Etikettering - Gezondheidsbeweringen

advertisement
Werkgroep 5 : Etikettering - Gezondheidsbeweringen - Reclame
Identificatie en situering van de problematiek:
-> Etikettering:
- De voedingswarenetikettering wordt onvoldoende begrepen door de consument.
- De voedingswarenetikettering is overladen, waardoor de belangrijke informatie verdrinkt
tussen onbelangrijke en marketing gerichte informatie.
- OIVO-CRIOC onderzoek toont aan dat slechts 2/3 consumenten het etiket lezen en slechts
1/3 beweert voldoende kennis te bezitten om het te begrijpen.
-> Nutritionele etikettering:
- De nutritionele etikettering is een belangrijk element bij de keuze van een evenwichtige
voeding. Hoewel 70% van de producten voorzien zijn van een nutritioneel etiket, is deze
echter niet verplicht, tenzij een nutritionele claim wordt gemaakt.
Uit consumentenonderzoek blijkt dat de nutritionele etikettering slecht begrepen wordt door
de consument: 90% van de ondervraagde beweert over onvoldoende kennis te beschikken om
de nutritionele etikettering te begrijpen.
-> Gezondheidsbeweringen:
- Gezondheidsbeweringen kunnen een belangrijke bijdrage leveren voor de consument in de
keuze van een gezonde voeding als de wetenschappelijke onderbouwing ervan duidelijk
vaststaat en gecontroleerd is, de formulering ervan niet misleidend is en de claim geldig is
voor het voedingsmiddel met inachtname van de samenstelling en het gebruik ervan. Terwijl
de meeste beweringen een wetenschappelijke basis hebben, zijn bepaalde beweringen echter
wetenschappelijk twijfelachtig. Bovendien zijn beweringen soms misleidend voor de
consument met betrekking tot het te verwachten effect en de voedingskundige waarde van
het voedingsmiddel.
-> Reclame:
- Reclame voor voedingsmiddelen heeft een impact zowel op het idee dat consumenten
hebben van bepaalde voedingsmiddelen als op hun keuze. In het bijzonder met betrekking tot
kinderen en jongeren is reclame voor bepaalde voedingsmiddelen vandaag soms overdadig en
kan aanzetten tot ongezonde voedingsgewoonten.
Identificatie van de belangrijkste oorzakelijke factoren:
-> Etikettering:
Het kader is en blijft de Europese wetgeving: RL 2000/13 en RL 1990/496 en hun
respectievelijke amendementen.
- Volgende elementen maken dat het etiket moeilijk leesbaar en begrijpbaar is:
* Gebrek aan essentiële kennis over voeding bij de consument (terminologie inbegrepen).
* Geen onderscheid tussen essentiële en bijkomende informatie (need vs nice to know).
* Veeltalige verpakkingen en te klein lettertype en niet gestandaardiseerde vormgeving.
* Het aandeel van reclameboodschappen en niet essentiële info op de etikettering.
* Het groot aantal verplichte vermeldingen met inbegrip van soms heel lange
ingrediëntenlijsten.
* Dubbele etiketteringvereisten, verplichte terminologie, verplichte herhalingen.
* Gebrek aan etikettering op niet voorverpakte voedingswaren.
* Nutritionele etikettering uitgedrukt per 100 g en niet per portie.
-> Gezondheidsbeweringen:
- Onvoldoende controle op de wetenschappelijke onderbouwing van beweringen.
- Het soms misleidend voorstellen of verkeerd interpreteren van de voedingswaarde.
-> Reclame:
- Onvoldoende kennis van de consument om reclameboodschappen in context te zien.
Belangrijk:
De in deze fiches opgenomen conclusies en aanbevelingen zijn het resultaat van de discussies die gehouden zijn in het kader van de
werkzaamheden van de verschillende werkgroepen. Ze geven de consensus weer die werd bereikt binnen de werkgroepen door
experten afgevaardigd door de verschillende maatschappelijke actoren.
