Draaiboek SIW SUBSIDIE INTENSIEF WERKPLEKLEREN 1 Draaiboek SIW versie 07/12 Voorwoord Al doende een job leren! Vanaf 1 juli 2015 is de VDAB verantwoordelijk voor de Vlaamse maatregel ‘werkervaring’. Dat is één van de gevolgen van de 6de staatshervorming. De huidige wepplus-maatregel wordt dan geïntegreerd in het intensief werkplekleren, de vernieuwde aanpak van werkplekleren. De opstart van dit nieuwe systeem gebeurt in twee fasen: eerst de subsidie intensief werkplekleren (SIW) en daarna de tender intensief werkplekleren (TIW). VDAB zal alle partners die actief zijn binnen deze opdracht, de subsidie intensief werkplekleren, zo goed mogelijk ondersteunen en begeleiden in de hun toegewezen opdracht. Hiervoor is een gedetailleerd draaiboek uitgewerkt en zijn 2 handleidingen IBO beschikbaar. Wat in het draaiboek en de handleidingen IBO opgenomen is, vervangt de informatie die u als partner eerder ontving. Het draaiboek SIW is een ondersteunend instrument, biedt verduidelijking bij het kader, de uitvoering van de opdracht en is uw eerste hulp bij inhoudelijke problemen. Aanpassingen melden we u steeds via mail en zullen bij een volgende publicatie van het draaiboek en de handleidingen, in het draaiboek en de handleidingen in kleur aangeduid worden. Heeft u nog vragen waarop u het antwoord niet terugvindt in dit draaiboek en/of de handleidingen of dienen er regionale afspraken bijgestuurd te worden, dan kan u uiteraard altijd terecht bij uw provinciale VDAB projectopvolger. Heeft u specifieke vragen rond registraties dan kan u terecht bij de provinciale mlp-coach. Voor vragen mbt werkplekleren kan u terecht bij de VDAB backoffice ([email protected]) In de bijlage 4 vindt u een overzicht terug van de contactpersonen per provincie. Brussel Sabine Pardaens juli 2015 Teamleider Regie/samenwerking 2 Draaiboek SIW versie 07/12 Inhoud 1 Administratieve bepalingen ............................................................................................ 5 1.1 Duurtijd van de opdracht ......................................................................................... 5 1.2 Plaats van de dienstverlening .................................................................................. 5 1.3 Betaling ................................................................................................................... 5 1.3.1 Gemaakte kosten in het kader van deze opdracht aantonen ............................ 5 1.3.2 Financiële audit ................................................................................................ 6 1.4 2 3 Mandaten ................................................................................................................ 7 Technische bepalingen................................................................................................... 8 2.1 Situering en doelstelling .......................................................................................... 8 2.2 Doelgroep ............................................................................................................... 8 2.3 Beschrijving van de opdracht .................................................................................11 2.3.1 Toeleiding .......................................................................................................11 2.3.2 Trajectbepaling................................................................................................12 2.3.3 Aanmelding/afmelding .....................................................................................13 2.3.4 Diepgaande oriëntering en opmaak actieplan .................................................14 2.3.5 Intensieve begeleiding en bemiddeling naar werk ...........................................15 2.3.6 Het werkplekleren ...........................................................................................18 2.3.7 Nazorg tijdens tewerkstelling ...........................................................................19 2.3.8 Taalondersteuning voor laagtaalvaardige deelnemers ....................................20 2.3.9 Einde begeleidingstraject en terugnameplicht .................................................21 Specifieke bepalingen betreffende de uitvoering van de opdracht .................................22 3.1 Personeelsinzet ......................................................................................................22 3.2 Welzijn en veiligheid ...............................................................................................22 3.3 Registratie in Mijn Loopbaan voor Partners (MLP) .................................................22 3.3.1 Verlening inzagerechten..................................................................................22 3.3.2 Rapportering ...................................................................................................23 3.3.3 Verplichte registraties ......................................................................................23 3.4 Het werkzoekendedossier: onderliggende bewijsstukken van de MLP-registratie. .25 3.5 Vervroegde stopzettingen en onttenderingen .........................................................27 3.6 Werkzoekende werkt niet mee, transmissie ...........................................................28 3.6.1 Werkzoekende voert de trajectovereenkomst niet of slechts beperkt uit ..........28 3.6.2 Transmissie, weldra een VDAB-bevoegdheid..................................................28 3.7 Klachtenprocedure voor de werkzoekende.............................................................29 3 Draaiboek SIW versie 07/12 3.7.1 Principes .........................................................................................................29 3.7.2 Rapportering over ontvangen klachten ............................................................29 3.8 Ongevallen .............................................................................................................30 3.9 Mobiliteitstegemoetkoming .....................................................................................30 3.9.1 De Lijnkaart .....................................................................................................30 3.9.2 Treinticket aan verminderde kostprijs ..............................................................31 3.10 4 Privacy ...................................................................................................................33 3.10.1 Inleiding – Voor wie is deze onderrichting .......................................................33 3.10.2 Wat betekent privacy? .....................................................................................34 3.10.3 Verzamelen en noteren van persoonsgegevens ..............................................34 3.10.4 Meedelen van gegevens aan derden ..............................................................36 Bijlagen .........................................................................................................................38 4.1 Bijlage 1: Inschattingslijst .......................................................................................38 4.2 Bijlage 2: Sjabloon eindverslag ..............................................................................45 4.3 Bijlage 3: Privacy document ...................................................................................47 4.4 Bijlage 4: Overzicht provinciale contactpersonen ...................................................49 4.5 Bijlage 5: Inschattingslijst .......................................................................................50 4.6 Bijlage 6: Personen met een arbeidsbeperking – aanvraagprocedure screening....58 4.7 Bijlage 7: Indicatie PmAH en BTOM ........................................................................ 