Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Inhoudsopgave Algemeen Methodeopbouw Werken met Nectar Toetsing Plannen met Nectar Algemene tips voor het plannen Plannen in de bovenbouw van vwo Het examen voor biologie Hulp bij zelfstandig leren Studiewijzer Inhoudsopgave vwo deel 3 Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Overzicht alle leertaken (boek en Nectarnet) Bestellijst practica vwo bovenbouw deel 3 De hoofdstukken inhoudelijk 20 Evolutie Inhoud Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Overzicht leertaken in het boek Vooraf regelen Overzicht vaardigheden Suggesties voor additioneel materiaal Didactische tips 21 Molecuul van de twintigste eeuw Inhoud Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Overzicht leertaken in het boek Vooraf regelen Overzicht vaardigheden Suggesties additioneel materiaal Didactische tips 22 Het topje van de eiwitberg Inhoud Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Overzicht leertaken in het boek Vooraf regelen Overzicht vaardigheden Suggesties additioneel materiaal Didactische tips 23 Investeren in groen Inhoud Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Overzicht leertaken in het boek Vooraf regelen Overzicht vaardigheden Suggesties additioneel materiaal Didactische tips 24 Verkeersinformatie Inhoud Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Overzicht leertaken in het boek Vooraf regelen Overzicht vaardigheden Suggesties additioneel materiaal Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 3 3 4 5 6 6 6 6 8 8 12 13 14 16 16 17 18 18 18 19 19 20 20 20 22 22 22 22 23 23 23 24 25 25 25 26 26 27 27 27 28 28 29 29 29 30 30 30 36 36 36 37 37 38 38 1 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Didactische tips 25 Grenzen aan groei Inhoud Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Overzicht leertaken in het boek Vooraf regelen Overzicht vaardigheden Suggesties voor additioneel materiaal Didactische tips 26 Even aanzetten voor … de eindsprint! Inhoud Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Overzicht leertaken in het boek Vooraf regelen Overzicht vaardigheden Suggesties voor additioneel materiaal Didactische tips Adressenlijst Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 39 40 40 40 41 41 41 41 42 44 44 44 44 44 45 45 45 47 2 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Algemeen Dit document bevat alle onderdelen van de docentenhandleiding. Andere onderdelen als Coach opdrachten, werkbladen voor uw leerlingen, actuele informatie (zoals errata) en toetsen en uitwerkingen vindt u in de overige rubrieken van het docentenpakket De plaats van biologie in het vwo Biologie is verplicht in het profiel Natuur en Gezondheid. In het profiel Natuur en Techniek is biologie een profielkeuzevak. In de profielen Economie en Maatschappij en Cultuur en Maatschappij is biologie een keuze examenvak. Biologie mag in het vrije deel worden aangeboden. Methodeopbouw vmbo basis 1 vmbo kgt 1 vmbo gt/h/v 1 vmbo basis 2 vmbo kgt 2 havo/ vwo 2 vmbo basis 3 vmbo kgt 3 vmbo basis 4 vmbo kgt 4 havo deel 1 vwo deel 1 havo deel 2 vwo deel 2 vwo deel 3 Nectar bestaat voor de bovenbouw uit de volgende componenten: • leerboek • de i-Module NectarNet op http://v6.nectar.noordhoff.nl • uitwerkingenboek • toetsenboek (inclusief toetsen op cd-rom) • (digitale) docentenhandleiding Er zijn aparte boeken voor havo en vwo. Voor havo bovenbouw zijn er twee delen, voor vwo bovenbouw drie. Nectar is te gebruiken op alle schoolsoorten en voor alle onderwijsvormen van het voortgezet onderwijs; van categorale tot brede scholengemeenschappen. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 3 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Werken met Nectar Zelfstandig leren Nectar is bij uitstek een methode om zelfstandig aan te werken. Leerlingen kunnen zich zelf de leerstof eigen maken. Dat betekent het zelfstandig bestuderen van de hoofdstukken met uitzondering van enkele leertaken en de practica. Hierbij zullen leerlingen een beroep op u doen – of op uw TOA – in uw rol als begeleider of organisator. Toch zorgen ook hier de doelgerichte opdrachten en duidelijk omschreven eisen aan het eindresultaat ervoor dat leerlingen veel zelf kunnen doen. De mate waarin u kiest voor zelfwerkzaamheid, is aan u. U bepaalt in hoeverre de leerling verantwoordelijkheid draagt voor zijn eigen leren. Nectar geeft u in ieder geval de mogelijkheid die verantwoordelijkheid gaandeweg meer bij de leerling te leggen. Welke andere werkvormen zijn mogelijk met Nectar? Klassikaal lesgeven, groepswerk, werken in tweetallen Nectar stelt u uiteraard in staat de verschillende onderdelen van de methode ook klassikaal te behandelen. Soms is het effectiever om vragen en opdrachten in tweetallen (zelfstandig) te laten maken. Daarnaast kunt u besluiten vragen en opdrachten klassikaal te bespreken, u kunt dit ook individueel laten doen. Dit kan uitstekend met behulp van het uitwerkingenboek. Het uitwerkingenboek bevat niet alleen de antwoorden, maar zonodig ook een toelichting op het antwoord. In de praktijk laten docenten die kiezen voor zelfstandig werken het gebruik van de boeken vaak vrij. Een leerling leert van de goede antwoorden en bij ‘misbruik’ benadeelt hij alleen zichzelf. ‘Misbruik’ doet zich in de praktijk overigens weinig voor. Als het plaatsvindt, is het na een schriftelijke overhoring of proefwerk vaak afgelopen! Andere werkvormen bij Leertaken en Practica Leerlingen kunnen de paragrafen in de boeken zonder hulpmiddelen doorwerken. Dit stelt u in staat leerlingen langere tijd achter elkaar te laten werken. De Leertaken en Practica bevatten daarnaast opdrachten waar andere werkvormen aan de orde zijn en waarvoor uitdrukkelijke organisatorische voorbereiding is vereist. Die opdrachten zijn soms niet zelfstandig uit te voeren. Zo zijn er veldwerkopdrachten, opdrachten waarbij computers worden gebruikt, practica et cetera. Nectar: een Mixed Media Methode De nieuwe Nectar is uitgebreid met NectarNet, een online ICT-component. U vindt de iModule op http://v6.nectar.noordhoff.nl. Met deze i-Module is Nectar 2e editie een complete Mixed Media Methode. In de leer- en werkboeken staan verwijzingen naar NectarNet: uitleg van moeilijke leerstof, uitgebreide samenvattingen, extra oefeningen en extra leerstof. De methode wijst zichzelf, zodat u zich als docent geen zorgen hoeft te maken wanneer u ICT moet inzetten. De leerling is altijd geheel zelfstandig aan het werk. Echter, ook zonder gebruik van ICT is Nectar een volledige en prettig werkbare methode. NectarNet bestaat uit de volgende componenten: • i-Module: opdrachten waarmee de leerlingen inzicht krijgen in lastige biologische processen en oefenen met de leerstof; • extra Oefeningen en Practica waarbij de leerling gebruik maakt van weblinks en externe software als Powerpoint en Excel. • digitale Test Jezelf: per hoofdstuk kan de leerling een diagnostische toets maken waarbij de leerling meteen feedback op de gegeven antwoorden ontvangt. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 4 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Toetsing Diagnostische toets In het leerboek is aan het eind van elk hoofdstuk een diagnostische toets opgenomen: de ‘Test Jezelf’. Het is de bedoeling dat de leerlingen de diagnostische toets maken na de leerstof van het hoofdstuk geleerd te hebben. Proefwerken In het toetsenboek zijn per hoofdstuk twee eindtoetsen opgenomen, beide voor ongeveer 45 minuten. De vragen van deze A en de B toets zijn verschillend, qua niveau zijn de A en B toets grotendeels gelijk. Van elke toets zijn ook de uitwerkingen en een voorstel tot normering opgenomen. Deze toetsen worden ook als Word-bestanden op een cd-rom aangeboden, zodat u ze naar eigen inzicht kunt bewerken. Extra toetsvragen Naast de bovengenoemde toetsen zijn er per hoofdstuk ook ca. 20 extra toetsvragen beschikbaar. Deze vragen stonden ooit op een Extra cd-rom, die hoorde bij de 1 e editie van Nectar. Met deze vragen kunt u accenten aanleggen waar u wilt, uw toetsen verder uitbreiden en de variatie in vragen vergroten. Uiteraard zijn ook de uitwerkingen en een voorstel tot normering opgenomen. Alles staat in Word: u kunt het materiaal naar eigen inzicht bewerken. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 5 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Plannen met Nectar In dit onderdeel treft u uitgebreide informatie aan op het gebied van plannen met Nectar. Aan de orde komt onder andere werken met studiewijzers in de bovenbouw. Ter ondersteuning hiervan zijn een voorbeeldformulier en een leeg formulier bijgevoegd voor gebruik in de klas. Algemene tips voor het plannen Voor biologie variëren de leerjaren waarin het vak wordt gegeven en het aantal lesuren per week sterk van school tot school. In de Tweede Fase heeft de school grote autonomie: het aantal uren studielast staat weliswaar vast, maar de periode waarin biologie op het lesrooster staat kan flink verschillen. Vanwege deze complexiteit en de daarmee samenhangend de wens tot flexibel gebruik bestaat Nectar uit drie leerjaaronafhankelijke delen. Met Nectar kunt u zelf kiezen waarop u de nadruk wilt leggen in uw lessen. Bijvoorbeeld of u uw leerlingen veel theoretische kennis wilt bijbrengen. Of meer nadruk wilt leggen op het werken met vaardigheden. Dat is met Nectar mogelijk omdat voor elk onderdeel van een hoofdstuk een vaste tijd is begroot. Daardoor kunnen onderdelen gemakkelijk verschoven of uitgewisseld worden. U kunt nadat u uw eigen planning hebt gemaakt, per leerling een verder uitgewerkte planning vast (laten) leggen met behulp van de studiewijzer. U kunt daarbij gebruik maken van de informatie in de leerboeken. Plannen in de bovenbouw van vwo Voor biologie zijn met ingang van 2007 voor het vwo 480 uur beschikbaar. Daarvan zijn 40 slu niet ingevuld. Die ruimte kan onder andere gebruikt worden voor practicum. Naast de 480 slu is 80 slu gereserveerd voor het profielwerkstuk. De subdomeinen zijn verdeeld over CE stof (60%) en SE stof (40%). Het SE heeft tenminste betrekking op de stof die niet in het CE wordt getoetst. Uw school kan ervoor kiezen meer dan de 40% te toetsen. In het algemene deel van het docentenpakket vindt u een gedetailleerde beschrijving van de CE en SE stof met daarbij de onderdelen van Nectar. Nectar besteedt veel aandacht aan planning van het leerproces en heeft verschillende instrumenten opgenomen waarmee u en uw leerlingen kunnen plannen. Om een planningsinstrument te hebben is in Nectar de totale studielast ingedeeld in blokken van 40 studielasturen. Hiermee kunt u zelf een planning maken. De studiewijzers zijn daarbij een gemakkelijke hulp. Het examen voor biologie Het examenprogramma vwo 2009 (cohort 2006) en 2010 (cohorten vanaf 2007) vindt u in het algemene gedeelte van het docentenpakket. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 6 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Noodzakelijke achtergrondinformatie om te kunnen plannen Het examen voor biologie als profielvak voor cohorten 2006 Het eindexamen voor biologie in het profiel Natuur en Gezondheid bestaat uit een centraal examen en een schoolexamen. Het schoolexamen bestaat uit een examendossier met vier onderdelen: onderdeel examendossier a toetsen met gesloten en/of open vragen m.b.t. vakinhoud b praktische opdrachten - practica (één of meer) m.b.t. domein A, subdomeinen technischinstrumenteel en onderzoeksvaardigheden - praktische opdrachten (een aantal) keuze uit 5 typen en 7 presentatievormen c profielwerkstuk studielasturen per eenheid niet aangegeven beoordeling kortdurend cijfer 10 tot 20 uur cijfer n.v.t. voldoende of goed (examinatoren betrokken vakken) niet aangegeven naar behoren uitgevoerd - zelfstandige onderzoeksopdracht op het terrein van twee of meer profielvakken. Bijdrage biologie: een natuurwetenschappelijk onderzoek en/of een technisch ontwerp. Er wordt gebruik gemaakt van de 7 presentatievormen van onderdeel b. d handelingsdeel (m.b.t. nw en/of techniek) - excursies - perspectieven opleidingen en beroepen cijfer Een mogelijke verdeling van studielasturen met Nectar biologie 1, 2 en 3 onderdeel 1 paragrafen; voorbereiden/mak en / nakijken toetsen 2 verplichte leertaken 3 dossier: toetsen bio-1 1 110 bio-2 1 80 bio-3 80 totaal 2 270 22 16 16 54 8 6 6 20 4 oefenen practica / praktische opdracht 5 dossier: practica 6 dossier: praktische opdrachten 7 handelingsdeel 8 profielwerkstuk 2 10 0 0 12 0 0 6 10 4 20 10 30 0 0 8 30 8 0 16 30 9 examenvoorberei- 0 0 20 20 Nectar © Noordhoff Uitgevers bv opmerkingen Hoe werk je met Nectar? 