Eindrapport van Werkgroep 8 - Supplementatie Identificatie en situering van de problematiek: De verschillende problematieken zijn goed uitgewerkt in het basisdocument : - Tekort aan inname van jodium via de voeding bij de algemene bevolking. - Tekort aan ijzer en foliumzuur bij zwangere vrouwen. - Tekort aan ijzer, calcium en vitamine D bij zuigelingen, jonge kinderen en adolescenten. - Tekort aan calcium en vitamine D bij ouderlingen. - Tekort aan vitamines, mineralen en andere stoffen bij de algemene bevolking en bij bepaalde specifieke groepen van de bevolking. Identificatie van de belangrijkste oorzakelijke factoren : Tekort aan jodium : Onvoldoende inname van jodium via de voeding. Tekort aan ijzer en foliumzuur bij de zwangere vrouw : -> Verhoogde fysiologische behoefte en onvoldoende inname via de voeding. -> Onvoldoende sensibiliseren van de vrouw op vruchtbare leeftijd. -> Onvoldoende kennis over voeding en meer bepaald over de bronnen van deze voedingsstoffen in de voeding. Tekort aan ijzer, calcium en vitamine D bij zuigelingen, jonge kinderen en adolescenten: -> Specifiek verhoogde fysiologische behoefte vanaf zeer jonge leeftijd tot bij adolescenten en onvoldoende inname via de voeding. -> Onvoldoende opleiding, sensibilisatie en kennis over de voeding en meer bepaald over de bronnen van deze nutriënten in de voeding. -> Ontijdige introductie van bijvoeding of slecht aangepast aan de behoeften (cfr. wettelijke criteria betreffende de samenstelling van babyvoeding). -> Onaangepaste en/of ongevarieerde voeding bij de adolescent. Tekort aan calcium en vitamine D bij ouderlingen: -> Minder actieve levensstijl, rusthuisverblijf, afhankelijkheid van voeding aangeboden door de instelling, beperkte mogelijkheden om boodschappen te doen, gelatenheid, kwetsbaarheid, … -> Vermindering van de voedingsinname (in termen van energie en nutriënten). Suboptimale inname van vitamines, mineralen en andere stoffen. -> Een aangepaste en gevarieerde voeding voorziet in normale omstandigheden in een voldoende aanbreng van alle noodzakelijke nutriënten voor een goede ontwikkeling van het menselijk organisme en het behoud van een goede gezondheidstoestand en dit in hoeveelheden die overeenkomen met deze die zijn bepaald en worden aanbevolen op basis van algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens. Studies tonen echter aan dat een dergelijke ideale situatie niet voor alle nutriënten een realiteit is, noch voor alle Belangrijk: De in deze fiches opgenomen conclusies en aanbevelingen zijn het resultaat van de discussies die gehouden zijn in het kader van de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen. Ze geven de consensus weer die werd bereikt binnen de werkgroepen door experten afgevaardigd door de verschillende maatschappelijke actoren. Met deze conclusies en aanbevelingen zal worden rekening gehouden bij het opstellen van de tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma om te komen tot een coherent beleid. Ze bepalen het draagvlak dat gesteund is op het engagement van de verschillende maatschappelijke actoren. Deze conclusies en aanbevelingen mogen dus niet gezien worden als concrete aanbevelingen voor het nutritioneel beleid van de Belgische Overheid. De tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma zal in Oktober worden voorgelegd aan de maatschappelijke actoren voor een brede consultatie. bevolkingsgroepen. Omwille van een specifieke levensstijl of andere motieven, kan het wenselijk zijn de inname van bepaalde voedingsstoffen of van andere stoffen met een nutritioneel of fysiologisch effect te verhogen door middel van voedingssupplementen. Objectieven in het kader van het voedingsplan: 1. Het identificeren van de nodige maatregelen om het optreden van bepaalde (in het basisdocument opgenomen) tekorten bij bepaalde bevolkingsgroepen te verminderen. 