1 4.8 Bijlage 8: BTOM’s................................................................................................... 2 4 Draaiboek SIW versie 07/12 1 Administratieve bepalingen 1.1 Duurtijd van de opdracht De subsidie heeft betrekking op de periode 1/7/2015 t.e.m. 31/12/2016. In zijn totaliteit dienen er 2500 werkzoekenden toegeleid te worden door de VDAB in de periode 1/7/2015 tem 31/12/2015. 1.2 Plaats van de dienstverlening De locaties voldoen aan alle wettelijke voorschriften, in het bijzonder aan de Codex Welzijn, het ARAB en het AREI. 1.3 Betaling De subsidie, vermeld in artikel 3 van het contract dat met de 14 penhouders afgesloten werd, wordt uitbetaald in 8 schijven. Bij het contract horen de addenda alsook de richtlijnen voor financiële verantwoording van de subsidieovereenkomst betreffende de intensieve begeleiding en bemiddeling van langdurig werkzoekenden die via werkplekleren plaatsbaar zijn in het NEC. In het geval de penhouder partnerschappen aangaat, verbindt hij zich ertoe een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met deze onderaannemers, waarin minstens afspraken worden vastgelegd over de wijze van betaling van deze partners. 1.3.1 Gemaakte kosten in het kader van deze opdracht aantonen De penhouder zal moeten kunnen aantonen dat de ter beschikking gestelde subsidie is aangewend voor de activiteiten die in de overeenkomst zijn opgenomen. Om dit te kunnen doen, moeten alle kosten en opbrengsten die betrekking hebben tot deze activiteiten in de boekhouding van de penhouder worden opgenomen. Enkel de directe personeelskosten van de medewerkers die op de payroll staan van de organisatie waarmee VDAB het contract (penhouder) heeft afgesloten kunnen als personeelskost ingediend worden. Het gaat hier dan over de personeelskosten van medewerkers die een rechtstreekse bijdrage leveren tot het behalen van de doelstellingen omschreven in de overeenkomst. De ingediende personeelskosten staan in verhouding met de tijd die aan deze activiteiten werd besteed. De personeels- en werkingskosten van de onderaannemers moeten gefactureerd worden aan de penhouder die deze kosten dan kan indienen als specifieke werkingskost. De penhouder kan de personeelskosten van de onderaannemers dus niet indienen als personeelskost, maar wel als directe werkingskost. Op de factuur wordt ook best vermeld wie de prestaties aan de penhouder heeft geleverd en dat het prestaties zijn die betrekking hebben op de overeenkomst (SIW in dit geval). De penhouder moet wel afspraken maken met de onderaannemer over de financiële verantwoording. Het zou dus kunnen dat er bij twijfel over een factuur een detail van kosten gevraagd wordt aan de onderaannemer. Het is aan de penhouder om deze details op te vragen bij de onderaannemer. 5 Draaiboek SIW versie 07/12 De VDAB controleert de boekhoudingen van de onderaannemers niet. - als er niet rechtstreeks aan penhouder wordt gefactureerd, maar aan de onderaannnemer dan moet de onderaannemer de kosten aan de penhouder doorfactureren wil hij die kunnen inbrengen. - als een derde wordt ingehuurd om activiteiten in het kader van de subsidieovereenkomst uit te voeren voor verschillende penhouders en hij voert deze activiteit gelijktijdig uit voor de penhouders (cfr jobhunter) dan kunnen deze kosten evenredig verdeeld worden over de penhouders. Bijvoorbeeld: als er 4 penhouders zijn waarvoor een derde dezelfde activiteit gelijktijdig uitvoert voor een totaal bedrag van 1.000 euro dan kan aan elke penhouder een factuur gestuurd worden van 250 euro. Belangrijk: het gaat altijd over kosten die het resultaat zijn van acties voor SIW! Andere kosten kunnen niet ingediend worden. 1.3.2 Financiële audit ● Onderwerp van de audit Per kalenderjaar, dient de begunstigde een financiële verantwoording in bij de VDAB waarin wordt aangetoond dat de middelen die ter beschikking werden gesteld effectief zijn ingezet voor het realiseren van de activiteiten die in de overeenkomst staan omschreven (zie ook art. 15 van het contract) Tevens dient worden aangetoond dat deze middelen de gemaakte kosten niet overschrijden. De begunstigde levert de verantwoordingsstukken aan de VDAB, op een elektronische manier. Daarnaast zijn er ook bepaalde verantwoordingsstukken die ter plaatse beschikbaar moeten zijn. Meer info over kosten die al dan niet subsidiabel zijn zoals algemene kosten, directe personeelskosten, specifieke werkingskosten, afschrijvingskosten zijn opgenomen in de richtlijnen financiële verantwoording van de subsidieovereenkomst betreffende intensieve begeleiding en bemiddeling van langdurig werkzoekenden die via werkplekleren plaatsbaar zijn in het NEC (werktitel SIW), aangevuld met de addenda. ● Gevolggeving Van elke audit wordt een rapport van de vaststellingen opgemaakt. Zowel kwantitatief als kwalitatief zal beschreven worden wat vastgesteld werd. De vaststellingen worden gemotiveerd en overgemaakt aan de betrokken partner. ● Mogelijke sancties Als de VDAB op basis van de eerstelijnscontrole geen conclusie kan trekken over de inhoud van het financiële verslag kan er een tweedelijnscontrole uitgevoerd worden door WSE. De laatste schijf wordt uitbetaald maar kan op basis van het resultaat van de tweedelijnscontrole teruggevorderd worden. Begunstigden worden op de hoogte gebracht van de controle en het resultaat. 6 Draaiboek SIW versie 07/12 1.4 Mandaten Elke partner binnen de SIW moet voor de duur van de activiteiten beschikken over - een mandaat kosteloze competentieontwikkeling en - een mandaat kosteloze arbeidsbemiddeling of voldoen aan de voorwaarden om te werken als bureau voor private arbeidsbemiddeling (BPA). Een overzicht van de organisaties, de mandaten waarover ze beschikken en de geldigheidsduur is hier terug te vinden: http://partners.vdab.be/mandaten/doc/Gemandateerde%20organisaties.pdf De penhouder verbindt zich ertoe enkel samen te werken met onderaannemers, in het kader van partnerschappen die voor de duur van de activiteiten voldoen aan bovenstaande mandaatvoorwaarde. 