getallen - Noordhoff Uitgevers

advertisement
1
Basisstof
getallenstructuur tot 20
getallen
Klassikale instructie
Nieuw
• Introductie getallenlijn tot en met 20.
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen heen- en
terugtellen van 0 t/m 20;
• kunnen de getallen van
0 t/m 20 plaatsen op de
getallenlijn;
• kunnen doortellen en
terugtellen vanaf een
willekeurig getal tot 20;
• kunnen de getallen
11 t/m 20 schrijven;
• kunnen de getallen
0 t/m 20 leggen met
MAB-materiaal.
Materialen
Klassikaal:
• getallenkaartjes van
1 t/m 20
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 2 t/m 4
• MAB-materiaal
• kleurpotloden
104
0
5
10
15
20
Tel met de kinderen van 0 naar 20 en terug. Wijs getallen aan op de
getallenlijn. Welk getal hoort hier? Welk getal komt ervoor? Welk getal
erna? Oefen het leggen van getallen van 10 tot en met 20 met
MAB-materiaal. Wijs erop dat het getal 12 gelegd kan worden met
1 staafje van 10 en 2 ‘losse’ blokjes. De losse blokjes worden links
onder de staaf gelegd.
1
Doel: de getallen op de getallenlijn t/m 20 plaatsen
De kinderen verbinden de getallen met de juiste plek op de
getallenlijn van 0 t/m 20.
2
Doel: getallen op de getallenlijn t/m 20 plaatsen
De kinderen verbinden de getallen met de juiste plek op de
getallenlijn.
3
Doel: getallen 10 t/m 20 leggen met MAB-materiaal
De kinderen leggen het aantal na en vullen dan het aantal staafjes
en blokjes in en schrijven het getal op.
Vooruitblik zelfstandig werken
• Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
• Vertel de kinderen dat ze de getallen in de opdrachten 4 en 5
moeten kleuren in plaats van leggen.
• Bespreek de schrijfwijze van de getallen 11 t/m 20. De kinderen
trekken eerst het voorbeeld over en oefenen daarna door de
getallen een aantal keren te schrijven. Wijs expliciet op de
‘beginpunten’.
4
Doel: getallen van 11 t/m 20 aangeven op het 20-veld
De kinderen kleuren de staafjes en de blokjes die nodig zijn en
vullen bij beide de aantallen in.
Let op: in deze opdracht is dat steeds één staafje en meerdere
losse blokjes.
5
Doel: getallen tussen 0 en 20 aangeven
De kinderen kleuren het juiste aantal hokjes in.
Let op: tussen de linker rij en de rechter rij zit een verschil van 10
(= 1 staafje).
6
Doel: schrijven van de getallen 11 t/m 20
De kinderen schrijven de getallen 1 tot en met 20.
Blok 3 • Week 1
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 104
20-05-14 14:18
8
4
1
1
getallen
1 maak de getallen vast.
3
1
7
5
11
9
14
12
15
13
2 maak vast.
20
10
20
19
16
9
3
1
7
13
18
3 eerst leggen en dan invullen.
Speltip
hoeveel staafjes van 10 hoeveel losse getal
blokjes
Deel de getallenkaartjes van 1 tot en met 20 uit. De kinderen
met de getalkaarten zeggen de telrij van 1 t/m 20 op door in
de goede volgorde op te staan en het getal hardop te noemen.
Stimuleer om dit op tempo te doen. Herhaal de oefening maar
tel nu terug.
2
12
1
4
14
1
9
19
2
0
20
2
6
4 kleur eerst. vul dan in.
0
15354_LWB 3B (herziening).indb 2
01-05-14 13:31
kleur 12.
1 staafje van 10
➔
+
2 losse blokjes
3
➔
kleur 15.
1 staafje van 10
➔
+
5 losse blokjes
➔
2
kleur 13.
1 staafje van 10
➔
+
3 losse blokjes
➔
kleur 18.
1 staafje van 10
➔
+
8 losse blokjes
➔
5 kleur.
3 ➔
13 ➔
5 ➔
15 ➔
1 ➔
11 ➔
9 ➔
19 ➔
10 ➔
20 ➔
3
9
Blok 3 • Week 1
9
• Help de kinderen bij het schrijven van de getallen 11 tot en
met 20. Doe het schrijven van een getal zo nodig voor en
ondersteun tegelijkertijd door uit te spreken wat u doet.
• Help de kinderen met het leggen van de aantallen met het
MAB-materiaal. Laat de kinderen ervaren dat er 10 MABblokjes in een staaf passen. Geef aan dat het handiger is
om een staaf te gebruiken als er meer dan 10 gelegd wordt.
Tel en leg het MAB-materiaal samen met de leerling. Tel
verkort door vanaf 10 en leg tegelijkertijd de losse blokjes
erbij.
• Help de kinderen bij het inkleuren van de juiste aantallen.
Voorbeeld: 12 ➔ de 1 is 10: je kleurt een heel staafje.
➔ de 2 is 2 losse blokjes.
1
3
7
5
2
1
Verlengde instructie
0
1 2
9
19
17
kijk bij opgave 1.
0
Doel: doortellen en terugtellen met sprongen van 2 en 3 (N)
De kinderen maken de rijen af.
18
16
9
8
Doel: door- en terugtellen (T)
De kinderen tellen door of terug op de getallentrappen met
getallen tussen 0 en 20.
10
8
3
7
6
4
4
2
0
4
8
3
3
Blok 3 • Week 1
6 schrijf de getallen.
15354_LWB 3B (herziening).indb 3
1
Blok 3 • Week 1
01-05-14 13:32
+
/1 tel verder.
4
1
9
/7 vul in.
14
15
14
18
11
13
17
10
16
19
12
7
6
5
20
13
3
9
8
12
16
/8 maak de rijen af.
3 vul in.
2
4
6
8
1
3
5
7
7
9
1
4
10 12
4
16
14
12 10
8
11
19
17
15
13 11
9
7+2= 9
11
13 15 17
18
15
12
9
6
3
8+1= 9
7
10 13 16
19
16
13
10
7
4
9+0= 9
9
105
4
Blok 3 • Week 1
15354_LWB 3B (herziening).indb 4
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 105
6+2= 8
18
© Noordhoff Uitgevers bv
01-05-14 13:32
20-05-14 14:18
2
Basisstof
optellen t/m 10
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen heen- en
terugtellen van 0 t/m 20;
• kunnen getallen tot 20
leggen met MABmateriaal;
• kunnen optellen t/m 10;
• kunnen getallen t/m 10
splitsen.
Materialen
Klassikaal:
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 5 t/m 7
• MAB-materiaal
• kleurpotloden
optellen
Herhalen
1
Doel: tellen tot en met 20
De kinderen tellen tot en met 20 door de getallen in volgorde in
de hokjes te schrijven.
2
Doel: getallen leggen met MAB-materiaal
De kinderen kleuren de getallen in op het 20-veld.
Klassikale instructie
• Neem de opdrachten 1 en 2 samen met de kinderen door.
• Herhaal met enkele voorbeelden het optellen tot 10. Maak samen
nog enkele sommen met MAB-materiaal.
• Neem van de getallen in opgave 4 de splitsingen door. Bovenaan
staat 6. Dat is het getal dat je moet splitsen. Wijs het getal 4 aan.
Het getal 6 kun je splitsen in 4 en ... Bied hulp aan door te vragen
hoeveel je bij 4 moet doen om samen 6 te krijgen. Volg dezelfde
werkwijze bij de andere splitsopdrachten. Vertel dat de kinderen
bij de splitsingen altijd MAB-materiaal mogen gebruiken. Zet dan
alle splitsingen van het getal 6 op het bord en vul die samen in.
6
0
1
2
3
4
5
6
6
5
4
3
2
1
0
3
Doel: optellen t/m 10
De kinderen maken optellingen tot en met 10.
Tip: de kinderen maken gebruik van het MAB-materiaal.
4
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen maken de splitsingen met de getallen 6, 8, 9 en 10.
Vooruitblik zelfstandig werken
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
106
5
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen maken splitsingen met de getallen 7, 8 en 9.
6
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen maken splitsingen met de getallen 9 en 10.
7
Doel: optellen t/m 10
De kinderen vullen de antwoorden in.
Blok 3 • Week 1
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 106
20-05-14 14:18
+
+
1
2
optellen
+
+
/1 tel verder.
+
3
4
6
5
7
8
9
10
12 13 14 15 16 17 18 19 20
kleur 12.
➔
1 staafje + 2 losse blokjes = 12
➔
1 staafje + 3 losse blokjes = 13
➔
1 staafje + 7 losse blokjes = 17
➔
1 staafje + 8 losse blokjes = 18
kleur 13.
kleur 17.
kleur 18.
Speltip
3 vul in.
Elk kind pakt een aantal potloden in de hand. Het mogen er
niet meer dan 8 zijn. Hierna lopen de kinderen door de klas op
zoek naar een ander met wie ze samen 8 potloden hebben.
Als er een koppel gevormd is, mogen deze kinderen een
andere hoeveelheid (maar wederom maximaal 8) potloden bij
hun tafel halen. Zo kunnen ze verder met het spel.
6+2= 8
6+3= 9
2 + 8 = 10
7+2= 9
7 + 3 = 10
3 + 7 = 10
8+1= 9
0+8= 8
4 + 6 = 10
9+0= 9
5+1= 6
3+6= 9
++
4 splits.
Verlengde instructie
5
Blok 3 • Week 1
+
Blok 3 • Week 1
15354_LWB 3B (herziening).indb 5
01-05-14 13:32
6
9
2
4
8
6
3
10
4
4
+
• Bied hulp bij het optellen. Help de kinderen bij het leggen
van de sommen met MAB-materiaal. Welk getal begin je
mee? Hoeveel komt erbij? Hoeveel is dat samen?
• Bied hulp bij het splitsen. Help de kinderen bij het leggen
van de splitsing met de blokjes van het MAB-materiaal.
Voorbeeld: Je gaat 6 blokjes splitsen. 4 blokjes leg je opzij.
Hoeveel blokjes blijven er liggen?
5
5
5
+
5 splits.
7
7
3
4
9
4
3
5
4
+
+
8
4
4
6 splits.
10
10
9
9
9
1
5
5
0
9
1
8
8
2
3
7
2
7
5
4
7
3
4
6
4
5
6
3
6
4
1
9
3
6
8
1
+
9
Doel: optellen en aftrekken t/m 10 (N)
De kinderen vullen een getal in zodat er aan beide kanten
van het =-teken evenveel uitkomt.
2
1
11
/2 kleur eerst. vul dan in.
3
9
Doel: optellen t/m 10 (T)
De kinderen kleuren de sommen die samen 9
respectievelijk 10 zijn.
+
8
++
7 vul in.
5+4= 9
5+3= 8
2 + 8 = 10
7+2= 9
5+2= 7
2+6= 8
3+6= 9
5 + 5 = 10
9+0= 9
5+1= 6
3+3= 6
+
+
6
4+5= 9
Blok 3 • Week 1
++
15354_LWB 3B (herziening).indb 6
met antwoord 9.
3+0=3
3+6=9
0+5=5
5+4=9
2+7=9
6+3=9
5 + 5 = 10
8+1=9
7+0=7
1 + 9 = 10
8+1=9
5 + 5 = 10
5+3=8
3+4=7
2+5=7
6 + 4 = 10
0+3=3
3 + 7 = 10
met antwoord 10.
/9 vul in.
+
++
+
01-05-14 13:32
/8 kleur de sommen.
+
+
6
aan beide kanten
van het = teken gelijk
3+6=6+ 3
6–2=5– 1
3+7=4+ 6
7–2=9– 4
2 + 8 = 10 – 0
3+4= 9 –2
0+8=5+ 3
8–1=7– 0
4 + 6 = 10 – 0
5+1=1+ 5
9–7=5– 3
5 – 5 = 10 – 10
7
107
Blok 3 • Week 1
© Noordhoff Uitgevers
bv
Blok 3 • Week 1
15354_LWB 3B (herziening).indb 7
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 107
7
01-05-14 13:32
20-05-14 14:18
1
3
Basisstof
aftrekken onder de 10
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen aftrekken onder
de 10;
• kunnen getallen tot 10
splitsen.
Materialen
Klassikaal:
• MAB-materiaal
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 8 t/m 10
• MAB-materiaal
• kleurpotloden
aftrekken
Klassikale instructie
• Doe samen met de kinderen opgave 1. In deze som worden
aftreksommen geoefend. Er wordt daarbij aandacht besteed aan
de 5-structuur. In het midden van de 10 blokjes staat een dikke
streep, na 5 blokjes. Streep 5 blokjes weg (vanaf rechts). Hoeveel
blokjes houd je over? Hoeveel blokjes worden in de volgende som
weggestreept? Streep 4 blokjes weg. Wijs de kinderen erop dat er
1 blokje meer over is dan 5. Niet alle blokjes hoeven nu geteld te
worden.
