Jezus: met stip op nummer één preek over Openbaring 3,14-22 Bedum en Appingedam, 17 juli 2016 Ds. Marten de Vries Gemeente van Jezus Christus onze Heer, mijn zuster, mijn broeder in Hem, Elke zondag hetzelfde liedje Heb je gehoord wat ik zei? Waarschijnlijk niet of nauwelijks. Want het is elke zondag hetzelfde liedje. Maar zo moet het wel. Op zo’n soort manier beginnen. De kerk is van God. De gemeente is ‘het lichaam van Christus’.1 Zonder Hem als stralend middelpunt zitten we hier niks te doen. Jezus brengt ons hier samen. Hij verbindt ons onderling. Tegenover Laodicea was er reden om dit te beklemtonen. Vandaar de manier waarop Jezus zichzelf als afzender in deze laatste van de zeven brieven aan Oud-Turkse kerken voorstelt. ‘De Amen’. ‘De trouwe en betrouwbare getuige’. En: ‘het begin van Gods schepping’. Goed met zichzelf getroffen… “Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde,” schreef Paulus aan de Korintiërs.2 De Laodicenzen leken Jezus niet echt nodig hadden. “Jullie zeggen dat jullie alles hebben wat jullie willen, en niets meer nodig hebben,” verwijt Jezus hen.3 In de kerk van Laodicea – evenals die van Kolosse en Hiërapolis waarschijnlijk gesticht door Paulus’ helper Epafras4 (misschien dezelfde als Epafroditus uit de brief aan Filippi)5 toen de apostel in Efeze werkte –6 hadden de mensen het kennelijk zo goed met zichzelf getroffen dat ze meenden dat ze zichzelf ook wel zonder Jezus konden redden. 1 I Korintiërs 1,27. I Korintiërs 2,2. Bijbel in Gewone Taal. 4 Kolossenzen 2,1.6.7; 4,13-16; zie ook Filemon 1,23. 5 Filippenzen 2,25; 4,18. 6 Handelingen 19,9.10. 7 Kolossenzen 4,16. 8 Openbaring 1,9. 9 Openbaring 2,7.11.17.29; 3,6.13.22. 10 Matteüs 13,13. 2 3 Pagina Jezus je dagelijkse smaakmaker? Jezus wil ook onze oren uitspuiten. Ons de ogen openen. Voor Hemzelf. Natuurlijk, wij kennen Jezus allemaal. We horen de Bijbel en de preek. In doop en avondmaal wordt ons de inhoud ook nog eens voor ogen geschilderd. Maar mogelijk ben je langzamerhand ‘ziende blind en horende doof’ geworden.10 Jezus wil een superstipnotering. Daar heeft Hij recht op. 1 Jezus buiten de deur In de brief aan Kolosse staat dat Paulus ook aan Laodicea een brief schreef.7 Maar net als Efeze (brief 1 uit Openbaring 2 en 3) krijgt Laodicea een schrijven van Paulus én – via Johannes op Patmos8 – een van haar Heer zelf. Jezus klopt op de deur van de kerk waar Hijzelf buiten staat. Hij richt zich als een soort kerkvisitator steeds tot een gemeente als zodanig (zelfs via elke brief tot het hele Kleinaziatische kerkverband; ieder epistel eindigt met: “Hoor wat de Geest tegen de gemeentén zegt”)9. Hij spreekt ook ieder individueel aan. “Als iemand mijn stem hoort…, enzovoort.” Zonder Hem heb je geen bestaan. Hij is de waarheid in eigen persoon. Door Hem is God geloofwaardig. De vraag is of Jezus ook de dagelijkse smaakmaker van je leven is. Zo niet, dan lust Hij je niet. Zo wel? Smakelijk eten! Jezus: met stip op nummer één, heb ik als titel boven deze laatste preek van de in september begonnen serie van zeven gezet. Na deze inleiding volgen nu twee gedeelten: 1. Als je dat niet wilt, spuugt Hij je uit 2. Als je dat toestaat, wil Hij met je eten. ALS JEZUS NIET ALLES VOOR JOU IS, SPUUGT HIJ JE UIT Ze konden zichzelf wel bedruipen Eerst iets over Laodicea, stad en kerk. Informatie uit buitenbijbelse bronnen. Nodig om het Bijbelgedeelte te begrijpen. Laodicea lag dichtbij Kolossse en Hiërapolis, twee steden die belangrijk waren voor de drinkwatervoorziening. Water uit Hiërapolis werd aangevoerd via een ingenieus aquaduct. Laodicea: in de Romeinse tijd een grote, welvarende stad, gelegen op een kruispunt van handelsroutes. De tertiaire sector was ontwikkeld: een modern bankwezen met handelsbanken en wisselkantoren. De textielindustrie bloeide. Beroemd was de modieuze kleding van ongebleekt zwart schapenwol. Er bestond een geneeskunde-opleiding. Uit zouten van geneeskrachtige bronnen in de omgeving werden medicijnen bereid. Apotheken leverden zalven en poeders voor onder meer oogkwalen. Laodicea was zo rijk dat de stad trots aangeboden keizerlijke subsidie weigerde bij een aardbeving in het jaar 60. Christenen werden niet vervolgd. Het waren gerespecteerde burgers. Ze deelden in de welvaart. Én ... in de arrogantie. Ze konden zichzelf wel bedruipen. Zonder Jezus ging ook prima. 