10 uur per hoofdstuk, aantal resp. 11, 8, 8 10 toetsen x 2 uur (maken/nakijken) bijv. 5 x 2 uur bijv. 3 X 10 uur 2 activiteiten het aandeel voor bi aan de 80 uur volgens de verhouding bi:na:sk = 3:2:3 (bron: Advies Stuurgroep 2e fase) oefeningen zowel in dl. 1 en 2 7 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 ding 10 vrij besteedbaar, bijv. facultatieve leertaken of handelingsdeel totaal 7 3 6 16 160 160 160 480 Deze ICT opdrachten bij de paragrafen kunt u gezamenlijk met de leerlingen op school maken. U kunt de leerlingen ook thuis met de extra lesstof laten oefenen. Leerlingen hebben zowel thuis als op school toegang tot NectarNet door middel van het adres dat voorin het boek staat opgenomen (http://v6.nectar.noordhoff.nl). Hulp bij zelfstandig leren Het leerboek en uitwerkingenboek van Nectar zijn op zichzelf al hulpmiddelen om uw leerlingen zelfstandig te laten werken aan het vak biologie. In het leerboek is voor de leerling daartoe de paragraaf ‘Hoe werk je met Nectar?’ opgenomen. Wanneer u hieraan aandacht besteedt het begin van het schooljaar, kunnen uw leerlingen al veel van het leer- en werkboek zelfstandig doorwerken. U vult dan waar nodig mondeling aan, zowel inhoudelijk als m.b.t. hoe de leerling het beste kan werken (zie hiervoor ook de Tips per hoofdstuk). Nectar is een methode die goed aansluit bij het nieuwe leren. Een hulpmiddel bij zelfstandig werken en leren zijn studiewijzers. Hieronder treft u toelichting en een voorbeeldformulier aan. Succes is uiteraard sterk afhankelijk van de specifieke kenmerken van uw groep leerlingen en de onderwijssituatie. Studiewijzer De studiewijzer is als het ware de docent op papier: hij geeft huiswerk op, vertelt wat er van het hoofdstuk gedaan moet worden en hoe en wanneer het klaar moet zijn. Zo wordt de leerling nog meer zelfstandig aan het werk gezet. De voorbeeldstudiewijzer bij de methode Nectar is een A4-vel met een schema voor één hoofdstuk, waarin de leerling per les aantreft wat hij moet doen en welke paragraaf hij in de les moet afmaken. Haalt hij dit niet, dan moet hij de paragraaf thuis afmaken. In de laatste rubriek kan worden aangegeven wanneer het werk klaar moet zijn. Belangrijk bij alle verschillende soorten formulieren: HOUD HET EENVOUDIG. Leerlingen moeten leren omgaan met studiewijzers. Leer uw leerlingen eerst een les, daarna een week en later een hoofdstuk te overzien. Begin dus eenvoudig en controleer of de leerlingen uw schema begrijpen. In sommige gevallen krijgen de leerlingen bij elk vak een ander schema voorgeschoteld. Dat kan tot veel verwarring en weerzin bij de leerlingen leiden. Bijgevoegd zijn zowel een ingevuld als een leeg (kopieerbaar) voorbeeld van een studiewijzer. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 8 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Hoofdstuk 21 Molecuul van de twintigste eeuw Studiewijzer Titel Tijd Hoofdstukopening IC Kenmerk Activiteiten Aanwijzingen – Lees de informatie en maak de voorkennisvragen. – Kijk in het examenprogramma achter in het leerboek welke eindtermen in dit hoofdstuk worden behandeld. Lees ze door. – De verplichte leertaak 21A hoort bij §3. De facultatieve leertaken 21B en 21C kun je het best doen na § 21.5. Plan de leertaken. Vink dat af in deze studiewijzer. – Tref voorbereidingen voor de leertaken (zie: vooraf regelen). – Noteer toets- en andere data in de studiewijzer. Voorkennis in Nectar deel 1: - H 3 ‘DNA: het management van je cellen’: het hele hoofdstuk - H 4 ‘Groei’: § 4.3 en § 4.4. In dit hoofdstuk maak je veelvuldig gebruik van Binas, tabel 70. Zorg dat je je Binas steeds bij de hand hebt. 21.1 Genen in beeld 1 slu IC Maak de startvragen. Lees de tekst, maak de vragen. Deze paragraaf gaat over het ontstaan van erfelijke ziekten en de wijze waarop ze opgespoord kunnen worden. 21.2 Geordend verpakt 1,5 slu IC Maak de startvragen. Lees de tekst, maak de vragen. Deze paragraaf behandelt de verschillende manieren waarop DNA in de celkern verpakt is. 21.3 2 slu IC Maak de startvragen. Lees de tekst, maak de vragen. In deze paragraaf gaat het over de moleculaire opbouw van DNA en de wijze waarop het DNA voorafgaand aan de celdeling verdubbeld wordt. Tevens wordt de rol van verschillende enzymen bij dit proces duidelijk gemaakt. 2 slu I/S Leertaak 21A: In deze leertaak maak je kennis met het gereedschap en de technieken van een moleculair bioloog om de basenvolgorde in het DNA te bepalen. DNA maakt DNA Basenvolgorde bepalen 21.4 1 slu IC Maak de startvragen. Lees de tekst, maak de vragen. In deze paragraaf komen de verschillende RNA-moleculen aan de orde, die een rol spelen bij de synthese van eiwitten in de cel. Deze paragraaf is de voorbereiding op paragraaf 5. 1,5 slu IC Maak de startvragen. Lees de tekst, maak de vragen. Deze paragraaf behandelt de wijze waarop de genetische code tot expressie komt. In deze paragraaf staat de rol van de ribosomen bij dit proces. 2 slu F/I Leertaak 21B: In deze leertaak ga je op zoek naar informatie op het Internet. DNA overschrijven 21.5 Vertaalslagen in een cel Cystische fibrose op het Internet Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 9 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 1 slu F/S Leertaak 21C: Ethische vraagstukken Deze leertaak, afkomstig uit een lessenpakket, is een rollenspel over genetische aandoeningen. Morele en ethische vragen spelen een rol bij het nemen van de beslissing: wel of geen kinderen? Leertaken Overzicht Test jezelf Eindtoets Datum: 2 slu I/S …………. Datum: 2 slu F/I …………. Leertaak 21B: Zie hierboven. Cystische fibrose op het Internet 1 slu F/S …………. Datum: Zie hierboven. Basenvolgorde bepalen …………. Datum: Leertaak 21A: Leertaak 21C: Zie hierboven. Ethische vraagstukken 1,5 slu I Inzicht en overzicht Als je alles begrepen hebt, kun je aan Inzicht en overzicht werken. Maak daarna de opgaven van Test jezelf. Controleer je antwoorden met behulp van het uitwerkingenboek. Noteer welke vraag je niet (volledig) kon beantwoorden. Zoek uit hoe dat komt. Overleg met je docent waar je nog aandacht aan moet besteden (dit is foutenanalyse I). Test jezelf Foutenanalyse I Datum eindtoets: 1,5 slu I/C Eindtoets voorbereiden Eindtoets maken …………. Eindtoets bespreken Foutenanalyse II C = Centraal F = Facultatief Nectar © Noordhoff Uitgevers bv I = Individueel P = Practicum Maak een lijst als voorbereiding van de eindtoets. Geef daarop voor elke paragraaf door middel van trefwoorden aan welke informatie vraagt om leerwerk. Doe dat ook voor informatie die vraagt om inzicht. Vink tijdens het leren die trefwoorden af wanneer je de informatie beheerst. Noteer n.a.v. het bespreken van de eindtoets opmerkingen als voorbereiding op je dossiertoets (dit is foutenanalyse II). S = Samenwerken 10 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Studiewijzer Titel Nectar havo /vwo bovenbouw deel ... Hoofdstuk … Tijd Activiteiten Aanwijzing Hoofdstukopening Paragrafen Leertaken, Inzicht en overzicht, Test jezelf, Eindtoets, Data. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 11 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Inhoudsopgave vwo deel 3 20 Evolutie 20.1 Waar vandaan? (Geschiedenis van het leven op aarde) 20.2 Versteend verleden (Verwantschap) 20.3 Langzaam en onzeker (Darwinisme en neo-darwinisme) 20.4 Allelen in evenwicht (Hardy-Weinberg) 20.5 Komen en gaan (Evolutie vanaf de oerknal) 21 Molecuul van de twintigste eeuw 21.1 Genen in beeld (Gentherapie) 21.2 Geordend verpakt (DNA-structuur) 21.3 DNA maakt DNA (Replicatie) 21.4 DNA overschrijven (Transcriptie) 21.5 Vertaalslagen in een cel (Translatie) 22 Het topje van de eiwitberg 22.1 Eiwitlogistiek (Eiwittransport in een cel) 22.2 Eiwitgymnastiek (Eiwitstructuren) 22.3 Eiwitdynamiek (Werking van enzymen en eiwitten) 22.4 Eiwitproblematiek (Virussen en prionen) 23 Investeren in groen 23.1 Water (Waterhuishouding in planten) 23.2 Fotosynthese (Fotosynthese) 23.3 Koolhydraten (Koolhydraten) 23.4 Bemesting (Mineralen en voortgezette assimilatie) 24 Verkeersinformatie 24.1 Ringwegen (Biosfeer) 24.2 Een motortje van 6 cc (Koolstofkringloop) 24.3 Plattelandswegen (Stikstofkringloop) 24.4 Snel weg? Soms! (Afvalverwerking en waterzuivering) 24.5 Warm asfalt (Modellen en versterkt broeikaseffect) Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 12 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 25 Grenzen aan groei 25.1 Zalm in mootjes (Levenscyclus in compartimenten) 25.2 Botsende belangen (Mens en ecosystemen) 25.3 Duurzame zalm (Natuur- en milieubeleid) 25.4 Vissen in troebel water (Ingrijpen in ecosystemen) 25.5 Stroomversnellingen en blokkades (Werken met populatiemodellen) 26 Even aanzetten voor… de eindsprint! 26.1 Een spannende tijd (Bouw en werking van de spieren) 26.2 Spieren en energie (Verbranding van glucose, aëroob en anaëroob) Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 13 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Overzicht extra opdrachten op Nectarnet In vrijwel elk hoofdstuk zijn Oefeningen en Practica opgenomen die de leerling mogelijkheden bieden om met de kennis van het hoofdstuk opdrachten uit te voeren. Deze extra opdrachten kunnen bestaan uit theoretische oefeningen of uit practicumopdrachten waarvoor laboratoriummaterialen nodig zijn. In de docentenhandleiding is aangeven na welke paragraaf deze oefeningen en practica goed passen. De oefeningen en practica staan op NectarNet. Bij de hoofdstukbeschrijving in de docentenhandleiding zijn deze ICT-opdrachten kort omschreven. Hieronder staat een overzicht van de leertaken, oefeningen en practica van elk hoofdstuk die op NectarNet beschikbaar zijn. (In dit overzicht zijn eveneens de ICT-leertaken opgenomen). Hoofdstuk 20 Leertaak 20B:Galactosemie Oefening 20A:Maak evolutie mee! Oefening 20B:Dino’s, lompe beesten of toch niet Oefening 20C:Evolutietheorieën onder de loep Oefening 20D:Zinnige en onzinnige uitspraken over evolutie Hoofdstuk 21 Leertaken 21B: Cystische fibrose op het Internet Leertaken 21C: Ethische vraagstukken Hoofdstuk 22 • • • Oefening 22A: Eiwittransport en signalen Oefening 22B: Chymotryptase Oefening 22C Virusonderzoek Hoofdstuk 23 Leertaak 23B: Plantenanatomie-microscopisch Leertaak 23C: Argumenten verzamelen Leertaak 23D: Proefopzettelijk Practicum 23A: Plantenfysiologie Oefening 23A t/m D Hoofdstuk 24 Leertaak 24B: Boskruiden en vermesting Practicum 24A: Waterzuiveringsinstallatie bouwen • Practicum 24B: Afbraak cellulose • Oefening 24A: Annamoxbacteriën • Oefening 24B: Rioolwaterzuiveringsinstallatie • Oefening 24C: Kyoto Hoofdstuk 25 Leertaak 25A: Berekende werkelijkheid Oefening 25A: Amoebes leren lezen Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 14 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Hoofdstuk 26 Practicum 26A: Kippenvleugel Oefening 26A: Ook chemisch in evenwicht Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 15 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Overzicht alle leertaken (boek en Nectarnet) Vrijwel elk hoofdstuk bevat een of meer Leertaken. Deze opdrachten zijn in het leerlingenboek opgenomen, maar kunnen ook op NectarNet staan. Bij de beschrijving van de hoofdstukken in de docentenhandleiding staan korte omschrijvingen van de leertaken. De ICT-leertaken hebben een vergelijkbare presentatie als de leertaken in het boek. Hieronder staan alle leertaken van dit vwo-deel. De leertaken die niet in het boek, maar op NectarNet beschikbaar zijn, zijn aangegeven met (ICT). Leertaak 20A Rekenen met Hardy-Weinberg Leertaak 20B Galactosemie (ICT) • • Leertaak 21A Basenvolgorde bepalen Leertaak 21B Cystische fibrose op het Internet (ICT) • Leertaak 21C Ethische vraagstukken (ICT) Leertaak 22A Eigenschappen van een haar Leertaak 22B Afbraak van waterstofperoxide Leertaak 23A Diagramvormen Leertaak 23B Argumenten verzamelen (ICT) Leertaak 23C Plantenanatomie microscopisch (ICT) Leertaak 24A Stikstof in schema Leertaak 24B Boskruiden en vermesting (ICT) Leertaak 25A Berekende werkelijkheid (ICT) Bestellijst practica vwo bovenbouw deel 3 De middelen die nodig zijn om de leertaken, oefeningen, practica en de Praktische opdrachten uit te voeren, zijn vermeld bij de hoofdstukken in deze docentenhandleiding. Deze informatie staat onder ‘Vooraf regelen’. Daarnaast zijn dezelfde materiaallijsten opgenomen in de leertaken in het boek en de ICT-opdrachten op NectarNet. