Thema: beroepen Aan het eind van dit thema moeten de kinderen antwoord kunnen geven op de volgende vragen: 1. Wat is een beroep? 2. Welke 15 verschillende beroepen ken je? 3. Kies 5 beroepen uit en vertel wat je daarbij moet kunnen. 4. Voor welke 10 beroepen draag je een uniform? We hebben met elkaar een themamuur gemaakt. De kinderen hebben goed meegeholpen door thuis ook op zoek te gaan naar plaatjes/kaarten van beroepen. Door dit te bespreken en te clusteren hebben we veel gepraat over de verschillende beroepen. Daarnaast hebben we gastsprekers in de klas gehad. Ouders die iets over hun beroep wilde vertellen. We zijn ook naar het consultatiebureau geweest. Heel interessant en leuk. Tijdens de kaartlessen zijn de kinderen aan de slag gegaan met de verschillende kaarten. Ook op deze manier zijn de kinderen bezig om antwoorden te vinden op de leerlingvragen. Enkele voorbeelden van wat de kinderen gedaan hebben: Beroepen uitgebeeld. ( Samen) Een boekje gelezen over een beroep en daar een woordweb van gemaakt. ( Ik ) Een nieuw uniform ontworpen voor een beroep. ( Kijk ) Van de lego hebben de kinderen een trauma helikopter, ambulance en brandweerwagen gebouwd. Het speelgoed hadden ze zelf meegebracht, er expositie kaartjes bijgemaakt en op de thematafel tentoongesteld. ( Doe ) 10 beroepen gekozen die ze heel leuk vinden en 5 beroepen die ze echt niet leuk vinden. ( Getal ) Rijmzinnen maken over een beroep. Voorbeelden van de kinderen: “ De kapper wordt steeds knapper” “ Oh, metselaar de muur is klaar”. ( Muziek ) Aan het einde hebben de kinderen de kaarten aan elkaar gepresenteerd. De kinderen hebben laten zien wat ze er van geleerd hebben en dat ze de leerlingvragen konden beantwoorden.