Het gebruik van het CHC-intelligentiemodel -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------CHC als kader - In vergelijking met andere intelligentiemodellen (Thurstone, Vernon, Guilford, …) is het CHC-intelligentiemodel het meest empirisch onderbouwde intelligentiemodel dat er op dit moment bestaat. Het is gebaseerd op internationaal vergelijkend psychometrisch onderzoek van zeer grote aantallen verschillende intelligentietests (over decennia heen). Dit onderzoek wordt steeds verder aangevuld met onderzoeksgegevens over externe validiteit. Wereldwijd wetenschappelijk onderzoek toont aan dat de structuur van de intelligentie meerledig is en hiërarchisch van opbouw. - CHC is een referentiekader bij faire diagnostiek. Het benadrukt het belang van de aanwezigheid van de vloeiende intelligentie (Gf) (weinig cultuur- en taalgebonden) in het intelligentieonderzoek bij kansarmen en allochtone leerlingen. - CHC is een theoretisch kader met een groot praktisch nut. Het geeft je een taxonomie, een woordenschat om de onderdelen van de intelligentie te benoemen. Het doet je nadenken over de vraag “wat meet ik met deze intelligentietest?” Deze taxonomie vormt de basis voor wetenschappelijk onderzoek én diagnostiek. - CHC levert een profiel van iemands sterktes en zwaktes, gebaseerd op deze taxonimie. De verschillende brede en nauwe cognitieve vaardigheden kunnen elk slechts bepaald worden op basis van meerdere subtests. Het VIQ en PIQ van de Wechslerschalen verwezen naar de uitingsvormen (kanalen) waarlangs intelligentie zich manifesteert, maar waren nooit bedoeld om cognitieve vaardigheden te benoemen. De analyse van een eventuele discrepantie is bovendien een testgebonden uitspraak. De verbaal Begrip Index (Gc), de Index Perceptuele Organisatie (Gv) en de Verwerkingssnelheid (Gs) zijn begrippen die reeds ontleend zijn aan het CHC-model. De analyses op basis van subtests en hun combinaties (Kaufmann, Bannatyne) bleken niet voldoende empirisch onderbouwd. - Wanneer een intelligentietest wordt gebruikt, is het goed te beseffen wat dit instrument precies meet. De meeste intelligentietests vertonen leemtes en overaccentueringen: brede cognitieve vaardigheden kunnen ontbreken of oververtegenwoordigd zijn. CHC is een meta-model en laat toe om de instrumenten te boordelen op hun inhoud. - Hoewel de constructie van nieuwe intelligentietests evolueert in de richting van CHC (bv. WAIS-IV), zijn onze gangbare IQ-tests nog niet opgebouwd volgens CHC. Aanvullend onderzoek, bijvoorbeeld met enkele subtests uit een ander instrument, kan nodig zijn. Je neemt dan bijkomende testonderdelen uit andere intelligentie- of prestatietests af en verwerkt ze volgens bepaalde instructies, de zgn. cross-battery-benadering. Principes bij de cross-batterij-benadering 1. Bij de cross batterij-benadering kies je voor aanvulling uit kwaliteitsvolle tests. De normering moet voldoende recent zijn. Zo zijn de Vlaamse normen van de WPPSI-R nog volledig oké. Ook gebruik je bij voorkeur instrumenten met Vlaamse normen, bijv. de WNV. Slechts in uitzonderlijke gevallen en indien niets beters beschikbaar is, komt een test met Nederlandse normen in het vizier. 2. Wanneer je een uitspraak wil doen over iemands algemene intelligentie, doe dan recht aan de meerledigheid van diens intelligentie. Je meet dan best 4 brede VCLB-koepel Het gebruik van CHC 07/06/’12 cognitieve vaardigheden (waaronder Gf en Gc), telkens via minimaal twee subtests. Deze werkwijze is aangewezen bij de vraag naar verstandelijke beperking. Moet ik steeds alle brede cognitieve vaardigheden peilen? Werken met CHC betekent niet dat je steeds alle leemtes van de gehanteerde test moet opvullen. Een totaal CHC-beeld van een leerling of een ‘zo breed mogelijk’ beeld, heb je niet altijd nodig. Hanteer gradaties in het gebruik van CHC, van minimaal naar optimaal. Welke cognitieve vaardigheden je onderzoekt, hangt af van de vraagstelling. Soms is het nodig dat je breed kijkt, maar soms ook niet. Soms zoom je in op het geheugen of op de auditieve informatieverwerking en niet op de andere brede cognitieve vaardigheden. Afhankelijk van de vraagstelling bekijk je in de strategiefase of je bijkomende brede of nauwe cognitieve vaardigheden moet onderzoeken en zo ja welke. Gebruik daarbij het ‘als… dan… -principe’. Wordt CHC gedragen door alle academici? Het CHC-model wordt gedragen door academici die bezig zijn met intelligentie en met intelligentiemeting. Niet alle Vlaamse faculteiten en vakgroepen zijn echter bezig met intelligentie en nog minder met de meting ervan, het psychometrische aspect. Vakgroepen en afdelingen waar intelligentiemeting aan bod komt, hanteren het CHC-model als referentiekader, bijv. KULeuven, centrum voor orthopedagogiek (Prof. Maes raadt het aan) en centrum voor schoolpsychologie (Prof. Verschueren pleit ervoor in haar reactie op het prodia protocol hoogbegaafdheid), UGent (Dr. Schittekatte hanteert het). Verder wordt het gedoceerd in bacheloropleidingen (Lessius) en Banaba’s diagnostiek in Gent (UGent), in Brussel (VUB), in Antwerpen (Lessius)... Kan ik prognoses maken naar toekomstige prestaties uitsluitend op basis van CHC? Maak nooit prognoses naar toekomstige leerprestaties uitsluitend op basis van intelligentie of een gemeten brede cognitieve vaardigheid. Intelligentieonderzoek kadert altijd in een breder diagnostisch proces. Als je taakspecifieke adviezen (voor lezen, spelling en rekenen) nodig hebt, doe dan ook taakspecifiek onderzoek en neem de resultaten daarvan mee in je adviezen. Wordt CHC aanvaard door externen? Wanneer je een IQ voor externen nodig hebt, hanteer dan de Wechsler-kernbatterij als basis, dan heb je een klassiek IQ. De meest relevante leemte (bv. het ontbreken van Gf in WISC-III) vul je aan vanuit een ander instrument, bij voorkeur uit dezelfde familie en met Vlaamse normen (bv. Wechsler Non-Verbal). Die aanvulling is van belang voor je interpretatie en je klinisch oordeel en neem je samen met alle andere relevante factoren mee in het besluitvormingsproces, dat je toelicht naast het klassieke IQ. CHC en de cross-battery-benadering zijn nog niet overal even goed bekend bij externe CLBnetwerkpartners. Het VAPH vraagt nog een totaal-IQ van een bepaalde test om recht te hebben op bepaalde hulp. Hanteer hier de kernbatterij zoals geschetst. Andere externen zijn zich wel aan het informeren en volgen aan een trager tempo. Voor heel wat externe hulpverleners vormt een CHC-profiel geen enkel probleem, mits voldoende toelichting. Heb je hierover nog vragen? Mail naar: [email protected] Diagnostiekverantwoordelijke VCLB-koepel Het gebruik van CHC 07/06/’12