2. Het nader bepalen van de rol die supplementatie kan spelen op gebied van de volksgezondheid in het algemeen en bij bepaalde doelgroepen in het bijzonder nader te bepalen, alsook het identificeren van specifieke wetenschappelijke informatie en/of researchbehoeften op dit domein. Aanbevelingen om deze doelstellingen te bereiken: Jodium : -> Zich baseren op de aanbevelingen, die reeds werden vastgelegd door de Nationale Raad van de Voeding, de Hoge Gezondheidsraad en de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België: -> Opleiding van de bevolking: promotie van de inname van zeeproducten en andere voedingsmiddelen rijk aan jodium. -> Het ter beschikking stellen aan de bevolking van voldoende met jodium (10-15 ppm) verrijkt tafelzout tegen een competitieve prijs en het bevorderen van het gebruik ervan. -> Aanmoedigen van het gebruik van gejodeerd zout (10-15 ppm) in de bakkerij en de voedingsindustrie. -> Het ter beschikking stellen van voedingssupplementen (vitamines en mineralen) aangepast aan zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven. -> Het ter beschikking stellen aan de bevolking van aangepaste voedingssupplementen. -> Het toevoegen van jodium aan commerciële producten bestemd voor zuigelingen en jonge kinderen (via het wettelijk kader). Ijzer – Foliumzuur – Zwangere vrouw: -> Het verzamelen van de bestaande wetenschappelijke literatuur in België en daarbuiten betreffende dit onderwerp; het zoeken naar een consensus betreffende de noodzaak om een doeltreffende preventie te verzekeren en de middelen om deze te realiseren. -> Het opstellen van een bijkomende stand van zaken betreffende andere kritieke voedingsstoffen voor de zwangere vrouw, zoals vitamine D en zink. -> Sensibilisatie van artsen, inclusief gynaecologen. -> Opleiding en sensibilisatie van het doelpubliek (jonge volwassenen), meer bepaald via hogescholen en universiteiten. -> Het aanmoedigen van het gebruik van voedingsmiddelen, rijk aan deze nutriënten. Ijzer, calcium, vitamine D – zuigelingen, jonge kinderen en adolescenten: Belangrijk: De in deze fiches opgenomen conclusies en aanbevelingen zijn het resultaat van de discussies die gehouden zijn in het kader van de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen. Ze geven de consensus weer die werd bereikt binnen de werkgroepen door experten afgevaardigd door de verschillende maatschappelijke actoren. Met deze conclusies en aanbevelingen zal worden rekening gehouden bij het opstellen van de tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma om te komen tot een coherent beleid. Ze bepalen het draagvlak dat gesteund is op het engagement van de verschillende maatschappelijke actoren. Deze conclusies en aanbevelingen mogen dus niet gezien worden als concrete aanbevelingen voor het nutritioneel beleid van de Belgische Overheid. De tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma zal in Oktober worden voorgelegd aan de maatschappelijke actoren voor een brede consultatie. -> Het verzamelen van de bestaande wetenschappelijke literatuur in België en daarbuiten betreffende dit onderwerp; het zoeken naar een consensus betreffende de noodzaak om een doeltreffende preventie te verzekeren en de middelen om deze te realiseren. -> Opleiding en sensibilisatie van kinderen, ouders en medisch corps voor een vroegtijdige diversificatie (in functie van aanbevelingen) van de voeding van kinderen en adolescenten, meer bepaald via het onderwijs en organisaties (Kind & Gezin, ONE). -> Het toepassen en vastleggen (indien nodig) van wettelijke criteria betreffende de samenstelling en gebruik van kindervoeding. -> Het aanmoedigen van het gebruik van voedingsmiddelen, rijk aan deze voedingsstoffen, rekening houdend met de betreffende leeftijdsgroepen. Calcium, vitamine D – ouderlingen: -> Het verzamelen van de bestaande wetenschappelijke literatuur in België en daarbuiten betreffende dit onderwerp; Het zoeken naar een consensus betreffende de noodzaak om een doeltreffende preventie te verzekeren en de middelen om deze te