11 12 Matteüs 6,33. Gereformeerd Kerkboek gezang 161. Pagina Misselijke lui, die Laodicenzen Misselijke lui in Jezus’ ogen. In zijn mond ook. Hij moet er van spugen. “U bent niet koud, niet warm maar lauw.” Dit leggen ze vaak zo uit: gelovigen zijn warm, ongelovigen koud. Bij mensen die Jezus niet accepteren liggen de zaken duidelijk. Daar valt beter mee te praten dan met niet vooruit te branden naamchristenen. In de Bijbel in Gewone Taal staat het zo: “Jullie zijn niet tegen Mij, maar ook niet voor Mij. Waren jullie maar voor Mij of tegen Mij!” Toch kan dat niet de bedoeling wezen. Niks mis met de heetwaterbronnen van Hiërapolis. Evenmin 2 De geestelijke noodtoestand afgekondigd Selfmade men, daar in Laodicea. Zelfvoldane, selfsupporting lieden. Ze menen dat ze rijk zijn. Ja, kerkmensen vormen geen uitzondering. Jezus weet er alles van. Hij ziet hen bezig. En onthult pijnlijk hoe Hij hen beoordeelt. Hij kondigt de geestelijke noodtoestand af van personen die het materieel voor de wind gaat. Te veel. Ze hebben geld, medicijnen, een volle garderobe. Maar Jezus typeert hen zo: ‘ongelukkig’, ‘armzalig’, ‘berooid’, ‘blind’, ‘naakt’. Vijf woorden. In het Grieks (en in oude vertalingen) staat bij de eerste twee een bepaald lidwoord: ‘dé ongelukkige’, ‘dé armzalige’. ‘Het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid’11 is voor hen geen prioriteit. Hun doop ener- en hun baan en vakantie anderzijds staan los van elkaar. Verschillende realiteiten. Tuurlijk, ze geloven wel in Jezus. Maar zogenaamd. Want Hij is niet ‘de grond waarop ze staan’. Niet ‘de rots waarop ze bouwen’.12 Wat een ellende als je je ellende niet eens ziet. met het frisse water uit de koele bronnen in Kolosse. Walgelijk was het onderweg van Hiërapolis afgekoelde en het van Kolosse opgewarmde water in Laodicea. Warme chocola is lekker als je verkleumd bent. Een koud biertje heerlijk bij dertig graden. Lauw water is niet te zuipen. Daarvan ga je over je nek. ‘Onze lieve Heer’ een kotsende Jezus? Als Jezus niet je nummer één is, wordt Hij onpasselijk. Hij kotst je uit. ‘Uitspuwen’ klinkt te netjes. ‘Uitbraken’ is het eerder.13 Een kotsende Jezus, zo kijken we doorgaans niet tegen Hem aan. Maar Hij is niet alleen ‘onze lieve Heer’. Dat ís Hij wel. Maar veel meer. ‘De Amen’. Breder: ‘de trouwe en betrouwbare getuige’. ‘Het begin van Gods schepping’. Als zodanig wil Hij erkend worden. Als Gods eeuwige Zoon. Met wie de schepping begon.14 Om wie alles draait. In de kerk. In de hele wereld. O wee als je denkt dat je zonder Hem kunt. Dan ‘wijst Hij je terecht’. Hij ontmaskert je, staat er eigenlijk.15 Dan ‘bestraft’ Hij. Hij ‘voedt op’: er staat een woord, verwant aan ‘pedagogiek’.16 “Breek met het leven dat u nu leidt.” Kappen met je eigengereidheid. Zet Jezus op de eerste plaats. Anders kan Hij niks met je. Harde woorden. Maar uit liefde. ALS JE JEZUS OP DE EERSTE PLAATS ZET, GAAT HIJ MET JE ETEN Jezus helemaal van deze tijd Zeg nooit dat Jezus niet van deze tijd is. Alle tijden zijn van Jezus, ‘het begin van Gods schepping’. Dat betekent, evenmin als in de uitdrukking ‘eerstgeborene van heel de schepping’17 niet dat Jezus ‘het eerste schepsel’ is. (Dat maken de zogenaamde Jehova’s Getuigen ervan.) Hij is als God ‘oorsprong, doel en