7 Draaiboek SIW versie 07/12 2 Technische bepalingen 2.1 Situering en doelstelling Op 20 september 2013 besliste de Vlaamse Regering om over te gaan tot een reorganisatie van het Vlaams Subsidieagentschap voor Werk en Sociale economie. Op 28 november 2014 bereikte de Vlaamse Regering een akkoord over de hervorming van deze Vlaamse maatregel “werkervaring”. Een nieuw instrument Intensief Werkplekleren werd in het leven geroepen. Als externe partner sta je in voor het begeleiden van prioritair langdurig werkzoekenden, met een overbrugbare afstand tot de arbeidsmarkt naar een duurzame tewerkstelling in het NEC via de verschillende instrumenten van werkplekleren (IBO, instapstage, opleidingsstage,..) Je staat als externe partner ook in voor jobhunting, attitude- en sollicitatietraining, empowerment, begeleiding bij werkplekleren, jobcoaching en nazorg. 2.2 Doelgroep De doelgroep van de activiteiten zijn niet-werkende werkzoekenden die: ● prioritair, maar niet uitsluitend, meer dan 12 maanden werkzoekend zijn. Uitzonderlijk kunnen werkzoekenden die passen binnen de doelgroepomschrijving, maar nog geen 12 maanden werkzoekend zijn ook toegeleid worden. ● een overbrugbare afstand hebben tot de arbeidsmarkt, ● een realistische joboriëntatie hebben waarbij de afstand tot de arbeidsmarkt ingeschat wordt door de VDAB alvorens toe te leiden of een realistisch jobdoelwit hebben. ● inzicht hebben in eigen problematiek en bereid zijn er iets aan te doen, ● nood hebben aan intensieve begeleiding en bemiddeling naar werk omwille van onvoldoende arbeidsmatige zelfredzaamheid, zoals bijvoorbeeld (niet limitatief): ● een gebrek aan arbeidsmarktvoorbereiding (sollicitatievaardigheden, kennis arbeidsmarkt…) ● een gebrek aan erkennen, herkennen en toepassen van arbeidsattitudes (leren omgaan met flexibele arbeidsvoorwaarden en langere termijn planning qua werk en opleiding, omgaan met afwijzing en discriminatie, omgaan met autoriteit en opgelegde structuren…) ● belemmerende randfactoren en leerpunten zoals mobiliteitsproblematiek, kinderlast en zorgtaken, hunkering indien onder controle, vb ex verslaafde, organisatie en planning (regelmaat dagelijks leven, afspraken nakomen, eigen middelenbeheer, huishouden, persoonlijke administratie…), verzorgen van lichaamsdelen en aangaan relaties (sociale vaardigheden), 8 Draaiboek SIW versie 07/12 ● nood hebben aan opbouw van competenties, werkattitudes en werkritme binnen een reële arbeidsomgeving (werkplekleren via (C)-IBO, instapstage, beroepsoriënterende stage,…), ● geen niet-arbeidsmarktgerelateerde problematiek hebben die de uitvoering van de activiteiten onmogelijk maakt. Steeds samen met de kandidaat dient bekeken te worden in welke mate deze problematiek aan te pakken is binnen de vooropgestelde begeleidingsperiode en/of een tewerkstelling in het NEC haalbaar is. ● niet in een effectieve financiële werkloosheidsval zitten, dit wil zeggen voldoende uren PWA werk, een aanvullende uitkering van FOD Sociale Zekerheid of een Canada Dry regeling hebben. De niet-werkende werkzoekenden moeten minimaal een niveau Nederlands 1.1 hebben behaald in de laatste 6 maanden en worden geacht met de beperkte kennis Nederlands bemiddelbaar te zijn naar hun voorkeurberoep(en) en/of de regionale arbeidsmarkt. De VDAB leidt enkel werkzoekenden toe die, op het moment van de toeleiding, over geldige verblijfsdocumenten beschikken. De trajectbegeleider heeft de verantwoordelijkheid om op regelmatige basis gedurende het traject de geldigheid van de verblijfsdocumenten na te zien. Werkzoekenden met een arbeidsbeperking Naar aanleiding van de hervorming in de sociale economie werd de dienst gespecialiseerde screening van de VDAB en de Dienst Arbeidsbeperking (DABP) anders gestructureerd. Sindsdien verloopt de routing voor de aanvragen screening ook anders. In het kader van de hervorming van de sociale economie dienen verschillende zaken nog verder uitgeklaard te worden. Iedere werkzoekende of werknemer kan een vermoeden van een arbeidshandicap aangeven. VDAB of de dienstverlener moet nagaan of dit vermoeden leidt tot een indicatie van arbeidshandicap, hetzij via attesten hetzij via een gespecialiseerde screening. Indien een indicatie aanwezig is, kan de trajectbegeleider op vraag van de klant verder het recht op Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen (BTOM) aanvragen. Voor elke BTOM gelden specifieke voorwaarden. Werkzoekenden of werkenden die aan de criteria van indicatie voldoen, moeten ook nog voldoen aan specifieke voorwaarden om gerechtigd te zijn op een BTOM. De routing om (gespecialiseerde screening) aan te vragen verloopt als volgt: Stap 1: Vermoeden van ernstige problemen. Nood aan ondersteuning. Indien er tijdens een traject aanwijzingen (of eventueel attesten) boven komen die er op wijzen dat een werkzoekende kampt met een arbeidsbeperking, kan er een gespecialiseerd onderzoek aangevraagd worden bij de Dienst Arbeidsbeperking (DABP). Hiervoor maken we gebruik van de inschattingslijst. De richtlijn over het gebruik van deze lijst is terug te vinden in bijlage 5. 9 Draaiboek SIW versie 07/12 De inschattingslijst bevat vragen m.b.t. de loopbaan en drempels tot de arbeidsmarkt. Het is belangrijk dat alles volledig en kwalitatief wordt ingevuld en resulteert in een concrete onderzoeksvraag. Het is de DABP die fungeert als "triagepunt" en de onderzoeksvraag zelf behandelt of aan de passende dienst dispatcht. Wanneer een tewerkstelling in het NEC haalbaar is, kan op deze manier ook het recht op Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen (BTOM), meer bepaald de VOP (Vlaamse ondersteuningspremie) aangevraagd worden (indien er geen automatisch recht is). De inschattingslijst vervangt het multi-elementen-adviesverslag (MEA). De technische werkwijze voor het aanvragen van de rechten en het plaatsen van de indicatie vind je terug op de VDAB-partnersite. Stap 2 & 3: Indicering en bepaling van het recht. Het DABP triagepunt zal bekijken welke screening het meest wenselijk is voor de klant: intern bij VDAB of een doorverwijzing naar GA (gespecialiseerde arbeidsonderzoeksdienst van GTB). Het advies dat uit de screening komt, wordt teruggekoppeld naar de aanvrager. Indien de projectopvolger meer informatie nodig heeft, kan hij bij het triagepunt DABP toegang vragen tot het vertrouwelijk luik van het dossier. De projectopvolger regie van VDAB zal de screeningsaanvraag dus niet op voorhand beoordelen, De aanvraag wordt rechtstreeks gericht aan het DABP triagepunt. Enkel bij twijfelgevallen zal het DABP triagepunt contact opnemen met de projectopvolger om de screeningsaanvraag te bespreken. De aanvraagprocedure wordt beschreven in bijlage 6. Het toekennen van de rechten gebeurt door de dienst arbeidsbeperking (DABP) van VDAB, op basis van een lijst criteria die recht geven op BTOM/Maatwerk of een multi-elementen advies (ICF Verslag) van de trajectbegeleider of een gespecialiseerd arbeidsonderzoek (GAO) van een gespecialiseerde arbeidshandicapdienst van GTB . Een overzicht van de DABP’s van VDAB vind je op de partnerwebsite van VDAB. Hier kan je terecht met verdere vragen rond personen met een arbeidshandicap. De DABP plaatst de toegekende rechten in het dossier van de werkzoekende. Indien de klant akkoord gaat met het recht, verbindt hij zich ertoe om in een traject naar werk deze te gebruiken. Het staat de klant wel vrij al dan niet een BTOM/Maatwerk recht aan te vragen. Een overzicht met de belangrijkste indicaties en de bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen vindt u in bijlage 7 & 8. Indien de projectopvolger meer informatie nodig heeft, kan hij bij het triagepunt DABP toegang vragen tot het vertrouwelijk luik van het dossier. 