• Herhaal het aftrekken onder de 10 met MAB-materiaal. Met welk
getal begin je met leggen? Hoeveel blokjes gaan eraf? Hoeveel
blokjes blijven er over? Schrijf dat op als antwoord.
1
Doel: aftrekken t/m 10
De kinderen trekken getallen af van 10 en maken daarbij gebruik
van de 5-structuur.
2
Doel: aftrekken t/m 10
De kinderen strepen de rondjes die er af gaan door. Ze tellen
hoeveel rondjes er over blijven en vullen het antwoord in.
Let op: bij het doorstrepen altijd achteraan beginnen.
Vooruitblik zelfstandig werken
• Herhaal het splitsen aan de hand van opdracht 4. Met welk getal
moet je aanvullen om het getal 6 te krijgen? Doe hetzelfde voor de
andere getallen.
• Ga bij het getal 8 na hoeveel splitsingen er zijn. Schrijf op het bord
een T splitsing met het getal 8 erboven. Wat valt je op?
6
0
1
2
3
4
5
6
7
8
108
8
7
6
5
4
3
2
1
0
3
Doel: aftrekken t/m 10
De kinderen maken de sommen met MAB-materiaal.
4
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen splitsen de getallen 6, 7, 8 en 10.
5
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen splitsen de getallen 6, 7, 8 en 9.
Blok 3 • Week 1
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 108
20-05-14 14:18
– –
–
3
aftrekken
1 streep door en reken uit.
–
10 – 5 = 5
10 – 4 = 6
10 – 6 = 4
Doel: aftrekken t/m 10 (T)
De kinderen kleuren de sommen met de uitkomst
4 respectievelijk 3.
Doel: toepassen van optel- en aftreksommen tot 20 (N)
De kinderen bepalen in deze opgave welk gewicht aan de
weegschaal moet worden toegevoegd. Het doel is
evenwicht tussen beide zijden. Het totale gewicht aan
beide zijden van de weegschaal moet gelijk zijn. Hoeveel
moet er bij 6 kilo om in totaal 10 kilo te krijgen? Je kunt
hierbij een aftreksom bedenken, namelijk 10 kilo – 6 kilo =
4 kilo.
6–2= 4
10 – 1 = 9
7–2= 5
8–4= 4
10 – 9 = 1
7–5= 2
9–5= 4
6–5= 1
8–7= 1
5–5= 0
–
8
–
–
2 streep door en reken uit.
3 trek af.
–
8
Speltip
–
9–5= 4
7–3= 4
5–3= 2
9–7= 2
7–5= 2
5–5= 0
8–6= 2
6–2= 4
4–3= 1
– – –
8–5= 3
Blok 3 • Week 1
4 splits.
6–4= 2
3–0= 3
8
15354_LWB 3B (herziening).indb 8
Laat de kinderen in groepjes of tweetallen werken. Elk tweetal
krijgt 8 MAB-blokjes. Eén kind verbergt een aantal blokjes. Het
andere kind mag zeggen hoeveel blokjes zijn weggenomen.
Laat de kinderen van beurt wisselen. Splitsingen van andere
getallen onder de 10 kunnen ook zo geoefend worden.
Verlengde instructie
– –
01-05-14 13:32
6
8
5
1
7
4
4
10
3
4
5
5
5 splits.
9
6
8
7
1
8
4
2
7
1
1
6
2
7
6
0
5
3
5
2
3
6
3
3
3
5
6
1
4
5
1
5
4
4
4
3
6 vul in.
je mag de blokjes gebruiken
–
Help de kinderen aan hun tafeltje of aan de instructietafel.
• Bied hulp bij het aftrekken. Help de kinderen bij het leggen
van de sommen met MAB-materiaal. Leg uit dat het
doorstrepen in het boek hetzelfde betekent als het
wegnemen van blokjes. Met welk getal begin je? Leg dat
aantal blokjes neer. Hoeveel moet je aftrekken? Haal die
blokjes weg. Hoeveel blokjes blijven er over? Dat is het
antwoord.
• Bied hulp bij het splitsen. Gebruik hiervoor MAB-blokjes.
Leg het getal 9 neer met de blokjes. 9 kun je splitsen in 1 en
...? Hoeveel blokjes leg je opzij? Hoeveel blokjes blijven
liggen?
–
7
10 – 7 = 3
Doel: aftrekken t/m 10
De kinderen maken de aftreksommen.
–
6
–
9–1= 8
8–2= 6
7–6= 1
9–2= 7
8–3= 5
7–4= 3
9–3= 6
8–4= 4
7–1= 6
9–4= 5
8–7= 1
7–2= 5
– –
–
Blok 3 • Week 1
9
Blok 3 • Week 1
15354_LWB 3B (herziening).indb 9
9
01-05-14 13:32
/7 kleur de sommen.
met antwoord 4.
7–0= 7
6–2= 4
7–2= 5
5–1= 4
7–5= 2
10 – 6 = 4
9–4= 5
8–4= 4
4–4= 0
6–3= 3
5–4= 1
8–5= 3
9–5= 4
4–1= 3
7–5= 2
9–6= 3
6–5= 1
–
9–5= 4
–
1 vul in.
0
met antwoord 3.
–
–
/8 reken uit.
5
0
kilo
kilo
6
?
kilo
10 – 6 = 4 kilo
5
5
kilo
kilo
5 + 5 + 5 = 15 kilo
8
kilo
20
kilo
?
?
–
10
4
kilo
?
12
10
kilo
3
20 – 8 = 12 kilo
109
10
Blok 3 • Week 1
15354_LWB 3B (herziening).indb 10
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 109
luister goed
4 + 12 = 16 kilo
© Noordhoff Uitgevers bv
01-05-14 13:32
20-05-14 14:19
7 + 3 =
4
Basisstof
optellen in contextsommen
toepassen
1
Doel: getallen t/m 20 op de getallenlijn plaatsen
De kinderen plaatsen eerst de oneven getallen op de getallenlijn
en daarna de even getallen.
2
Doel: optellen t/m 10 in een context met gewichten
De kinderen rekenen het totale gewicht uit van een aantal
pakketten.
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen een som uit de
context halen.
Daarnaast komen contexten
aan de orde waarbij de
kinderen:
• gewichten optellen;
• concreet splitsen met
knikkers;
• bijtellen met stippen op
hoedjes.
Materialen
Klassikaal:
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 11 t/m 13
• kleurpotloden
110
Klassikale instructie
• Bespreek de opdrachten 1 en 2 na.
• In deze les komen twee “luister goed” opdrachten voor.
Deze opdrachten zijn sommen in een context. De bedoeling is dat
de kinderen zelf de juiste som bedenken.
De kinderen hebben bij deze opgaven het leerwerkboek voor zich
op tafel.
Ze bekijken de tekening goed. De tekst die bij de tekening hoort
wordt voorgelezen. Vervolgens loopt u met ze het stappenplan
door om de opdracht op te lossen. Het stappenplan bestaat uit
deze stappen:
• Kan iemand het verhaaltje bij het plaatje navertellen?
• Weet iemand wat er uitgerekend moet worden.
• Welke som hoort daarbij?
• Wat is de uitkomst van die som?
De som en het antwoord schrijven de kinderen in hun leerwerkboek.
3
Doel: som uit de context halen
• Laat de kinderen naar de tekening kijken.
• Lees de som voor:
– Luister goed!
– In het doosje zitten 7 rode en 3 groene potloden.
– Hoeveel potloden zitten in het doosje?
• Laat de kinderen het verhaaltje bij het plaatje navertellen en
controleer of ze het begrepen hebben.
• Vraag de kinderen wie weet wat er uitgerekend moet worden.
• Vraag de kinderen de som op te schrijven en controleer dit
klassikaal.
• Vraag de kinderen de som uit te rekenen en vraag hoeveel
potloden er in het doosje zitten.
4
Doel: som uit de context halen
• Laat de kinderen naar de tekening kijken.
• Lees de som voor:
– Luister goed!
– Esther heeft 9 boeken.
– Lotte heeft 7 boeken.
– Hoeveel boeken heeft Esther meer dan Lotte?
• Laat de kinderen het verhaaltje bij het plaatje navertellen en
controleer of ze het begrepen hebben.
• Vraag de kinderen wie weet wat er uitgerekend moet worden.
• Vraag de kinderen de som op te schrijven en controleer dit
klassikaal.
Blok 3 • Week 1
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 110
20-05-14 14:19
toepassen
–
=
1 vul in.
0
10
1
•
5
3
–+
Vraag de kinderen de som uit te rekenen en vraag
hoeveel boeken Esther meer heeft dan Lotte.
9
7
0
20
13
11
17
15
19
10
0
Vooruitblik zelfstandig werken
4
8
6
20
12
10
14
16
18
20
–
2
2 schrijf het gewicht op.
–
• Vertel bij opdracht 5 dat er in elk doosje 10 knikkers zitten.
Er zijn maar een aantal knikkers zichtbaar. Hoeveel knikkers
zitten nog in het doosje verstopt?
• Bij opdracht 7 moet in de hoedjes steeds een ander aantal
rondjes getekend worden. Het totale aantal rondjes is altijd
10.
• Bespreek opdracht 8. Neem enkele voorbeelden door.
Welke kleur krijgt het vakje met uitkomst 7? En met uitkomst
8?
+–
=
+
4
5 kilo
4 kilo
2 kilo
3
7 kilo
10 kilo
luister goed!
=–
7 + 3 = 10 potloden
Blok 3 • Week 1
luister goed!
15354_LWB 3B (herziening).indb 11
01-05-14 13:32
+
9 – 7 = 2 boeken
Doel: optellen t/m 10
De kinderen tellen de ogen van de 2 dobbelstenen op en
schrijven de uitkomst erachter.
7
Doel: aanvullen t/m 10
De kinderen tellen het aantal rondjes en tekenen er rondjes
bij om in totaal 10 rondjes te krijgen.
8
Doel: optellen en aftrekken t/m 10 (T)
De kinderen maken de sommen en geven de hokjes de
juiste kleur.
hoeveel zie je er niet?
10 – 2 = 8
10 – 3 = 7
10 – 5 = 5
10 – 1 = 9
10 – 4 = 6
10 – 7 = 3
–
=
6 vul in.
+
Speltip
12
Teken de dobbelstenen 1 t/m 6 met de kinderen op het bord.
Op welke manieren kun je met 2 dobbelstenen in totaal 5
gooien? Verdeel de klas nu in tweetallen. Laat elk tweetal
bekijken op hoeveel manieren het getal 7 gegooid kan worden.
Ze kunnen dit ook op een blaadje schrijven. Bespreek de
uitkomsten na. Geef verschillende groepjes een beurt.
=
• Bied hulp bij het bepalen van splitsingen van 10. Zet MABblokjes in en maak de splitsing visueel. Kan het kind hier
een som bij bedenken?
• Als een leerling nog alle ogen van de dobbelstenen telt, kunt
u nagaan of de leerling ook in één oogopslag de
hoeveelheid op een dobbelsteen herkent. Als bijvoorbeeld
‘6’ en ‘3’ herkend wordt, kunt u aangeven dat er vanaf 6
verder geteld kan worden; 7, 8 en 9.
samen 7
samen 7
samen 9
samen 9
samen 8
samen 8
=
Doel: optellen tot 20 in een context van gewichten (N)
De kinderen tellen de gewichten van de verschillende
stenen op en bepalen zo het totale gewicht.
Verlengde instructie
100 kers
1 ik rs
knikke
kn
0
10 kers
1 ik rs
knikke
kn
Blok 3 • Week 1
7 vul aan tot 10.
+–
12
15354_LWB 3B (herziening).indb 12
01-05-14 13:33
–
=
9
5 tel de knikkers.
–
/8 kleur.
+
antwoord: 5 ➔ rood 6 ➔ geel 7 ➔ groen 8 ➔ blauw
de rest: geen kleur.
10 – 1
8–7
10 – 4
8–3
4 + 4 10 – 2 10 – 9 9 – 0
10 – 3
7–3
9–7
10 – 9
7–0
7–6
7–3
9–7
9–3
4–0
3+7
3+2
6–4
8–6
9–3
9–4
5+3
4+3
2+6
8–5
8–8
0+7
5–3
6 – 5 10 – 7 1 + 5
4+6
9–0
1+0
5–0
–
6
11
Blok 3 • Week 1
4
+
Doel: aanvullen tot 10
De kinderen tellen het aantal zichtbare knikkers en bepalen
het aantal verborgen knikkers door een aftreksom te
maken.
+
5
11
/9 schrijf het gewicht op.