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 16 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 De hoofdstukken inhoudelijk Algemeen Bij elk hoofdstuk vindt u de informatie die nodig is om dat hoofdstuk te kunnen starten. Alle hoofdstukken tellen vijf paragrafen. Van elke paragraaf is beknopt weergegeven waar het over gaat. Na de paragraaf is aangeven welke Leertaak, Oefening of Practicum kan worden uitgevoerd. Het overzicht ‘Overzicht extra opdrachten op Nectarnet’ beschrijft in het kort de leertaken, oefeningen en practica van het hoofdstuk die op NectarNet staan. In het overzicht ‘Leertaken in het boek’ zijn de leertaken kort omschreven die achterin het hoofdstuk zijn opgenomen. In het ‘Overzicht vaardigheden’ zijn de vaardigheden benoemd die in het hoofdstuk geoefend worden. In de rubriek ‘Vooraf regelen’ staat exact beschreven wat er voor de uitvoering van de Leertaken, Oefeningen en Practica nodig is. U of uw TOA kunt deze lijsten gebruiken om deze opdrachten voor te bereiden. Ten slotte is bij elk hoofdstuk een aantal suggesties vermeld om video, software, internet en dergelijke in uw les in te zetten. Ook zijn er Didactische tips gegeven die kunnen helpen om de onderwerpen van het hoofdstuk op een aantrekkelijke manier met uw leerlingen te behandelen. De adressen waarnaar wordt verwezen vindt u in de Adressenlijst achter in deze handleiding. Coach opdrachten Bij Nectar is een aantal Leertaken en andere opdrachten ontwikkeld die gebruik maken van het computerprogramma Coach. Er is voor dit programma gekozen omdat de meeste scholen dit reeds gebruiken. Met name bij natuur- en scheikunde is daarmee veel expertise ontwikkeld. Coach wordt uitgegeven door het CMA in Amsterdam (zie www.cma.science.uva.nl). Hier is behalve software ook hardware, zoals sensoren, interfaces en panelen, verkrijgbaar. Vragen over Coach hard- en software kunt u sturen naar [email protected]. De Leertaken van Nectar die gebaseerd zijn op het gebruik van Coach zijn reeds voorzien van een passende ‘vulling’. De volgende opdrachten in dit deel maken gebruik van het programma Coach: • Leertaak 20B: Galactosemie Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 17 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 20 Evolutie Inhoud 20.1 Waar vandaan? De leerling maakt kennis met theorieën en ideeën over het ontstaan van organismen als planten, dieren en mensen op aarde. In het verleden ontstonden scheppingsverhalen waarbij een of meer goden centraal stonden. Later ontstonden evolutietheorieën die wetenschappelijk van aard waren, zoals door Lamarck en Darwin. Ook maakt leerling kennis met de evolutionaire ontstaansgeschiedenis van de mens. 20.2 Versteend verleden Evolutionaire ontwikkelingen zijn afgeleid uit de vondsten van fossielen en kennis over de ouderdom van de gesteentelagen waarin ze zijn aangetroffen. Daarom komen hier fossilisatieprocessen, gidsfossielen en dateringsmethoden aan de orde. 20.3 Langzaam en onzeker Darwin ontwikkelde een evolutietheorie die gebaseerd is op de variatie binnen de soort en de grotere kans op voortplanting bij de individuen met eigenschappen die het gunstigst zijn in de leefomgeving van de soort (natuurlijke selectie). Door de kennis van de genetica (de kruisingsexperimenten van Mendel, de ontdekking van het DNA en mutaties) ontstond later de neodarwinistisch evolutietheorie. Er kunnen nieuwe soorten ontstaan wanneer een deel van de populatie geïsoleerd raakt en beide deelpopulaties een eigen evolutionaire ontwikkeling doormaken. 20.4 Allelen in evenwicht De genotypische samenstelling van een populatie kan veranderen. Onder bepaalde voorwaarden verkeert een populatie in Hardy-Weinberg-evenwicht; de allel- en genotype-frequentie is dan juist constant. Met behulp van de Regel van Hardy-Weinberg zijn genotype- en allelfrequenties te berekenen. Voor allelfrequentie geldt dan: p + q = 1 en voor de genotypefrequentie: p2 + 2pq + q2 = 1. 20.5 Komen en gaan… De paragraaf bespreekt de omstandigheden waarin de chemische en biologische evolutie startte. In de ‘oersoep’ ontwikkelden zich cellen. Door het ontstaan van autotrofe organismen (fotosynthese) veranderde de samenstelling van de oeratmosfeer. De biodiversiteit nam toe hoewel vrijwel alle soorten uiteindelijk weer zijn verdwenen, onder andere door de grote mondiale verstoringen die de geologische tijdperken markeren. De huidige mens veroorzaakt een veel grotere snelheid waarmee soorten verdwijnen. De evolutiesnelheid houdt het uitsterven van soorten niet bij. In de landbouw is sprake van een genetische erosie. Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Leertaak 20B Galactosemie Met gebruik van de Hardy-Weinberg-regel bestuderen leerlingen wat de gevolgen zijn van preventieve maatregelen om de verspreiding van een erfelijk aandoening tegen te gaan. Het gaat hier om Galactosemie, een stofwisselingsstoornis. Leerlingen gebruiken een computerprogramma. Oefening 20A Maak evolutie mee! Met een model voeren leerling-koppels een experiment uit. De simulatie toont dat door verschillende vormen van predatie (selectie) de diversiteit van een prooidierpopulatie op verschillende wijze verandert. De resultaten worden gepresenteerd met diagrammen. Voorkennis: paragraaf 20.3. Oefening 20B Dino’s lompe beesten of toch niet Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 18 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Groepjes van leerlingen gebruiken de informatie van aangegeven websites om gegevens te verzamelen over dinosauriërs. Een klassikale presentatie is deel van de oefening. Voorkennis: paragraaf 20.2 Oefening 20C Evolutietheorieën onder de loep Leerlingen verdiepen zich in evolutietheorieën en –biologen. Wat waren hun ideeën en waarom kloppen die wel of niet? Voorkennis: paragraaf 20.1. Oefening 20D Zinnige en onzinnige uitspraken over evolutie Leerlingen kunnen verrassende uitspraken doen over evolutie. In deze oefening bekijken leerlingen uitspraken van andere leerlingen (in bronnen aangereikt). Voorkennis: paragraaf 20.1. Overzicht leertaken in het boek Leertaak 20A Rekenen met Hardy-Weinberg Opgaven over populatiegenetica leveren vaak problemen op. Door de opgaven systematisch aan te pakken, komt de oplossing binnen handbereik. Deze leertaak laat leerlingen extra oefenen in het rekenen met de Hardy-Weinberg-regel. Ook kijken ze naar situaties waarin deze regel geldt. Vooraf regelen Hieronder staat een overzicht van de voorbereidingen die nodig zijn voor het uitvoeren van leertaken en oefeningen van dit hoofdstuk. Benodigde materialen: Leertaak 20B Galactosemie • de beschrijving van de leertaak op NectarNet • een computer met Coach 5. Oefening 20A Maak evolutie mee! • de beschrijving van de opdracht en de aangegeven bronnen op NectarNet • een doek dat als habitat kan dienen • 60 papieren rondjes van zes verschillende kleuren (6 x 10 stuks). Te verkrijgen met een perforator of gebruik confetti • checklists: Onderzoek, Mondeling presenteren Oefening 20B Dino’s lompe beesten of toch niet • de beschrijving van de opdracht op NectarNet • een computer met internetverbinding • checklists: Onderzoek, Mondeling presenteren. Oefening 20C Evolutietheorieën onder de loep • de beschrijving van de opdracht op NectarNet • een computer met internetverbinding • checklists: Onderzoek, Mondeling presenteren, Discussiëren Oefening 20D Zinnige en onzinnige uitspraken over evolutie • de beschrijving van de opdracht op NectarNet Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 19 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 • • een print van tekstpagina checklists: Mondeling presenteren Overzicht vaardigheden De leerling oefent in dit hoofdstuk (vooral door het uitvoeren van de oefenstof) de volgende vaardigheden: • rekenen • het werken volgens de regels van natuurwetenschappelijk onderzoek • informatie verzamelen (via internet) en beoordelen • grafieken maken • mondeling presenteren • discussiëren Suggesties voor additioneel materiaal Hele hoofdstuk Interessante achtergrondinformatie voor dit hoofdstuk is onder andere te vinden op de volgende internetadressen: Sites over evolutie in het algemeen: • http://evolution.berkeley.edu • www.museumkennis.nl • www.natuurinformatie.nl • www.scientificamerican.com • www.digischool.nl • www.vwo-campus.net • www.naturalis.nl Sites over Dinosauriërs: • www.dinodata.net • http://www.bbc.co.uk.sn.prehistoriclife/ • www.scientificamerican.com Didactische tips Hele hoofdstuk Enkele onderwerpen lenen zich bij uitstek voor discussie, bijvoorbeeld over: • evolutietheorie tegenover creationisme, eventueel toegespitst op het ontstaan moderne mens. Via bovenstaande websites en via het internet is hierover veel informatie te vinden. • natuurbehoud (paragraaf 14.5). Leerlingen kunnen op zoek gaan naar beweegredenen voor natuurbehoud. Zij kunnen hun eigen ideeën hierover centraal stellen of zich laten leiden door de informatie van organisaties die zich met natuurbehoud bezig houden. Die informatie is te vinden via de websites van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, RIVM, Waterschappen en natuurbeschermingsorganisaties (zoals Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer). Mogelijke vragen die een leidraad voor discussie kunnen vormen, zijn: - Is natuurbehoud belangrijk voor de mens en waarom? Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 20 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 - Is de mens een deel van de natuur, dus is de versnelde afname van de diversiteit aan planten en dieren een natuurlijk proces? Welke soorten zijn zo belangrijk voor de mens dat het zeker stellen van hun voortbestaan doel zou moeten zijn? Wat is er nodig voor een krachtdadig natuurbehoud? Bij welke soorten lukt natuurbehoud goed en bij welke niet goed? Paragraaf 20.5 • Het behoud van soorten en gebieden is geregeld met nationale en internationale wetgeving. Zo kunnen bouwprojecten worden gestopt wanneer onvoldoende rekening is gehouden met beschermde soorten, zoals verschillende planten en dieren. Hierbij is bijvoorbeeld te denken aan de Korenwolf (Europese hamster), de Rugstreeppad en vleermuizen. Op de LNV-site is informatie te vinden over deze wetgeving: http://www9.minlnv.nl/servlet/page? _pageid=384&_dad=portal30&_schema=PORTAL30. Via de website van het RIVM is de natuurbalans 2004 te vinden. In die natuurbalans staat veel informatie over natuurbehoud. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 21 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 21 Molecuul van de twintigste eeuw Inhoud 21.1 Genen in beeld Mutaties kunnen gendefecten veroorzaken. Hierdoor kan een aandoening ontstaan. Onderzoekers proberen met gentherapie een gezonde kopie van een defect gen in de kern te brengen. Gentherapie is pas geslaagd als het gen tot expressie komt. 21.2 Geordend verpakt Een cel gebruikt niet al het DNA in de kern. Bepaalde stukken worden afgelezen, andere stukken juist niet. Tijdens de mitose is het DNA gespiraliseerd tot chromosomen. 