varia
Mogelijke onderwerpen voor intervisie kleuters volgend jaar:

Kleutervolgsystemen: Inhoud? Ervaringen ermee?

Wij krijgen veel vragen in verband met jonge kleuters (peuterklas-eerste
kleuterklas) Hoe gaan we hier mee om?

ontwikkelingsstoornissen.
Als jullie nog voorstellen hebben, mail ze gerust door!!!
Hartelijk dank aan allen voor de medewerking!
Marianne Vervaeck
Leren en Studeren Basisonderwijs
PVOC West-Vlaanderen
Download