BEGELEIDEN VAN MENSEN DIE ZELFVERWONDEN - CONTACT MAKEN EN HERSTELLEN - Dr. Berno van Meijel / Hogeschool INHOLLAND Ede, 26 mei 2008 INTRODUCTIE WELKE PROBLEMEN ERVAREN JULLIE IN DE ZORG VOOR PATIËNTEN DIE ZELFVERWONDEN? WELKE PROBLEMEN ZIJN ER IN DE INTERACTIE TUSSEN ZORGVERLENERS EN PATIËNTEN? WELKE (EFFECTIEVE) INTERVENTIES ZIJN ER BEKEND TEN AANZIEN VAN ZELFVERWONDEND GEDRAG? INTERVENTIES: PROBLEEMOPLOSSING: 5 RCT’S (HAWTON ET AL, 2004) Niet-significante vermindering van zelfverwondend gedrag (wel trend); Wel een significante vermindering van depressieve symptomen en gevoelens van hopeloosheid (Townsend et al, 2001) INTERVENTIES: DIALECTISCHE GEDRAGSTHERAPIE BPS (LINEHAN ET AL/ BOHUS ET AL / VERHEUL ET AL) Vermindering van: Zelfverwondend gedrag Depressie Angst Dissociatie INTERVENTIES: PSYCHO-ANALYTISCHE PSYCHOTHERAPIE (BATEMAN & FONAGY, 1999 / 2001) Individueel of groepsgewijs Borderline PS Significante afname zelfverwonding INTERVENTIES: CRISISKAART / CRISISTELEFOON (HAWTON ET AL, 2004) Niet-significante vermindering van zelfverwondend gedrag INTERVENTIES: CONTINUÏTEIT VAN ZORG DREW, 2001 Continue begeleiding door een en dezelfde verpleegkundige bij klinische patiënten. NIET-EFFECTIEVE INTERVENTIES Intensieve (na-)zorg + outreaching (Hawton et al., 2004) Kortdurende opname algemeen ziekenhuis na contact SEH (Hawton et al., 2004) Toewijzing casemanager aan ambulante patiënten (Clarke et al., 2002) Outreaching 2002) Non en nazorg huisarts (Bennewith et al., suïcide contracten (Drew, 2001) INTERVENTIES: WAT ONTBREEKT? Onderzoek naar lichaamsgerichte en inspanningsgerichte interventies. PROJECT ZELFVERWONDING De ontwikkeling en toetsing van een verpleegkundige interventie gericht op effectieve omgang met patiënten die zelfverwonden. UITGANGSPUNTEN 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Belevingsgerichte zorg: zelfverwonding als ‘overlevingsstrategie’ van de patiënt Het doel wordt gesteld door de patiënt (en dat is niet per se stoppen met zelfverwonden) Overstijging van het ‘medische model’ Vermijding van ‘blaming the victim’ Verruiming van handelingsrepertoire van verpleegkundigen: professioneel handelen Verruiming van handelingsrepertoire van patiënten: selfmanagement Effectieve communicatie tussen verpleegkunde en de patiënt: gezamenlijk commitment DOELEN 1. 2. 3. De bevordering van de communicatie tussen verpleegkundige en patiënt; De vroegtijdige signalering van oplopende stress en (dreigende) zelfverwonding: Het uitvoeren van interventies gericht op het omgaan met stress en (dreigend) zelfverwonden VORM Deel A: achtergronddocument met theoretische en praktische onderbouwing Deel B: werkboek: praktische handleiding voor patiënt en verpleegkundige om samen tot een geïndividualiseerd signaleringsplan te komen. DE 5 T’S VOOR EFFECTIEVE COMMUNICATIE Tijd Timing Taal Techniek Taboes (1) TIJD Behoefte van de patiënt aan tijdstippen en tijdsduur van contacten; Onderhandeling met de verpleegkundige over de invulling ervan: ruimte bieden maar ook grenzen stellen. Continuïteit van zorg bij afwezigheid van de eerstverantwoordelijke verpleegkundige (2) TIMING (TEMPO) Verwachtingen die aan de patiënt worden gesteld: delen van emoties, reguleren van stress, deelnemen aan therapie- onderdelen, verdragen van fysieke nabijheid. (3) TAAL Patiënten vinden het vaak moeilijk uitdrukking te geven aan emoties Verpleegkundigen moet de uitingen van de patiënt juist leren interpreteren; Vermijding van (medisch) jargon door de verpleegkundige; (4) TECHNIEKEN Aandacht voor mogelijkheden, kracht en autonomie De patiënt aan het woord over eigen motivaties en overlevingsstrategieën; Humor en relativering. (5) TABOES Welke zijn de ‘geheimen’ waar niet over gesproken mag worden? Over welke thema’s wil de patiënt juist wel graag praten (maar krijgt zij daar niet de gelegenheid voor)? Welke thema’s worden door de verpleegkundige vermeden? Welk stilzwijgen hangt er binnen het collegiale team van verpleegkundigen en teamleden? HULPMIDDELEN VOOR GOEDE COMMUNICATIE Vragenformulier 5 T’s Aanvullende lijst met moeilijke gespreksonderwerpen (taboes) Tijdslijn met levensgebeurtenissen Peilen van onmiddellijke behoeften: wat werkt wel en wat werkt niet in moeilijke tijden? Meeting Immediate Needs Inventory –Crisis (Potter e.a. 2005) VROEGSIGNALERING: DOEL Het leren kennen van het proces van zelfverwonden van de patiënt Leren anticiperen op stressbronnen Vroegtijdig maatregelen nemen om verdergaande desintegratie tegen te gaan Alternatieven te vinden voor het zelfverwonden. VROEGSIGNALERING: METHODE Onderzoek naar uitlokkers - conflicten - verlaten of afgewezen worden - positieve gebeurtenissen (aandacht) - confrontatie met eisen / verwachtingen - agressief gedrag van anderen - grensoverschrijdend gedrag VROEGSIGNALERING: METHODE Onderzoek naar signalen van oplopende stress: - gevoelens: leegheid, boosheid, angst … - gedachten: ‘ik doe alles fout!’ - gedragingen: verbreken oogcontact, trillen… PROCES VAN ZELFVERWONDEN stress drempel 10 zelfverwonden 0 F0 tijd F1 F2 F3 VROEGSIGNALERING: HULPMIDDELEN Zelfverwondingsvragenlijst (Claes et al., 2004) Zelfbeschadigingslijst (Nijman et al., 2004) Het 5G schema: Gebeurtenis – Gedachten – Gevoelens – Gedrag – Gevolg FORMULEREN VAN ACTIES: OVERZICHT Afreageren van spanningen Creëren van veiligheid Ontspanning en positieve lichaamsbeleving Verdringing nare gedachten en beelden Herstel contact met de realiteit Lichaamsgrens en/of pijngrens opzoeken Alternatieve (creatieve) uitingsvormen ACTIES: HULPMIDDELEN ‘Doos met Attributen om Contact te houden’ (DAC) : veiligheid en contactherstel ‘De 15 minutenregel’: uitstel van zelfverwonden ‘De alles behalve je zelfverwonden-regel’: rituelen volgen … maar niet zelfverwonden … EN ALS HET NIET TE VERMIJDEN IS. Adviezen om schadelijke gevolgen te beperken: Stellen van grenzen in de ernst van de zelfverwonding Vermijden van infecties Wondverzorging Bescherming en steun door derden VERVOLG Effectiviteitsonderzoek Project ‘Met mij alles goed’