Rekenen groep 4. Blok 1: - optellen,aftrekken en splitsen van getallen tot en met 10 - optellen en aftrekken van getallen met opgaven als 53+5 en 76-3 - getallen tot 100 plaatsen op de getallenlijn - klokkijken: hele, halve uren (ook: hoe laat is het over een half uur?) Blok 2: - optellen over de 10 (doortellen, aanvullen tot 10 of met het dubbele) - tellen met sprongen. (12-22-32-42-52 etc.) - splitsen van getallen in tientallen en eenheden Blok 3: - aftrekken over de 10 met terugtellen, eerst afhalen tot 10 of (bijna) dubbelen. Blok 4: - verkennen van de getallenlijn van 0 tot 100 met als belangrijke punten 25,50,75 en 100. - introductie van het rekenen met de lege getallenlijn - optellen en aftrekken van tienvouden (98-10, 75-20 etc.) - herhaald optellen (5+5+5+5) als introductie op het vermenigvuldigen. - introduceren van het symbool x(keer) - halveren en verdubbelen! - Geldrekenen met muntgeld en met papiergeld.(bedragen tot 100.)(ook sommen als: ik geef 2 briefjes van 10, ik moet 18 betalen: wat krijg ik terug?) Blok 5: - tafels van 3 en 5 met strategieën als het dubbele, de helft, 1xminder en 1x meer. - Schatten bij optellen - Bij een tiental een tiental optellen en aftrekken en daarbij aan een hulpsom denken( bij 60-20 denken aan 6-2) - Een getal optellen bij een tiental (60+23) - Maken van bouwsels - Tekenen van plattegronden bij bouwsels. Blok 6: - tafels van 4 en 8 met de bekende strategieën - relatie tussen tafels 2,4 en 8 - optellen onder de 100 op de lege getallenlijn, niet over het tiental!( 32+28 en 43+55) - betalen met munten op verschillende manieren Blok 7: - schatten bij optellen en aftrekken - optellen en aftrekken tot en met 100 op de lege getallenlijn met kleine overschrijding van het tiental. - Relatie tussen de tafels 5 en 10 - Klokkijken: uren, halve uren, kwartieren, minuten - Tijdsduur tussen 2 tijdstippen bepalen Blok 8: - optellen en aftrekken tot en met 100 op de lege getallenlijn met overschrijding van het tiental. - Tafels 3 en 6 - Herhalen tafels 2,3,4,5,8. - Wegen met de hand en met balans (zwaarder, lichter) De kinderen moeten aan het eind van groep 4 de tafels van 1-10 op volgorde en door elkaar kennen!!