Met deze conclusies en aanbevelingen zal worden rekening gehouden bij het opstellen van de tekst van het Belgisch Nationaal
Voedings- en Gezondheidsprogramma om te komen tot een coherent beleid. Ze bepalen het draagvlak dat gesteund is op het
engagement van de verschillende maatschappelijke actoren.
Deze conclusies en aanbevelingen mogen dus niet gezien worden als concrete aanbevelingen voor het nutritioneel beleid van de
Belgische Overheid. De tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma zal in Oktober worden voorgelegd
aan de maatschappelijke actoren voor een brede consultatie.
- Reclame zet aan tot meer aankoop.
- Reclame die gericht is op kinderen en jongeren beïnvloedt het maken van een bepaalde
keuze, soms via technieken die niets met het voedingsmiddel te maken hebben.
Objectieven in het kader van het voedingsplan:
- > Het vastleggen van nuttige en essentiële informatiegegevens die op voedseletiketten
dienen voor te komen, met als doel deze informatie begrijpelijker te maken voor de
consument; i.e. een beter begrip te ontwikkelen van de bevolking voor de gezondheidsregels
in voeding, alsook van de verschillende gebruikte informatiemiddelen daarvoor (etikettering,
telefoonlijn, NUBEL-tabel, web-sites, …).
-> Het ontwikkelen van nieuwe instrumenten die de etikettering van voedingswaren,
begrijpelijker moet maken voor de bevolking; i.e. hulpmiddelen om de bevolking te
sensibiliseren om een gezond gedrag en houding aan te nemen ten aanzien van voeding via
communicatie op en over voedingsmiddelen.
-> Het treffen van educatieve maatregelen die de bevolking moeten toelaten beter de
berichtgeving i.v.m. voeding en gezondheid te begrijpen (bvb. gezondheidsclaims, publiciteit,
(pseudo-)wetenschappelijke literatuur, …); i.e. de bevolking ertoe aan te zetten een kritische
houding aan te nemen ten aanzien van reclame- en promotieboodschappen.
Aanbevelingen om deze objectieven te bereiken: De werkgroep pleit voor:
-> Etikettering en nutritionele etikettering:
- Geformuleerde voorstellen met betrekking tot etikettering, en nutritionele etikettering in het
bijzonder moeten kaderen in de bredere Europese context.
- Inspanningen tot opleiding en vorming van de consument als absolute prioriteit. Dit is een
zaak van iedereen (overheid, media, bedrijven, consumenten- en andere organisaties,
publiciteitsector, enz.). Het etiket zelf is een bron van informatie, maar niet direct bedoeld om
aan educatie te doen.
- Werken aan vereenvoudiging en beter begrijpbaar maken van etikettering in consultatie met
de stakeholders, met inachtname van:
* Het onderscheid tussen essentiële informatie (need to know: ingrediënten, inclusief
allergenen (Allergenen best gegroepeerd en afgescheiden) en QUID; verkoopsbenaming;
houdbaarheidsdatum; lotcode; inhoud, bewaarinstructies, naam van fabrikant, verpakker of
verkoper; nutritionele informatie) en additionele informatie (nice to know), die kan worden
gevonden via andere middelen (bvb. binnenin de verpakking, web-sites, telefoonlijn,
brochures, ...).
* Harmonisering van terminologie, inclusief het gebruik van afkortingen en symbolen, op
Europees vlak uit te werken en te evalueren via consumentenonderzoek.
* Vermijden dat bepaalde informatie dubbel in de etikettering moet worden vermeld.
* Het uitwerken van nutritionele informatie aan de hand van het ‘reference intake value (RIV)’
concept, i.e. identificatie van de aan te geven nutriënten en RIV’s door EFSA, aangeven van de
nutritionele waarde per portie en testen via gevalideerd consumentenonderzoek. Het bepalen
van begeleidende educatiemaatregelen.