10 Draaiboek SIW versie 07/12 Aanvraag Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregelen (BTOM) Indien een indicatie aanwezig is, kan de trajectbegeleider op vraag van de klant verder het recht op BTOM/Maatwerk aanvragen. Voor elke BTOM/ recht op Maatwerk gelden specifieke voorwaarden. Werkzoekenden of werkenden die aan de criteria van indicatie voldoen, moeten ook nog voldoen aan specifieke voorwaarden om gerechtigd te zijn op een BTOM/Maatwerk. Een overzicht van de criteria die een automatisch recht geven op een BTOM/Maatwerk vind je op de partnerwebsite van VDAB. 2.3 Beschrijving van de opdracht 2.3.1 Toeleiding Deelnemers die behoren tot de omschreven doelgroep, worden toegeleid door de VDAB. De toeleiding gebeurt doordat VDAB een trajectbepaling opmaakt en een afspraak maakt met de dienstverlener voor een eerste gesprek. De VDAB leidt de werkzoekende toe naar de betrokken bemiddelaar bij de partner of naar de partnerorganisatie (niet naar de penhouder). De VDAB en de penhouder maken hier afspraken over. Binnen deze opdracht is voorzien om tussen 1/7/2015 en 31/12/2015 2500 werkzoekenden toe te leiden. Partners en organisaties kunnen geïnteresseerde werkzoekenden, behorende tot de doelgroep, doorverwijzen naar de VDAB. De VDAB screent de werkzoekende en beslist over de toeleiding naar de (bemiddelaar bij de) partner. De laatste toeleidingen binnen deze opdracht moeten gebeurd zijn op 31/12/2015. Een overzicht van de aantallen (garantie per jaar en objectief per jaar) is terug te vinden in de projectfiche van de subsidie intensief werkplekleren. De VDAB hanteert in het kader van een kwaliteitsvolle toeleiding de inschattingslijst, zie bijlage 1 Inschattingslijst. De inschattingslijst wordt ter beschikking gesteld aan de bemiddelaar bij de partner, is gebaseerd op de ICF-screening en bevat vragen m.b.t. de loopbaan en de drempels tot de arbeidsmarkt. De inschattingslijst wordt ingevuld aan de hand van het dossier van de deelnemer en de verschillende gesprekken die met de deelnemer plaatsvonden. Op basis van de conclusies van de inschatting gebeurt een gemotiveerde toeleiding. Bij de toeleiding krijgt de begeleider bij de partner, na akkoord van de deelnemer, toegang tot het MLP-dossier en de inschattingslijst. 11 Draaiboek SIW versie 07/12 2.3.2 Trajectbepaling De trajectbepaling bevat: ● Een joboriëntatie De deelnemer en de VDAB-bemiddelaar zoeken samen uit welke beroepen of sectoren het meest aangewezen zijn voor de beroepsloopbaan van de deelnemer, en welke hierbij de mogelijkheden en beperkingen zijn. Deze informatie wordt door de VDAB-bemiddelaar genoteerd in het MLP-dossier. Tijdens de intensieve begeleiding vertalen de begeleider van de opdrachtnemer en de deelnemer deze joboriëntatie in een rangschikking van concrete jobdoelen. ● Een voorstel tot actieplan In het voorstel tot actieplan staat welke stappen de deelnemer kan/zal ondernemen om binnen de joboriëntatie een geschikte betrekking te kunnen vinden. Deze acties bevatten minimaal intensieve begeleiding en bemiddeling naar werk én werkplekleren. Daarnaast wordt vermeld of er nood is aan bijkomende acties rond taalondersteuning of competentieversterking. Deelnemers die voldoen aan de doelgroepvoorwaarden, en waarbij bij de trajectbepaling een korte opleidingsnood wordt vastgesteld, kunnen toegeleid worden. Met korte opleidingsnood wordt een opleidingsnood bedoeld die binnen de eerste 6 maanden van het traject kan weggewerkt worden. Hoewel de trajectbepaling opgemaakt wordt in samenspraak met de deelnemer is de inhoud ervan richtinggevend en voor de opdrachtnemer niet bindend bij de opmaak van de het persoonlijk actieplan. Het persoonlijk actieplan is een dynamisch plan en vormt een aanvulling op de trajectovereenkomst. Deze trajectovereenkomst is gebaseerd op de trajectbepaling. Uit het klantendossier moet de motivatie voor de afwijking op de trajectbepaling blijken. ● Inzagerecht en basisinformatie voor de deelnemer De VDAB-bemiddelaar o informeert over de privacywetgeving o geeft duiding bij de toeleiding naar de opdrachtnemer o vraagt toestemming om de opdrachtnemer inzagerecht tot het MLP-dossier te geven via de ondertekening van de trajectbepaling o informeert de deelnemer aangaande de rechten en plichten. Hierbij wordt de deelnemer eraan herinnerd dat indien er niet meegewerkt wordt met de opdrachtnemer, er via de VDAB communicatie naar de controledienst wordt opgestart. (zie http://partners.vdab.be/documenten/Algemene%20voorwaarden.doc, punt 3.7 Medewerking van de werkzoekende). 12 Draaiboek SIW versie 07/12 2.3.3 Aanmelding/afmelding Deelnemers die behoren tot de omschreven doelgroep, worden toegeleid door de VDAB. De toeleiding gebeurt doordat VDAB een trajectbepaling opmaakt en een afspraak maakt met de dienstverlener voor een eerste gesprek. De deelnemer wordt definitief aangemeld wanneer hij aanwezig is op het eerste gesprek. Indien de deelnemer afwezig is op zijn eerste contact met de dienstverlener en de dienstverlener kan de deelnemer middels herhaaldelijke pogingen niet bereiken binnen een termijn van 7 dagen, meldt hij de toeleiding af en motiveert deze in MLP. In geval van problemen van andere aard, neemt de dienstverlener contact op met de projectopvolger. In de handleiding ‘trajectbegeleiding bij getenderd begeleidingstraject’ is meer info m.b.t. de technische werkwijze van aanmelding /afmelding opgenomen: Aanmelding De dienstverlener aanvaardt de trajectbepaling die terug te vinden is in het dossier van de werkzoekende. Op basis van de door VDAB aangereikte trajectbepaling leggen de trajectbegeleider en de werkzoekende in onderling overleg vast welke arbeidsmarktgerichte acties waar en wanneer nodig zijn. Dit wordt geformaliseerd in een trajectovereenkomst. Deze trajectovereenkomst wordt ten laatste 15 kalenderdagen na de definitieve toeleiding (aanmelding) opgemaakt en ondertekend. Indien deze termijn niet gerespecteerd kan worden, brengt de dienstverlener de projectopvolger hiervan onmiddellijk op de hoogte met opgave van de reden. De dienstverlener is verantwoordelijk voor het opstellen van de trajectovereenkomst tussen hem en de werkzoekende. Na de registratie van de trajectovereenkomst in MLP én de effectieve ondertekening van de trajectovereenkomst dient het eerste trajectopvolgingsgesprek (B1) te worden geregistreerd. Zie ook de handleiding voor trajectbegeleiders bij getenderde trajectbegeleiding. Afmelding Aan de richtlijn over de afmelding zoals vermeld in de handleiding MLP dient het volgende te worden toegevoegd: De dienstverlener dient alles te ondernemen om de deelnemer te bereiken als deze zich niet aanbiedt op het afgesproken tijdstip vermeld op de