Visietekst Gemeentelijke Raad voor

advertisement
Visietekst Gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking
(GROS)
Ons uitgangspunt
Onrecht en onderontwikkeling zijn in de wereld eerder regel dan uitzondering. Daardoor kampt meer
dan een miljard wereldbewoners dag in dag uit met ondervoeding, ondermaatse huisvesting,
analfabetisme, ziekte en gemakkelijk te vermijden kindersterfte. Meer dan een miljard mensen heeft
geen vast werk en amper één op vijf arbeid(st)ers krijgt afdoende bescherming. Miljoenen mensen
worden economisch uitgebuit of zijn slachtoffer van politieke onderdrukking en repressie. De
mensonterende omstandigheden waarin deze mensen moeten leven zijn vooral het gevolg van
structurele oorzaken, van gebrek aan politieke wil en van het niet naleven van internationale
afspraken.
Verenigingen en personen die zich aansluiten bij de GROS-Lokeren engageren zich bewust, vanuit
eenzelfde verontwaardiging over de onrechtvaardige wereldverhoudingen. Ze zijn van oordeel dat
ontwikkeling een recht is voor iedereen en dat deze doelstelling het best bereikt kan worden in een
andere maatschappij.
Ontwikkeling is een recht voor iedereen.
Ontwikkeling is geen gunst die naar believen door machtige landen of bevolkingsgroepen aan mensen
wordt verleend. Ontwikkeling is een basisrecht dat voor elke mens gegarandeerd moet worden.
Iedereen moet dat recht kunnen laten gelden en desnoods afdwingen voor zichzelf en de groep
waartoe hij of zij behoort. De kernelementen van dat recht werden door de Verenigde Naties
vastgelegd in de “Universele verklaring van de rechten van de mens” en het “Internationaal Verdrag
inzake de rechten van het kind”. Wij zien ontwikkeling als veel meer dan armoedebestrijding; het gaat
om een waardig leven voor individu en groep, én over hun plaats in een open, democratische en
vreedzame maatschappij.
In een andere maatschappij
De ontwikkeling waar de GROS voor staat is moeilijk te verzoenen met het beleid dat nu internationaal
en binnen vele landen wordt gevoerd. Een rechtvaardig beleid is nodig. In het begin van de 21ste
eeuw bestaat er geen pasklare blauwdruk voor een nieuwe maatschappij, maar op duizenden
plaatsen in de wereld organiseren mensen zich om op een andere manier te leven en te werken. Er is
een groeiend akkoord over de uitgangspunten waaraan maatschappijmodellen getoetst moeten
worden. Hierbij komen de volgende aspecten aan bod:
-
-
-
-
-
De maatschappij garandeert voldoende materiële welvaart voor iedereen. Het recht op
voeding, basisgezondheidszorg, fatsoenlijke huisvesting, degelijk onderwijs en een gezonde
leefomgeving is er gewaarborgd.
De maatschappij garandeert recht op arbeid, met een behoorlijk loon in behoorlijke
omstandigheden en een vervangingsinkomen voor mensen die niet in het arbeidsproces
meekunnen. Dat is meteen de beste garantie op economische welvaart.
Mensen zijn er gelijkwaardig, met gelijke kansen voor mannen en vrouwen als hoge
prioriteit. Ook andere vormen van discriminatie, b.v. op basis van huidskleur, godsdienst,
geaardheid of politieke overtuiging worden er niet aanvaard.
De maatschappij is open en tolerant. Culturele verscheidenheid wordt er gezien als een
meerwaarde en niet als een handicap. Religieuze, etnische of andere minderheden worden
er beschermd.
De maatschappij is democratisch en steunt op een actieve deelname van de bevolking aan
het beleid.
Ook de economie is er gedemocratiseerd en staat ten dienste van de mens. De markt is er
niet de norm. De overheid zorgt voor de nodige herverdeling en houdt de controle over
kernsectoren van de economie stevig in de hand. Met name de verzekering van essentiële
-
diensten zoals watervoorziening, onderwijs en gezondheidszorg wordt niet aan de wetten
van de markt onderworpen. Marktimpulsen en privé-bedrijven kunnen bijdragen tot
economische groei en ontwikkeling; ze moeten zich dan wel inpassen in de
ontwikkelingsdoelstellingen en –plannen die door de overheid en de bevolking van de
betrokken landen wordt uitgetekend en zich onderwerpen aan publieke controle en sturing.
