FEDERAAL PROGRAMMA VOOR GEMEENTELIJKE INTERNATIONALE SAMENWERKING VOORSTELLINGSFICHE Fase 2014-2016 ALGEMENE STRATEGIE Het Programma voor Gemeentelijke Internationale Samenwerking (GIS) is een instrument van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking dat uitgedacht en uitgevoerd wordt door de Vereniging van de Steden en Gemeenten van Wallonië (UVCW) en de Vereniging van de Stad en de Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (VSGB). In dat opzicht sluit het aan bij: - de Belgische wet van 19 maart 2013 betreffende de internationale samenwerking; - de politieke en strategische richtsnoeren van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking op sectoraal, thematisch en geografisch niveau. Aangezien institutionele versterking in dit geval een van de relevante criteria voor ontwikkeling is, moet de strijd tegen armoede bekeken worden vanuit het specifieke oogpunt van de versterking van de gemeentelijke instelling in het Zuiden. Armoede is een complex gegeven en een van de kenmerken is het feit dat de bevolking onvoldoende toegang krijgt tot het burgerschap, en dus ook tot de meeste openbare diensten en goederen, vooral op lokaal niveau. Door middel van gemeentelijke samenwerkingen wil het GIS-programma dus bijdragen tot de versterking van de vaardigheden van de lokale instellingen in het Zuiden zodat zij hun ontwikkeling in eigen handen kunnen nemen. Net als in het Noorden is deze versterking van het lokale niveau gebaseerd op drie onlosmakelijk verbonden pijlers: - 1ste pijler: goed politiek bestuur, - 2e pijler: een efficiënte administratie, - 3e pijler: deelname van de burgers aan de besluitvorming. De Verenigingen willen dan ook de specifieke uitdaging aangaan van een goed lokaal bestuur in het Zuiden, een aspect dat van cruciaal belang is voor de ontwikkeling. PARTNERLANDEN EN SAMENWERKINGSSECTOREN Vanuit sectoraal oogpunt hebben de Verenigingen de strategische keuze gemaakt - en dat is onder meer ook wat het Programma dat zij uitgedacht hebben zo origineel maakt - om de partnergemeenten in België en in het Zuiden op nationaal niveau te laten focussen op één (maximum twee) specifieke gemeenschappelijke doelstellingen en dus op één of twee actiesectoren. Deze doelstellingen en resultaten die samen bereikt moeten worden, zijn vastgelegd in een logisch kader op landniveau. De conclusies van de monitorings, de externe evaluaties en de vorige assessment workshops maar ook de processen van raadpleging van de partners in het Zuiden hebben bevestigd dat er goede keuzes gemaakt werden op het gebied van partnerlanden en actiesectoren: - Burkina Faso: burgerlijke stand, - Benin: beheer van de lokale administratie (burgerlijke stand, landregister, strategieën voor lokale belastingheffing, personeelsbeheer) ter ondersteuning van het financiële beleid, - Marokko: sociale actie, - DRC: burgerlijke stand, - Senegal: lokale economische ontwikkeling. DOELGROEPEN De doelgroepen van het Programma zijn de lokale mandatarissen en ambtenaren van de gemeentediensten die bij de gekozen actiesector betrokken zijn, maar indirect ook de lokale partners van de gemeenten, namelijk: - de lokale verenigingen waarmee de gemeenten in het Zuiden samenwerken en waarop ze indien nodig kunnen rekenen bij het vervullen van hun rol als openbare dienstverlener; - de centrale of gedecentraliseerde toezichthoudende instanties, omdat zij door de verandering van de lokale administratie hun organisatie, wetgeving en praktijken moeten aanpassen (structurele impact). OPERATIONELE STRATEGIE Het onderstaande schema geeft kort de grote lijnen van de operationele strategie van het GISprogramma weer. Hierna zullen we de grondslagen van deze strategie in detail bespreken. Algemeen beschouwd, bestaat de doelstelling van het Programma uit twee aanvullende luiken: A. - de versterking van de vaardigheden van de lokale instellingen in het Zuiden (linkerdeel van het onderstaande schema); - de empowerment van deze instellingen om hun ontwikkeling in eigen handen te nemen (rechterdeel van het onderstaande schema). SECTORALE CONCENTRATIE GEOGRAFISCHE CONCENTRATIE GEMEENTELIJKE INTERNATIONALE SAMENWERKING LANDPLATFORM Versterking van de vaardigheden van de lokale instellingen in het Zuiden De verwerving van nieuwe vaardigheden door de gemeenten in het Zuiden is gebaseerd op ingewikkelde langetermijnprocessen die efficiënt aangepakt moeten worden. Om te garanderen dat deze nieuwe vaardigheden daadwerkelijk toegepast zullen worden, werd gekozen voor een allesomvattende aanpak, waarbij coherentie op elk niveau een absolute vereiste is. SECTORALE Om de vaardigheden te versterken, worden dus één of meerdere gemeenschappelijke actiesectoren gekozen voor alle partnersteden die op hetzelfde land actief zijn, met eerbied voor de strategische richtsnoeren van de nationale autoriteiten van dit land, ook al wordt er op gemeentelijk niveau gewerkt (bottom-up). Het resultaat is een