uitnodiging. Als de dienstverlener er niet in slaagt de werkzoekende binnen de 7 kalenderdagen te bereiken of tot een nieuwe afspraak te komen, dient de toeleiding afgemeld te worden (registratie in MLP mét vermelding van de reden bij het aanvinken van de derde optie op het scherm "Bevestiging toeleiding"). In geval van afmelding om deze reden neemt de partner bemiddelaar contact op met de trajectbepaler VDAB. Vóór de definitieve toeleiding: 13 Draaiboek SIW versie 07/12 Indien een deelnemer, voor of tijdens het eerste gesprek aangeeft dat hij voor langere duur onbeschikbaar is (bijvoorbeeld door ziekte of vast werk), meld je de deelnemer af. Op het ogenblik dat hij terug beschikbaar is voor de arbeidsmarkt, kan VDAB de deelnemer opnieuw toeleiden. Wanneer de deelnemer op het eerste gesprek al aan het werk is, kan hij toch worden aangemeld op voorwaarde dat: deelnemer en begeleider overeenkomen dat een begeleiding nuttig is om de duurzaamheid van de tewerkstelling te verhogen of de deelnemer deeltijds werkt of in een precaire werksituatie zit en aangeeft dat een meer duurzame tewerkstelling gewenst is er een trajectovereenkomst wordt opgemaakt met daarin onder meer een actieplan (+ tijdindicatie) om de duurzaamheid van de tewerkstelling te bevorderen. 2.3.4 Diepgaande oriëntering en opmaak actieplan De definitieve aanmelding bij de opdrachtnemer Vanaf het ogenblik dat de opdrachtnemer de aanmelding van het dossier bevestigt, wordt de toeleiding definitief en dus een eenheid van de op te starten trajecten. Opmaak eerste actieplan Vertrekkend van de door VDAB aangereikte trajectbepaling en de inschattingslijst, maken de begeleider van de opdrachtnemer en de deelnemer een eerste ondertekend persoonlijk actieplan (PAP) op waarin minimaal de te ondernemen acties m.b.t. oriëntering en screening in functie van het bepalen van het verdere traject worden opgenomen. De begeleider en de deelnemer dagtekenen het PAP en ontvangen elk een exemplaar. Het eerste PAP moet ten laatste 15 kalenderdagen na definitieve toeleiding worden afgesloten. Het persoonlijk actieplan is een aanvulling op de trajectovereenkomst. Het zijn dan ook twee van elkaar te onderscheiden documenten. De opdrachtnemer staat in voor een permanente evaluatie van de deelnemer tijdens alle stappen binnen het traject. Het PAP is een dynamisch instrument dat tijdens de begeleiding up to date wordt gehouden o.b.v. de evaluaties en de afgesproken bijsturingen. Diepgaande oriëntering en bijsturing actieplan De opdracht: De begeleiding start met een diepgaande oriëntering van de deelnemer . ● het verwerven van zicht op de eigen competenties, de mogelijkheden op en de belemmeringen tot de arbeidsmarkt. ● het toetsen van de zelfanalyse aan: ○ de verwachtingen van de arbeidsmarkt in het algemeen, en meer specifiek van de sector waarop de deelnemer zich richt ○ de te overbruggen kloof naar de arbeidsmarkt ○ de haalbaarheid voor de deelnemer. ● het verwerven en verwerken van een verbeterde kennis over alle aspecten van de arbeidsmarkt en hoe deze te gebruiken tijdens het zoeken naar werk. 14 Draaiboek SIW versie 07/12 ● De nood aan taalondersteuning tijdens de begeleiding en het werkplekleren in functie van het jobdoelwit en de regionale arbeidsmarkt. Output: Deze oriëntering resulteert uiterlijk 3 maanden na de definitieve toeleiding in een aangepast PAP dat minimaal volgende elementen bevat: ● een vertaling van de joboriëntatie in een rangschikking van concrete, realistische jobdoelen en indien er nog geen jobdoel is, de stappen die ondernomen zullen worden om te komen tot een jobdoel; ● een plan van aanpak waarin de mijlpalen mbt de te ondernemen acties op vlak van: ○ begeleiding, incl de afbouw van de vastgestelde drempels en de opbouw van de vereiste de attitudes, ○ bemiddeling, ○ werkplekleren ○ en waar nodig competentieversterking (korte opleiding) en taalondersteuning zijn beschreven ● een bijhorend tijdsplan voor het verloop van de begeleidingstraject. ● waar nodig worden de competenties in het MLP dossier aangepast 2.3.5 Intensieve begeleiding en bemiddeling naar werk De opdrachtnemer voorziet een aanbod op maat van elke individuele deelnemer. De aanpak is gericht op: ● het verhogen van de arbeidsmatige zelfredzaamheid van de deelnemer, rekening houdend met de mogelijkheden van elke individuele deelnemer ● het activeren van de deelnemers De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor de uitvoering van het PAP van de deelnemer zoals bepaald na de diepgaande oriëntering. De opdrachtnemer staat in voor een permanente evaluatie van de deelnemer tijdens alle stappen binnen het traject. Het PAP is een dynamisch instrument dat tijdens de begeleiding up to date wordt gehouden o.b.v. de evaluaties en de afgesproken bijsturingen. De ondersteuning bij het wegwerken van drempels De opdracht: De ondersteuning bij het wegwerken van: ● belemmerende randvoorwaarden (kinderopvang, mobiliteit, …) ● attitudetraining (individueel of collectief) De trajectbegeleider (=bemiddelaar bij de partner) begeleidt de deelnemer in het aanleren van: ○ generieke werkvloerattitudes en attitudes in de gekozen jobdoelen, 15 Draaiboek SIW versie 07/12 ○ sollicitatie-attitudes. Output: ● In het werkzoekendedossier wordt een chronologisch verslag van de geboden ondersteuning bij het wegwerken van drempels opgenomen, waaruit ook de intensiteit van de ondersteuning blijkt. ● Uit het werkzoekendedossier blijken de vorderingen en bijsturingen, o.b.v. de permanente evaluatie van de deelnemer: ○ het afbouwplan voor de vastgestelde drempels, ○ mbt de vereiste attitudes. ● De competenties en vaardigheden worden up to date gehouden in MLP Intensieve begeleiding bij sollicitaties en empowerment De opdracht: 1. 2. Intensieve begeleiding bij de sollicitaties ● Het wegwijs en vaardig worden bij het zoeken van vacatures op maat van de gekozen jobdoelen ● Het zichtbaar maken, ontwikkelen en inschakelen van het netwerk van de deelnemer. ● Sollicitatietraining (individueel of collectief) Empowerment van de deelnemers bij ● de toepassing van de aangeleerde vaardigheden ● de zelfevaluatie van de acties door de deelnemer ● de zelfcorrectie van de acties door de deelnemer Output: ● De opdrachtnemer begeleidt de deelnemer bij het actualiseren en permanent up-to-date houden van het individueel Mijn Loopbaan-dossier van de deelnemer. ● Het werkzoekendedossier bevat een model CV, opgesteld door of samen met en op maat van de deelnemer. ● Het werkzoekendedossier bevat minstens één model-motivatiebrief, opgesteld door of samen met en op maat van de deelnemer. ● Het werkzoekendedossier bevat een plan van aanpak voor de sollicitatiestrategie op maat van de deelnemer en in relatie tot de gekozen jobdoelen en de regionale arbeidsmarkt ○ het inschakelen van het persoonlijk netwerk van de deelnemer ○ het efficiënt aanspreken van de verschillende sollicitatiekanalen ● In het werkzoekendedossier wordt een chronologisch verslag van de geboden ondersteuning bij de intensieve begeleiding bij sollicitaties en bij empowerment opgenomen, waaruit ook de intensiteit van de ondersteuning blijkt. 