Checklist - Onderwijsdag | Avans Hogeschool

advertisement
CHECKLIST Toekomstbestendig onderwijs
Onderwijs 1.0, 2.0 of 3.0?
Welke rol hebben onze studenten?
A. Ontvanger
B. Klant
C. Mede ontwikkelaar
Waar is het leren op gericht?
A. Ontvangen van kennis
B. Formeel en informeel leren
C. Leven lang leren
Hoe verwerven studenten kennis?
A. Reproductie van kennis
B. Actief
C. Co-creatie
Wat is de rol van de docent?
A. Autoriteit en expert
B. Facilitator van het leerproces
C. Onderwijsontwerper
Waar is het onderwijsleerproces op gericht?
A. Van docent naar student
B. Peer-to-peer
C. Co-constructie?
Waar is de diplomering op gericht?
A. Kwalificatie
B. Startlicentie
C. Voorbereiding op een onzekere toekomst
Wat is de aard van de technologie?
A. Vaststaand
B. Weloverwogen toegepast
C. Mobiel
Op welke locatie vindt onderwijs plaats?
A. Op een vaste plek
B. Flexibel
C. Ter plekke gekozen.
Organisatie 2D of 3D
Bekijk eerst de video van Jef Staes
Waar zit onze organisatie?
A. 2D
B. 3D
Onze studenten voelen zich bij het uitvoeren
van hun taken:
A. Competent
B. Incompetent
Waar is het onderwijs op gericht?
A. Discipline en cognitie
B. Passie en talentontwikkeling
Onze studenten hebben het gevoel dat de
taken:
A. Een bijdrage leveren
B. Geen bijdrage leveren
Waar is onze organisatie op gericht?
A. Informatie
B. Innovatie
C. Informatie en Innovatie
Onze studenten ervaren het onderwijs:
A. Eerder als een push dan een pull
B. Eerder als een pull dan een push
De netwerkdocent
Een goed ontwerp
A. De docent filtert kennis uit zijn netwerk
Ieder leerontwerp uit het curriculum bevat:
A. Een uitgebalanceerd ontwerp van 6
leeractiviteiten
B. Een toevallige combinatie van willekeurige
leeractiviteiten
B. De docent ontvangt en deelt kennis in zijn
netwerk
Wat is het meest van toepassing voor het
curriculum?
A. Kennis gaat voor ervaring
B. Ervaring gaat voor kennis
Ieder afzonderlijk leerontwerp uit het
curriculum bevat:
A. Vooral hogere orde leeractiviteiten
(discussiëren, samenwerken en produceren)
B. Vooral lagere orde leeractiviteiten (kennis
verwerven, onderzoeken en oefenen)
Uitdagend en motiverend
Vaardigheden en karaktereigenschappen
Kennis of ervaring
Onze studenten hebben:
A. Veel keuzevrijheid
B. Weinig keuzevrijheid
Onze studenten ervaren de opdrachten als:
A. Betekenisvol
B. Nauwelijks betekenisvol
Waarvoor leiden we op?
A. Voor beroepen uit de industriële revolutie
B. Voor beroepen die nog niet bestaan
Ons onderwijs biedt vooral ruimte voor de
ontwikkeling van…
A. Kennis
B. Vaardigheden en karaktereigenschappen
Download