4 kilo
4 kilo
4 kilo
2 kilo
2 kilo
4 + 2 + 2 + 1 + 1 = 10 kilo
2 kilo
13
1 kilo
1 kilo 1 kilo
4 + 4 + 2 + 1 + 1 + 1 = 13 kilo
111
Blok 3 • Week 1
© Noordhoff Uitgevers
bv
Blok 3 • Week 1
15354_LWB 3B (herziening).indb 13
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 111
13
01-05-14 13:33
20-05-14 14:19
5
Herhalen
basisstof les 1 t/m 4
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen een rekendictee
maken;
• kunnen getallen tot 20 op
de getallenlijn plaatsen;
• kunnen de begrippen
1 minder en 1 meer en
2 minder en 2 meer
toepassen;
• kunnen getallen t/m 10
splitsen;
• kunnen optellen met
getallen en aantallen
t/m 10;
• kunnen aftrekken met
getallen t/m 10.
Materialen
Klassikaal:
• getallenkaartjes van
1 t/m 20
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 14 en 15
112
herhalen
Rekendictee
We beginnen de les met een rekendictee. Ik lees de opdrachten of
sommen op. Het antwoord schrijf je in je leerwerkboek.
1
2
3
4
5
6
Schrijf op: twaalf 12
Schrijf op: vijftien 15
3 + 6 = ... 9
5 + 4 = ... 9
10 – 5 = ... 5
8 – 7 = ... 1
Bespreek het rekendictee na.
Vooruitblik zelfstandig werken
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
1
Doel: getallen t/m 20 op de getallenlijn plaatsen
De kinderen schrijven in de vakjes bij de pijlen het juiste getal.
2
Doel: de begrippen meer en minder toepassen
De kinderen bepalen aan de hand van gegeven getallen wat 1 of
2 minder en 1 of 2 meer is.
3
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen maken splitsingen met de getallen 6, 7, 8 en 9.
4
Doel: optellen t/m 10
De kinderen maken optellingen tot en met 10.
5
Doel: aftrekken t/m 10
De kinderen maken aftreksommen tussen 0 en 10.
6
Doel: optellen t/m 10
De kinderen tellen het aantal ogen van dominostenen bij elkaar
op.
7
Doel: verder tellen of terugtellen t/m 20 (T)
De kinderen tellen verder of terug met sprongen van 1 of 2.
8
Doel: terugtellen (N)
De kinderen tellen terug met sprongen van 2 of 3.
Blok 3 • Week 1
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 112
20-05-14 14:19
h
h
5
h
herhalen
rekendictee
3
5
2
4
6
1 1
0
10
9
4
1
12
7
14
16
1 minder
Help de kinderen bij het werken met de begrippen 1 en/of 2
minder en meer. Wijs het getal aan op de getallenlijn van
opdracht 1. Naar welke kant verspring je bij 1 minder? En bij
1 meer? Doe hetzelfde met 2 minder en 2 meer.
18
kijk naar de getallenlijn
bij opdracht 1.
/2 vul in.
Verlengde instructie
h h
h
20
1 meer
2 minder
6
7
8
6
8
10
10
11
12
8
10
12
18
19
20
16
18
20
2 meer
h
U deelt kaartjes uit met daarop de getallen 1 t/m 20. Leg uit
dat wanneer u een getal noemt de kinderen die 1 minder en
1 meer hebben hun kaartje omhoog houden. Noem
verschillende getallen. U kunt ook variëren door met 2 minder
en 2 meer dit spel te spelen.
h
/1 vul in.
h
Speltip
1
h
/3 splits.
6
h
8
9
4
1
6
3
5
8
1
4
2
3
4
2
6
6
3
3
3
2
1
7
4
5
Blok 3 • Week 1
h
h
5
h
h
h
14
7
2
14
/4 vul in.
h
15354_LWB 3B (herziening).indb 14
4+5= 9
5+3= 8
3 + 7 = 10
3+5= 8
6+2= 8
4 + 6 = 10
4+4= 8
5+4= 9
5 + 5 = 10
5–5= 0
6–3= 3
7–2= 5
5–3= 2
8–5= 3
9–4= 5
4–2= 2
7–2= 5
8–3= 5
01-05-14 13:33
/5 reken uit.
reken uit.
h
h h /6
h
samen 7
samen 7
h
samen 7
/7 vul in.
7
8
10 11
9
10 11
2
4
6
8
10
12
13
14
6
8
10
12
14
/8 tel terug.
19
17
15 13 11
28
25
22 19 16 13 10
Blok 3 • Week 1
9
7
5
3
1
7
4
1
15
15
Blok 3 • Week 1
15354_LWB 3B (herziening).indb 15
01-05-14 13:33
© Noordhoff Uitgevers bv
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 113
113
20-05-14 14:19
6
Basisstof
getallenstructuur tot 20
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen tellen en
terugtellen van 11 t/m 20;
• kunnen de getallen van
0 t/m 20 plaatsen op de
getallenlijn;
• kunnen rekenen met de
begrippen minder en
meer;
• kunnen de getallen 1 t/m
20 plaatsen in het 20-veld;
• kunnen werken met het
MAB materiaal.
getallen
Herhalen
1
Doel: heen en terugtellen van 11 t/m 20
De kinderen schrijven de getallen in de juiste volgorde in de
hokjes.
• Bespreek opdracht 1 met de kinderen na.
• Herhaling van de getallenlijn van 0 t/m 20.
0
5
10
15
20
Oefen met het aanwijzen van getallen op de getallenlijn. Geef
beurten.
1 minder
Materialen
Klassikaal:
• getallenkaartjes van
1 t/m 20
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 16 t/m 18
• MAB-materiaal
• kleurpotloden
Nieuw
Klassikale instructie
14
1 meer
15
16
2 minder
2 meer
14
15
18
12
8
12
12
10
15
10
19
• Oefen met de tabellen met minder en meer. Wijs eerst een getal
aan op de getallenlijn. Bij welk getal kom je uit als je 1 meer/
minder doet? Vertel dat bij 1 minder 1 plaats naar links wordt
gesprongen en bij 1 meer 1 plaats naar rechts. Herhaal deze
werkwijze ook voor 2 minder en 2 meer. Vul dan samen de tabellen
op het bord in.
• Introduceer het 20-veld met de 5-structuur.
1
10
11
Leg uit dat bij het 20-veld met 10 de bovenste rij vol is. De 11 komt
links in de volgende rij te staan, onder de 1. Wijs dan getallen aan in
volgorde. Oefen daarna met het aanwijzen van getallen door elkaar.
Welk getal komt eronder/erboven? Welke getallen komen links en
rechts van de dikke streep in het midden?
114
2
Doel: getallen op de getallenlijn plaatsen
De kinderen plaatsen de getallen in volgorde op de getallenlijn.
3
Doel: rekenen met de begrippen 1 en 2 minder en meer
De kinderen vullen met behulp van de getallenlijn de tabellen in.
Blok 3 • Week 2
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 114
20-05-14 14:19
8
4
6
1
getallen
/1 tel van 11 tot 20 heen en terug.
20
19
18 17 16 15 14 13 12
11
1 2
9
12
14
5
10
1 minder
20
16
1 meer
2 minder
14
15
16
14
16
18
9
10
11
8
10
12
16
17
18
15
17
19
10
11
12
10
12
14
3
Blok 3 • Week 2
2 meer
16
4 vul het 20-veld in.
0
1
2
4
3
5
6
8
7
01-05-14 13:33
10
9
11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
5 vul in.
hoeveel staafjes van 10 hoeveel losse getal
blokjes
2
9
15
kijk bij de
getallenlijn.
Doel: doortellen en terugtellen met sprongen van 2 (T)
De kinderen maken de rijen af.
Doel: doortellen en terugtellen met sprongen van 2 en 3 (N)
De kinderen maken de rijen af.
20
3
Doel: de getallen van 0 t/m 20 met kleur aangeven op het
20-veld
De kinderen kleuren het juiste aantal hokjes in.
18
6
Doel: rekenen met de begrippen 2, 3 en 4 meer of minder
De kinderen bepalen de totale hoeveelheid door verder of
terug te tellen.
16
9
10
8
19
17
1 1
0
Doel: werken met het MAB-materiaal
De kinderen schrijven op uit hoeveel staafjes van 10 en uit
hoeveel losse blokjes het gelegde aantal bestaat. Daarna
vullen ze het getal in.
1
5
15
1
7
17
1
0
10
0
8
8
6 vul in.
0
5
10
15
20
3
Speltip
6
4
15
13
9
9
2
11
9
3 vul in.
1
8
7
5
0
3
0
Doel: getallen 1 t/m 20 in het 20-veld plaatsen
De kinderen vullen de ontbrekende getallen in op het
20-veld.
15354_LWB 3B (herziening).indb 16
7
3
1
5
6
20
7
5
13 14 15 16 17 18 19
2 vul in.
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van
iedere opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
4
12
4
Vooruitblik zelfstandig werken
11
5
10
15
2 meer = 7
2 meer = 12
2 meer = 17
3 meer = 8
3 meer = 13
3 meer = 18
4 meer = 9
4 meer = 14
4 meer = 19
2 minder = 3
2 minder = 8
2 minder = 13
3 minder = 2
3 minder = 7
3 minder = 12
4 minder = 1
4 minder = 6
4 minder = 11
8
Verlengde instructie
17
Blok 3 • Week 2
7 kleur en vul in.
kleur 10.
staafjes van 10
losse blokjes
1
0
2
0
1
7
01-05-14 13:33
4
15354_LWB 3B (herziening).indb 17
1
Blok 3 • Week 2
kleur 20.
+
/1 vul in.
7
kleur 17.
/8 maak de rijtjes af.
maak sprongen van 2.
2
4
10
18
16
14 12 10
10
12
14 16 18
6
8
20
18
16 14 12
11
13
15 17 19
19
17
15 13 11
15
1
9
/9 maak af.
6
8
19
16
4
7
19
10 12 14
13
11
9
7
10
7
16 14
12
10
8
10 13
16
20
17 14 11
8
11
14
11
2
13
17 15
13
8
5
18
115
18
Blok 3 • Week 2
15354_LWB 3B (herziening).indb 18
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 115
0
7
1
6
2
5
3
4
2 vul in en rek
3
• Help de kinderen met het invullen van de begrippen meer of
minder van opgave 3. Maak daarbij gebruik van de
getallenlijn erboven. Wijs het getal aan op de getallenlijn
waarmee je begint. Doe 1 minder. Waar kom je uit? Doe
1 meer. Waar kom je uit? Enzovoort.
• Help de kinderen bij het werken met MAB-materiaal in
opdracht 5. Hoeveel staafjes tel je? Hoeveel losse blokjes tel
je? Wat wordt nu het getal?
• Help de kinderen met het leggen van de aantallen met
MAB-materiaal. Laat de kinderen eventueel zelf ervaren dat
er 10 MAB-blokjes in een staaf passen. Geef aan dat het
handiger is om een staaf te gebruiken als er meer dan 10
gelegd wordt. Tel en leg het MAB-materiaal samen met de
leerling. Tel verkort door vanaf 10 en leg tegelijkertijd de
losse blokjes erbij.
17
4
Deel de getallenkaartjes van 1 t/m 20 uit. Roep de ‘getallen’ 0,
5, 10, 15 en 20 voor het bord. Neem voldoende tussenruimte.
U noemt een getal en het kind met dat getal zoekt zijn plekje
op tussen de getallen voor het bord. Vraag ook aan de klas of
het kind goed staat. Stel vragen: Hoort 12 dichter bij de 10 of
dichter bij de 15?
© Noordhoff Uitgevers bv
01-05-14 13:33
20-05-14 14:20
7
Basisstof
optellen tussen 10 en 20
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen getallen t/m 10
splitsen;
• kunnen optellen van
10 t/m 20;
• kunnen optellen t/m 10.
Materialen
Klassikaal:
• getallenkaarten van
1 t/m 20
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 19 t/m 21
• MAB-materiaal
• kleurpotloden
optellen
Herhalen
1
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen maken alle splitsingen van de getallen 6 en 7.
Klassikale instructie
Nieuw
• Bespreek opdracht 1.
• Introductie van het optellen tussen 10 en 20.
Vertel de kinderen dat ze nu gaan optellen van 10 tot en met 20.
Leg uit dat de kinderen voor 10 één staafje moeten neerleggen in
plaats van 10 losse blokjes. Maak samen opdracht 2. Je begint
met het getal 10. Hoe leg je dat? Hoeveel blokjes komen erbij?
Hoeveel heb je samen? Maak samen de 3 opdrachten.
• Bij opdracht 3 gaan de kinderen de sommen zelf leggen.
Verwoord de stappen die bij het leggen van de som horen. Je hebt
10 blokjes, leg 1 staaf. Hier komen 2 blokjes bij. Dan heb je samen
12 blokjes. Maak van ieder rijtje de bovenste 2 sommen.
Let op: de kinderen leggen bij de getallen van 10 tot 20 eerst een
staafje van 10 en dan de losse blokjes.