16 Draaiboek SIW versie 07/12 ● Uit het werkzoekendedossier blijken de vorderingen en bijsturingen o.b.v. de permanente evaluatie van de deelnemer. Jobhunting en jobmatching op maat van de doelgroep De opdracht: De opdrachtnemer is verantwoordelijk voor jobhunting en jobmatching in de ruime betekenis, op maat van de doelgroep en de individuele deelnemers, en zowel i.f.v. het werkplekleren als i.f.v. duurzame tewerkstelling. Jobhunting in de letterlijke betekenis betekent dat de opdrachtnemer samen met de deelnemer op jacht gaat naar geschikte plaatsen voor werkplekleren of vacatures waarbij het netwerk van de opdrachtnemer maximaal wordt ingezet. In de ruime betekenis wordt bedoeld dat de opdrachtnemer gebruik maakt van zijn netwerk en contacten met werkgevers om: ● werkgevers te sensibiliseren over de mogelijke vormen van werkplekleren conform de geldende regelgeving met het oog op het creëren van opportuniteiten voor de doelgroep. De opdrachtnemer houdt hierbij rekening met het feit dat het stelsel van werkplekleren in de loop van de uitvoering van de opdracht zal wijzigen. ● passende plaatsen voor werkplekleren en vacatures te detecteren op maat van de deelnemer ● de deelnemer maximaal voor te bereiden op en te ondersteunen bij de sollicitatie (indien nodig face to face). De opdrachtnemer gaat dus actief vacatures opsporen voor een deelnemer, gaat mee naar ondernemingen indien aangewezen en kan potentiële werkgevers de garantie geven dat er ook na de ondertekening van het arbeidscontract nog ondersteuning geboden wordt. Bij jobmatching in de letterlijke betekenis zal de opdrachtnemer het aanbod van plaatsen voor werkplekleren en vacatures en het deelnemersbestand analyseren en nagaan welke plaats voor werkplekleren of vacature het best past bij welke deelnemer en omgekeerd. Dit proces kan deels geautomatiseerd verlopen. Bij jobmatching in de ruime betekenis, zorgt de opdrachtnemer voor een wederzijdse afstemming van vacatures en deelnemers: ● Samen met de deelnemer gaat de opdrachtnemer na: ○ wat de leerdoelen zijn binnen de plaats voor werkplekleren i.f.v. tewerkstelling in het jobdoelwit (binnen het NEC). of ○ hoe de competenties van de deelnemer kunnen vertaald worden en eventueel aangevuld worden (d.m.v. korte opleidingsmodules of eventueel door integratie van werkplekleren via een IBO, ...) in functie van de invulling van de vacature. ● Samen met de werkgever gaat de opdrachtnemer na 17 Draaiboek SIW versie 07/12 ○ ○ welke competentie-eisen in het jobdoelwit noodzakelijk zijn in functie van het bepalen van de leerdoelen van het werkplekleren of welke competentie-eisen voor de vacature absoluut nodig zijn, welke eerder wenselijk en welke nog kunnen verworven worden tijdens de tewerkstelling (d.m.v. korte opleidingsmodules of eventueel door integratie van werkplekleren via een IBO…) zodat de vacature toegankelijker wordt voor de deelnemer. Output: ● De opdrachtnemer houdt in het werkzoekendedossier een overzicht van de behandelde en de besproken vacatures bij. ● In het werkzoekendedossier wordt een chronologisch verslag van de geboden ondersteuning bij de jobhunting en jobmatching opgenomen, waaruit ook de intensiteit van de ondersteuning blijkt. ● Uit het werkzoekendedossier blijken de vorderingen en bijsturingen op basis van de permanente evaluatie van de deelnemer. 2.3.6 Het werkplekleren Werkplekleren is een verzamelnaam voor maatregelen die het voor werkzoekenden mogelijk maken om een job te leren op de werkvloer. Het bevat leeractiviteiten die gericht zijn op het aanleren en toepassen van algemene, arbeids- en beroepsgerichte competenties in een arbeidssituatie die een leeromgeving is. Momenteel kan dit gaan over een Individuele Beroepsopleiding (IBO), een Curatieve IBO (CIBO) voor langdurig werkzoekenden, een IBO met taalondersteuning (IBOT), een beroepsverkennende stage, een instapstage voor jongeren (ISS), een beroepsinlevingsovereenkomst (BIO) of een opleidingsstage. Deze maatregelen kunnen ingezet worden met inachtname van de geldende regelgeving. De hervorming en vereenvoudiging van de verschillende vormen van werkplekleren is nog in volle ontwikkeling en zal in de loop van 2016 geoperationaliseerd worden. In het hervormde stelsel zal een specifieke vorm van werkplekleren gericht op het activeren van werkzoekenden door het verwerven van competenties en werkervaring voorzien zijn. Van zodra het hervormde stelsel concreet is uitgewerkt zal VDAB de betrokken opdrachtnemers hierover informeren. De opdrachtnemer voorziet voor elke deelnemer uiterlijk 6 maanden na start van het traject een eerste actie werkplekleren d.m.v. een stage of IBO. Elke actie werkplekleren binnen het traject dient gericht te zijn op de doorstroom naar het NEC. Voor de deelnemers die een opleiding tijdens het traject volgen, is de begeleiding tijdens de opleidingsstage de verantwoordelijkheid van de opleidingsverstrekker voor zover deze standaard is voorzien. Voor opleidingen waar standaard geen stage is voorzien, kan de opdrachtnemer afspraken 18 Draaiboek SIW versie 07/12 maken met de opleidingsverstrekker voor de opstart van een opleidingsstage aansluitend op de opleiding. In dat geval is de opdrachtnemer verantwoordelijk voor de begeleiding tijdens de stage. De opdracht: De opdrachtnemer staat in voor : ● De opmaak van een individueel stage- of opleidingsplan met concrete leerdoelen ● De intensieve coaching en begeleiding van de deelnemer tijdens het werkplekleren in functie van het versterken van het functioneren op de werkvloer: ○ Stimuleren van het leerpotentieel van de deelnemer. ○ Verhogen van het arbeidsritme en –functioneren. ○ Ontwikkelen, bijsturen en versterken van een werkattitude en arbeidsvaardigheden die noodzakelijk zijn om op een werkvloer in het NEC te kunnen functioneren. ● Meten en in kaart brengen van de competenties na het werkplekleren, in samenspraak met de werkgever. ● Coaching en werkvloerbegeleiding voor de werkomgeving van de deelnemer. Output: ● De stage of IBO wordt conform de VDAB-onderrichtingen opgevolgd en genoteerd in MLP ● Het werkzoekendedossier bevat per actie werkplekleren een individueel stage- of opleidingsplan met concrete leerdoelen. ● In het werkzoekendedossier wordt een chronologisch verslag van de geboden ondersteuning bij het werkplekleren opgenomen, waaruit ook de intensiteit van het ondersteuning blijkt. ● Uit het werkzoekendedossier blijken de vorderingen en bijsturingen tijdens het werkplekleren op basis van de permanente evaluatie van de deelnemer. ● Na afloop van een actie werkplekleren worden de competenties in het MLP-dossier van de werkzoekende geactualiseerd. 