21.3 DNA maakt DNA Nucleotiden zijn de bouwstenen van DNA. De strengen van een DNA-molecuul zijn complementair: tegenover een A ligt een T, tegenover een G een C. Tijdens de replicatie vormen beide strengen een matrijs voor een nieuwe DNA-streng. Na deze paragraaf kan Leertaak 21A worden uitgevoerd. 21.4 DNA overschrijven mRNA ontstaat op ‘template’ van het DNA. Via de kernporiën verlaat mRNA de kern. Het bevat de informatie voor het maken van eiwitten op de ribosomen. Genen op het DNA kunnen aan- en uitgeschakeld worden. 21.5 Vertaalslagen in een cel tRNA vervoeren aminozuren uit het cytoplasma naar de ribosomen. Hier vindt de tramslatie plaats: aminozuren tot eiwitten aaneengeregen. Ook mitochondriŃ‘n bevatten DNA. Defect mtDNA kan aandoeningen tot gevolg hebben. Na deze paragraaf kan Leertaak 21B en C worden uitgevoerd. De adressen waarnaar in dit hoofdstuk wordt verwezen vindt u in de (internet)adressenlijst. Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Leertaak 21B Cystische fibrose op het Internet De leerling leert hoe je op internet nuttige informatie over een aandoening kan vinden. Leertaak 21C Ethische vraagstukken De leerling leert om te gaan met persoonlijke en maatschappelijke afwegingen over vraagstukken in de menselijke genetica. Overzicht leertaken in het boek Leertaak 21A Basenvolgorde bepaling De leerling leert werkwijzen waarmee een moleculair bioloog de basenvolgorde van DNA kan bepalen. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 22 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Vooraf regelen Hieronder staat een overzicht van de voorbereidingen die nodig zijn voor het uitvoeren van de leertaken, oefeningen en/of practica bij dit hoofdstuk. Benodigde materialen: Leertaak 21B Cystische fibrose op het Internet • een computer met internetaansluiting • de beschrijving van de opdracht op NectarNet Leertaak 21C Ethische vraagstukken • een computer met internetaansluiting • de beschrijving van de opdracht op NectarNet • Instructies voor de docent bij Leertaak 21C op NectarNet Overzicht vaardigheden De leerling oefent in dit hoofdstuk de volgende vaardigheden: • het analyseren van afbeeldingen • rekenen • praktische vaardigheden • zoeken naar nuttige informatie op het internet Suggesties additioneel materiaal Hele hoofdstuk Het hoofdstuk behandelt de eiwitsynthese. Kennis van over DNA, RNA en mtDNA neemt van dag tot dag toe. Om bij de tijd te blijven, is het nuttig om actuele sites op het internet te raadplegen. • Bruikbare internetsites over DNA, RNA en eiwitsynthese zijn onder andere: • • • • • • • • http://www.pbs.org/wnet/dna/ een site over onder andere de geschiedenis van de ontdekking van DNA. http://www.johnkyrk.com een site met mooie animaties van DNA. http://www.directory.co.uk/DNA_And_RNA_Structure.htm, een site met heel veel verwijzingen naar andere bruikbare sites over DNA en RNA. http://www.hhmi.org/biointeractive/dna/index.html , een site waarop je bruikbaar materiaal kunt bestellen, zoals ‘virtuele labs’. http://www.microbiologie.info/, een Nederlandstalige site over microbiologie. http://www.mtholyoke.edu/acad/biol/dna_links.html, een site met animaties van DNA en RNA. http://biology.jbpub.com/molecularbio/student_resources.cfm, een site met verwijzingen naar andere sites met veel uiteenlopende animaties over eiwitsynthese. http://www.infochembio.ethz.ch/links/biochem_dna_lehr.html , een Duitstalige site met een enorm aanbod aan afbeeldingen en animaties over eiwitsynthese. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 23 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 • http://learn.genetics.utah.edu/units/activities/wheatgerm/, een site over de isolatie van DNA. Didactische tips Hele hoofdstuk • In Nectar vwo deel 1 hoofdstuk 3 is de bouw van DNA en de vorming van RNA globaal behandeld. Daarmee biedt dat hoofdstuk een opstap naar hoofdstuk 21. • DNA-identificatie wordt veel gebruikt, bijvoorbeeld om verwantschap tussen individuen of soorten vast te stellen (vooral met behulp van mitochondraal DNA) en bij justitieel onderzoek. De leerling kan informatie hierover op het internet opzoeken en vastleggen en dit presenteren met een poster, powerpointpresentatie of een mondelinge of schriftelijke verslag. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 24 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 22 Het topje van de eiwitberg Inhoud 22.1 Eiwitlogistiek Ribosomen hechten aan het mRNA en maken polypeptideketens. Deze ketens worden door de cel verder bewerkt. Dit gebeurt door het losknippen van een aantal aminozuren en het aanhechten van allerlei moleculen en ionen. Na al deze bewerkingen krijgt het eiwit zijn functionele vorm. Een herkenningslabel in de polypeptideketen maakt dat het eiwit in het ER terechtkomt en vervolgens verder wordt getransporteerd. Bij het sorteren en het transport zijn het Golgi-systeem en transportblaasjes betrokken. Na deze paragraaf kan oefenstof 22A worden uitgevoerd. 22.2 Eiwitgymnastiek De ruimtelijke structuur van een eiwit bepaalt voor een groot deel zijn functie. Deze structuur komt vooral tot stand door waterstofbruggen tussen de verschillende aminozuren van de polypeptideketen. Door veranderingen in het aantal waterstofbruggen en de posities daarvan, is de structuur van een eiwit niet star. Met de structuurverandering verandert ook de activiteit van het eiwit. De bestudering van eiwitten in levende en actieve cellen wordt daardoor erg complex. Na deze paragraaf kan leertaak 22A worden uitgevoerd. 22.3 Eiwitdynamiek Binnen een cel bevinden zich talloze enzymen: eiwitten die stoffen afbreken, koppelen of veranderen. Enzymen versnellen de spontaan optredende reacties enorm. Bij veel van de door enzymen gekatalyseerde reacties is water betrokken. Soms wordt er water gevormd, soms is water nodig. De activiteit van enzymen wordt beïnvloed door de pH, de temperatuur en de aanwezigheid van bepaalde stoffen. Na deze paragraaf kunnen leertaak 22B en oefenstof 22B worden uitgevoerd. 22.4 Eiwitproblematiek In deze paragraaf wordt beschreven hoe een onderzoek (door studenten) kan verlopen. Verder is er aandacht voor de eiwitten van virussen en prionen. Na deze paragraaf kan oefenstof 22C worden uitgevoerd. De adressen waarnaar in dit hoofdstuk wordt verwezen vindt u in de (internet)adressenlijst. Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Oefening 22A Eiwittransport en signalen De leerling bekijkt verschillende gevonden adreslabels van de polypeptideketens. Oefening 22B Chymotryptase De leerling bestudeert in detail de werking van een enzym, het chymotryptase. Oefening 22C Virusonderzoek De leerling beantwoord vragen naar aanleiding van een artikel over virusonderzoek. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 25 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Overzicht leertaken in het boek Leertaak 22A Eigenschappen van een haar De leerling onderzoekt de sterkte van (de eiwitten van) een haar onder verschillende omstandigheden. Leertaak 22B Afbraak van waterstofperoxide De leerling voert een onderzoek uit en leert uit de beschikbare gegevens conclusies te trekken. Vooraf regelen Hieronder staat een overzicht van de voorbereidingen die nodig zijn voor het uitvoeren van de leertaken, oefeningen en/of practica bij dit hoofdstuk. Benodigde materialen: Leertaak 22A Eigenschappen van een haar • de beschrijving van de leertaak in het boek • een lange haar van het hoofd • statief • klemmen • paperclips • stickers • diverse gewichtjes • conditioner • peroxide • NaOH • azijnzuur • checklists: onderzoek, laboratoriumvaardigheden Leertaak 22B Afbraak van waterstofperoxide • de beschrijving van de leertaak in het boek • laboratoriumglaswerk • mortier en stamper • waterstofperoxide • mangaandioxide • zand • aardappels • kippenlever • brander • checklists: Onderzoek, Werkplan, Laboratoriumvaardigheden Oefening 22A Eiwittransport en signalen • een computer met internet • de beschrijving van de opdracht op NectarNet Oefening 22B Chymotryptase • een computer met internet • de beschrijving van de opdracht op NectarNet Oefening 22C Virusonderzoek • een computer met internet • de beschrijving van de opdracht op NectarNet Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 26 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Overzicht vaardigheden De leerling oefent in dit hoofdstuk de volgende vaardigheden: • verwerven van informatie uit verschillende soorten bronnen • oriëntatie op studie en beroep • praktische vaardigheden • het opzetten en uitvoeren van een onderzoek Suggesties additioneel materiaal Hele hoofdstuk • Het hoofdstuk behandelt biologische onderwerpen op molecuulniveau. Via internet zijn talloze tekeningen en afbeeldingen te vinden van diverse moleculen. Bovendien worden verschillende technieken gebruikt om de structuur van moleculen zichtbaar te maken. Daarover is goed een poster te maken. • Bruikbare internetsites over eiwitten zijn onder andere: • http://www.watisgenomics.nl/genomics/genomics/i000736.html • http://www.ublad.uu.nl/dossiers/proteomics/ • http://www.proteomecommons.org/ • http://www.proteomicworld.org/ • http://en.wikipedia.org/wiki/Proteomics • http://www.minocw.nl/genomics/ Didactische tips Hele hoofdstuk • Er zijn universiteiten die contacten onderhouden met scholen om bijvoorbeeld te laten zien welk DNA- en eiwitonderzoek daar plaatsvindt. Het is zelfs mogelijk dat leerlingen bepaalde (kleine) laboratoriumproeven kunnen uitvoeren. Dit biedt goede mogelijkheden om de leerling breder te oriënteren. • Via overleg met een collega-docent scheikunde kan een gezamenlijke les over de werking van enzymen worden opgezet, bijvoorbeeld naar aanleiding van de oefenstof over chymotryptase. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 27 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 23 Investeren in groen Inhoud Vooraf • Dit hoofdstuk gaat uit van een casus. De opzet is daardoor anders dan van andere hoofdstukken. In Didactische tips staat informatie over werkvormen en planning. • Het hoofdstuk kan ook op de traditionele manier worden doorgewerkt, namelijk met behulp van de Oefeningen 23 A t/m D, waarin vragen en opdrachten staan. De uitwerkingen van deze oefeningen zijn opgenomen in Vooraf regelen van deze docentenhandleiding. 23.1 Water In deze paragraaf staat de waterhuishouding van planten centraal. Het gaat om onderwerpen als wateropname, verdamping, waterstroom, waterdruk en watertransport, die in verscheidene bronnen worden uitgelegd. Omdat de opname van water vooral via de wortels verloopt, gaat een deel van de paragraaf over deze organen en het wortelmilieu waarin de wateropname moet plaatsvinden. Daarmee worden verbanden gelegd met de praktijk van plantenteelt. Om met de inhoud van de paragraaf te oefenen, kan Oefening 23A worden gebruikt. Als voorbereiding op de rest van het hoofdstuk kan na deze paragraaf Leertaak 23A worden uitgevoerd. 23.2 Fotosynthese De bruto reactievergelijking voor de fotosynthese lijkt eenvoudig, maar in deze paragraaf komen de achterliggende deelprocessen in beeld. Het gaat hier om redoxreacties, lichtreacties, donkerreactie en belangrijke milieufactoren die de fotosynthesesnelheid kunnen bepalen. Er is aandacht voor de bouw van bladeren en de rol van huidmondjes. Voor de praktijk is vooral kennis van factoren van belang die de fotosynthese kunnen beperken. Om met de inhoud van deze paragraaf te oefenen, kan Oefening 23B worden gebruikt. 23.3 Koolhydraten De paragraaf start met bronnen waarin het ontstaan van een aantal koolhydraten wordt uitgelegd en hoe transport van koolhydraten door de plant plaatsvindt. De activiteiten van source en sink blijken van belang voor de richting en de mate van transport door bastvaten. In de plantenteelt ligt de nadruk op de sink activiteit van de plantonderdelen die geoogst moeten worden. Daarbij speelt veredeling een belangrijke rol, maar het is ook mogelijk sink activiteit te beïnvloeden door gericht snoeien. Na deze paragraaf kan Leertaak 23B worden gedaan om een ruimtelijk beeld te krijgen van het verloop van transportvaten in planten. Om met de inhoud van deze paragraaf te oefenen, kan Oefening 23C worden gebruikt. 