2
Doel: optellen tussen 10 en 20
De kinderen maken met behulp van de afbeeldingen van het
MAB-materiaal de optelsommen tussen de 10 en 20.
3
Doel: optellen tussen 10 en 20
De kinderen maken met behulp van het MAB-materiaal de
optelsommen tussen de 10 en 20.
Vooruitblik zelfstandig werken
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
116
4
Doel: optellen t/m 20
De kinderen maken met behulp van het MAB-materiaal de
optelsommen.
5
Doel: optellen t/m 20
De kinderen geven de optellingen in de sterren de goede kleur.
6
Doel: optellen t/m 10
De kinderen tellen de ogen van de twee dobbelstenen op.
7
Doel: splitsen t/m 10 (T)
De kinderen splitsen de getallen 4, 5, 8 en 9 met een tabel.
8
Doel: optellen t/m 20 (N)
De kinderen vullen het eerste of tweede getal van de optelling in
om zo de gewenste uitkomst te krijgen. Laat de kinderen de som
met MAB-materiaal maken. Laat de kinderen eerst het bekende
getal leggen en daarna aanvullen tot de uitkomst. Hoeveel blokjes
komen erbij?
Blok 3 • Week 2
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 116
20-05-14 14:20
+
+
1
7
optellen
+
++
/1 vul in.
+
alle splitsingen
van 7 en 6.
6
6
7
4
3
0
6
4
2
1
6
5
2
1
5
5
1
2
5
6
1
2
4
6
0
3
4
7
0
3
3
2 vul in en reken uit.
10 + 5 = 15
3
9
7
0
+
Deel de getallenkaarten van 0 tot en met 20 uit. Ieder kind gaat
op zoek naar een kind waarmee er opgeteld 20 uitkomt. Maak
dit duidelijk met een voorbeeld. Wanneer de twee elkaar
hebben gevonden blijven ze bij elkaar staan. Wanneer het spel
klaar is gaat u samen met de kinderen kijken of het klopt. Bij 1
staat 19. Is dat samen 20? Klopt. Ga zo verder. Het getal 10 is
over. Hoe kan dat?
7
+
Speltip
12 + 4 = 16
15 + 3 = 18
Verlengde instructie
3 reken uit.
Bied hulp bij het optellen met MAB-materiaal. Ga na of de
kinderen de sommen op de juiste manier leggen. Leg het getal
waarmee je begint. Controleer of dat goed is gelegd met het
staafje en losse blokjes. Hoeveel blokjes komen erbij? Welk
getal heb je dan samen? Schrijf dat op. Oefen zo met
meerdere getallen.
10 + 2 = 12
12 + 3 = 15
14 + 3 = 17
10 + 5 = 15
12 + 5 = 17
14 + 5 = 19
11 + 1 = 12
13 + 4 = 17
15 + 1 = 16
11 + 3 = 14
13 + 6 = 19
15 + 3 = 18
++
19
Blok 3 • Week 2
+
Blok 3 • Week 2
19
15354_LWB 3B (herziening).indb 19
11 + 1 = 12
12 + 2 = 14
14 + 3 = 17
11 + 4 = 15
12 + 4 = 16
14 + 0 = 14
11 + 2 = 13
13 + 3 = 16
15 + 2 = 17
11 + 3 = 14
13 + 1 = 14
15 + 3 = 18
01-05-14 13:33
+
4 reken uit.
+
5 reken uit.
geef de sterren de goede kleur.
15 = rood
16 = groen
14 + 3
17 = blauw
18 = oranje
19 = geel
17 + 1
16 + 3
12 + 4
11 + 4
10 + 6
15 + 4
10 + 5
13 + 4
+
+
12 + 6
14 + 4
+
10 + 9
6 reken uit.
samen 7
+
samen 7
+
samen 9
+
samen 9
+
samen 10
+
samen 9
+
+
20
+
Blok 3 • Week 2
++
20
15354_LWB 3B (herziening).indb 20
9
+
+
5
8
4
2
7
5
0
1
7
0
4
4
5
3
2
3
5
3
1
6
3
2
3
2
6
2
2
9
0
1
4
4
4
4
0
/8 vul in.
wat er boven in gaat,
komt er onder uit
+
++
+
01-05-14 13:33
/7 splits.
8 + 12
= 20
8 + 8
= 16
5 +
9
3 +
= 14
16
= 19
8 + 9
21
= 17
117
Blok 3 • Week 2
© Noordhoff Uitgevers
bv
Blok 3 • Week 2
15354_LWB 3B (herziening).indb 21
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 117
21
01-05-14 13:34
20-05-14 14:20
8
optellen
Basisstof
optellen van 0 t/m 10 en van
10 t/m 20
Herhalen
1
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen splitsen;
• kunnen optellen van
10 t/m 20;
• kunnen optellen van
0 t/m 10.
Klassikale instructie
• Herhaal het optellen van 10 t/m 20 door samen de sommen van
opdracht 1 te maken. Met hoeveel blokjes begin je (gele kleur)?
Hoeveel blokjes komen erbij? Hoeveel blokjes heb je samen?
Schrijf de sommen samen op.
• Bespreek opdracht 2. Laat de eerste som leggen en daarna de
som die eronder staat. Wat valt je op? Zien de kinderen dat de
sommen veel op elkaar lijken? Wat is het verschil?
• Maak samen een aantal sommen van opdracht 3 met behulp van
MAB-materiaal.
Materialen
Klassikaal:
• MAB-materiaal
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 22 t/m 24
• MAB-materiaal
• kleurpotloden
Doel: optellen van 10 t/m 20
De kinderen maken met behulp van de afbeeldingen van het
MAB-materiaal de optelsommen tussen de 10 en 20.
•
2
Doel: optellen van 10 t/m 20
De kinderen maken de optelsommen en vergelijken steeds de
2 sommen die onder elkaar staan.
3
Doel: optellen van 10 t/m 20
De kinderen maken de optelsommen en mogen daarbij MABmateriaal gebruiken.
Vooruitblik zelfstandig werken
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
118
4
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen maken alle splitsingen met de getallen 8 en 9.
5
Doel: optellen van 10 t/m 20
De kinderen kleuren de sommen volgens de kleuraanduiding van
de uitkomsten.
6
Doel: optellen van 10 t/m 20
De kinderen maken de optelsommen en mogen daarbij MABmateriaal gebruiken.
7
Doel: optellen van 10 t/m 20.
De kinderen maken de optelsommen en vergelijken steeds de
twee sommen die onder elkaar staan met elkaar.
8
Doel: optellen van 10 t/m 20 (T)
De kinderen kleuren de sommen met een uitkomst kleiner dan 10
geel en de sommen met een uitkomst groter dan 10 groen.
9
Doel: optellen t/m 20 (N)
De kinderen verbinden de sommen met gelijke uitkomst.
Blok 3 • Week 2
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 118
20-05-14 14:20
++
+
8
optellen
/1 vul in en reken uit.
20
15 + 5 =
20
2 reken uit.
Verlengde instructie
+
+
wat is het verschil?
3+2= 5
4+3= 7
13 + 2 = 15
14 + 3 = 17
7+2= 9
1+5= 6
4+4= 8
17 + 2 = 19
11 + 5 = 16
14 + 4 = 18
5+3= 8
2+5= 7
6+3= 9
15 + 3 = 18
12 + 5 = 17
16 + 3 = 19
10 + 3 = 13
12 + 3 = 15
14 + 2 = 16
10 + 6 = 16
12 + 5 = 17
14 + 1 = 15
11 + 4 = 15
13 + 3 = 16
15 + 0 = 15
11 + 5 = 16
13 + 1 = 14
15 + 5 = 20
22
+
3 reken uit.
+
Neem de optelsommen stap voor stap door. Laat de kinderen
daarbij hardop verwoorden wat ze doen, terwijl ze met het
MAB-materiaal werken.
• Met welk getal begin je met leggen? Leg dit met MABmateriaal.
• Welk getal komt erbij? Leg deze blokjes erbij.
• Hoeveel is dat samen? Schrijf het antwoord op.
12 + 8 =
+
+
Laat de kinderen in tweetallen werken. Elk tweetal krijgt 6
MAB-blokjes. Eén kind verbergt een aantal blokjes. Het andere
kind mag zeggen hoeveel blokjes zijn weggenomen. Laat de
kinderen van beurt wisselen. Splitsingen van andere getallen
onder de 10 kunnen ook zo geoefend worden.
17
+
Speltip
10 + 7 =
Blok 3 • Week 2
/4 vul in.
+
++
alle splitsingen
van 9 en 8.
15354_LWB 3B (herziening).indb 22
+
9
01-05-14 13:34
9
8
8
0
9
5
4
0
8
5
3
1
8
6
3
1
7
6
2
2
7
7
2
2
6
7
1
3
6
8
1
3
5
8
0
4
5
9
0
4
4
5 reken uit.
geef de taartjes de goede kleur.
+
++
+
22
17 = rood
18 = groen
19 = oranje
20 = geel
14 + 6
14 + 3
19 + 1
14 + 5
16 + 2
11 + 6
11 + 8
12 + 8
12 + 5
18 + 2
13 + 6
15 + 2
6 reken uit.
10 + 8 = 18
17 + 2 = 19
11 + 3 = 14
12 + 3 = 15
15 + 3 = 18
12 + 5 = 17
14 + 4 = 18
12 + 6 = 18
13 + 4 = 17
13 + 2 = 15
15 + 4 = 19
11 + 7 = 18
++
23
Blok 3 • Week 2
+
Blok 3 • Week 2
/7 reken uit.
01-05-14 13:34
2+4= 6
3+6= 9
4+2= 6
12 + 4 = 16
13 + 6 = 19
14 + 2 = 16
2+6= 8
3 + 7 = 10
5+4= 9
12 + 6 = 18
13 + 7 = 20
15 + 4 = 19
/8 geef de sommen de goede kleur.
kleiner dan 10 ➔ geel.
groter dan 10 ➔ groen.
15 + 5 = 20 11 + 3 = 14
3+4= 7
11 + 9 = 20
7+2= 9
2+6= 8
18 + 1 = 19
12 + 7 = 19
3+2= 5
6+1= 7
13 + 4 = 17
15 + 1 = 16 16 + 3 = 19
–
1 wat is het g
+
+
2+2= 4
+
4+3= 7
+
15354_LWB 3B (herziening).indb 23
3+5= 8
23
/9 verbind de sommen met hetzelfde antwoord.
11 + 9 •
• 2 + 14
19 + 1 •
• 0 + 18
15 + 3 •
• 0 + 17
12 + 6 •
• 4 + 13
12 + 4 •
• 1 + 19
10 + 8 •
• 2 + 17
10 + 7 •
• 3 + 16
14 + 3 •
• 9 + 11
13 + 6 •
• 5 + 13
12 + 7 •
• 2 + 16
24
119
24
Blok 3 • Week 2
15354_LWB 3B (herziening).indb 24
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 119
© Noordhoff Uitgevers bv
01-05-14 13:34
20-05-14 14:20
7 kilo
9
Basisstof
• optellen in
contextsommen
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen een som uit de
context halen.
Daarnaast komen contexten
aan de orde waarbij de
kinderen:
• gewichten optellen;
• concreet splitsen met
dobbelstenen;
• punten optellen.
Materialen
Klassikaal:
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 25 t/m 27
• kleurpotloden
120
toepassen
1
Doel: het gewicht berekenen van 2 of 3 stenen
De kinderen vullen in wat de stenen samen wegen.
2
Doel: punten optellen
De kinderen tellen de punten die bij de pijltjes horen op.
Klassikale instructie
• Bespreek de opdrachten 1 en 2 na.
• In deze les komen twee “luister goed” opdrachten voor.
Deze opdrachten zijn sommen in een context. De bedoeling is dat
de kinderen zelf de juiste som bedenken.
De kinderen hebben bij deze opgaven het leerwerkboek voor zich
op tafel.
Ze bekijken de tekening goed. De tekst die bij de tekening hoort
wordt voorgelezen. Vervolgens loopt u met ze het stappenplan
door om de opdracht op te lossen. Het stappenplan bestaat uit
deze stappen:
– Kan iemand het verhaaltje bij het plaatje navertellen?
– Weet iemand wat er uitgerekend moet worden?
– Welke som hoort daarbij?
– Wat is de uitkomst van die som?
De som en het antwoord schrijven de kinderen in hun leerwerkboek.
3
Doel: de som uit de context halen
• Laat de kinderen naar de tekening kijken.
• Lees de som voor:
– Luister goed!
– De eerste keer gooit Soraja 10 kegels om.
– De tweede keer vallen er 6 kegels om.
– Hoeveel kegels gooit Soraja bij elkaar om?
• Laat de kinderen het verhaaltje bij het plaatje navertellen en
controleer of ze het begrepen hebben.
• Vraag de kinderen wie weet wat er uitgerekend moet worden.