2.3.7 Nazorg tijdens tewerkstelling Met nazorg bij tewerkstelling wordt elke vorm van opvolging en begeleiding van de deelnemer tijdens periodes van tewerkstelling bedoeld. Waar wenselijk en mogelijk wordt ook de begeleiding van de werkgever en de werkomgeving opgenomen door de opdrachtnemer (jobcoaching). Jobcoaching is de begeleiding op de werkvloer van een nieuwe werknemer en diens werkgever, met het oog op het behoud van de tewerkstelling voor onbepaalde duur. Jobcoaching behoort tot deze opdracht en kan bijgevolg niet met andere middelen gefinancierd worden. Opdracht: De opdrachtnemer is tijdens periodes van tewerkstelling verantwoordelijk voor de begeleiding en opvolging van de deelnemer en waar wenselijk en mogelijk van de werkgever en de werkomgeving. Deze ondersteuning omvat minimaal: 19 Draaiboek SIW versie 07/12 ● Mits akkoord van de deelnemer en de werkgever een introductiegesprek met de werkgever. ● Een intensieve opvolging van de deelnemer tijdens de tewerkstelling en waar wenselijk en mogelijk in overleg met werkgever. De intensiteit van de opvolging situeert zich vooral in de beginperiode van de tewerkstelling, daarna kan de frequentie afnemen als alles vlot verloopt. Indien een tewerkstelling wordt beëindigd voor het einde van het begeleidingstraject van de deelnemer, zorgt de opdrachtnemer voor een evaluatie van deze jobervaring en een bijsturing van het PAP. De begeleiding of bemiddeling van de deelnemer wordt terug opgenomen tot een volgende tewerkstelling of tot het einde van het begeleidingstraject. Output: ● In het werkzoekendedossier wordt een chronologisch verslag van de geboden nazorg bij tewerkstelling opgenomen, waaruit ook de intensiteit van het nazorg blijkt. ● Uit het werkzoekendedossier blijken de vorderingen en bijsturingen o.b.v. de permanente evaluatie van de deelnemer. 2.3.8 Taalondersteuning voor laagtaalvaardige deelnemers De deelnemers dienen bij toeleiding voldoende Nederlands te kennen in functie van de uitoefening van hun voorkeurberoep(en) en de regionale arbeidsmarkt. Opdracht: De opdrachtnemer dient het totaalaanbod af te stemmen op het talige niveau van de deelnemer. Waar nodig voorziet hij taalondersteuning tijdens de begeleiding , het werkplekleren of de tewerkstelling. Deze taalondersteuning bestaat minimaal uit een aangepaste aanpak en aangepaste instrumenten. Waar nodig voorziet de opdrachtnemer taalcoaching tijdens werkplekleren. Taalcoaching beoogt het verbeteren van de taalvaardigheid van de deelnemer, het aanmoedigen van een actiever gebruik van het Nederlands en desgevallend de vaktaal ten aanzien van de (leer)werkomgeving in functie van uitstroom naar duurzaam werk. De taalcoaching richt zich op het inoefenen van talige strategieën die de deelnemer nodig heeft om te functioneren in een werkcontext. Afhankelijk van de specifieke plaats voor werkplekleren of de vacature en van de taalvaardigheid van de deelnemer biedt de opdrachtnemer taalcoaching. Het aanbod richt zich zowel op de laagtaalvaardige deelnemer als op diens omgeving. Output: ● ● Uit het werkzoekendedossier blijkt dat de deelnemer taalondersteuning heeft gekregen zoals bepaald in het PAP. Indien de deelnemer taalcoaching krijgt, wordt in het werkzoekendedossier een chronologisch verslag van de geboden ondersteuning opgenomen, waaruit ook de intensiteit van de taalcoaching blijkt. 20 Draaiboek SIW versie 07/12 ● Uit het werkzoekendedossier blijken de vorderingen en bijsturingen obv de permanente evaluatie van de deelnemer. 2.3.9 Einde begeleidingstraject en terugnameplicht De begeleiding door de opdrachtnemer eindigt voor elke toegeleide werkzoekende binnen de subsidie intensief werkplekleren op 31/12/2016. Wanneer de tewerkstelling van een deelnemer eindigt vóór het afsluiten van het traject, dan moet de opdrachtnemer de deelnemer terug in begeleiding nemen (terugnameplicht). De terugnameplicht geldt ook voor elke onderbreking van het traject ten gevolge van ziekte, onbeschikbaarheid,… Opdracht: De begeleider van de opdrachtnemer (= bemiddelaar bij de partner) informeert de deelnemer tijdig en expliciet over de nakende afsluiting van de begeleiding. Tijdens dit gesprek: ● wordt het PAP geëvalueerd ● wordt een eindverslag opgemaakt met een algemeen overzicht van de competenties, mogelijkheden en beperkingen van de deelnemer in relatie tot de ondernomen acties, conform het model in bijlage 2 Output: Het eindverslag wordt als bijlage aan het MLP-dossier toegevoegd (bijlage 2). Het document wordt opgeladen in de flap ‘begeleiding’, subtab ‘traject’. (handleiding MLP) 21 Draaiboek SIW versie 07/12 3 Specifieke bepalingen betreffende de uitvoering van de opdracht 3.1 Personeelsinzet De medewerkers die instaan voor de begeleiding en bemiddeling voldoen aan volgende minimumvereisten: ● minstens een diploma op bachelor niveau ● of minstens 2 jaar voltijds ervaring met begeleiden of bemiddelen van werkzoekenden 3.2 Welzijn en veiligheid De VDAB neemt de kost van medische onderzoeken op zich voor cursisten met een opleidingsovereenkomst, ook als dit eventueel nodig is voor een stage. Beroepsverkennende stage: Afhankelijk van de bedoeling van de stage is een medisch onderzoek al of niet nodig: observeren of doen (meedraaien). Zie ook handleidingen: http://partners.vdab.be/cvs/projecten_siw.shtml 3.3 Registratie in Mijn Loopbaan voor Partners (MLP) 3.3.1 Verlening inzagerechten Bij de toeleiding naar de opdrachtnemers zorgt de VDAB ervoor dat de deelnemer inzagerecht verleend heeft aan de opdrachtnemer. Dit inzagerecht wordt door de deelnemer verleend bij het ondertekenen van de trajectbepaling. Op die manier krijgt de opdrachtnemer inzage in de nodige persoonlijke gegevens van de deelnemer en een zicht op de begeleiding van de deelnemer tot dan toe. De opdrachtnemer verleent de onderaannemer of uitvoerder van acties inzagerecht in het dossier van de deelnemer door samen met de deelnemer een inzageformulier (zie 22 Draaiboek SIW versie 07/12 http://partners.vdab.be/cvs/documenten/inzagerecht aanvraag.doc.) in te vullen en over te maken aan de VDAB 3.3.2 Rapportering De monitoring van de projecten geschiedt onder meer op basis van de MLP-gegevens. De MLP-invoer geeft aan de opdrachtgever enerzijds voldoende informatie betreffende de deelnemer zelf en anderzijds een zicht op het verloop van de begeleiding, de bemiddeling en de uit te voeren en uitgevoerde acties. De VDAB stelt op regelmatige (maandelijkse) basis deze monitoringsgegevens ter beschikking van de opdrachtnemer. 