23.4 Bemesting Naast koolhydraten ontstaan in planten ook andere stoffen. Voor deze voortgezette assimilatie hebben planten mineralen uit de bodem nodig. De mineralen komen via transport in houtvaten en vervolgens bastvaten terecht in alle delen van planten. Voor een goede groei is voldoende fotosynthese een voorwaarde, maar ook voldoende mineralen. Om een juiste bemesting te kunnen geven, is bodemanalyse nodig. Na deze paragraaf kan in Leertaak 23C alle kennis in de vorige paragrafen gecombineerd worden met informatie in nieuwe bronnen. Zo oefent de leerling in het verzamelen van argumenten voor het nemen van praktische beslissingen in een appelboomgaard. Om met de inhoud van deze paragraaf te oefenen, kan Oefening 23D worden gebruikt. Ook kan de leerling nu Practicum 23A doen, waarin hij kennismaakt met een aantal plantenfysiologische technieken. In Leertaak 23D kan de leerling gedachte-experimenten opzetten en beschrijven volgens de natuurwetenschappelijke methode. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 28 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 De adressen waarnaar in dit hoofdstuk wordt verwezen vindt u in de (internet)adressenlijst. Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Leertaak 23B Plantenanatomie microscopisch De leerling bekijkt kant en klare preparaten van wortel, stengel en blad. Hij maakt een aantal schematische tekeningen om het verloop van houtvaten en bastvaten in de ruimte aan te geven. Leertaak 23C Argumenten verzamelen De leerling gebruikt leesstrategieën om op efficiënte wijze argumenten te verzamelen voor of tegen bepaalde beslissingen in een appelboomgaard. Leertaak 23D Proefopzettelijk De leerling oefent met het beschrijven van opzet en uitvoering van een (gedachte)experiment. Dit is een voorbereiding op het CSE waarin soms dit soort vragen worden gesteld. Practicum 23A Plantenfysiologie De leerling kan een aantal technieken voor plantenfysiologisch onderzoek oefenen, afhankelijk van de mogelijkheden qua tijd en materialen op school. Mogelijkheden zijn: snelheid fotosynthese meten, chromatografie pigmenten in bladeren, indicatoren in microscopische preparaten, lichtabsorptie en bemesting. Oefeningen 23A t/m 23D De leerling kan de paragrafen van dit hoofdstuk doorwerken met behulp van klassieke vragen en opdrachten die in de oefeningen zijn opgenomen. Deze oefeningen kunnen worden gebruikt naast de casusaanpak in het boek. Dit kan handig zijn voor het bestuderen van het hoofdstuk voor een test. De 4 oefeningen kunnen ook worden gebruikt in plaats van de casusaanpak van de 4 paragrafen van dit hoofdstuk. De uitwerkingen van deze oefeningen zijn hieronder opgenomen. De uitwerkingen van deze extra oefeningen kunt u vinden in de rubriek Aanvullende informatie van het docentenpakket. Overzicht leertaken in het boek Leertaak 23A Diagramvormen De leerling oefent in het lezen en interpreteren van bekende en onbekende diagramvormen. Dit is een voorbereiding op de rest van het hoofdstuk, waarin een aantal bronnen voor komen met onbekende diagramvormen. Vooraf regelen Hieronder staat een overzicht van de voorbereidingen die nodig zijn voor het uitvoeren van de leertaken, oefeningen en/of practica bij dit hoofdstuk. Benodigde materialen: Leertaak 23B Plantenanatomie microscopisch • informatie op NectarNet Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 29 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 • • • microscoop kant en klare microscopische preparaten van wortel, stengel, blad microscopische atlas met foto’s en tekeningen van plantenstructuren Leertaak 23C Argumenten verzamelen • informatie op NectarNet Leertaak 23D Proefopzettelijk • informatie op NectarNet Practicum 23A • informatie op NectarNet • materialen voor plantenfysiologisch onderzoek, afhankelijk van gekozen opdrachten Oefening 23A t/m 23D • informatie op NectarNet Overzicht vaardigheden De leerling oefent in dit hoofdstuk de volgende vaardigheden: • diagrammen lezen • informatie verzamelen en structureren • samenwerken in een groep • een presentatie verzorgen • leesstrategieën • praktische vaardigheden Suggesties additioneel materiaal • • • Productschap Tuinbouw: www.tuinbouw.nl De virtuele fruitteler: www.fruitteeltonline.nl Startpagina voor fruit: http://fruitpagina.nl Didactische tips Werkvorm/didactiek • Hoofdstuk 23 heeft een andere opzet dan andere hoofdstukken: er is een centrale probleemstelling, een casus. Leerlingen verzamelen daarbij zelf informatie om de probleemstelling op te lossen. Hoofdstuk 23 heeft vier paragrafen, waarin steeds een onderdeel van de casus aan de orde komt. Hieronder staan twee voorbeelden van een werkvorm, waarmee de leerling het hoofdstuk als een casus bestudeert. • De mogelijkheid om één, enkele of alle paragrafen van dit hoofdstuk op een ‘traditionele’ manier te behandelen, is opengehouden. Voor ‘klassieke’ vragen en opdrachten kan gebruik worden gemaakt van de Oefeningen 23 A t/m D (ICTopdrachten). Werken aan een casus Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 30 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Op universiteiten en HBO-opleidingen is het gebruikelijk om een leermethode toe te passen die gebaseerd is op een casus. Studenten gaan (in groepen) met een casus aan de slag om bijvoorbeeld een diagnose te stellen, een oplossing te vinden, een juridisch probleem van alle kanten te belichten of een verklaring van een verschijnsel te achterhalen. Vervolgens presenteren de studenten hun bevindingen aan elkaar. De werkvormen die hieronder beschreven staan, zijn uitvoerbaar in het middelbaar onderwijs. Door leerlingen te laten oefenen met een casusaanpak staan ze daar op de toekomstige universitaire of HBO-opleiding minder onwennig tegenover. Voorbeelden van een casus in HBO en Universitair onderwijs 1. Geneeskunde: de hoogleraar presenteert aan studenten geneeskunde een ‘patiënt’ met verscheidene ziekteverschijnselen. Studenten kunnen aan deze persoon vragen stellen. De opdracht is om daarna (in groepen) tot een juiste diagnose en behandelplan te komen. Later (eventueel na een plenaire presentatie) worden diagnose en behandelplan besproken en beoordeeld. 2. Fysiotherapie: studenten krijgen per groepje de volgende opdracht: − Zoek een ziekte (beeld) waarbij fysiotherapie een bijdrage kan leveren aan het genezingsproces. − Beschrijf het ziektebeeld en het plan van aanpak, met de nodige onderbouwing. − Verwerk dit tot een tijdschrift(artikel) van 40 pagina’s. − Laat dit tijdschrift artikel drukken in 4 kleurendruk, 50 exemplaren. − Regel zelf een sponsor voor de productie van het tijdschrift. Voorbeeld: H23 als Werkvorm 1 • De klas verdelen in vier groepen. • Elke groep begint met paragraaf 1. • Elke leerling in de groep doet één kernpunt van paragraaf 1. • De groep maakt een presentatie van paragraaf 1 en geeft een presentatie voor de klas. • De klas evalueert (met de docent) de presentaties van de vier groepen. Op dezelfde wijze worden de paragrafen 2, 3 en 4 uitgevoerd. Gezien de verschillende omvang van de paragrafen kunnen voor paragraaf 1 en 3 het best groepen van 5 leerlingen worden gevormd, bij paragraaf 2 groepen van 4 leerlingen, bij paragraaf 4 groepen van 6 leerlingen. Voorbeeld: H23 als Werkvorm 2 • De klas verdelen in 4 groepen. • Elke groep kiest voor elke les een voorzitter en een notulist, de rest van de groep is infoverzamelaar. • Elke groep doet één paragraaf en werkt kernpunten van die paragraaf uit. • Elke groep maakt een presentatie/les van zijn eigen paragraaf. Deze presentatie moet inhoudelijk zo goed zijn, dat de rest van de klas er iets van opsteekt. • Uiteindelijk volgt een toets, al dan niet na extra practica, leertaken, Oefeningen, examenvragentraining. • De docent heeft voor de beoordeling de keuze uit de volgende ‘producten’: de notulen per groep (waarin ook de uitwerkingen staan), en/of de (uitwerking van de) presentatie per groep, en/of de toets. Het werken in de vorm van een casus maakt het nodig om een goede rolverdeling voor ogen te houden. De rol van de docent bestaat vooral uit het organiseren, sturen, motiveren en enthousiasmeren. Bovendien is de docent beschikbaar voor het beantwoorden van (inhoudelijke) vragen. Het kan ook nodig zijn om leerlingen te begeleiden bij het gebruik van hulpmiddelen, zoals voor een PowerPoint-presentatie. De rol van de leerlingen hangt vooral samen met het besef dat zij verantwoordelijk zijn voor Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 31 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 elkaars leren. Dat betekent dat de presentaties goed verzorgd moeten zijn, zowel inhoudelijk als didactisch. Door het werken in de vorm van een casus oefenen leerlingen met de volgende vaardigheden: • het samenwerken in groep (overleggen, informatie samenvoegen, ideeën uitwisselen, meepraten, luisteren naar een ander, taken verdelen, voorzitten, notuleren, elkaar bijsturen); • het bestuderen van de inhoud van een onderwerp (relevante informatie opzoeken en lezen, hoofd- en bijzaken onderscheiden, structureren van aantekeningen, andere bronnen zoeken en raadplegen, docent raadplegen); • een presentatie of les geven (voor vaardigheden: zie checklist mondeling presenteren). Hieronder volgt een voorbeeld van een uitgewerkt tijdschema. Hierbij is uitgegaan van lessen van ongeveer 45 minuten. fase les Oriëntatie 1 thuis/huiswerk voor volgende les - - Oriëntatie en Verwerking - Alle leerlingen doen leertaak 23A over diagramvormen: dit is nuttig om alvast te kunnen, omdat in hoofdstuk (met opzet) enkele onbekende diagramvormen zitten. Klassikaal 10 minuten besteden aan aanwezige voorkennis planten. Daarna per groep verder werken. Groep wijst voorzitter en notulist aan. Daarna per groep brainstormen over voorkennis van de toebedeelde paragraaf, m.b.v. hoofdstukopening, startvragen, je leert, waar gaat het om, kernpunten van de paragraaf. De voorzitter zorgt dat iedereen binnen de groep het woord krijgt. Iedereen maakt zijn eigen aantekeningen. Iedereen probeert te bedenken wat hij/zij nog weet en/of waar dat staat/stond. - Notulist 1 maakt notulen, kopieert notulen voor rest leden van de groep en voor docent. Bij ziekte notulist maakt reservenotulist de notulen. Iedereen leest zijn eigen paragraaf vluchtig door. Nieuwe voorzitter en notulist kiezen. Controleren van de notulen door - 2 - - - - Verwerking Motivering en organisatie door docent, m.b.v. pakkende voorbeelden (zie hierboven). Groepsindeling, paragraafverdeling maken. Toelichten van de rol van voorzitter, rol van notulist, rol van informatieverzamelaars, rol van presentator/’docent’. Leerlingen vullen in of maken aantekeningen op voorgedrukte sheets. - - 3 - Nectar © Noordhoff Uitgevers bv Notulist 2 maakt notulen, kopieert notulen voor rest leden 32 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 - - Verwerking 4 - - - - Verwerking 5 - alle leden van de groep Eventuele wijzigingen bijschrijven, ook in docentenexemplaar. Docentenexemplaar aan docent geven, voorzien van groepsnamen, datum. Bronnen in paragraaf elk goed bestuderen. Bij elke bron een vraag bedenken plus het antwoord daarop. Voorzitter zorgt dat iedereen een keer aan bod komt. Iedereen maakt aantekeningen, noteert vragen en antwoorden. Niet alle bronnen hoeven aan de orde te komen. - - - De keuze van een nieuwe voorzitter en notulist. Controleren van de notulen door alle leden van de groep. Eventuele wijzigingen bijschrijven, ook in docentenexemplaar. Docentenexemplaar aan docent geven, voorzien van groepsnamen, datum. Infoverzamelaars leggen extra infomateriaal klaar. Kernpunten uitwerken. Samen beslissen groepsleden hoe de uitwerking van een kernpunt eruitziet. De voorzitter zorgt dat iedereen aanbod komt. Iedereen maakt aantekeningen, noteert de uitwerkingen per kernpunt. Wanneer niet alle uitwerkingen aan bod komen, wordt afgesproken wie welke uitwerking voor z’n rekening neemt. Wanneer extra informatie nodig is wordt vastgelegd wie wat gaat opzoeken en meenemen. - Nieuwe