! Cito doelen rekenen E6 Getallen en getalrelaties • Bepalen van de waarde van getallen • Inzicht in de plaats van getallen in de telrij • Plaats van getallen op de getallenlijn herkennen • Getallen plaatsen tussen andere getallen op de getallenlijn • Structurerend tellen en samenstellen • Verder- en terugtellen met sprongen van 1,2,5 en 10, 25, 50 en 100 vanaf een willekeurig punt • Hoeveelheden splitsen in 2 of meer gelijke of ongelijke groepen • Splitsen op basis van de positiewaarde (14 = 4 +) • Vergelijken en ordenen van getallen en hoeveelheden • Aangeven welk getal van vier gegeven getallen het dichts bij 1 kg ligt Hoofdrekenen • Optellen tot en met 10.000 • Toepassen van het optellen door samennemen, toevoegen en vergelijken • Aftrekken tot en met 10.000 • Toepassen van het aftrekken door eraf halen, aanvullen, verschil bepalen • Vermenigvuldigingen oplossen door gebruik te maken van herhaald optellen, splitsen, verwisselen of hergroeperen • Deelproblemen oplossen door gebruik te maken van het omgekeerde van vermenigvuldigen, splitsen of getallen veranderen soms met afronding • Oplossen van opgaven waarbij verschillende operaties uitgevoerd moeten worden Schattend rekenen • Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen met afgeronde getallen sec en in toepassingssituaties ! Meten en meetkunde • Notie van lengtematen en het gebruik daarvan • Herleiden van lengtematen • Werken met schaal en schaallijn • Bepalen van de omtrek • Precies en schattend berekenen van de oppervlakte via de formule lengte x breedte • Bepalen oppervlakte via afpassen van natuurlijke maten zoals tegels • Notie van inhoudsmaten • Bepalen inhoud met natuurlijke maat. Aantal blikken op een stapel • Notie van gram en kilogram en het gebruik daarvan • Aflezen van resultaat op een weegschaal • Eenvoudige toepassingsopgaven met gewicht zoals hoeveel 2 kg bonen kosten als je weet wat 250 gr bonen kosten • Aangeven hoe een vooraanzicht er van bovenaf of zijkant uit ziet • Aangeven welke figuur van gegeven stukjes kan worden gemaakt • Omvormen van figuren en het in gedachten reconstrueren van bouwplaten • Toepassingen waarbij 2 of meer inhoudelijke meetcategorieën betrokken zijn • Aflezen van tabellen en grafieken Tijd en geld • Klokkijken tot de minuut nauwkeurig • Omzetten van digitale in analoge tijd en omgekeerd • Herleidingen uitvoeren met tijdsmaten • Gebruiken van de gegevens van een kalender • Bepalen van tijdsduur en tijdstip • Totaalbedrag bepalen van een aantal munten en biljetten • Gepast betalen met munten/biljetten • Aangeven welke munten/biljetten men terugkrijgt • Munten of biljetten inwisselen tegen andere munten/biljetten Verhoudingen en breuken • Oplossen van verhoudingsproblemen • Beoordelen of figuren in dezelfde verhouding zijn neergezet • Omzetten van verhoudingstabellen in breuken en omgekeerd • Vergelijken van gegevens met behulp van verhoudingstabellen • Een deel van een geheel, van een hoeveelheid of het resultaat van een verdeling benoemen met een breuk • Een gegeven breuk interpreteren als deel van een geheel of hoeveelheid • Deel van een hoeveelheid berekenen • Breuken op een getallenlijn plaatsen • ! Eenvoudige breuken kunnen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, vereenvoudigen en herleiden