• Vraag de kinderen de som op te schrijven en controleer dit
klassikaal.
• Vraag de kinderen de som uit te rekenen en vraag hoeveel
kegels Soraja bij elkaar omgooit.
4
Doel: de som uit de context halen
• Laat de kinderen naar de tekening kijken.
• Lees de som voor:
– Luister goed!
– In het orkest zitten 12 meisjes en 5 jongens.
– Hoeveel kinderen zitten er in het orkest?
• Laat de kinderen het verhaaltje bij het plaatje navertellen en
controleer of ze het begrepen hebben.
• Vraag de kinderen wie weet wat er uitgerekend moet worden.
• Vraag de kinderen de som op te schrijven en controleer dit
klassikaal.
• Vraag de kinderen de som uit te rekenen en vraag hoeveel
kinderen in het orkest zitten.
Blok 3 • Week 2
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 120
20-05-14 14:20
=
+
9
toepassen
–
=
1 wat is het gewicht? vul in.
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van
iedere opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
5
6
7
++
+
Doel: bijtellen
De kinderen rekenen uit hoeveel ogen ze in het lege vakje
erbij moeten tekenen.
Tip: maak daarbij gebruik van de getallenbeelden.
10 kilo
2 kilo
20 kilo
15 kilo
17 kilo
2 tel het aantal punten.
vul in.
2
2
5
5
5
10
10
10
7 punten
12 punten
6 punten
3
3
3
5
5
5
12
12
12
17 punten
15 punten
18 punten
Doel: optellen t/m 20 (T)
De kinderen kleuren de sommen met een uitkomst groter
dan 10.
Doel: punten optellen (N)
De kinderen kleuren in het 1e rijtje 3 kaarten die samen 10
zijn en in het 2e rijtje 4 kaarten die samen 10 zijn.
5 kilo
7 kilo
–
Vooruitblik zelfstandig werken
+–
2
=–
25
+
Blok 3 • Week 2
3
luister goed!
15354_LWB 3B (herziening).indb 25
01-05-14 13:34
Speltip
+
Verdeel de klas in groepjes van 3 of 4. Laat elke groep op
verschillende manieren het getal 6 op hun vingers uitbeelden.
Geef als voorbeeld het getal 8. Dit kun je op je vingers zetten
door 5 en 3 vingers aan elke hand te combineren, of 4 en 4
vingers. Tot welke splitsingen van 6 komen de kinderen met
hun vingers? Bespreek de mogelijkheden na.
10 + 6 = 16 kegels
4
luister goed!
+
12 + 5 = 17 kinderen
5 teken de stippen.
+
26
samen 6
=
samen 6
Blok 3 • Week 2
samen 6
samen 5
samen 5
+–
26
15354_LWB 3B (herziening).indb 26
01-05-14 13:34
/6 kleur de sommen groter dan 10.
=
–
11 + 6
5+4
6 + 13
10 + 7
15 + 5
10 + 3
1+5
10 + 9
2+3
11 + 1
12 + 7
2+7
10 + 1
4+2
15 + 4
11 + 2
4+4
2 + 16
1+7
13 + 2
17 + 2
1+2
15 + 4
9 + 11
11 + 0
/7 kleur de kaarten.
kleur steeds drie kaarten
die samen 10 zijn.
kleur steeds vier kaarten
die samen 10 zijn.
–
+
=
–
–
=
Verlengde instructie
• Help de kinderen bij het optellen van de gewichten in
opdracht 1. Hoeveel wegen de stenen? Laat de stenen
daarbij aanwijzen. Nu gaan we kijken hoeveel het samen
weegt. Begin met de zwaarste steen en doe dan de andere
stenen er één voor één bij. Het gebruik van MAB-materiaal
kan hierbij ondersteuning bieden.
• Bespreek het doel van opgave 2. De kinderen moeten de
totale waarde van de pijlen bepalen. Bepaal samen met de
kinderen hoeveel elke gegooide pijl waard is. Kan de leerling
hierbij een som bedenken? Wat is de uitkomst van deze
som?
25
5 teken de stippen.
samen 6
samen 6
samen 6
samen 5
samen 5
27
121
Blok 3 • Week 2
© Noordhoff Uitgevers
bv
Blok 3 • Week 2
15354_LWB 3B (herziening).indb 27
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 121
27
01-05-14 13:34
20-05-14 14:20
10
Herhalen
• basisstof les 6 t/m 9
Lesdoelen
• De kinderen:
• kunnen een rekendictee
maken;
• kunnen getallen tot 20 op
de getallenlijn plaatsen;
• kunnen rekenen met het
MAB-materiaal tot en met
20;
• kunnen optellen met
getallen van 0 t/m 10 en
van 10 t/m 20.
Materialen
Klassikaal:
• getallenkaartjes van
1 t/m 20
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
bladzijde 28 en 29
• MAB-materiaal
• kleurpotloden
herhalen
Rekendictee
We beginnen de les met een rekendictee. Ik lees de opdrachten of
sommen op. Het antwoord schrijf je in je leerwerkboek.
1
2
3
4
5
6
Schrijf op: negentien 19
Schrijf op: elf 11
2 minder dan 19 is ... 17
2 meer dan 11 is ... 13
13 + 6 = ... 19
11 + 3 = ... 14
Bespreek het rekendictee na.
Vooruitblik zelfstandig werken
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
1
Doel: getallen t/m 20 op de getallenlijn plaatsen
De kinderen verbinden de getallen met de juiste plek op de
getallenlijn.
2
Doel: rekenen met MAB-materiaal t/m 20
De kinderen vullen in hoeveel staafjes van 10 en hoeveel losse
blokjes er zijn en vullen dan het getal in.
3
Doel: optellen van 10 t/m 20
De kinderen maken de optelsommen door het antwoord in te
vullen.
4
Doel: optellen van 10 t/m 20
De kinderen maken de optelsommen door het antwoord in te
vullen.
5
Doel: optellen t/m 20 in context.
De kinderen tellen het aantal punten dat gegooid is bij elkaar op.
6
Doel: optellen t/m 20 (T)
De kinderen geven de sommen met de uitkomst 18 een kleur.
7
Doel: optellen van 10 t/m 20 (N)
De kinderen verbinden de sommen met dezelfde uitkomst met
elkaar.
Speltip
U deelt kaartjes uit met daarop de getallen 1 t/m 20. U noemt een
getal. De kinderen die 2 minder en 2 meer hebben houden hun
kaartje omhoog. Dan noemt u een ander getal en houden andere
kinderen met 2 minder en 2 meer hun kaartje omhoog. Ga zo door.
122
Blok 3 • Week 2
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 122
20-05-14 14:21
h
h
10
h
herhalen
rekendictee
3
5
2
4
6
h
Verlengde instructie
1
h h
h
/1 maak vast.
Help de kinderen met:
• het vastmaken van de getallen aan de getallenlijn. Wijs de
kinderen op lange streepjes (5-structuur). Hoe kun je 4
vastmaken zonder te tellen? Eén streepje voor de 5. Hoe
kun je 6 vastmaken zonder te tellen? Eén streepje na de 5.
Leg dit op dezelfde manier uit met de andere getallen.
• Help de kinderen met het leggen van de getallen van 10 tot
en met 20 met het MAB-materiaal. U noemt een getal en de
kinderen noemen het aantal staafjes en blokjes. Noem ook
de getallen 10 en 20.
0
10
5
20
14
9
6
16
15
11
19
h
4
h
hoeveel staafjes van 10 hoeveel losse getal
blokjes
1
6
16
1
3
13
2
0
20
h
/2 vul in.
/3 tel op.
13 + 5 = 18
13 + 6 = 19
13 + 2 = 15
10 + 7 = 17
14 + 6 = 20
15 + 3 = 18
12 + 6 = 18
14 + 5 = 19
10 + 9 = 19
12 + 3 = 15
15 + 4 = 19
14 + 5 = 19
10 + 8 = 18
16 + 2 = 18
13 + 3 = 16
12 + 6 = 18
12 + 4 = 16
h
h
h
h
h
28
11 + 6 = 17
Blok 3 • Week 2
h
28
/4 tel op.
h
15354_LWB 3B (herziening).indb 28
01-05-14 13:34
5 tel het aantal punten.
vul in.
2
2
5
5
2
5
10
10
10
17 punten
18 punten
20 punten
h
h h
h
/6 kleur de sommen met antwoord 18.
h
15 + 3
2+7
16 + 2
14 + 4
6+3
3+7
12 + 6
2+7
10 + 8
6+4
11 + 7
13 + 5
1 + 17
5+2
4 + 14
6+3
17 + 1
3 + 15
4+4
2 + 16
/7 verbind de sommen met hetzelfde antwoord.
10 + 7
15 + 3
13 + 3
12 + 7
Blok 3 • Week 2
•
•
•
•
•
•
•
•
10 + 8
12 + 4
12 + 5
13 + 6
15 + 4
14 + 2
10 + 8
14 + 3
•
•
•
•
•
•
•
•
10 + 9
12 + 5
14 + 4
12 + 4
29
29
Blok 3 • Week 2
15354_LWB 3B (herziening).indb 29
01-05-14 13:35
© Noordhoff Uitgevers bv
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 123
123
20-05-14 14:21
11
Basisstof
getallenstructuur tot 20
getallen
Klassikale instructie
• Herhaal het tellen met de getallenlijn van 0 tot en met 20.
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen de getallen
0 t/m10 schattend
plaatsen op de getallenlijn;
• kunnen de getallen
11 t/m 20 plaatsen op
getallenlijnen of delen
daarvan;
• kunnen rekenen met het
MAB-materiaal tot en met
20;
• kunnen de getallen
1 t/m 20 plaatsen op het
20-veld of delen daarvan;
• rekenen met 2 en 3
minder en met 2 en 3
meer.
Materialen
Klassikaal:
• getallenkaartjes van
1 t/m 20
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 30 t/m 32
• MAB-materiaal met losse
blokjes en staafjes van 10
• kleurpotloden
124
0
10
20
Wijs getallen aan op de getallenlijn tussen 10 en 20. Begin bij 15.
Welk getal hoort hier? Ga verder met andere getallen.
• Oefen met 2 en 3 minder en 2 en 3 meer.
• Introduceer het schatten op de getallenlijn van 0 tot 10. Welk getal
ligt precies midden tussen 0 en 10? Welk getallen liggen meteen
links en rechts van 5? Wijs dan plaatsen aan op de getallenlijn
tussen 0 en 10 en laat de kinderen schatten welk getal het kan
zijn.
1
Doel: schatten met en plaatsen van getallen t/m 20 op de
getallenlijn
De kinderen maken een schatting voor de getallen tot 10 en
plaatsen de getallen van 10 tot 20.
2
Doel: rekenen met 2 en 3 minder en met 2 en 3 meer
De kinderen vullen de tabellen in met behulp van de getallenlijn.
3
Doel: tellen en terugtellen t/m 20
De kinderen vullen de getallentrappen in.
Vooruitblik zelfstandig werken
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
4
Doel: getallen plaatsen op delen van de getallenlijn
De kinderen vullen aan de hand van de steungetallen het juiste
getal in.
5
Doel: werken met MAB-materiaal
De kinderen vullen in uit hoeveel staafjes en blokjes het aantal
bestaat en schrijven het getal erachter.
6
Doel: getallen invullen op delen van het 20-veld
De kinderen vullen de delen van het 20 veld in.
Tip: tussen de getallen boven en onder is een verschil van 10.
7
Doel: tellen en terugtellen t/m 20 (T)
De kinderen tellen door of terug met getallen tussen 0 en 20.
8
Doel: tellen en terugtellen t/m 20 in stappen van 2 en 3 (N)
De kinderen maken de getallenlijnen af. Ze tellen steeds 2 terug
en daarna 3 vooruit.
Blok 3 • Week 3
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 124
20-05-14 14:21
8
4
11
1
getallen
0
1 vul in.
Speltip
3
1
Deel de cijferkaartjes van 0 tot en met 20 uit. Leg uit dat er
sprongen van 2 moeten worden gemaakt en dat het begingetal
0 is. Ieder kind zegt zijn getal hardop als dat aan de beurt is en
houdt zijn kaartje omhoog. De kinderen in de klas tellen in een
langzaam tempo heel zachtjes mee. Herhaal dan de opdracht
en begin dan bij 1 (oneven getallen).
2
11
9
15
13
20
18
1 2
9
19
17
kijk bij de
getallenlijn.
2
2 meer
3 minder
5
7
9
8
11
3 meer
14
7
9
11
7
10
13
9
11
13
9
12
15
11
13
15
6
9
12
3
2 minder
9
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
3 vul in.
9
19
8
7
17
Blok 3 • Week 3
19
9
18
8
3
17
7
30
16
6
7
15
20
10
16
5
5
30
11
18
6
1
4 vul in.