zin’ ervan.18 En weet precies tegen wie Hij het heeft. Kent de situatie waarin wij christen dienen te zijn. En komt niet met tijdloze boodschappen. Dat blijkt uit de brief aan Laodicea. Ze worden persoonlijk aangesproken als Jezus aanraadt om bij Hem goudstaven te betrekken, witte kleren aan te schaffen en oogzalf uit zijn farmacie. Wat we vanmorgen eveneens opsteken is dat Jezus best hard kan zijn. Maar niet zomaar zegt: er is geen zalf aan te strijken. Hij weet alleen dat zachte heelmeesters niet zorgen voor een frisse gemeente met mensen die warm lopen voor hun Heer. 13 ‘εμεω’. Kolossenzen 1,15-18.ß ‘ελεγχω’. 16 ‘παιδευω’. 17 Kolossenzen 1,15. 18 Liedboek voor de Kerken Lied 1:4. 19 I Petrus 1,7. 20 I Petrus 18b.19, Bijbel in Gewone Taal. 21 Galaten 3,27. 14 15 Pagina ‘Met Christus omkleed’ Wil je er leuk uitzien? Voor God dan? ‘Omhul’ je met Chrístus. Paulus weer: “U allen die door de doop één met Christus geworden bent, hebt u met Christus omkleed.” 21Iemand met een chique tenue of trendy outfit die Jezus negeert is als de domme keizer uit Andersens 3 ‘Kostbaarder dan vergankelijk goud’ Wil je rijk worden? Wees het dan door de kwaliteit van je gelouterd gelóóf. ‘Kostbaarder dan vergankelijk goud, dat in het vuur wordt getoetst’ – zoals Petrus schrijft.19 Uit hetzelfde hoofdstuk: “God heeft jullie van een zinloos leven bevrijd. Hij betaalde daar een hoge prijs voor, die meer waard was dan zilver of goud. Hij liet zijn onschuldige Zoon sterven aan het kruis.”20 De koning te rijk ben je wanneer Jezus bij jou nummer één is. sprookje. Die denkt dat ie er prachtig uitziet maar intussen in z’n blootje loopt. Je staat bloot aan Gods oordeel als je denkt Jezus te kunnen missen. Laat je hart verlicht worden Wil je iemand met visie zijn? Laat je ‘hárt verlicht’ worden.22 Anders dan die Farizeeën bij de blinde die Jezus geneest. Jezus spreekt over geestelijke blindheid van zijn critici. Die reageren: “Wij zijn toch niet blind?” Jezus antwoordt: “Als jullie blind waren, zouden jullie niet schuldig zijn. Maar jullie beweren dat je kunt zien. En dus blijven jullie schuldig.”23 Aangeboren blindheid is te verhelpen. Je ogen sluiten voor ‘het licht voor de wereld’24 is onvergeeflijk. Is je deur nog op slot? “Daar wordt aan de deur geklopt.” Jezus wil dat je Hem in je bestaan betrekt. Maar dat is eigenlijk te mager gesteld. Hij wil de regie over je leven. De rollen worden omgedraaid. De zelfgenode gast wordt ‘gastheer aan tafel’.25 Hij gaat met je eten. Je mag Hemzelf te grazen nemen.26 “Is je deur nog op slot? Doe hem open voor God. Want de Heer wil bij je wonen.”27 Hij verbond zich aan jou bij je doop.28 Ben jij Hem wat kwijtgeraakt, laat Hem dan stijgen in je top 40. En laat Hem met een superstip op nummer 1 staan. Samen eten = samen delen ‘Wie overwint…’. Dat hebben we al nu zesmaal eerder gehoord. Het gaat niet in alle gevallen over het doorstaan van geloofsdiscriminatie of martelaarschap. Geestelijke strijd, daar komt niemand onderuit. Maar de volhouder wint. Jezus draagt na Goede Vrijdag, Pasen en Hemelvaart de zegekroon. Hij zit ‘in heerlijkheid aan ’s Vaders rechterhand’.29 Wie Hem bovenaan zet, mag naast Hem zitten. Samen eten is samen delen. Vervolgd worden we niet. Al heet ons gebouw ‘Martyriakerk’. Het risico is dat we ons rijk rekenen zonder Hem die ons wekelijks als ‘de betrouwbare getuige’ of ‘martys’30 tegemoetkomt. Geef oren en ogen de kost wanneer de Geest aan het Woord is. Wie niet z’n eigen kostje verdient maar kostganger in zijn kerk wil zijn, valt bij Jezus in de smaak. Pagina 4 Amen 22 Efeziërs 1,18. Johannes 9,39-41, Bijbel in Gewone Taal. Johannes 8,12; 9,5. 25 Avondmaalsformulier. 26 Johannes 6,51; I Korintiërs 5,7. 27 Opwekking Kids 4. 28 Romeinen 6,3. 29 Gereformeerd Kerkboek Gezang 139:5. 30 Openbaring 1,5. 23 24