De maatschappij is op duurzame wijze georganiseerd. Er wordt rekening gehouden met de
lange-termijnkost van productie en consumptie. Het economisch, ecologisch en sociaal
beleid komt tot stand met participatie en inspraak van de bevolking en houdt de
ontwikkelingskansen voor de toekomst gaaf.
Het is de overheid die de basisvoorwaarden schept voor deze maatschappij. Ze laat daarbij
ruimte voor de inbreng van het maatschappelijk middenveld: vakbonden, kerken,
vrouwenorganisaties, inheemse bewegingen e.a. Ook individuen, organisaties en bedrijven
hebben een belangrijke rol en verantwoordelijkheid in de realisatie van de gestelde
doelstellingen.
Landen tekenen, met inspraak van de bevolking, zelf hun ontwikkelingsstrategie uit en
bepalen welk model en welke mechanismen ze daarbij willen gebruiken. Ze houden zich wel
aan internationale verdragen en overeenkomsten waarover binnen de Verenigde Naties op
een democratische manier een akkoord is bereikt.
Wij zijn er ons ten volle van bewust dat bovenstaande schets van een maatschappij een verre
droom is, maar het is een droom die we nooit zullen opgeven. Met onze beperkte mogelijkheden
willen we op lokaal vlak meehelpen om die droom iets dichterbij te brengen in het Zuiden en in het
Noorden.
De houding van de GROS-Lokeren tegenover armoede en onrecht
In het Noorden mogen landen zich geen levensstijl aanmeten ten koste van de ontwikkelingskansen
van andere, minder machtige of minder rijke landen. Het vrijemarktmodel bepaalt in sterke mate hoe
economie en maatschappij worden georganiseerd. Liberalisering, privatisering en deregulering van de
wereldeconomie zorgen ervoor dat steeds meer economische macht geconcentreerd wordt bij
multinationale ondernemingen en financiële groepen.
Er dient werk gemaakt van een rechtvaardige wereldhandel door bedrijven ertoe aan te zetten in hun
handelspolitiek verantwoordelijkheid op te nemen tegenover het Zuiden. Ook het beleid dient Fair
Trade te ondersteunen: handel op een respectvolle manier voor producenten en consumenten. De
landen in het Zuiden moeten hun eigen landbouwproductie kunnen beschermen en ontwikkelen. Ze
moeten de ruimte krijgen om zelf een verwerkende industrie uit de bouwen, zodat de uitvoer een
grotere meerwaarde en een steviger economische basis garandeert. Het protectionisme van de
landen in het Noorden moet gaandeweg afgebouwd worden.
Indien geen efficiënt tegengewicht wordt gevormd door sterke democratische controle- en
herverdelingsmechanismen op nationaal, Europees en internationaal niveau krijgen veel landen in het
Zuiden geen kans en stevenen wij af op rampen voor mens en milieu. Zorgen voor dit tegengewicht is
een belangrijke opdracht voor overheden en sociale bewegingen. Verder werken aan de
schuldverlichting of –kwijstschelding voor de arme landen in het Zuiden is een noodzaak. Zo komt er
(onder stricte controle) meer ruimte voor educatieve, sociale en economische vooruitgang.
De GROS-Lokeren gaat niet akkoord met het neoliberaal marktmodel dat alle sectoren van
het maatschappelijk leven commercialiseert en zich laat leiden door snelle maximale winst als
enige, dwingende norm. We willen een actief onderdeel zijn van de beweging voor een andere
globalisering, een wereldwijde coalitie tegen onrecht.
Politieke en militaire macht zijn wapens om economische belangen te verdedigen of uit te breiden. Op
wereldvlak blijft het militaire overwicht van enkele grote mogendheden gevaarlijk voor de wereldvrede.
De GROS-Lokeren verzet zich tegen een systeem waarin machtige landen hun wil straffeloos
aan anderen kunnen opdringen door middel van politieke chantage en militaire interventie.
Ook binnen de landen in het Zuiden bestaat er uitbuiting, politieke repressie en geweld. De nationale
overheid van die landen draagt daarin ook verantwoordelijkheid en de plaatselijke machthebbers
moeten rekenschap afleggen voor de ellende die ze veroorzaken. Ontwikkeling vereist opbouw van
tegenmacht tegen de heersende machtsgroepen. Tegenmacht steunt in de eerste plaats op
zelforganisatie van en solidariteit met onderdrukte bevolkingsgroepen.