-> Gezondheidsbeweringen:
- Opstarten van activiteiten binnen de bevoegde overheid om samen met de stakeholders te
werken aan een lijst met beweringen gebaseerd op algemeen aanvaarde wetenschappelijke
kennis, zoals de EU wetgeving voorschrijft.
- Het mogelijk maken van claims met betrekking tot vermagering mits gebaseerd op
wetenschappelijk onderzoek als hulpmiddel bij de aanpak van obesitas.
- Minimum aan flexibiliteit voorzien voor het formuleren van de beweringen (essentiële
elementen van de beweringen in plaats van een bepaalde terminologie).
Belangrijk:
De in deze fiches opgenomen conclusies en aanbevelingen zijn het resultaat van de discussies die gehouden zijn in het kader van de
werkzaamheden van de verschillende werkgroepen. Ze geven de consensus weer die werd bereikt binnen de werkgroepen door
experten afgevaardigd door de verschillende maatschappelijke actoren.
Met deze conclusies en aanbevelingen zal worden rekening gehouden bij het opstellen van de tekst van het Belgisch Nationaal
Voedings- en Gezondheidsprogramma om te komen tot een coherent beleid. Ze bepalen het draagvlak dat gesteund is op het
engagement van de verschillende maatschappelijke actoren.
Deze conclusies en aanbevelingen mogen dus niet gezien worden als concrete aanbevelingen voor het nutritioneel beleid van de
Belgische Overheid. De tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma zal in Oktober worden voorgelegd
aan de maatschappelijke actoren voor een brede consultatie.
-> Reclame
- Onderschrijven van de autoregulerende code van FEVIA en UBA betreffende
voedingsmiddelenreclame als goede en nuttige stap om de problematiek met betrekking tot
publicitaire boodschappen aan te pakken (Reclame gericht naar kinderen en jongeren
inbegrepen). Deze aanpak kan door het nationaal voedingsplan worden ondersteund, onder
voorbehoud van een grondige en objectieve evaluatie van de toepassing van de code binnen
enkele maanden.
- Het aangaan van de dialoog met de media om te kijken hoe gezond gedrag en
gezondheidsboodschappen kunnen worden opgenomen in het aanbod van de zenders, inclusief
via boodschappen van openbaar nut.
- Het ontwikkelen van educatieve maatregelen die de bevolking ertoe dienen aan te zetten een
kritische houding aan te nemen ten aanzien van reclame en promotieboodschappen.
Stakeholders: VIG, CIRIHA, VBBB, Observatoire de Santé du Hainaut, VVVD, UPDLF, VLAM,
OIVO, Test- Aankoop, ULG, Société belge de Coeliakie, FWA, Boerenbond, UBA, ABSAED, EAS,
APIM, BCZ, Choprabisco, Naredi, FIEB, Fedis, Fevia.
Referenties : Reference Intake value concept (Prof. Huyghebaert et al)
Autoregulerende code FEVIA – UBA
OIVO-CRIOC studie
Belangrijk:
De in deze fiches opgenomen conclusies en aanbevelingen zijn het resultaat van de discussies die gehouden zijn in het kader van de
werkzaamheden van de verschillende werkgroepen. Ze geven de consensus weer die werd bereikt binnen de werkgroepen door
experten afgevaardigd door de verschillende maatschappelijke actoren.
Met deze conclusies en aanbevelingen zal worden rekening gehouden bij het opstellen van de tekst van het Belgisch Nationaal
Voedings- en Gezondheidsprogramma om te komen tot een coherent beleid. Ze bepalen het draagvlak dat gesteund is op het
engagement van de verschillende maatschappelijke actoren.
Deze conclusies en aanbevelingen mogen dus niet gezien worden als concrete aanbevelingen voor het nutritioneel beleid van de
Belgische Overheid. De tekst van het Belgisch Nationaal Voedings- en Gezondheidsprogramma zal in Oktober worden voorgelegd
aan de maatschappelijke actoren voor een brede consultatie.
Download