0
15354_LWB 3B (herziening).indb 30
2
8
5
11
14
10
01-05-14 13:35
19
16
15
3
0
5 vul in.
hoeveel staafjes van 10 hoeveel losse getal
blokjes
2
9
9
7
5
14
10
2 vul in.
Verlengde instructie
• Help de kinderen bij het schattend plaatsen van getallen op
de getallenlijn. Vertel dat ze in gedachten de streepjes
mogen plaatsen. Ze kunnen daarvoor kijken bij de
getallenlijn van 10 tot en met 20. Help de kinderen met het
bepalen van de helft tussen 0 en 10. Welk getal hoort daar?
Welke getallen staan links en rechts van 5? Welke getallen
staan rechts naast de 1 en links naast de 10?
• Help de kinderen met het rekenen met 2 en 3 minder en 2
en 3 meer. Zeg dat de kinderen eerst het gegeven getal
aanwijzen op de getallenlijn. Welke kant ga je op bij minder?
Welke kant ga je op bij meer? Hoeveel plaatsen moet je
verspringen? Waar kom je uit?
8
6
4
4
0
1
5
0
9
15
9
1
7
17
2
0
20
1
8
18
3
6 vul in.
dit zijn stukjes van
het 20-veld.
1
2
3
5
11 12 13
7
8
6
7
9
15 16 17
9
2
17 18 19
3
10
19 20
4
4
12 13 14
5
6
14 15 16
31
4
8
31
Blok 3 • Week 3
1
Blok 3 • Week 3
15354_LWB 3B (herziening).indb 31
1 erbij of 1 eraf.
8
9
6
/8
4
5
6
5
4
3
2
1
9
8
7
6
10 11 12 13
13
12 11 10
15 16 17 18 19
20
19 18 17 16 15
15
14 13 12 11 10
7
8
9
maak af.
2 terug en 3 vooruit.
9
10 11
2 terug, 3 vooruit
12 10 13 11 14 12
10
8
11
14
12
15
13 16 14 17 15 18 16
12
10
13
11 14 12 15 13 16 14
/1 trek af.
9–5= 4
6–6= 0
8–4= 4
7–2= 5
1
9
3
3
4
2
14
–
01-05-14 13:35
/7 vul in.
3 schrijf de so
32
125
32
Blok 3 • Week 3
15354_LWB 3B (herziening).indb 32
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 125
© Noordhoff Uitgevers bv
01-05-14 13:35
20-05-14 14:21
12
Basisstof
aftrekken t/m 20
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen aftrekken tussen
0 en 20;
• kunnen getallen t/m 10
splitsen.
Materialen
Klassikaal:
• getallenkaartjes van
1 t/m 20
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
bladzijde 33 t/m 35
• MAB-materiaal
• kleurpotloden
aftrekken
Herhalen
1
Doel: aftrekken t/m 10
De kinderen maken de aftreksommen.
2
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen strepen de aantallen die eraf gaan door en vullen
dan de uitkomst in.
Klassikale instructie
Nieuw
• Bespreek de opdrachten 1 en 2 na. Herhaal dat het
aftrekken in opdracht 2 zichtbaar wordt gemaakt met
wegstrepen.
• Introductie van het aftrekken tussen 10 en 20.
Maak samen de eerste som van opdracht 3. Welke getal is hier
gelegd? Hoeveel gaat eraf? Wat wordt de aftreksom? Hoe schrijf je
dat op?
• Vertel dat in opdracht 4 aftreksommen worden gemaakt met
behulp van MAB-materiaal. Leg 12 met een staafje van 10 en 2
losse blokjes. Hoeveel moet je eraf doen? Hoeveel blokjes blijven
er over? Vul de uitkomst in. Ga op deze manier verder met de
sommen in het eerste rijtje en de bovenste sommen van het 2e en
3e rijtje.
3
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen maken aan de hand van de afbeeldingen met
MAB-materiaal de aftreksommen.
Let op: wat eraf gaat is doorgestreept.
4
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen maken aftreksommen tussen 10 en 20 met behulp
van MAB-materiaal.
Vooruitblik zelfstandig werken
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
126
5
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen trekken af van het getal 20.
Let op: het getal 20 wordt hier gelegd met 1 staafje van 10 en 10
losse blokjes.
6
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen maken de aftreksommen.
7
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen maken splitsingen met de getallen 4, 6, 8 en 10.
8
Doel: aftrekken t/m 20 (T)
De kinderen kleuren sommen met een uitkomst kleiner dan 10
geel en een uitkomst groter dan 10 groen.
Blok 3 • Week 3
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 126
20-05-14 14:21
–
Doel: aftrekken t/m 20 (N)
Benadruk dat het aftrekken bij deze sommen gebeurt in de
volgorde van links naar rechts. Bij de eerste opgave dus
eerst 20 – 5 = 15 en daarna 15 – 3 = 12.
9
10 – 1 = 9
7–2= 5
6–6= 0
10 – 3 = 7
9–5= 4
8–4= 4
10 – 6 = 4
5–2= 3
7–2= 5
10 – 7 = 3
8–3= 5
/2 streep door en reken uit.
20 – 6 = 14
20 – 7 = 13
20 – 9 = 11
3 schrijf de som op.
14 – 3 = 11
19 – 5 = 14
15 – 5 = 10
– – 33
–
–
Verlengde instructie
• Bied hulp bij het aftrekken met het MAB-materiaal. Met welk
getal moet je beginnen? Leg dat getal maar eens. Hoeveel
gaat eraf? Neem die blokjes weg. Hoeveel blijft er over?
Schrijf dat op.
• Bied hulp bij het splitsen. Help de kinderen bij het leggen
van de splitsing met de blokjes van het MAB-materiaal. Laat
het kind hardop verwoorden hoe het werkt.
Blok 3 • Week 3
33
Blok 3 • Week 3
4 reken uit.
15354_LWB 3B (herziening).indb 33
01-05-14 13:35
je mag de blokjes
gebruiken.
12 – 1 = 11
16 – 2 = 14
18 – 5 = 13
13 – 3 = 10
16 – 4 = 12
18 – 7 = 11
14 – 2 = 12
17 – 4 = 13
19 – 9 = 10
15 – 3 = 12
17 – 6 = 11
19 – 5 = 14
20 – 1 = 19
20 – 10 = 10
20 – 6 = 14
20 – 2 = 18
20 – 9 = 11
20 – 5 = 15
20 – 3 = 17
20 – 8 = 12
20 – 0 = 20
20 – 4 = 16
20 – 7 = 13
20 – 20 = 0
18 – 5 = 13
15 – 3 = 12
17 – 5 = 12
19 – 6 = 13
16 – 5 = 11
17 – 4 = 13
–
Deze speltip is een variant op de speltip van de vorige les.
Deel de getallenkaartjes tot en met 20 uit. Leg uit dat er
teruggeteld wordt in sprongen van 2. Het begingetal is 20.
Ieder kind zegt zijn getal hardop in de juiste volgorde. De
getallen die er tussen liggen mogen de kinderen zacht voor
zichzelf zeggen. Herhaal de opdracht en begin bij 19.
9–5= 4
3
Speltip
–
/1 trek af.
–
9
aftrekken
–
1
–12 – – –
–
–
5 trek af.
–
6 trek af.
7 splits.
10
–
34
–
8
6
4
8
2
6
2
4
2
3
1
3
7
4
4
1
5
1
2
1
9
7
1
3
3
1
3
5
1
4
0
5
Blok 3 • Week 3
– – –
5
5
3
15354_LWB 3B (herziening).indb 34
–
– –
7–3= 4
groter dan 10 ➔ groen.
16 – 5 = 11 14 – 3 = 11
9–3= 6
6–2= 4
19 – 8 = 11
17 – 1 = 16
8–4= 4
1–1= 0
20 – 9 = 11
5–4= 1
18 – 4 = 14 16 – 3 = 13
9–5= 4
7–
7–2= 5
5–
10 – 6 = 4
9–
6–5= 1
19 – 2 = 17
7–6= 1
/9 trek af.
reken in stappen:
20 – 5 – 3
doe eerst 20 – 5 = 15
daarna 15 – 3 = 12
–
–
01-05-14 13:35
/8 kleur de sommen.
kleiner dan 10 ➔ geel.
34
20 – 5 – 3 = 15 – 3 = 12
20 – 2 – 4 = 18 – 4 = 14
18 – 2 – 5 = 16 – 5 = 11
18 – 1 – 3 = 17 – 3 = 14
19 – 3 – 6 = 16 – 6 = 10
19 – 4 – 3 = 15 – 3 = 12
17 – 3 – 4 = 14 – 4 = 10
20 – 5 – 2 = 15 – 2 = 13
35
127
Blok 3 • Week 3
© Noordhoff Uitgevers
bv
Blok 3 • Week 3
15354_LWB 3B (herziening).indb 35
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 127
35
01-05-14 13:35
20-05-14 14:21
13
Basisstof
aftrekken tussen 10 en 20
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen aftrekken tussen
0 en 10 en tussen
10 en 20;
• kunnen getallen tot 10
splitsen.
Materialen
Klassikaal:
• MAB-materiaal
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 36 t/m 38
• MAB-materiaal
• kleurpotloden
aftrekken
Klassikale instructie
• Herhaal het aftrekken met doorstrepen in opdracht 1. Bespreek de
voorbeeldsom. Laat de kinderen dan zelfstandig de volgende 2
sommen maken en bespreek deze na. Welk getal leg je neer?
Welk getal gaat eraf? (blokjes wegnemen.) Wat wordt de uitkomst?
Vul die in.
• Bespreek opdracht 2. Zien de kinderen dat de sommen steeds in
rijtjes van 2 staan? De sommen lijken veel op elkaar. Wat is het
verschil? Maak hierna samen de eerste 3 rijtjes van 2 sommen.
• Maak van opdracht 3 van ieder rijtje de bovenste som. Maak
gebruik van MAB-materiaal.
1
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen strepen door wat eraf gaat en vullen dan het
antwoord in.
2
Doel: aftrekken tussen 0 en 10 en tussen 10 en 20
De kinderen leggen de sommen en schrijven de uitkomsten op.
Daarna vergelijken ze de sommen met elkaar.
Let op: tussen de twee sommen zit steeds een verschil van 10.
3
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen leggen de sommen eerst met MAB-materiaal en
schrijven de uitkomsten op.
Vooruitblik zelfstandig werken
• Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
• Vertel de kinderen dat ze bij opdracht 4 de uitkomst moeten
aangeven met een kleur. Neem de koppeling van getal en kleur
met de kinderen door.
128
4
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen geven de uitkomst van de sommen in de snoepjes
de juiste kleur.
5
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen leggen de som eerst MAB-materiaal en schrijven dan
de uitkomst op.
6
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen maken de splitsingen met de getallen 3, 5, 7 en 9.
7
Doel: aftrekken tussen 10 en 20 (T)
De kinderen geven de aftreksommen waar 0 uitkomt een kleur.
8
Doel: aftrekken tussen 10 en 20 (N)
De kinderen trekken twee keer af.
Tip: wijs de kinderen op de hulpfiguur.
Blok 3 • Week 3
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 128
20-05-14 14:21
– –
–
13
aftrekken
1 streep door en reken uit.
–
17 – 4 = 13
20 – 8 = 12
Speltip
20 – 5 = 15
Laat de kinderen in groepjes of tweetallen werken. Elk tweetal
krijgt 10 MAB-blokjes. Eén kind verbergt een aantal blokjes.
Het andere kind mag zeggen hoeveel blokjes zijn
weggenomen. Laat de kinderen van beurt wisselen.
Doe hetzelfde met 20 blokjes (1 staafje van 10 en 10 losse
blokjes).
16 – 5 = 11
–
36
–
–
17 – 5 = 12
Verlengde instructie
wat is het verschil
tussen de sommen?
7–3= 4
7–6= 1
5–2= 3
17 – 3 = 14
17 – 6 = 11
15 – 2 = 13
1–1= 0
3–1= 2
8–3= 5
11 – 1 = 10
13 – 1 = 12
18 – 3 = 15
9–5= 4
5–4= 1
7–7= 0
19 – 5 = 14
15 – 4 = 11
17 – 7 = 10
11 – 1 = 10
14 – 2 = 12
17 – 4 = 13
12 – 2 = 10
14 – 4 = 10
18 – 6 = 12
13 – 2 = 11
15 – 3 = 12
19 – 5 = 14
13 – 1 = 12
16 – 5 = 11
19 – 8 = 11
– – –
Blok 3 • Week 3
36
3 reken uit.
15354_LWB 3B (herziening).indb 36
–
• Help de kinderen bij het aftrekken met MAB-materiaal.
Neem de sommen stap voor stap door: Welk getal moet je
eerst leggen? Wat moet eraf (wegnemen)? Wat wordt de
uitkomst? Schrijf het antwoord op.
