Samenvatting Leefwereld hoofdstuk 1 t/m 4 Bestuiving: Insecten vervoeren stuifmeel van de ene naar de andere bloem. Bevruchting: Een stuifmeelkorrel groeit naar het zaadbeginsel en versmelt ermee. Stuifmeelkorrel: In de helmknoppen zitten piepkleine korreltjes die aan het lichaam blijven hangen. Nectar: dit zit helemaal onderin de bloem en is een zoete vloeistof die veel insecten eten: Waarom zit nectar helemaal onderin de bloem? - - De plant lokt insecten met nectar. Als een insect de nectar probeert te bereiken klappen de meeldraden als slagbomen omlaag en het insect wordt helemaal bedekt met stuifmeel. Doordat het zo diep zit in de bloem moet de insect langs de stuifmeeldraden en/of stamper. De kans op bevruchting neemt dan toe Wat heeft een mens nodig om te kunnen overleven? - lucht, water, voedsel en warmte Hoe kun je van de zon energie maken? Dit kan met behulp van zonnecollectoren. Overdag schijnt de zon en met een zonnecollector kun je energie opwekken. Dit kun je dan bijvoorbeeld gebruiken om een zwembad te verwarmen of ’s nachts gebruiken als het koud is. Trekvogels: Brandganzen zijn trekvogels. Ze verruilen hun zomerkleed voor het dikkere winterpak. Dit noemen we ruien. In de herfst komen alle brandganzen van Nova Zembla naar Nederland. De grote trek naar het zuiden. Wintergasten: Dit zijn vogels die in de winter in ons land wonen, ze overwinteren hier Zomergasten: Dit zijn vogels die hier in de zomer leven, in de winter gaan ze naar warmere gebieden. Ze trekken nog verder naar het Zuiden. Bijvoorbeeld naar Spanje of Afrika. Ganzen leven in grote groepen, maar wel familie bij familie. Ganzen zoeken overdag voedsel: gras en andere planten. De brandgans De Grauwe gans De Rotgans (zie het vlekje in zijn nek) De kolgans