Een biologische moestuin kan niet zonder Bloeiende planten.

Een biologische moestuin kan niet zonder
Bloeiende planten.
Bloeiende planten zijn belangrijk voor insecten.
Insecten zorgen voor de bestuiving van groentengewassen zoals:
Courgette
bestuiving vooral door:
Hommels
Honingbijen
Wilde bijen
Aardbeien
bestuiving vooral door:
Hommels
Honingbijen
Wilde bijen
Zweefvliegen
Gaasvliegen
Fruit
bestuiving vooral door:
Honingbijen
Tuinbonen
Bestuiving vooral door hommels.
De andere insecten hebben een
te korte tong om de diepliggende
nectar aan te kunnen.
Soms bijten Hommels een gaatje
in de bloem waardoor ook de andere
insecten aan de nectar kunnen.
Zonder bestuivende insecten geen vruchten.
Bestuiving is belangrijk voor de vruchtzetting. Maar het is niet het
enige wat de insecten doen voor een gezonde moestuin.
Insecten zoals: Lieveheersbeestjes, gaasvliegen en zweefvliegen
leggen hun eitjes op planten die belaagd worden door luizen.
De larfjes die uit de eitjes komen eten de luizen en zorgen zo
voor een biologische bestrijding.
Insecten zijn afhankelijk van bloeiende planten.
Het is belangrijk om een plaatsje in de moestuin te reseveren
voor bloemen. Dit kan op verschillende manieren
Boerenkool
Na de winter zijn er vaak een paar koolplanten over. Gooi ze niet
zomaar op de composthoop. Ze zijn makkelijk te verplanten naar
de rand van de moestuin om ze daar in bloei te laten komen.
Vroege hommelkoninginnen kunnen hier nectar en stuifmeel op
halen en hun nest in de buurt van de moestuin maken.
Een paar stronkjes witlof die er niet
zo mooi uit zien kunnen als ze de kans
krijgen om uit te groeien, prachtige
bloemen geven.
Zet de witlof ergens aan de rand
van de moestuin, ze kunnen meer
dan een meter hoog worden.
Pre
Prei
Sla
Moestuiners zijn vaak te netjes en ruimen alles op wat zij niet meer
kunnen gebruiken. Ze denken hierbij niet aan de insecten.
Doorgeschoten prei en sla zijn goede drachtplanten en zorgen
Voor nectar en stuifmeel. Gun ze daarom een plaatsje in de tuin.
Voor vruchtwisseling is het
belangrijk eens een ander
gewas te kweken
Afrikaantjes zijn hiervoor
heel geschikt.
Ze zorgen voor stuifmeel
en bestrijden de aaltjes in
de grond.
Hoge afrikanen tussen de
boerenkool, beschermen de
koolplanten tegen witte vlieg.
Kies hiervoor enkelbloemige
soorten die meer stuifmeel
en nectar geven.
Een stukje grond wat je even niet nodig hebt voor groente is een
mooie plek om een groenbemester te zaaien. Er zijn gewassen die
een combinatie zijn van groenbemester en drachtplant.
Een paar voorbeelden:
Phacelia of bijenbrood
Phacelia bloeit al 6 weken na het
zaaien en is een hele goede
drachtplant.
Mosterd
Mosterd is een goede groenbemester
en als het niet te laat in het jaar wordt
gezaaid, kan het een hele goede
drachtplant zijn voor het najaar
Bijenweide
Stukken grond voor langere tijd braak laten liggen is vaak geen optie.
Onkruid krijgt de overhand en het is slecht voor het bodemleven.
Zo'n stukje grond kan de hele zomer een zee van bloemen geven.
Er zijn bloemen mengsels in de handel die goed zijn voor insecten.
Ze leveren de hele zomer stuifmeel en nectar.