Zorgroute Dyslexiezorg gemeente en CJG Noordenveld 2015 De zorg voor kinderen met ernstig enkelvoudige dyslexie (EED) valt per 1 januari 2015 onder de Jeugdwet. Gemeenten krijgen de taak om deze dyslexiezorg te organiseren en te financieren. Wat is dyslexie? Een kind met dyslexie heeft ondanks een normale intelligentie ernstige problemen met lezen en spellen. Bij dyslexie komen problemen met lezen en spellen meestal samen, maar soms ook los van elkaar voor. Het is een hardnekkig probleem dat zich voordoet bij alle vakken waarbij taalvaardigheid een rol speelt: Nederlands, andere talen, rekenen en wiskunde en de meeste bijvakken. Ernstige enkelvoudige dyslexie Enkelvoudig betekent dat het kind naast de dyslexie geen GGZ-stoornis, beperking of andere taalof leerstoornissen heeft die belemmerend is voor dyslexieonderzoek en/of -behandeling Meervoudige problematiek Voor kinderen bij wie sprake is van problemen naast de dyslexieklachten (bijvoorbeeld dyslexie in combinatie met ADHD of een spraak/taalstoornis), is een intensiever behandelings/begeleidingstraject nodig. Bij deze kinderen wordt eerst de bijkomende stoornis of beperking behandeld, voordat een kind in aanmerking komt voor een behandeling ernstige enkelvoudige dyslexie. Wat doen de school en het samenwerkingsverband? De school is de eerste verantwoordelijke om kinderen lees - en spellingsonderwijs te bieden. De ondersteuning van leerlingen met lees- en spellingsproblemen en niet-ernstige enkelvoudige dyslexie maakt onderdeel uit van de basisondersteuning die elke school biedt. Daarnaast heeft ieder samenwerkingsverband afspraken gemaakt over extra ondersteuning, aanvullend op de basisondersteuning van de school. Deze extra ondersteuning wordt bekostigd door het samenwerkingsverband, die vanuit de wet passend onderwijs ook middelen beschikbaar heeft om de signaleringsfunctie en begeleiding te organiseren. Mocht de begeleiding en ondersteuning vanuit het onderwijs op de zorgniveau’s 1 tot en met 3 onvoldoende zijn, dan is er mogelijk sprake van EED en is externe behandeling (zorgniveau 4) gewenst. Dyslexiezorg is in Drenthe beschikbaar voor kinderen tot en met 13 jaar. Diagnostisch onderzoek Na signalering (door de leerkracht en/of de ouders) kan de school direct met begeleiding beginnen. Alleen als de begeleiding van de school op de zorgniveau’s 1 tot en met 3 onvoldoende aanslaat of de leerling onvoldoende profiteert van de geboden hulp, dan is er mogelijk sprake van EED en is externe behandeling (zorgniveau 4) gewenst. Op dat moment is aanmelding voo r diagnostisch onderzoek aan de orde. De school of het schoolbestuur heeft op dat moment de mogelijkheid om, in overleg met de ouders, de leerling aan te melden voor een diagnose. 1 Verwijzing 1 De school stelt (na toestemming van de ouders) het leerling dossier beschikbaar aan de zorgaanbieder waaruit blijkt dat er sprake is van achterstand bij de ontwikkeling van het kind en dat er voldoende intensieve begeleiding is gegeven door de school. Voor de verwijzing wordt gebruik gemaakt van de verwijscriteri a die gehanteerd worden in de jeugdhulpregio Drenthe. De verwijzing wordt voorzien van het BRIN nummer van de school en wordt ondertekend door de directeur van de school. Er kan verwezen worden naar de gecontracteerde aanbieders, daarbij wordt de keuzevrij heid van ouders in acht genomen. Hieruit volgt dat verwijzingen niet meer via de huisarts plaats vinden. Stellen van de diagnose Zodra de aanbieder en verwijzing ontvangt van de school met het daarbij behorende dossier wordt een ‘verzoek toewijzing zorg’ ingediend bij de verantwoordelijke gemeente op basis van het woonplaatsbeginsel. De gemeente geeft een akkoord op dit verzoek toewijzing zorg. De zorgaanbieder voert de diagnose uit en sluit het traject af door een declaratie in te dienen bij de gemeente. Ongeacht de uitkomst van de diagnose blijft de school c.q. het samenwerkingsverband passend onderwijs verantwoordelijk voor ondersteuning en begeleiding voor alle kinderen met dyslexie. Uiteraard vindt ondersteuning en begeleiding vanuit school plaats in afstemming met de ouders. In de groep van kinderen met dyslexie heeft ongeveer de helft geen ernstige enkelvoudige dyslexieklachten. Uitkomst diagnostisch onderzoek en bekostiging Het diagnostisch onderzoek kan aantonen dat er geen sprake is van ernstige enkelvoudige dyslexie en dat het inzetten van dyslexiezorg niet nodig is 2. Indien het diagnostisch onderzoek aantoont dat er wel sprake is van ernstige enkelvoudige dyslexie wordt dyslexiezorg ingezet 3. Er is sprake van EED Op basis van de diagnose dient de zorgaanbieder opnieuw een ‘verzoek toewijzing zorg’ in bij de desbetreffende gemeente voor behandeling van EED. De gemeente geeft akkoord voor de behandeling en draagt zorg voor een beschikking naar de ouders. Na behandeling dient de zorgaanbieder een factuur in bij de gemeente en wordt het traject afgesloten. Ondersteuning bij meervoudige problematiek Indien sprake is van meervoudige problematiek dan kunnen jeugdigen en ouders zich eerst (via school) tot het CJG wenden voor ondersteuning op de bijko mende stoornis of beperking. 2 Mocht geen EED worden geconstateerd dan valt dit binnen interventieniveau 3. 3 Dyslexiezorg wordt behandeling of hulpverlening) ingedeeld in interventieniveau 6 (Intensieve ambulante