voorzitter en notulist kiezen. Controleren van de notulen door alle leden van de groep. Eventuele wijzigingen bijschrijven, ook in docentenexemplaar. Docentenexemplaar aan docent geven, voorzien van - Nectar © Noordhoff Uitgevers bv - - - van de groep en voor docent. Bij ziekte neemt reservenotulist over. Iedereen bestudeert alle bronnen van de eigen paragraaf grondig. De infoverzamelaars verzamelen extra bronnen: Binas, andere methodes, internet. Ze kopiëren deze bronnen en nemen ze mee naar school. Notulist 3 maakt notulen, kopieert notulen voor rest leden van de groep en voor docent. Bij ziekte neemt reservenotulist over. Wanneer uitwerkingen niet af zijn: afmaken volgens gemaakte afspraken. Informatieverzamelaars verzamelen extra noodzakelijk geachte informatie volgens afspraak en nemen dit mee naar school. Notulist 4 maakt notulen, kopieert notulen voor andere groepsleden en docent. Bij ziekte neemt de reservenotulist over. Iedereen bereidt zijn/haar deel van de presentatie volgens 33 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Presentatie voorbereiden - - Presentatie voorbereiden - 7/8 - - - Toets voorbereiden Nieuwe voorzitter kiezen. Presentaties helemaal af maken en schriftelijk uitwerken. Hierbij overleggen met docent en TOA (grote vellen papier? beamer? bord? werkbladen? demo? ) Schriftelijke uitwerking van de presentatie inleveren bij docent. Docent kan eventueel ingrijpen wanneer inhoud onvoldoende is. - Presentaties houden. Niet meer dan twee presentaties per les. Per presentatie ongeveer 10 minuten. Alle leerlingen maken aantekeningen tijdens de presentaties. Tenslotte zijn dit de eigenlijke ‘lessen’. Elke leerling bedenkt in ieder geval één vraag. De docent geeft na de presentatie enkele leerlingen gelegenheid hun vraag te stellen. De leerlingen die de presentatie hebben gegeven beantwoorden deze vragen. Wanneer ze dat niet kunnen, kan de docent de vraag beantwoorden. - - Thuis leest iedereen het hele hoofdstuk vluchtig door als voorbereiding op de presentaties. Eventueel vindt afronding van de werkzaamheden voor de presentaties plaats (oefenen?). Thuis bestuderen leerlingen de stof van de paragrafen waarover de presentaties gingen grondig met behulp van boek en de gemaakte aantekeningen. 9 - Toets afspraak voor. 6 - Presentatie houden groepsnamen, datum. Thuisgemaakte uitwerkingen controleren en bijstellen. Bespreken wat er in de presentatie komt en hoe de presentatie gegeven zal worden. Inhoud en vorm van de presentatie komen aan bod, en afspraken wie welk onderdeel verzorgt. Iedereen maakt aantekeningen, noteert laatste uitwerkingen en noteert afspraken omtrent de presentatie. 10 - Leerlingen kunnen vragen stellen aan docent naar aanleiding van het bestuderen van de stof in hun boek. Docent laat als overzicht een PowerPoint-presentatie zien (zie ict). Leerlingen maken ‘Test jezelf’. Leerlingen kunnen nu een eindtoets maken over het hoofdstuk, al dan niet na het doen van extra leertaken (zie Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 34 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 leertaken 23B, 23C en 23D), extra practicum (zie practicum 23A), en extra oefenstof (zie oefeningen 23A t/m 23D Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 35 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 24 Verkeersinformatie Inhoud 24.1 Ringwegen Het leven op aarde speelt zich af in de biosfeer, de som van alle ecosytemen. Daarin leggen producenten (zonne)energie vast. Consumenten en reducenten maken voor hun levensbehoeften gebruik van deze vastgelegde energie. Naast een energiestroom zijn in ecosystemen elementenstromen aanwezig. De elementen circuleren in kringlopen. 24.2 Een motortje van 6 cc Glucose (een molecuul met 6 C-atomen) neemt een belangrijke plaats in binnen de koolstofkringloop. Dit molecuul ontstaat bij fotosynthese en is een van de belangrijkste bronnen van energie voor organismen. Langs verschillende routes kan koolstof de kringloop doorlopen: in zee of op het land, in een langzaam of een snel proces. Koolstof uit moeilijk afbreekbare verbindingen is een energiebron voor gespecialiseerde organismen. Na deze paragraaf kan practicum 24B gedaan worden. 24.3 Plattelandswegen Bij de stikstofkringloop zijn tal van bacteriën betrokken. Sommigen leven aëroob, anderen anaëroob. Veel stikstof bevindt zich in de atmosfeer, maar wordt slechts mondjesmaat vastgelegd. Dat maakt dat stikstofverbindingen de groei van organismen in een ecosysteem vaak beperken. Mensen kunnen via technische oplossingen de opbrengsten van hun voedselgewassen vergroten. Na deze paragraaf kunnen de leertaken 24A en 24B en oefening 24A worden uitgevoerd. 24.4 Snel weg? Soms! In deze paragraaf wordt het afvalprobleem aan de orde gesteld. Zolang er voldoende zuurstof is, zorgen aërobe reducenten voor een snelle afbraak van organische verbindingen. De anaërobe afbraak is een stuk trager. De beheerders van een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) zorgen daarom voor een goede beluchting van het rioolwater. Door afval te scheiden in goed afbreekbare (en brandbare) en minder goed afbreekbare of giftige stoffen kan het verwerken van afval efficiënter verlopen. Het is een belangrijk voordeel dat daarbij door scheiding van afval allerlei stoffen gerecycled kunnen worden. Na deze paragraaf kunnen oefenstof 24B en practicum 24A worden uitgevoerd. 24.5 Warm asfalt Hier wordt de toekomst met een verhoogd CO2-gehalte van de atmosfeer aan de orde gesteld. Modellen voorspellen allerlei rampen. Hier worden deze modellen kritisch bekeken. Vaak zijn niet alle variabelen bekend of zijn ze slecht onderzocht. Dat levert soms voorspellingen op die niet uitkomen. Na deze paragraaf kan oefening 24C worden uitgevoerd. De adressen waarnaar in dit hoofdstuk wordt verwezen vindt u in de (internet)adressenlijst. Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Leertaak 24B Boskruiden en vermesting De leerling leert bio-indicatoren te gebruiken bij de beoordeling van de kwaliteit van een ecologisch systeem. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 36 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Oefening 24A Annamoxbacteriën De leerling bestudeert de samenhang tussen de koolstof- en de stikstofkringloop. In veel organische stoffen bevinden zich stikstofatomen. Wanneer een organisme een dergelijke organische stof gebruikt, beïnvloedt dit organisme beide kringlopen. Oefening 24B Rioolwaterzuiveringsinstallatie De leerling volgt een virtuele rondleiding door een RWZI en bekijkt de diverse onderdelen. Oefening 24C Kyoto De leerling volgt de discussie rond het Kyoto-verdrag en brengt de voors en tegens in beeld. Practicum 24A Waterzuiveringsinstallatie bouwen De leerling bouwt een waterzuiveringsinstallatie en test de effectiviteit ervan. Practicum 24B Afbraak cellulose De leerling vergelijkt de afbraaksnelheid van cellulose onder verschillende omstandigheden. Overzicht leertaken in het boek Leertaak 24A Stikstof in schema De leerling vergelijkt een tweetal schema’s van de stikstofkringloop en maakt zelf een derde. Het oefent in het lezen van dergelijke schema’s. Vooraf regelen Hieronder staat een overzicht van de voorbereidingen die nodig zijn voor het uitvoeren van de leertaken, oefeningen en/of practica bij dit hoofdstuk. Benodigde materialen: Leertaak 24 Boskruiden en vermesting • informatie op NectarNet • Flora Oefening 24A Annamoxbacterie • informatie op NectarNet Oefening 24B Rioolwaterzuiveringsinstallatie • informatie op NectarNet Oefening 24C Kyoto • informatie op NectarNet • checklist Poster Practicum 24A Waterzuiveringsinstallatie bouwen • informatie op NectarNet • laboratoriumglaswerk • • slangen roermotor Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 37 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 • • • • • • • • pomp testvloeistof glucose eC-meter pH-meter grind doek bekerglas 150 ml checklist Laboratoriumvaardigheden Practicum 24B afbraak cellulose • informatie op NectarNet • laboratoriumglaswerk • bodemmonsters • 10 cm3 spuit • 1 cm3 spuit • cellulose oplossing (1%) • vers gemaakte cellulase-oplossing (0,1%) • afsluitbare monsterflesjes (25 ml) • brander • stopwatch • oven • pH-meter • azijnzuur (1%) • standaard • klem • checklists: Onderzoek, Werkplan, Laboratoriumvaardigheden Overzicht vaardigheden De leerling oefent in dit hoofdstuk de volgende vaardigheden: • het analyseren van tekeningen, diagrammen en schema’s; • herkennen van planten; • praktische vaardigheden; • het opzetten en uitvoeren van een onderzoek; • het presenteren met behulp van een poster. Suggesties additioneel materiaal Hele hoofdstuk • Het hoofdstuk behandelt biologische onderwerpen (fotosynthese, voedselweb, kringlopen) die gekoppeld zijn met de milieuproblematiek van verzuring, energiegebruik en het versterkte broeikaseffect. Dat maakt het mogelijk om extra opdrachten in te voeren, zoals het verzamelen en analyseren van persberichten en andere bronnen in de media. • Bruikbare internetsites over milieuproblematiek zijn onder andere: • www.milieu.pagina.nl • www.milieucentraal.nl • www.minlnv.nl • www.cbs.nl themapagina’s, onder andere over milieu Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 38 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 • • • • • www.rivm.nl/ met daarin het Milieu en natuurcompendium waarin natuuren milieugegevens over Nederland zijn opgenomen. www.milieudefensie.nl www.wnf.nl site van Wereld Natuur Fonds www.natuurmonumenten.nl www.dasenboom.nl Didactische tips Hele hoofdstuk • In Nectar vwo deel 2 hoofdstuk 12 en 13 is de ecologie behandeld, waarin onderwerpen centraal staan die ook in dit hoofdstuk aan de orde komen. Daarmee vormen beide hoofdstukken in deel 2 basiskennis voor hoofdstuk 23 in deel 3. • Door posters en mondelinge presentaties kunnen (groepjes van) leerlingen een milieuprobleem uitleggen aan de andere leerlingen. Deze presentaties kunnen een deel van de inhoud van de paragrafen vervangen. Door gebruik te maken van de checklists daarover (de checklists: Poster, Mondeling presenteren, PowerPoint presentatie) werken de leerlingen met een gestructureerde aanpak. De bronnen voor deze presentaties bestaan uit de teksten in het hoofdstuk en informatie uit media en van internet. • Leerlingen ervaren de milieuproblematiek vaak als een ver-van-mijn-bedprobleem. Enkele ANW-opdrachten proberen die problematiek dichter bij de leerling te brengen. Het is goed mogelijk om een koppeling te leggen tussen beide vakgebieden, bijvoorbeeld door een gezamenlijke opdracht. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 39 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 25 Grenzen aan groei Inhoud vwo deel 3 hoofdstuk 25 25.1 Zalm in mootjes Na eerdere hoofdstukken over ecologie (zie de hoofdstuk 12 en 13 in vwo deel 2) gaat deze paragraaf dieper in op populatiedynamica en kennis van de leefomgeving van organismen. Deze aspecten worden hier vooral besproken om te kunnen bepalen wat de invloed van de mens op natuurlijk levende soorten kan zijn. 25.2 Botsende belangen De mens gebruikt zijn omgeving op verschillende manieren en met verschillende doelen. Zo vormt een Nederlandse rivier een transportweg voor goederen, een bron van drink-, koel- en irrigatiewater, een afvoer van vuil water en een gebied voor de (water)recreatie. Bovendien heeft een rivier ook een natuurfunctie. In deze paragraaf komt een aantal gebruiksfuncties van rivieren aan bod, samen met negatieve veranderingen die zijn optreden door het intensieve gebruik. 25.3 Duurzame zalm Voor een goed beheer van de menselijke omgeving is het nodig om een streefbeeld vast te stellen, hoe dit streefbeeld kan worden bereikt en hoe het gewenste resultaat in de toekomst wordt behouden (duurzaam beheer). Het Amoebe-model is een voorbeeld van een grafische weergave van een streefbeeld, waarin tevens is te zien voor welke factoren het streefbeeld nog niet is bereikt. In het model zijn bepaalde parameters (bijvoorbeeld geselecteerde soorten) gekozen die kenmerkend zijn voor het gebied of biotoop. Voor Nederlandse rivieren werd de zalm gebruikt als ‘vlaggendrager’: wanneer de zalm weer terug is, is het streefbeeld bereikt. 