• Schenk ook voldoende aandacht aan de sommen uit
opdracht 2. Laat de kinderen twee van deze sommen naast
elkaar leggen. Zie je wat hier hetzelfde is? En wat is er
anders? Kan je nog meer van deze sommen bedenken?
–
–
18 – 4 = 14
2 reken uit en vul in.
–
– –
01-05-14 13:35
4 geef het snoep de goede kleur.
11 = rood
12 = groen
14 = geel
16 – 5
7
14 –
1
–
20 – 5
18 – 5
14 – 3
–
15 = oranje
17 – 3
15 – 3
16 – 2
17 – 2
19 –
13 = blauw
20
–6
19 – 8
5 reken uit.
20 – 5 = 15
16 – 2 = 14
17 – 5 = 12
18 – 3 = 15
19 – 5 = 14
16 – 3 = 13
19 – 4 = 15
18 – 4 = 14
20 – 7 = 13
16 – 1 = 15
17 – 4 = 13
19 – 6 = 13
– –
–
37
Blok 3 • Week 3
6 splits.
15354_LWB 3B (herziening).indb 37
3
5
7
01-05-14 13:35
9
1
2
3
2
5
2
8
1
3
0
1
4
2
5
2
7
2
1
4
1
4
3
6
3
0
3
2
3
6
1
4
5
/7 kleur de sommen waar 0 uitkomt.
15 – 15
9–9
10 – 10
8–8
17 – 7
12 – 2
1–1
13 – 3
11 – 0
2–2
18 – 18
16 – 6
18 – 8
12 – 12
19 – 19
5–5
20 – 20
0–0
/8 vul in.
–
1 hoeveel kaa
–
–
–
16 – 16
17 – 17
–
Blok 3 • Week 3
37
reken in stappen:
20 – 5 – 3 =
15 – 3 = 12
20 – 5 – 4 = 15 – 4 = 11
20 – 2 – 3 = 15
18 – 2 – 5 = 16 – 5 = 11
18 – 1 – 2 = 15
19 – 3 – 6 = 16 – 6 = 10
19 – 4 – 5 = 10
17 – 3 – 4 = 14 – 4 = 10
20 – 5 – 3 = 12
38
129
38
Blok 3 • Week 3
15354_LWB 3B (herziening).indb 38
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 129
© Noordhoff Uitgevers bv
01-05-14 13:35
20-05-14 14:22
vul in.
20 – 9 =
11 kaarsen
20 – 5 =
15 kaarsen
14
Basisstof
aftrekken in contextsommen
toepassen
1
Doel: aftreksom uit de context halen
De kinderen schrijven de aftreksommen op die bij de plaatjes
horen.
2
Doel: aanvullen tot 20
De kinderen vullen de rondjes op de vlag aan tot 20.
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen de som uit de
context halen.
Daarbij komen ook
contexten aan de orde
waarbij de kinderen:
• aftreksommen maken aan
de hand van
beeldmateriaal;
• punten optellen;
• hoeveelheden aanvullen
tot 15.
Materialen
Klassikaal:
• Dr. Digi
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 39 t/m 41
• kleurpotloden
130
Klassikale instructie
• Bespreek de opdrachten 1 en 2 na.
• In deze les komen twee “luister goed” opdrachten voor.
Deze opdrachten zijn sommen in een context. De bedoeling is dat
de kinderen zelf de juiste som bedenken.
De kinderen hebben bij deze opgaven het leerwerkboek voor zich
op tafel.
Ze bekijken de tekening goed. De tekst die bij de tekening hoort
wordt voorgelezen. Vervolgens loopt u met ze het stappenplan
door om de opdracht op te lossen. Het stappenplan bestaat uit
deze stappen:
– Kan iemand het verhaaltje bij het plaatje navertellen?
– Weet iemand wat er uitgerekend moet worden?
– Welke som hoort daarbij?
– Wat is de uitkomst van die som?
De som en het antwoord schrijven de kinderen in hun leerwerkboek.
3
Doel: som uit de context halen
• Laat de kinderen naar de tekening kijken.
• Lees de som voor:
– Luister goed!
– De puzzel heeft 20 stukjes.
– Er zijn 4 stukjes uit de doos.
– Hoeveel stukjes zitten er nog in de doos?
• Laat de kinderen het verhaaltje bij het plaatje navertellen en
controleer of ze het begrepen hebben.
• Vraag de kinderen wie weet wat er uitgerekend moet worden.
• Vraag de kinderen de som op te schrijven en controleer dit
klassikaal.
• Vraag de kinderen de som uit te rekenen en vraag hoeveel
stukjes er nog in de doos zitten.
4
Doel: som uit de context halen
• Laat de kinderen naar de tekening kijken.
• Lees de som voor:
– Luister goed!
– Op het vel zaten 20 postzegels.
– Rik heeft 7 brieven verstuurd met een postzegel.
– Hoeveel postzegels zitten er nog op het vel?
• Laat de kinderen het verhaaltje bij het plaatje navertellen en
controleer of ze het begrepen hebben.
• Vraag de kinderen wie weet wat er uitgerekend moet worden.
• Vraag de kinderen de som op te schrijven en controleer dit
klassikaal.
Blok 3 • Week 3
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 130
20-05-14 14:22
=
+
14
+–
toepassen
–
1 hoeveel kaarsen zijn gebruikt?
=
vul in.
•
–+
Vraag de kinderen de som uit te rekenen en vraag
hoeveel postzegels er nog op het vel zitten.
20 – 9 =
11 kaarsen
20 – 10 =
10 kaarsen
20 – 7 =
13 kaarsen
20 – 5 =
15 kaarsen
20 – 2 =
18 kaarsen
20 – 4 =
16 kaarsen
2 vul aan tot 20.
–
• Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van
iedere opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
• Kijk samen naar de plaatjes in opdracht 5. Hoeveel appels
zaten er in de doos? Hoeveel appels zitten er nu in de doos?
Welke som kun je hierbij maken? Wat is de uitkomst en wat
betekent dat getal? Bespreek dat het antwoord aangeeft
hoeveel appels verkocht zijn.
• Bespreek kort opdracht 6. Leg uit welke kleuren gebruikt
moeten worden als het antwoord 12, 13, 14 of 15 is. Maak
van elke uitkomst een som.
–
Vooruitblik zelfstandig werken
Doel: aftrekken (T)
De kinderen geven de uitkomst van de aftrekkingen de
juiste kleur.
luister goed!
15354_LWB 3B (herziening).indb 39
01-05-14 13:36
+
6
39
Blok 3 • Week 3
3
+
Doel: de som uit de context halen
De kinderen bedenken bij elk plaatje hoeveel appels er
verkocht zijn.
7
=–
Blok 3 • Week 3
5
20 – 4 = 16 stukjes
4
Doel: optellen (N)
De kinderen tellen de punten van het pijltjes gooien op.
39
–
luister goed!
–
=
20 – 7 = 13 postzegels
5 hoeveel appels zijn verkocht?
vul in.
Speltip
=
40
20 – 5 =
15 appels
20 – 7 =
13 appels
20 – 10 =
10 appels
20 – 6 =
14 appels
20 – 2 =
18 appels
=
20 – 8 =
12 appels
Blok 3 • Week 3
+–
15354_LWB 3B (herziening).indb 40
antwoord: 15 ➔ rood
de rest: geen kleur.
=
–
14 ➔ geel
10 – 1 19 – 4 20 – 5 10 – 9
13 ➔ groen
9–4
12 ➔ blauw
18 – 3 17 – 2 18 – 8
18 – 7 20 – 6 17 – 7 17 – 3 19 – 8 18 – 4
+
40
01-05-14 13:36
/6 kleur.
8–5
19 – 5
9–3
20 – 9 20 – 7 19 – 6 17 – 6 16 – 5 18 – 5 16 – 3 10 – 5
10 – 9 17 – 5 18 – 6 19 – 7 13 – 2 15 – 3 14 – 2 16 – 4 19 – 9
/7 reken de punten uit.
4
4
–
Bied hulp bij opdracht 5. De leerling bedenkt een verhaal bij
het plaatje. Kun je een som bij dit verhaal noemen? Laat de
situatie eventueel met MAB-materiaal uitspelen en hardop
verwoorden. Besteed ook aandacht aan de betekenis van de
getallen in de som.
• Wat betekent 20 in deze som? (totaal aantal appels)
• Wat de 8 in de som? (aantal overgebleven appels)
• Wat betekent de uitkomst? (aantal verkochte appels)
+
Verlengde instructie
+
De kinderen maken tweetallen. Ze leggen 20 stiften of
potloden in 4 rijen van 5 op tafel. Eén kind verbergt een aantal
stiften. Het andere kind mag zeggen hoeveel er zijn
weggenomen. Daarbij kunnen ze gebruik maken van de
structuur van de rijen. De kinderen kunnen samen bepalen
welke som hierbij hoort. Laat de kinderen van beurt wisselen.
5
5
10
10
sven: 19 punten
bram: 18 punten
sven heeft 1 punt meer dan bram.
4
4
5
5
10
10
sven: 24 punten
bram: 26 punten
41
bram heeft 2 punten meer dan sven.
15354_LWB 3B (herziening).indb 41
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 131
131
Blok 3 • Week 1
© Noordhoff Uitgevers
bv
Blok 3 • Week 3
41
01-05-14 13:36
20-05-14 14:22
15
Herhalen
basisstof les 11 t/m 14
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen een rekendictee
maken;
• kunnen getallen t/m 20 op
de getallenlijn plaatsen;
• kunnen optellen en
aftrekken tot en met 20.
Materialen
Klassikaal:
• getallenkaartjes van
1 t/m 20
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 42 en 43
• kleurpotloden
herhalen
Rekendictee
We beginnen de les met een rekendictee. Ik lees de opdrachten of
sommen op. Het antwoord schrijf je in je leerwerkboek.
1
2
3
4
5
6
Schrijf op: zeventien. 17
Schrijf op: veertien. 14
2 minder dan 14 is ... 12
2 meer dan 16 is ... 18
15 – 2 = ... 13
20 – 5 = ... 15
Bespreek het rekendictee na.
Vooruitblik zelfstandig werken
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van iedere
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
1
Doel: getallen op de getallenlijn t/m 20 plaatsen
De kinderen plaatsen het juiste getal op de getallenlijn.
2
Doel: getallen op een deel van de getallenlijn t/m 20 plaatsen
De kinderen plaatsen het juiste getal op een deel van de
getallenlijn.
3
Doel: optellen tussen 0 en 10 en tussen 10 en 20
De kinderen maken de optelsommen door het antwoord in te
vullen. De optelsommen staan in tweetallen bij elkaar.
4
Doel: aftrekken tussen 0 en 10 en tussen 10 en 20
De kinderen maken de aftreksommen door het antwoord in te
vullen. De aftreksommen staan in tweetallen bij elkaar.
5
Doel: optellen en aftrekken tussen 10 en 20 (T)
De kinderen geven de uitkomst van de optel- en aftreksommen
de juiste kleur.
6
Doel: aftrekken tussen 10 en 20 (N)
De kinderen trekken twee keer af.
Tip: wijs de kinderen op de hulpfiguur.
Speltip
U deelt kaartjes uit met daarop de getallen 1 t/m 20. U noemt een
getal. De kinderen die 1 minder en 1 meer hebben houden hun
kaartje omhoog. Oefen met een aantal getallen. Wissel de
getalkaartjes zo nodig om iedereen aan bod te laten komen.
132
Blok 3 • Week 3
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 132
20-05-14 14:22
h
h
15
h
herhalen
rekendictee
3
5
2
4
6
h
Verlengde instructie
1
h h
h
/1 vul in.
0
• Besteed aandacht aan de sommen van opdracht 3 en 4.
Laat de leerling twee van deze sommen naast elkaar leggen
met MAB-materiaal. Laat de leerling het verschil en de
overeenkomst verwoorden. Kan je nog meer van deze
sommen bedenken?
• Bespreek opdracht 6. Hier worden aftreksommen gemaakt
in twee stappen. Verwoord wat er gebeurt. Kan de leerling
een verhaal bij deze som bedenken? Laat de leerling de
sommen met MAB-materiaal leggen en hardop verwoorden.
10
0
4
8
6
20
11
10
13
15
17
19
20
h
2
h
8
12
12
10
18
15
10
20
h
/2 vul in.
/3 tel op.
h
4 + 6 = 10
5+4= 9
14 + 6 = 20
15 + 4 = 19
7+2= 9
1+5= 6
2+3= 5
17 + 2 = 19
11 + 5 = 16
12 + 3 = 15
Blok 3 • Week 3
/4 trek af.
h
15354_LWB 3B (herziening).indb 42
h
/5
h h
h
7–3= 4
7–6= 1
5–2= 3
17 – 3 = 14
17 – 6 = 11
15 – 2 = 13
9–5= 4
5–4= 1
7–7= 0
19 – 5 = 14
15 – 4 = 11
17 – 7 = 10
01-05-14 13:36
kleur de vakjes.
antwoord: 11 ➔ rood 12 ➔ geel
de rest: geen kleur.
