Diagnosen, interventies en resultaten Hoofdstuk 6 Samenvatting Prognose, resultaat en evaluatie zijn drie verschillende componenten uit het achtcomponententraject. Daarnaast hebben ze een aantal onderlinge overeenkomsten. Ze gaan, in tegenstelling tot diagnose en interventie, niet uit van een actuele situatie, maar van een situatie in de toekomst. Dit maakt dat er veel kennis nodig is van fysiologische, psychologische en sociale processen en van factoren die hierop van invloed zijn. Met de prognose wordt een weloverwogen voorspelling gegeven van het verloop en de uitkomst van het gezondheidsprobleem. Weloverwogen betekent dat de mogelijke interventies en de omstandigheden van de patiënt worden meegewogen. Met de prognose hebben patiënt en verpleegkundige een kader van waaruit beoogde resultaten van zorg kunnen worden vastgesteld. Met de beoogde resultaten wordt kort en krachtig op papier gezet wat er zal zijn bereikt op een bepaald moment in de zorgverlening. Het verdient voorkeur om te werken met gestandaardiseerde verpleegkundige zorgresultaten. Deze zijn niet alleen van nut voor het primaire proces van verpleegkundige zorgverlening maar ook voor onderzoek, financiering, beleid en imago. Om de voortgang in het proces van verplegen te evalueren, zijn indicatoren nodig die een observeerbare toestand, gedraging of zelf gerapporteerde waarneming door de patiënt beschrijven. Deze indicatoren gaan altijd samen met meetcriteria waarin precies staat omschreven hoe de indicatoren moeten worden gemeten. Evaluatie vormt zo het controlegedeelte van iedere handeling die feedback verschaft hoe goed de activiteit heeft gewerkt en of de beoogde resultaten zijn bereikt. Door evaluatie weet je of de patiënt in de richting van de beoogde resultaten gaat, je herkent wanneer beoogde resultaten zijn behaald en je weet of de interventies leiden naar de beoogde resultaten. © Wolters-Noordhoff Groningen/Houten, 2007 1