complete uitspraak

advertisement
Uitspraak
RECHTBANK DORDRECHT
Sector kanton
Locatie Dordrecht
kenmerk: 289827 HA 430/11
beschikking van de kantonrechter te Dordrecht van 23 december 2011
inzake het verzoek van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[naam],
gevestigd te [plaatsnaam],
gemachtigde mr. L.R.T. Peeters,
verzoekster,
tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met
[naam],
wonende te [plaatsnaam],
gemachtigde mr. R.S. Ganeshie,
verweerder.
Partijen worden hierna aangeduid als [verzoekster] en [verweerder].
1. Verloop van de procedure
De kantonrechter beslist op de volgende processtukken:
1. het verzoekschrift dat ter griffie is binnengekomen op 4 november 2011;
2. het verweerschrift;
3. de overgelegde producties.
De behandeling van het verzoekschrift is bepaald op 2 december 2011.
Partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtig¬den.
De gemachtigden van partijen hebben gepersisteerd bij het in het verzoekschrift en
verweerschrift gestelde en hebben hun standpunten nog mondeling nader toege¬licht. De gemachtigde van [verzoekster] heeft
pleitnotities overgelegd.
2. De feiten
2. 1. [verweerder] is geboren op [geboortedatum] en hij is op 1 oktober 1989 bij [verzoekster] in dienst getreden. Hij bekleedde
laatstelijk de functie van senior bevrachter tegen een salaris van € 7.175,-- per maand inclusief vakantiegeld en exclusief een
bijdrage in de levensloopregeling van € 215,25 per maand.
2. 2. Op 22 mei 2006 is mondeling aan [verweerder] een laatste waarschuwing gegeven. Deze waarschuwing is schriftelijk aan
[verweerder] bevestigd. In het beoordelingsformulier over het jaar 2008 is opgenomen dat [verweerder] ‘moet blijven werken aan
het in de hand houden van zijn emoties.’ Bij brief van 27 oktober 2009 heeft [verweerder] een volgende laatste waarschuwing
gekregen in verband met twee incidenten in augustus 2009. In het verslag van het beoordelingsgesprek op 17 november 2010 is als
‘main objective for the next period’ genoemd: ‘treatment of negative moodswings’. Per e-mail van 7 januari 2011 is aan
[verweerder] een ‘final warning' gegeven.
2.3. Naar aanleiding van twee e-mailberichten van [verweerder] op 31 oktober 2011 en
1 november 2011, waarin [verweerder] aan collega’s refereert als ‘wankers’ en ‘fuckers’ is [verweerder] op
1 november 2011 geschorst.
2.4. De bedrijfsarts heeft [verweerder] op 8 november 2011 gesproken en geconcludeerd dat [verweerder] niet ziek is vanwege
ziekte of gebrek.
3. Het verzoek
[verzoekster] verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens gewichtige redenen. Zij stelt daartoe dat [verweerder] zich
gedurende meerdere jaren, ondanks herhaalde waarschuwing, schuldig heeft gemaakt aan zodanig verwijtbaar handelen, dat van
[verzoekster] in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsverhouding te laten voortduren. [verzoekster] stelt dat [verweerder]
voldoende is gewaarschuwd, maar dat hij desondanks weigert zijn houding en gedrag aan te passen.
4. Het verweer
[verweerder] concludeert tot afwijzing van het verzoek met veroordeling van [verzoekster] in de kosten van het geding. Hij voert aan
dat hij ziek is en dat zijn, door [verzoekster] als verwijtbaar beschouwde, gedrag het gevolg is van de bipolaire stoornis waaraan hij
lijdt. [verweerder] heeft een aantal malen een psychiater bezocht, voor het eerst op 27 februari 2006. In september 2006 heeft deze
psychiater de diagnose bipolaire stoornis gesteld. [verweerder] voert voorts aan dat deze stoornis tot gevolg heeft dat hij last heeft
van langdurige depressiviteit en dysfore en impulsieve handelingen. Tenslotte voert [verweerder] aan dat [verzoekster] onvoldoende
rekening heeft gehouden met de ziekte van [verweerder], althans dat [verzoekster] [verweerder] onvoldoende heeft ondersteund of
begeleid, hoewel [verzoekster] wist of moest weten van de ziekte van [verweerder].
5. Beoordeling van het geschil
5.1. Voordat het verzoek inhoudelijk kan worden beoordeeld dient de kantonrechter zich ervan te vergewissen of het
ontbindingsverzoek verband houdt met het bestaan van een opzegverbod bij ziekte.
5.2. Volgens [verzoekster] is dat niet het geval. De bedrijfsarts heeft [verweerder] immers arbeidsgeschikt geoordeeld.
[verweerder]’s stemmingswisselingen en emotionele uitschieters leveren verwijtbaar handelen op dat ontbinding van de
arbeidsovereenkomst rechtvaardigt.
5.3. [verweerder] heeft in het geding gebracht twee brieven d.d. 31 maart 2006 en 6 juni 2008 van psychiater mevrouw M.E. van der
Valk-Metz, waaruit blijkt dat [verweerder] lijdt aan een bipolaire stoornis die met medicijnen wordt behandeld. Uit laatstgenoemde
brief blijkt dat stress (dit hoeft niet werkgerelateerd te zijn) tot gevolg kan hebben dat er een (nieuwe) disbalans van stemmingen kan
ontstaan waarna een nieuw evenwicht moet worden gezocht met behulp van medicijnen om de stemmingwisselingen die zijn gedrag
veroorzaken onder controle te krijgen. [verzoekster] heeft dit niet weersproken. Zij was ervan op de hoogte dat [verweerder] aan een
psychische ziekte leed en daarvoor medicijnen gebruikte. [verzoekster] verwijt [verweerder] immers stemmingswisselingen en
emotionele uitschieters en heeft ter zitting verklaard dat als [verweerder] zijn pillen had ingenomen, er niets aan de hand was.
5.3. De kantonrechter acht het op grond van het voorgaande aannemelijk dat het handelen op grond waarvan ontbinding van de
arbeidsovereenkomst wordt verzocht, rechtstreeks voortvloeit uit de ziekte (de bipolaire stoornis) waaraan [verweerder] lijdt. Dat de
bedrijfsarts [verweerder] arbeidsgeschikt heeft bevonden kan hieraan niet afdoen, omdat [verweerder] ondanks zijn gedrag (zie 2.3.)
wel zijn werk kon doen. Omdat geen andere omstandigheden zijn gesteld die een gewichtige reden voor ontbinding vormen, zal
[verzoekster] niet ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek.
5.4. [verzoekster] wordt in de kosten van dit geding veroordeeld omdat zij in het ongelijk wordt gesteld.
Beslissing
De kantonrechter:
- verklaart [verzoekster] niet ontvankelijk in haar verzoek;
- veroordeelt [verzoekster] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van [verweerder] tot op heden begroot op € 500,-.
Deze beslissing is gegeven door mr. S.H. Gaertman, kanton¬rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 december
2011, in aanwezigheid van de griffier.
Download