De GROS-Lokeren wil solidair zijn met deze bevolkingsgroepen via de concrete acties van de
leden van de GROS.
Het afblokken van gevaarlijke trends in het internationaal en nationaal beleid is een belangrijke
opdracht . Wij willen ons hierbij niet beperken tot het voeren van antiacties. De dialoog met de
betrokken actoren vinden we even belangrijk.
Mondiale rechtvaardigheid heeft ook een ecologische dimensie. Onze manier van leven is zeer
belastend voor onze planeet en is dan ook niet zomaar veralgemeenbaar. De verspreiding van
milieuvriendelijke technologieën en een duurzame levensstijl, ook bij ons, moet meer aandacht krijgen.
De GROS-Lokeren wil met zijn bescheiden mogelijkheden meewerken aan pogingen om de
maatschappij anders te organiseren en leefbaarder te maken en zal daarvoor ook
beleidsvoorstellen op lokaal vlak formuleren. Onze acties zijn principieel geweldloos.
Zuidelijke partners mogen niet enkel aangewend worden als illustratiemateriaal of voorgesteld worden
als hulpeloze slachtoffers, het Zuiden is niet enkel “een probleem”. Met zijn veelheid van culturen,
samenlevings- en organisatievormen is het evengoed een rijke, maar onderschatte inspiratiebron.
De acties die de GROS organiseert willen een realistisch beeld van het Zuiden brengen, met
aandacht voor de positieve evoluties die er plaatsvinden.
De GROS-Lokeren steunt op de actieve inbreng en inspraak van een
belangrijke groep vrijwilligers
De vrijwilligers hebben een sleutelrol in het werk van de GROS-Lokeren. Ze bepalen mee de inhoud
van de werking, zorgen voor zichtbaarheid en steun bij de bevolking, voeren actie en zetten druk op
de lokale overheid. Hun engagement is ook bepalend voor de legitimiteit van de GROS-Lokeren en
haar leden. Het toont aan hoe sterk de aandacht voor de wereldproblemen én de vraag naar een
ander beleid leeft bij een belangrijk deel van de bevolking.
De GROS-Lokeren kan zijn doelstellingen maar realiseren als hij kan rekenen op steun bij de publieke
opinie en het stedelijk beleid. Informatie, educatie en bewustmaking zijn dan ook sleutelelementen in
de strategie. Ontwikkelingseducatie wil mensen aanzetten tot internationale solidariteit. Deze
doelstelling kunnen we vertalen in het zich bewust zijn van en het zich gedragen naar de band die er
is tussen alle mensen, alle volkeren en alle landen van de wereld. Om deze solidariteit bij de
bevolking op te roepen willen wij:
- mensen kennis bijbrengen over de leefsituatie van mensen in andere landen, over de
(onrechtvaardige) structuren in de Noord-Zuidverhoudingen
- mensen een houding bijbrengen van solidariteit, van een geëngageerd en bewust in het leven
staan, van betrokkenheid op het wereldgebeuren
- mensen een gedrag voorhouden dat rekening houdt met de relatie tussen ons leven en dat
van anderen, waarin mensen hun levensstijl aanpassen.
- ontwikkelingssamenwerking wil mensen warm maken en tot actie aanzetten voor een betere
wereld, mensen bewegen tot een vriendelijker derdewereldhouding
De doelstellingen zijn ambitieus. Om ze waar te maken bundelen we de beschikbare krachten en
werken we samen met medestanders buiten de GROS zoals vakbonden, de vredesbeweging,
mensenrechtenorganisaties, milieuorganisaties e.a.
De GROS-Lokeren neemt hiertoe eigen initiatieven en de aangesloten verenigingen steunen elkaars
acties.
De GROS geeft advies aan het stadsbestuur in verband met de jaarlijkse projecttoelage van
de stad. Voor 2008 bedraagt die toelage € 3000 . Jaarlijks gaat 50% van dit bedrag naar de
11.11.11-actie, die de Vlaamse ontwikkelingsorganisaties overkoepelt en geld inzamelt voor
hun initiatieven. De overige 50% gaat naar een gekozen project.
In overleg met het stadsbestuur werden criteria vastgelegd waaraan projecten moeten
voldoen om in aanmerking te komen voor een toelage (goedgekeurd door het
schepencollege) .
Download