realiseren. -> Sensibilisatie van ouderlingen en medisch corps over het hoge gemeenschappelijke voorkomen van deze twee tekorten bij ouderlingen, zowel in instellingen als daarbuiten. -> Sensibilisatie van het medisch corps over de aangetoonde antibreuk effecten van calcium vitamine D supplementen. -> Het opstellen van een bijkomende stand van zaken betreffende andere kritieke voedingsstoffen bij ouderlingen, waaronder vitamine C, foliumzuur en zink (niet limitatieve opsomming). -> Het ter beschikking stellen van aangepaste voedingssupplementen. -> Het aanmoedigen van het gebruik van voedingsmiddelen rijk aan deze nutriënten, rekening houdend met de betreffende leeftijdsgroep. Optimale voeding: -> Het verder blijven garanderen van de beschikbaarheid voor de bevolking van een zo ruim mogelijk aanbod van voedingssupplementen bestaande uit voedingsstoffen en andere stoffen met een nutritioneel of fysiologisch effect. In dit opzicht moet het op punt stellen van een Europees wettelijk kader, geïnspireerd op de huidige in België van toepassing zijnde wetgeving toelaten om aan de consument een ruime keuze aan veilige en correct geëtiketteerde producten ter beschikking te stellen. Rekening houden met de aanbevelingen van de Raad Van Europa lijkt hierbij eveneens essentieel. -> Het verzamelen van de bestaande internationale wetenschappelijke literatuur en het zoeken naar een consensus betreffende de meest aangepaste manier voor efficiënte supplementatie zonder risico voor de gezondheid. -> Het aanpassen van de méthodologie van de Belgische voedselconsumptiepeiling teneinde eveneens de inname van nutriënten en andere stoffen met een nutritioneel of fysiologisch effect in rekening te brengen. Parties prenantes : Belangrijk: De in deze fiches opgenomen conclusies en aanbevelingen zijn het resultaat van de discussies die gehouden zijn in het kader van de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen. Ze geven de consensus weer die werd bereikt binnen de werkgroepen door experten afgevaardigd door de verschillende maatschappelijke actoren. Met deze conclusies en aanbevelingen zal worden rekening gehouden bij het opstellen van de tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma om te komen tot een coherent beleid. Ze bepalen het draagvlak dat gesteund is op het engagement van de verschillende maatschappelijke actoren. Deze conclusies en aanbevelingen mogen dus niet gezien worden als concrete aanbevelingen voor het nutritioneel beleid van de Belgische Overheid. De tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma zal in Oktober worden voorgelegd aan de maatschappelijke actoren voor een brede consultatie. BOIC, FEDIS, FEVIA, GDF, NAREDI, OIVO, VVD Referenties : Richtlijn 2002/46/CE betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving van de Lidstaten inzake voedingssupplementen. Richtlijn 91/321/CEE betreffende zuigelingenvoeding en opvolgvoeding Council of Europe Guidelines on the safety of plant-based food supplements and consumer interest in those supplements Belangrijk: De in deze fiches opgenomen conclusies en aanbevelingen zijn het resultaat van de discussies die gehouden zijn in het kader van de werkzaamheden van de verschillende werkgroepen. Ze geven de consensus weer die werd bereikt binnen de werkgroepen door experten afgevaardigd door de verschillende maatschappelijke actoren. Met deze conclusies en aanbevelingen zal worden rekening gehouden bij het opstellen van de tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma om te komen tot een coherent beleid. Ze bepalen het draagvlak dat gesteund is op het engagement van de verschillende maatschappelijke actoren. Deze conclusies en aanbevelingen mogen dus niet gezien worden als concrete aanbevelingen voor het nutritioneel beleid van de Belgische Overheid. De tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma zal in Oktober worden voorgelegd aan de maatschappelijke actoren voor een brede consultatie.