25.4 Vissen in troebel water In deze paragraaf komt aan de orde hoe verstoringen (zoals vermesting) grote veranderingen kunnen veroorzaken in zoetwatermilieus. Het gaat over algenbloei, verschuivingen in de soortensamenstelling en interspecifieke relaties. Het Wolderwijd is een Veluwerandmeer waarin door een bepaald visstandsbeheer helder water is verkregen. 25.5 Stroomversnellingen en blokkades Deze paragraaf bouwt voort op de vorige paragraaf, maar legt meer nadruk op de mathematische benadering van ecologische systemen. De groeisnelheid van een populatie is te berekenen met een formule, wat met verscheidene voorbeelden in beeld wordt gebracht. Een populatie kan groeien tot een omvang die wordt bepaald door de draagkracht van het ecologische systeem. Na deze paragraaf kan Leertaak 25A worden uitgevoerd. Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Leertaak 25A Berekende werkelijkheid Via een spreadsheet in Excel of met een grafische rekenmachine bestudeert de leerling verschillende scenario’s in een model over populaties in het Wolderwijd. Op NectarNet is deze leertaak zowel beschikbaar voor de uitvoering met Excel, als met de grafische rekenmachine. Oefening 20A AMOEBES leren lezen Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 40 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Deze oefening bevat vragen en opdrachten die met behulp van het Amoebe-model kunnen worden uitgevoerd. Overzicht leertaken in het boek Dit hoofdstuk bevat geen leertaken in het boek. Vooraf regelen Hieronder staat een overzicht van de voorbereidingen die nodig zijn voor het uitvoeren van leertaken en oefeningen van dit hoofdstuk. Benodigde materialen: Leertaak 25A Berekende werkelijkheid • Informatie over de leertaak op NectarNet (in twee varianten: met Excel en met de grafische rekenmachine) • een computer met Excel, of: • een grafische rekenmachine Oefening 25A AMOEBES leren lezen • de beschrijving van de opdracht en de aangegeven bronnen op NectarNet. Overzicht vaardigheden De leerling oefent in dit hoofdstuk de volgende vaardigheden: • rekenen • het omgaan met Excel en/of een grafische rekenmachine • het omgaan met modellen • grafieken kunnen lezen en maken Suggesties voor additioneel materiaal Hele hoofdstuk Interessante achtergrondinformatie voor dit hoofdstuk is onder andere te vinden op de volgende internetadressen: Sites over natuurbeheer en natuurwetgeving in het algemeen: • • • • • • • www.minlnv.nl/ www.natuurinformatie.nl www.naturalis.nl www.natuurmonumenten.nl www.natuurloket.nl www.greenpeace.nl www.dasenboom.nl Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 41 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 • • • www.ravon.nl www.sovon.nl www.vlinderstichting.nl Sites over waterbeheer: • Kaderrichtlijn Water, waterbeleid: unie van waterschappen: www.uvw.nl • Binnenwatervisserij (zowel beroepsmatig als hobbyisme), www.ovb.nl • Rijkswaterstaat: www.rijkswaterstaat.nl (algemeen) en www.rikz.nl (zoute wateren) • Over zeehonden in de Waddenzee: www.zeezoogdieren.alterra.wur.nl Didactische tips Hele hoofdstuk • Enkele onderwerpen lenen zich bij uitstek voor discussie, bijvoorbeeld het gebruik van natuurlijk levende populaties voor menselijke doelen. Vooraf kunnen leerlingen informatie verzamelen over effecten van de jacht op vissen (zeevisserij, de vangst van steuren voor kaviaar), walvissen, jachtwild en vogels (de jacht op zangvogels in EU-landen als Frankrijk en Italië, het rapen van kievitseieren in Nederland). De handel in ivoor is verboden. Toch loopt er een aantal projecten waarbij de jacht op dieren (zoals buffels, olifanten, leeuwen) wordt toegestaan, waarbij de opbrengsten worden gebruikt voor natuurbeheer. Moet de ivoorhandel weer worden opengesteld? Worden die duizenden dollars voor een geschoten leeuw goed besteed? Hoe zit het met de illegale jacht op neushoorns? Leerlingen kunnen korte presentaties houden over verschillende onderwerpen, waarbij de kennis in dit hoofdstuk over populatiedynamica dient te worden toegepast. Paragraaf 25.1 • De site van Het Natuurloket maakt het mogelijk om van elk kilometerhok in Nederland een beeld te krijgen van beschermde planten en dieren die daar voorkomen. Deze site van LNV bevat informatie die ontvangen is van (particuliere) natuurorganisaties. De gegevens per kilometerhok zijn niet volledig. Zo is vaak van veel soortgroepen niet of nauwelijks iets bekend omdat er onvoldoende veldonderzoek is verricht. Bovendien worden alleen de aantallen beschermde soorten genoemd, niet welke soorten dat zijn. Deze aantallen staan in een tabel, waarin te zien is tot welke beschermingscategorie ze behoren (volgens de Flora- en faunawet) en of ze op de Rode Lijst staan. Andere sites voor informatie over de verspreiding van (beschermde) soorten zijn: Ravon (voor vissen, amfibieën en reptielen, EIS en Vlinderstichting (voor vlinders en libellen) en SOVON (voor vogels). Op de site Waarnemingen.nl staat waar bijzondere soorten zijn aangetroffen. Paragraaf 25.3, oefening 25A • In het Amoebe-model is een aantal parameters bij elkaar geplaatst die als kenmerkend worden beschouwd voor een bepaald ecologisch systeem, (bijvoorbeeld een rivier). Op de cirkel staan referentiewaarden voor de verschillende parameters. Er dient bedacht te worden dat voor elke parameter een waarde is gekozen, die verschillende grootheden kan hebben. Voor de genoemde soorten kunnen dit aantallen per oppervlakte- of volume-eenheid zijn (die veelal afhankelijk zijn van het jaargetijde). Voor de genoemde biotopen zijn dit vaak oppervlakten (bijvoorbeeld hectares of percentages), die voldoen aan vastgestelde kwaliteitseisen. • Er zijn (rond 1998) Amoebes opgesteld voor verscheidene ecologische systemen. Het Amoebe-model is vooral belangrijk voor politici die hiermee een sterk versimpelde visualisering krijgen van ecologische parameters. Het model heeft echter Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 42 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 onvoldoende diepgang voor ecologische studies, bijvoorbeeld voor het huidig onderzoek dat nodig is voor het vaststellen van duurzaam beheer. Dat heeft onder andere te maken met de diversiteit binnen elk ecologisch systeem en de arbitraire keuze van ecologische parameters (bijvoorbeeld soorten) en de getallen die zouden kunnen gelden voor elke referentiewaarde. Paragraaf 25.5 • Aan de hand van formules in deze paragraaf kan worden berekend hoeveel individuen van een soort kunnen ontstaan uit een bepaalde startpopulatie (b.v 10 individuen). Leerlingen kunnen met behulp van internet gegevens vinden over de generatietijd en het gemiddeld aantal nakomelingen per jaar van allerlei soorten. Er kan b.v. worden berekend hoeveel bacteriën met een generatietijd van 30 minuten binnen een jaar met onbegrensde groei kunnen ontstaan en hoe dat eruit ziet bij b.v. vliegen, muizen, huiskatten of olifanten. De resultaten kunnen worden uitgedrukt in aantallen of totaalgewicht. Per soort dient een aantal factoren te worden genoemd (zoals beschikbaarheid van voedsel, predatie, regulatie door de mens, enz.) waardoor deze resultaten wel of niet realistisch zijn. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 43 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 26 Even aanzetten voor … de eindsprint! Inhoud Met dit laatste hoofdstuk komt voor de meeste leerlingen ook het eindexamen in beeld. Zo nu en dan zijn leerlingen al met hun gedachten bij de vervolgopleiding in het hoger onderwijs. De opzet van dit laatste hoofdstuk speelt enigszins in op didactische vormen die daar vaak worden toegepast. Het hoofdstuk gaat over spieren en energie. 26.1 Een spannende tijd De eerste paragraaf biedt leerlingen een verzameling van bronnen aan over de bouw en werking van spierweefsel, met name dwarsgestreept spierweefsel. Op de bronnen volgt een oefententamen om te toetsen of de bestudeerde kennis kan worden gereproduceerd. 26.2 Spieren en energie De tweede paragraaf is geschreven in de vorm van een college. De ‘professor’ behandelt de energievoorziening van spiercellen. De vorming van het energierijke ATP staat daarin centraal. Er wordt uitgelegd hoe de cel ATP aanvult door defosforylatie van creatinefosfaat en door dissimilatie van glucose. Naast aërobe dissimilatie bespreekt de professor ook de anaërobe dissimilatie, namelijk melkzuurgisting en alcoholische gisting. Overzicht extra opdrachten op Nectarnet Practicum 26A Kippenvleugel In dit practicum onderzoek de leerling hoe spieren en botten van een kippenvleugel in elkaar passen en met elkaar verbonden zijn. Daarbij maak hij een verslag dat bestaat uit een serie van vijf of zes natuurgetrouwe tekeningen of foto’s, afgewisseld met kleine stukjes tekst. Oefening 26.1 Ook chemisch in evenwicht Aan de hand van een reeks oude examenvraagstukken gaat de leerling in de slag met Ctjes, H-tjes, O-tjes en andere elementen. Samen vormen ze de grote en ingewikkelde verbindingen waaruit moleculen, cellen en organismen zijn opgebouwd. Enzymen zetten de verbindingen steeds om in andere verbindingen. Leerlingen gaan op zoek naar de samenhang van die chemische omzettingen. Overzicht leertaken in het boek Dit hoofdstuk bevat geen leertaken in het boek. Vooraf regelen Hieronder staat een overzicht van de voorbereidingen die nodig zijn voor het uitvoeren van de leertaken, oefeningen en/of practica bij dit hoofdstuk. Benodigde materialen: Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 44 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Hele hoofdstuk • Binas • Naslagwerken, zoals anatomische atlassen (vogels), leerboeken over spierfysiologie, stofwisseling en histologie Practicum 26A • Prepareersetje • Labjas • Kippenvleugel • Tekenpapier • Tissues • Checklist tekenen of een (digitaal fototoestel) • Checklist laboratoriumvaardigheden • Zeep • Ondergrond om de kippenvleugel op te leggen en om op te snijden, bijvoorbeeld een prepareer- of snijmatje van een stukje linoleum • Informatiebronnen over de anatomie van vogels en/of andere gewervelden Oefening 26.1 • informatie op NectarNet Overzicht vaardigheden De leerling oefent in dit hoofdstuk de volgende vaardigheden: • informatie uit Binas gebruiken. • informatie verwerven en selecteren. • benodigde gegevens halen uit grafieken, tekeningen, schema's, diagrammen en tabellen en deze gegevens interpreteren. • de betrouwbaarheid beoordelen van informatie en de waarde daarvan vaststellen voor het op te lossen probleem of te maken ontwerp. Suggesties voor additioneel materiaal Hele hoofdstuk • Naast het leerboek biedt Binas veel informatie (in de vorm van afbeeldingen en schema’s) over de onderwerpen in dit hoofdstuk. • www.bioplek.org is een website voor veel algemene informatie. • De website http://staff.science.uva.nl/~dcslob/lesbrieven/Anika/Spieren.htm komt uit de reeks Lesbrieven voor VWO van studenten van de Universiteit van Amsterdam. Deze site gaat over spieren, training en doping. • Op sites van universiteiten, zoals http://coo.med.rug.nl/colleges/kroese/histo/kl/spierweefsel.html vind je allerlei informatie over en foto’s van verschillende typen spierweefsel. • Een site als http://www.wvc.vlaanderen.be/gezondsporten biedt veel informatie over sport en gezondheid. Een klein beetje rondsurfen levert over dit onderwerp talloze andere sites op, zoals http://www.knau.nl/ en http://www.life4u.nl Didactische tips Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 45 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Hele hoofdstuk • Dit laatste hoofdstuk biedt de docent verschillende mogelijkheden van de aanpak. Bij beide paragrafen kan de docent ervoor kiezen de leerlingen zelfstandig te laten werken, in groepen te laten werken of om centraal een soort college te (laten) verzorgen. Van paragraaf 26.1 vindt de leerling een gedetailleerde inleiding over een stapsgewijze aanpak van deze paragraaf. Leerlingen kunnen de paragraaf op deze manier individueel of in groepjes aanpakken. Ook paragraaf 26.2 begint met een toelichting voor de leerling over de opzet en de aanpak. Pas wanneer een leerling zijn strategie goed heeft bepaald, kan hij actief aan de slag. Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 46 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Adressenlijst In deze adressenlijst vindt u de adresgegevens van instanties en organisaties die van belang kunnen zijn voor informatie over de verschillenden onderwerpen in dit deel. Er zijn waar mogelijk ook e-mail- en internetadressen van deze organisaties opgenomen. Bij deze instanties kunt u informatie opvragen over literatuur, videobanden en cd-rom’s. In de adressenlijst zijn onder andere de gegevens geplaatst van leveranciers van het onderwijsmateriaal. In de hoofdstukbeschrijvingen van deze docentenhandleiding zijn eveneens binnen- en buitenlandse internetadressen opgenomen, namelijk onder Suggesties additioneel materiaal en Didactische tips. Deze gegevens staan niet in onderstaande adressenlijst, omdat dit enkel internetadressen betreft. Wij streven ernaar de adressenlijst zo actueel mogelijk te houden. Daarom stellen wij het zeer op prijs wanneer u via www.nectar2.noordhoff.nl eventuele suggesties geeft voor het gebruik van andere (internet)adressen die u van belang acht. Adressenlijst AIDS-SOA informatielijn van de Stichting Aidsfonds tel. 0900-2042040 (0,10 eurocent per min.) e-mail [email protected] www.aidsfonds.nl Algemene medische informatie www.ziekenhuis.nl Anonieme Overeters postbus 61025 1005 HA Amsterdam tel. 020-6274820 e-mail [email protected] www.anonieme-overeters.nl Apenheul J.C. Wilslaan 21-31 postbus 97 7300 AB Apeldoorn tel. 055-3575757 e-mail [email protected] www.apenheul.nl Aqua Zoo Friesland De Groene Ster 2 8926 XE Leeuwarden tel. 0511-431214 e-mail [email protected] www.frieslandzoo.nl Artis Zoo Plantage Kerklaan 38-40 Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 47 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 1018 CZ Amsterdam tel. 020-5233400 e-mail [email protected] www.artis.nl Astado educatieve media postbus 11 6500 AA Nijmegen tel. 024-3881338 www.astado.nl AVVN (Algemeen Verbond van Volkstuinverenigingen in Nederland) www.avvn.nl Bijenhuis postbus 90 6720 AR Bennekom email: [email protected] http://web.inter.nl.net/hcc/beenet/nlindex.htm BioDebat (onderdeel van de Digitale School) [email protected] www.biodebat.nl Burgers Zoo Schelmseweg 85 6816 SH Arnhem tel. 026-4424534/4450373 e-mail [email protected] www.burgerszoo.nl CIWF Nederland Postbus 1305 6501 BH Nijmegen tel. 024-3555552 e-mail [email protected] www.ciwf.nl CMA (voor vragen over IP-Coach) Kruislaan 404 1098 SM Amsterdam tel: 020-5255869 e-mail [email protected] www.cma.science.uva.nl De Kleine Aarde postbus 151 5280 AD Boxtel tel. 0411-684921 e-mail [email protected] www.dekleineaarde.nl Diabetesvereniging Nederland Postbus 470 3830 AM Leusden tel. 033-4630566 e-mail [email protected] Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 48 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 www.diabetesvereniging.nl Dierenpark Amersfoort Barchman Wuytierslaan 224 3819 AC Amersfoort tel. 033-4227100 e-mail [email protected] www.amersfoort-zoo.nl Dierenpark Reptielenhuis ‘De Oliemeulen’ Reitse Hoevenstraat 30a-b 5042 EH Tilburg tel. 013-4630026 www.oliemeulen.nl Dierenpark Wissel Woesterbergweg 2b 8162 RD Epe tel. 0578-613106 e-mail [email protected] www.wisselzoo.nl Diergaarde Blijdorp Abraham van Stolkweg Rotterdam tel. 010-4431495 www.rotterdamzoo.nl Dolfinarium postbus 9114 3840 GC Harderwijk tel. 0341-467467 e-mail [email protected] www.dolfinarium.nl DOOR (Digitale Onderwijs Ontwerp Ruimte) www.ontwerpruimte.nl/Home/home.htm [email protected] DSM-Gist www.dsm.com/nl_NL/html/dgs/homepage.htm EcoMare, centrum voor Wadden en Noordzee Ruijslaan 92 1796 AZ De Koog (Texel) tel. 0222-317741 e-mail [email protected] www.ecomare.nl Fries Natuurmuseum Schoenmakersperk 2 8911 EM Leeuwarden tel 058-2129085 www.friesnatuurmuseum.nl/nlraam.htm Gezondheidsplein www.gezondheidsplein.nl Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 49 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Groninger Natuurmuseum Postbus 1145 9701 BC Groningen Tel: 050-3676170 www.natuurmuseum.org Het Kleine Loo (tijdschrift over land- en tuinbouw voor het onderwijs) www.hetkleineloo.nl Instituut voor Leerplanontwikkeling (SLO) Postbus 2041 7500 CA Utrecht tel: 053-4840840 [email protected] www.SLO.nl Koningin Wilhelmina Fonds (‘Kankerbestrijding’) www.kwf.nl Milieudefensie Postbus 19199 1000 GD Amsterdam tel. 020 6262 620 www.milieudefensie.nl www.milieudefensie.nl/servscho.htm (informatie voor scholieren) Mindscape Northern Europe Postbus 9076 1180 MB Amstelveen tel. 020-4953030 e-mail [email protected] www.mindscape.com Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij postbus 20401 2500 EK Den Haag tel. 070-3784062 www.minlnv.nl Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag tel. 070-340 79 11 www.minvws.nl www.biotechnologie.minvws.nl (informatie over biotechnologie) Museon Stadhouderslaan 37 Den Haag tel. 070-3381338 e-mail [email protected] www.museon.nl Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 50 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Natuurhistorisch Museum Maastricht postbus 882 6200 AW Maastricht tel. 043 3505490 e mail [email protected] www.nhmmaastricht.nl Natuurmuseum Nijmegen Gerard Noodtstraat 121 6511 ST Nijmegen tel. 024-3297070 e-mail [email protected] www.natuurmuseum.nl Natuurwetenschap & Techniek Adres van de redactie: Redactie Natuurwetenschap & Techniek Postbus 256 1110 AG DIEMEN e-mail [email protected] www.natutech.nl NeCeDo (Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken) Postbus 5014 2900 EA Capelle a/d IJssel tel. 010-2010250 e-mail [email protected] www.necedo.nl Nederlands Astmafonds Postbus 5 3830 AA Leusden tel. 033-4341212 www.astmafonds.nl Nederlandse Brandwonden Stichting Postbus 1015 1940 EA Beverwijk tel. 0251-275555 e-mail [email protected] www.brandwonden.nl Nederlandse Hartstichting Postbus 300 2501 CH Den Haag tel. 070 - 315 55 55 Informatielijn: 0900 - 3000 300 (lokaal tarief) e-mail [email protected] www.hartstichting.nl Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 51 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Nederlands Instituut voor de Biologie (NIBI) postbus 8616 3503 RP Utrecht tel. 030-2369244 e-mail [email protected] www.nibi.nl Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek (NIOO) Postbus 1299 3600 BG Maarssen tel. 0294-239312 www.nioo.knaw.nl Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie tel. 035-6559848 e-mail [email protected] www.njn.nl Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren (Dierenbescherming) Postbus 85980 2508 CR Den Haag tel. 070-3142700 www.dierenbescherming.nl Nemo postbus 421 1000 AK Amsterdam tel. 0900-9191100 fax 020-5313535 www.e-nemo.nl Netdokter.nl Adres: KNMG Postbus 20051 3502 LB Utrecht tel. 030 - 2823 786 e-mail [email protected] www.netdokter.nl NICL, Nationaal Informatiecentrum Leermiddelen postbus 2041 7500 CA Enschede tel. 053-4840840 fax 053-4307692 e-mail [email protected] www.slo.nl NIGZ-Donorvoorlichting De Bleek 13 Postbus 500 3440 AM Woerden tel. 0900-8212166 (€ 0,10 per minuut) e-mail [email protected] www.donorvoorlichting.nl Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 52 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Noorder Dierenpark postbus 1010 7801 BA Emmen tel. 0591-618800 fax 0591-850851 e-mail [email protected] www.zoo-emmen.nl Ouwehands Dierenpark postbus 9 3910 AA Rhenen tel. 0317-650200 fax 0317-613727 e-mail [email protected] www.ouwehand.nl PgSim (Productgroep Simulaties van het Van Hall Instituut) Postbus 1754 8901 CB Leeuwarden tel. 058-2846160 e-mail [email protected] www.pgsim.nl PCI-distributieservice Postbus 74 3980 CB Bunnik tel. 030-6570072 PCMedia Hoofdstraat 108 3972 LD Driebergen tel. 0343-533332 e-mail [email protected] www.pcmedia.nl Projectgroep biotechnologie (van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij) www.agro.nl RAVON (Reptielen-, Amfibieën- en VissenOnderzoek Nederland) Postbus 1413 6501 BK Nijmegen tel. 024-3653270 e-mail [email protected] www.ravon.nl Reptielen Zoo Serpo Stationsplein 8 2611 BV Delft tel. 015-2122184 e-mail [email protected] http://serpo.nl/ Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 53 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Reumafonds Postbus 59091 1040 KB Amsterdam tel. 020-5896464 e-mail [email protected] www.reumafonds.nl Rutgers Nisso Groep (voorheen Rutgers Stichting) Oudenoord 176-178 3513 EV Utrecht tel. 030-2313431 www.rng.nl Safaripark Beekse Bergen Beekse Bergen 1 5081 NJ Hilvarenbeek tel. 013-5491100 e-mail [email protected] www.beeksebergen.nl Shell Film Archief Karel van Bilandtlaan 30 2501 AN Den Haag tel 070-3776070 Spore / stichting ECO consult Gargouille 1 4007 RE Tiel tel 0344 630580 e-mail [email protected] www.antenna.nl/spore Stichting Anorexia Nervosa en Boulimia Nervosa postbus 67 6880 AB Velp tel. 0900-8212433 www.sabn.nl Stichting Soa-bestrijding www.soa.nl Stichting SOVON Vogelonderzoek Nederland Rijksstraatweg 178 6573 DG Beek-Ubbergen tel. 024-6848111 e-mail [email protected] www.sovon.nl Stichting Veldwerk Nederland www.veldwerknederland.nl Lokatie Veldstudiecentrum Orvelte Zuideresweg 10 9441 TZ Orvelte tel. 0593-322263 e-mail [email protected] Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 54 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Lokatie ’t Wolthuis 7325 WN Apeldoorn tel. 055-3667199 e-mail [email protected] Lokatie Kamphuis ’t Veerse Gat Landschuurweg 5 4351 RR Veere e-mail [email protected] Stichting Volksgezondheid en Roken Postbus 16070 2500 BB Den Haag tel. 0900-9390 (€ 0,10 per minuut) tel. 0900-5002025 (€ 0,10 per minuut, jongereninfolijn: materiaal voor werkstukken etc.) e-mail [email protected] www.stivoro.nl Teleac/NOT - Educatieve omroep postbus 1070 1200 BB Hilversum tel. 035-6293456 fax 035-6293123 email [email protected] www.teleacnot.nl Trimbos-instituut Postbus 725 3500 AS Utrecht tel. 030-2971100 e-mail [email protected] www.trimbos.nl Uitgeverij Zorn b.v. Postbus 434 2300 AK Leiden tel. 071-5149141 www.zorn.nl Universiteitsmuseum Utrecht (met een jeugdlab) Lange Nieuwstraat 106 3512 PN Utrecht tel: 030-2538008 www.uu.nl/uupublish/4192main.html Vereniging Das en Boom Rijksstraatweg 174 6573 DG Beek-Ubbergen tel. 024-6842294 e-mail [email protected] www.dasenboom.nl Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 55 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Vereniging Eetstoornis Net OrchideeStraat 19 3551 GH Utrecht Tel: 030-2621764 e-mail [email protected] www.eetstoornis.net Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties (VSOP) Vredehofstraat 31 3761 HA Soestdijk tel. 035-6034040 www.vsop.nl Visible Human Female browser www.uchsc.edu/sm/chs/browse/browse_f.html Visible Human Male browser www.uchsc.edu/sm/chs/browse/browse_m.html Voedingscentrum postbus 85700 2508 CK Den Haag tel. 070-3068888 www.voedingscentrum.org Vogelbescherming Nederland Postbus 925 3700 AX Zeist tel. 030-6937700 e-mail [email protected] www.vogelbescherming.nl Vogelpark Avifauna Hoorn 65 2400 AA Alphen a/d Rijn tel. 0172-487575 e-mail [email protected] www.avifauna.nl Voorlichting Margarine, Vetten en Olieën Postbus 3186 2280 GD Rijswijk 0800-0998810 www.voorlichtingmvo.nl Voorlichtingsbureau Vlees postbus 878 2700 AW Zoetermeer tel. 079-3634949 www.vlees.nl Wereld Natuur Fonds Nederland Postbus 7 3700 AA Zeist tel. 0900-1962 (€ 0,20/min) e-mail [email protected] www.wnf.nl Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 56 Docentenhandleiding vwo bovenbouw deel 3 Zeehondencrèche Pieterburen Hoofdstraat 94a 9968 AG Pieterburen tel. 0595-526526 fax 0595-528389 e-mail [email protected] www.zeehondencreche.nl Nectar © Noordhoff Uitgevers bv 57