uniek en specifiek logisch kader voor elk land, dat aansluit op de In die context stellen de Belgische partnergemeenten eigen specifieke vakkundigheid ter beschikking van de lokale overheden in het Zuiden,in het licht van de structurele ontwikkelingsstrategie die vastgelegd is in de Gemeentelijke Ontwikkelingsplannen (GOP). Deze Programma's ondersteunen dan ook de uitvoering van bepaalde prioriteiten in de GOP. Deze ondersteuning gebeurt peer-to-peer (politiek en administratief/technisch) in het kader van elke gemeentelijke samenwerking en bevordert het praktische leerproces. De aangebrachte wijzigingen in het beleid en in de werkwijze van het gemeentebestuur in het Zuiden worden duidelijk gemaakt aan de bevolking. Het - vaak negatieve - imago van de openbare diensten onder de burgers moet immers opgepoetst worden en het resultaat van de belastingen die ze betalen op het vlak van openbare voorzieningen en diensten moet duidelijker zijn voor hen (fiscale burgerzin). B. GEMEENTELIJKE. INTERN. SAMENWERKING In het gekozen sectorale kader bieden de Belgische gemeenten hun partner, rekening houdend met de plaatselijke omstandigheden, advies en ondersteuning bij de keuze van aangewezen operationele oplossingen zodat de partner knowhow 'op maat' kan verwerven. De Belgische gemeente biedt vooral advies en ondersteuning dankzij een actieve coördinatie binnen eigen muren. CONCENTRATIE strategische richtsnoeren van de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, die op hun beurt gebaseerd zijn op die van hun nationale partners in het Zuiden. Empowerment van de lokale instellingen in het Zuiden op het gebied van ontwikkeling Opdat de verworven vaardigheden duurzaam toegepast zouden worden, moeten de partnergemeenten autonomer worden. Het GIS-programma wil de nadruk leggen op de versterking van de vaardigheden van de instellingen in het Zuiden zodat zij zelf de verantwoordelijkheid over alle procedures kunnen nemen, gaande van de eerste diagnose tot de uitvoering van een zelfevaluatie. Deze ondersteuning aan de gemeenten in het Zuiden, die op die manier beter gecoördineerd kan worden, draagt ook bij tot hun pleidooi voor een aanpassing van de wetten en reglementen maar ook van de bestaande praktijken op (supra)gemeentelijk niveau. De kritische massa van de gemeenten die zich bij het Programma aangesloten hebben (meer dan veertig tussen 2008 en 2014), geeft die gemeenten trouwens een zekere invloed en visibiliteit op nationaal niveau, waardoor ze als stuwende kracht(bottom-up) kunnen deelnemen aan decentralisatieprocessen. LANDPLATFORM Het GIS-programma zal dus de netwerkvorming bevorderen voor een beter beheer, in een platform of in intergemeentelijke samenwerkingsverbanden, van de wederzijdse middelen van aller aard en om overal in het land proefcentra van nieuwe vaardighedente creëren. Het zal de bestaande verenigingen van steden en gemeenten in het Zuiden ook helpen om de goede praktijken op zo groot mogelijke schaal te verspreiden, op nationaal en/of subregionaal niveau. GEOGRAFISCHE CONCENTRATIE Maar ongeacht de operationele aanpassingen gebeurt deze empowerment van de gemeenten in het Zuiden met het oog op hun ontwikkeling door een gecoördineerde samenwerking op schaal van de partnerlandendie eerder al opgestart werd voor een geografische concentratie. Zo bundelen alle samenwerkingen voor een welbepaald land de krachten rond lokaal zichtbare, gemeenschappelijke resultaten in de één of meerdere gekozen specifieke actiesectoren, waarin de Belgische gemeenten, zoals we hoger al zeiden, over een bewezen expertise beschikken maar ook waarin de gemeenten in het Zuiden, in functie van hun wederzijdse "sterktes", hun eigen middelen, specifieke kennis, netwerken, enz. die nuttig zijn voor de betrokken materie kunnen delen onder elkaar. PROGRAMMA VOOR GEMEENTELIJKE INTERNATIONALE SAMENWERKING - SCHEMA VAN DE OPERATIONELE STRATEGIE Versterking van de vaardigheden van de lokale instellingen in het Zuiden... Bijdrage van het Noorden om Bijdrage van het Zuiden ... hun ontwikkeling in eigen handen te nemen Bijdrage van het Zuiden SECTORALE CONCENTRATIE Bijdrage van het Noorden GEOGRAFISCHE CONCENTRATIE Terbeschikkingstelling van relevante gedifferentieerde vaardigheden Lokale ontwikkelingsstrategieën waarin de structurele prioriteiten vastgelegd zijn (Verantwoord) pleidooi voor een duurzame en billijke gemeentelijke ontwikkeling, als drijvende kracht van de decentralisatie Gecoördineerde ondersteuning samen met alle betrokken partijen en organisaties Begeleiding in de operationele keuzes rekening houdend met de lokale omstandigheden (Zichtbare) ontwikkeling van specifieke werkwijzen voor de gemeentelijke instelling Ontwikkeling van proefcentra van gemeentelijke vaardigheden overal in het land Bevordering van de netwerkvorming voor een gestructureerd beheer van de externe (menselijke en andere) middelen GEMEENTELIJKE INTERNATIONALE SAMENWERKING LANDPLATFORM