20 – 8
19 – 9
20 – 5
10 – 2
17 – 4
17 – 3
11 + 7
20 – 3
h
42
h
h
h
h
h
42
3+6= 9
13 + 6 = 19
16 – 4
10 – 1
11 + 9
/6 vul in.
19 – 0
19 – 2
18 ➔ blauw
19 – 5
11 + 4 10 + 3 14 + 1
13 + 5
17 – 6
19 – 7
15 ➔ groen
12 + 6
14 + 3
10 – 7
16 – 6
17 – 5
19 – 4
20 – 2
16 – 5
18 – 8
19 – 6
reken in stappen:
20 – 2 – 3 =
18 – 3 = 15
20 – 4 – 3 = 16 – 3 = 13
23 – 3 – 2 = 20 – 2 = 18
18 – 4 – 2 = 14 – 2 = 12
24 – 4 – 3 = 20 – 3 = 17
19 – 5 – 3 = 14 – 3 = 11
22 – 2 – 5 = 20 – 5 = 15
43
Blok 3 • Week 3
43
Blok 3 • Week 3
15354_LWB 3B (herziening).indb 43
01-05-14 13:36
© Noordhoff Uitgevers bv
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 133
133
20-05-14 14:22
116
Herhalen
basisstof uit blok 3
Lesdoelen
De kinderen:
• kunnen getallen van
0 t/m 20 op de getallenlijn
plaatsen;
• kunnen tellen en
terugtellen tussen
10 en 20;
• kunnen optellen met
getallen tussen 10 en 20;
• kunnen aftrekken met
getallen tussen 10 en 20;
• kunnen getallen tot 10
splitsen.
nog een keer
Vooruitblik zelfstandig werken
Neem de opdrachten kort met de kinderen door. U kunt van elke
opdracht naast het voorbeeld nog een som maken.
1
Doel: getallen op de getallenlijn t/m 20 plaatsen
De kinderen vullen de kaartjes bij de getallenlijn in.
2
Doel: getallen op een deel van de getallenlijn t/m 20 plaatsen
De kinderen schrijven de getallen in de hokjes boven de pijlen.
3
Doel: tellen en terugtellen t/m 20
De kinderen vullen de getallentrappen aan.
Tip: een stap omhoog is 1 getal hoger en een stap omlaag is
1 getal lager.
4
Doel: optellen tussen 10 en 20
De kinderen maken de optelsommen. Ze maken bij het optellen
gebruik van MAB-materiaal.
Klassikaal:
• Dr. Digi
5
Per kind:
• leerwerkboek 3b,
blz. 44 en 45
• MAB-materiaal
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen maken de aftreksommen. Ze maken bij het aftrekken
gebruik van MAB-materiaal.
6
Doel: splitsen t/m 10
De kinderen splitsen de getallen 4, 5 en 10 in een tabel.
7
Doel: aanvullen tot 20
De kinderen rekenen bij elk plaatje uit hoeveel appels er verkocht
zijn.
8
Doel: aanvullen tot 10
De kinderen tekenen rondjes om in totaal tot 10 rondjes te
komen.
Materialen
134
Blok 3 • Week 4
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 134
20-05-14 14:22
?
?
16
?
nog een keer
/1 vul in.
10
0
Speltip
8
1
3
Laat de kinderen tweetallen vormen.
Stel de volgende vragen:
• Hoeveel jaar zijn jullie samen?
• Hoeveel broertjes en zusjes hebben jullie samen?
• Hoeveel huisdieren hebben jullie samen?
• Hoeveel schoenen hebben jullie samen?
• Hoeveel vingers hebben jullie samen? Enzovoort.
11
7
?
0
20
15
12
20
16
18
14
? ?
?
19
/2 vul in.
3
13
7
17
15
?
5
?
/3 vul in.
14
20
13
12
Verlengde instructie
12
16
19
15
18
?
één meer of één minder.
11
14
10
/4 reken uit.
15 + 4 = 19
18 + 1 = 19
13 + 1 = 14
12 + 0 = 12
17 + 2 = 19
13 + 2 = 15
13 + 0 = 13
16 + 4 = 20
15 + 1 = 16
15 + 3 = 18
15 – 4 = 11
16 – 1 = 15
18 – 5 = 13
14 – 4 = 10
16 – 2 = 14
18 – 7 = 11
13 – 3 = 10
17 – 2 = 15
19 – 8 = 11
14 – 3 = 11
17 – 3 = 14
19 – 5 = 14
14 + 3 = 17
Blok 3 • Week 4
?
?
?
?
44
12 + 5 = 17
?
Laat de kinderen werken met MAB-materiaal en de stappen
die ze zetten verwoorden.
/5 maak de sommen.
?
?
15354_LWB 3B (herziening).indb 44
?
01-05-14 13:36
/6 splits.
10
?
?
?
44
10
7
6
9
1
8
2
2
5
5
1
7
3
6
4
4
3
3
3
5
5
4
6
6
1
4
2
3
7
2
8
1
6
6
0
/7 hoeveel appels zijn verkocht?
?
vul in.
20 – 15 =
5 appels
20 – 3 =
17 appels
20 – 9 =
11 appels
/8 vul aan tot 10.
45
Blok 3 • Week 4
45
Blok 3 • Week 4
15354_LWB 3B (herziening).indb 45
01-05-14 13:36
© Noordhoff Uitgevers bv
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 135
135
20-05-14 14:23
Toetsopdracht
Inhoud
Naar
Maatwerk
Maatwerkopdracht
Naar
Meesterwerk
1
door- en
terugtellen
met getallentrappen
< 80% goed
1
> 80% goed
2
optellen t/m
10
< 80% goed
4
> 80% goed
3
optellen t/m
20
< 80% goed
5
> 80% goed
4
splitsen van
getallen tot
10
< 80% goed
8
< 80% goed
Toets 1
17
Materialen
kopieerblad Les 17
Toets 1
Toetsopdracht
Inhoud
Naar
Maatwerk
Maatwerkopdracht
Naar
Meesterwerk
1
getallen
plaatsen op
de getallenlijn
tot en met 20
< 80% goed
2
> 80% goed
2
aftrekken t/m
10
< 80% goed
6
> 80% goed
3
aftrekken t/m
20
< 80% goed
7
> 80% goed
4
werken met
de begrippen
1 en 2 minder
en meer
< 80% goed
3
< 80% goed
5
toepassing
< 80% goed
9
< 80% goed
Toets 2
18
Materialen
kopieerblad Les 18
Toets 2
136
Blok 3 • Week 4
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 136
20-05-14 14:23
Klassikale instructie
In les 19 kunt u de kinderen die één of meer onderdelen van de toets
twijfelachtig of onvoldoende beheersen remediëren met Maatwerk. Laat alleen
die onderdelen maken die een kind niet voldoende beheerst (< 80%). Neem
kort de opdrachten van het Meesterwerk met alle kinderen door. Daarna
kunnen de kinderen die Meesterwerk gaan doen aan de slag.
Vervolgens gaat u verder met de kinderen die Maatwerk of delen daarvan gaan
maken. Bespreek dan de opdrachten.
1
Doel: doortellen en terugtellen t/m 20
De kinderen tellen verder of terug op de getallentrappen. Zie les 11.
2
Doel: getallen t/m 20 op de getallenlijn plaatsen
De kinderen maken de getallen vast. Zie les 6 en 11.
3
Doel: rekenen met de begrippen 1 en 2 minder en meer.
De kinderen rekenen op de getallenlijn. Zie les 6 en 11.
4
Doel: optellen tussen 0 en 10
De kinderen maken de sommen met MAB-materiaal. Zie les 2.
5
Doel: optellen tussen 10 en 20
De kinderen maken de sommen met MAB-materiaal. Zie les 7 en 8.
6
Doel: aftrekken tussen 0 en 10
De kinderen maken de sommen met MAB-materiaal. Zie les 3.
7
Doel: aftrekken tussen 10 en 20
De kinderen maken de sommen met MAB-materiaal.
Zie les 12 en 13.
8
Doel: splitsen
De kinderen maken splitsingen met getallen onder de 10. Zie les 2, 3, 7, 8,
12 en 13.
9
Doel: toepassen
De kinderen tellen het aantal punten dat geworpen wordt
op een dartbord.
Zie les 9, opgave 2 en les 14, opgave 7.
Maatwerk
19
Maatwerk
In deze les wordt de
nieuwe lesstof van
het afgelopen blok
herhaald. Kinderen
die (onderdelen van)
de toets niet
voldoende hebben
gemaakt, kunnen in
deze les de leerstof
herhalen/remediëren.
Materialen
• kopieerblad Les 19
Maatwerk
• Dr. Digi
© Noordhoff Uitgevers bv
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 137
137
20-05-14 14:23
Klassikale instructie
Instructie: zie bij maatwerk.
1
Doel: optellen tot en met 10
De kinderen zetten de aantallen in blokjes om in getallen en tellen dan op.
2
Doel: optellen tot en met 10
De kinderen maken de optelsommen met 3 termen.
3
Doel: bijtellen
De kinderen tellen de getallen in de eerste en tweede kolom op en rekenen
dan uit welk getal er nog bij moet om het gevraagde aantal te krijgen.
4
Doel: optellen
De kinderen maken optelsommen in piramidevorm.
Tip: wijs de kinderen erop dat ze van beneden naar boven moeten rekenen.
Zie het voorbeeld.
5
Doel: aftrekken t/m 10
De kinderen trekken af in 3 stappen. Ze zetten de aantallen om in getallen
en trekken de getallen één voor één af.
Meesterwerk
19
Meesterwerk
In deze les komt de
behandelde lesstof in
creatieve en
verdiepende
opdrachten aan de
orde. Kinderen die de
toets goed hebben
gemaakt, kunnen in
deze les hun kennis
verrijken.
Materialen
• kopieerblad Les 19
• Dr. Digi
138
Blok 3 • Week 4
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 138
20-05-14 14:23
Speelwerk
20
Klassikale instructie
Neem de opdrachten van het speelwerk met de kinderen door. Daarna kunnen
ze de opdrachten zelfstandig maken.
1
Doel: optellen en aftrekken t/m 20 binnen het tiental
De kinderen kleuren de optel- en aftreksommen die de uitkomst 2, 3, 8, 12,
15 en 18 geven. Als ze alle sommen goed gekleurd hebben, zien ze in de
drie vakken het woord T O P staan.
Let op: in alle vierkanten wisselen rijtjes met optel- en aftreksommen elkaar
af.
2
Doel: reeksen maken met 1, 2 of 3 erbij
De kinderen maken reeksen af door steeds 1, 2 of 3 erbij te doen.
Ze werken van links naar rechts en van boven naar beneden.
20
speelwerk
1
/2 vul in.
zoek de letters.
wat staat er?
5
6
7
8
9
4
5
6
7
8
3
4
5
6
7
2
3
4
5
6
1
2
3
4
5
10 12 14 16 18
8
1+1
2 + 3 10 – 2 6 + 3
3+3
4 + 1 16 – 2 4 + 5
10 + 6 10 + 2 5 – 4
1+6
10 12 14 16
6
8
4
6
10 12 14
8
2
4
6
10 12
8
10
10 + 7 15 + 3 18 – 1 3 + 7
5 + 5 16 + 2 13 – 2 12 + 4
20 – 8 4
+ 4 19 –
1 2+5
10 – 2 1
+ 2 19 –
4 5+4
10 – 8 10
+ 9 19 –
7 12 + 5
20 – 2 12
+ 2 16 –
4 18 + 1
16 – 1 10
+ 5 12 –
0 18 + 2
5–3
5
+ 0 17 –
17 – 4 2
12 – 0
13 20 – 3
17 – 6 5 +
13 – 1
13 10 – 8
10 – 6 2 +
–0
14 – 3 11
10
+
2
3
10 –
6 15 – 2
–
17
16
10 – 9 2 +
21
24 27
12 15
18
21 24
9
12
15
18 21
6
9
12
15 18
3
6
9
12 15
Speelwerk
9
12
15
18 21
7
10
13
16 19
5
8
11
14 17
3
6
9
12 15
1
4
7
10 13
De kinderen maken
rekenpuzzels.
Materialen
T O P
46
3•3
Week
4 4
46BlokBlok
• Week
15354_LWB 3B (herziening).indb 46
15 18
47
Blok 3 • Week 4
01-05-14 13:3615354_LWB 3B (herziening).indb 47
• leerwerkboek 3a
blz. 46 en 47
• kleurpotloden
47
01-05-14 13:36
© Noordhoff Uitgevers bv
15627_HL-KB 3 deel I (herziening)_blok 3.indd 139
139
20-05-14 14:23
Download