3.3.3 Verplichte registraties De laatste versie van de technische handleidingen voor MLP-registraties zijn terug te vinden in http://partners.vdab.be/cvs/cvs_handleiding.shtml of via de projectfiche op http://partners.vdab.be/cvs/projecten_siw.shtml. Op de projectfiche tref je tevens een overzicht van de belangrijkste aandachtspunten rond registraties. De opdrachtnemer zorgt ervoor dat de persoonlijke gegevens van de deelnemer steeds actueel en correct zijn. Onder andere de betalingen aan de deelnemer van eventuele prestaties of vergoedingen tijdens competentieversterkende acties is daarmee verbonden. De opdrachtnemer stimuleert de deelnemer om de competenties en vaardigheden in het eigen “Mijn Loopbaan”-dossier up to date te houden. Verplichte registraties mbt de diepgaande oriëntering en de opmaak van het actieplan ● ● ● De begeleider (= bemiddelaar bij de partner) maakt op basis van de trajectbepaling ten laatste 15 kalenderdagen na definitieve toeleiding een eerste TOK op. De opdrachtnemers zijn gehouden het daartoe voorziene instrument in MLP te gebruiken. Op dit moment is dat de trajectovereenkomst. Nadat deelnemer en begeleider de TOK ondertekend hebben, duidt de begeleider in MLP het eerste trajectopvolgingsgesprek aan. Op basis van de resultaten van de diepgaande oriëntering past de opdrachtnemer de competenties in het MLP-dossier aan. Verplichte registraties met betrekking tot de begeleiding en bemiddeling 1. Het persoonlijk actieplan (PAP) - de trajectovereenkomst (TOK) 23 Draaiboek SIW versie 07/12 ● ● ● ● ● Ook voor de aanpassing van het TOK is de opdrachtnemer gehouden het daartoe voorziene instrument in MLP te gebruiken. Op dit moment is dat de trajectovereenkomst. De begeleider en de deelnemer dagtekenen ook elk gewijzigde TOK en ontvangen elk een exemplaar. Uiterlijk 3 maanden na start van de begeleiding registreert de begeleider een nieuwe TOK in MLP, gebaseerd op de resultaten van de diepgaande oriëntering. Het PAP is een dynamisch instrument dat tijdens de begeleiding up to date wordt gehouden o.b.v. de evaluaties en de afgesproken bijsturingen. Ook het PAP wordt ondertekend. Wanneer de deelnemer na een onderbreking van het traject wegens tijdelijke tewerkstelling of andere reden, zich vóór het beëindigen van het begeleidingstraject herinschrijft als werkzoekende, dan dient de opdrachtnemer de betrokkene terug in begeleiding te nemen. De begeleider registreert dit in MLP door de TOK te actualiseren en een ondertekend exemplaar te bewaren in het werkzoekendedossier. Wanneer in de loop van het traject de deelnemer een nieuwe begeleider krijgt toegewezen, worden de afspraken hernieuwd en registreert de begeleider deze aanpassing door middel van een nieuw TOK in MLP 2. Het verloop van de begeleiding De begeleider voert in MLP in de traject-begeleidingslijn een beknopt, chronologisch overzicht in van het trajectverloop. In de trajectlijn dient minimaal de datum aangegeven te worden wanneer de competenties en de persoonsgebonden gegevens in het MLP-dossier werden bijgewerkt én de datum van het eindgesprek van het traject. Acties die integraal deel uitmaken van het begeleidingsaanbod worden in MLP geregistreerd in de daartoe aangewezen registratielijn. 3. Het einde van de begeleiding Aan het einde van de begeleiding moet het eindverslag in MLP worden geregistreerd, met een algemeen overzicht van de competenties, mogelijkheden en beperkingen van de deelnemer in relatie tot de ondernomen acties, conform het model in bijlage 2. Verplichte registraties met betrekking tot competentieversterking (opleiding of werkplekleren) Op het einde van elke competentieversterkende actie worden de competenties aangepast in het MLP-dossier van de deelnemer. 1. Met betrekking tot werkplekleren ● De opdrachtnemer registreert een stage in MLP conform de richtlijnen. Het stage- of IBOcontract moet voor elke deelnemer uiterlijk de dag van de start van de actie ondertekend zijn. De opdrachtnemer is verplicht het contract dat voorzien is in MLP te gebruiken. ● De opdrachtnemer registreert een IBO conform de richtlijnen van VDAB. De specifieke richtlijnen worden in de handleidingen IBO (http://partners.vdab.be/cvs/projecten_siw.shtml) ter beschikking gesteld. 24 Draaiboek SIW versie 07/12 ● Het individueel stage- of opleidingsplan met concrete leerdoelen wordt opgeladen als bijlage aan het MLP-dossier van de deelnemer. 2. Met betrekking tot opleidingsacties ● Acties die in de trajectovereenkomst voorzien zijn o De opdrachtnemer kan enkel gebruik maken van het aanbod van door VDAB georganiseerde of erkende opleidingen. o De begeleider registreert in MLP een aanvraag. De verstrekker van de actie registreert de uitvoering van de actie in MLP. De opleidingsverstrekker dient hiervoor inzage in MLP verkregen te hebben. o Na afloop van een competentieversterkende actie ziet de begeleider van de opdrachtnemer erop toe dat de competenties worden aangepast in MLP-dossier van de deelnemer. o Indien de opdrachtnemer zelf een opleiding wil organiseren die niet erkend is en buiten het voorwerp van de opdracht valt, dient hij volgens de reguliere procedure een erkenning aan te vragen bij de VDAB. ● Acties op initiatief van de deelnemer of andere partijen Indien de deelnemer naast de acties die in de trajectovereenkomst voorzien zijn, zelf het initiatief neemt om acties aan te vragen of hiertoe een aanbod krijgt van andere partijen, dan dient de deelnemer de begeleider van de opdrachtnemer hiervan op de hoogte te brengen. De begeleider bespreekt elke “extra” aanvraag met de deelnemer en de verstrekker/aanvrager van deze actie. Bij akkoord formaliseert de begeleider de aangepaste afspraken in een nieuwe PAP en registreert de nodige aanvragen in MLP. 3.4 Het werkzoekendedossier: onderliggende bewijsstukken van de MLP-registratie. De in MLP ingevoerde gegevens moeten steeds aantoonbaar zijn (zowel voor opdrachtnemer als voor diens onderaannemers) door onderliggende registraties. Concreet betekent dit dat voor alle registraties in MLP moet aangetoond worden dat de deelnemers de acties effectief hebben bijgewoond en dat de lesgevers/begeleiders effectief aan de in MLP geregistreerde deelnemers of cursisten begeleiding en/of opleiding hebben verstrekt. Het is de verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer (en diens onderaannemers) om een afdoend registratiesysteem uit te werken en te implementeren om de geleverde prestaties, de begeleidingsen opleidingsacties en/of het begeleidings- en bemiddelingsproces op een adequate wijze te registreren en te kunnen verantwoorden. ● De eindverantwoordelijkheid van de wijze van bewijsvoering hieromtrent ligt bij de opdrachtnemer. ● De bewijsstukken worden verzameld in een werkzoekendedossier. Het werkzoekendedossier is een individueel dossier per deelnemer dat bewijst dat de begeleiding en acties effectief werden uitgevoerd conform de afgesloten overeenkomst. Het staat de opdrachtnemer vrij om het werkzoekendedossier op papier of deels digitaal 25 Draaiboek SIW versie 07/12 samen te stellen, maar de opdrachtnemer zorgt er voor dat de deelnemer zijn integrale dossier steeds kan raadplegen en dat ook de VDAB op eenvoudig verzoek toegang wordt verleend tot alle gegevens in het werkzoekendedossier. Het werkzoekendedossier is samengesteld uit minimaal: 1. Alle administratieve stukken: ● De door alle partijen ondertekende PAPs met wederzijdse engagementen. ● De door alle partijen ondertekende opleidings- en stagecontracten. ● De bewijsstukken i.v.m. de opvolging van deelnemers die niet meewerken (zie http://partners.vdab.be/documenten/Algemene voorwaarden.doc, punt 3.7.3 Procedure bij niet-medewerking). ● Een bewijs van aanwezigheid op sleutelmomenten, getekend door deelnemer en begeleider. VDAB voorziet minstens volgende sleutelmomenten: Sleutelmoment Start van de begeleiding (uiterlijk 15 kalenderdagen na definitieve toeleiding) Afsluiting diepgaande oriëntering (uiterlijk 3 maanden na definitieve toeleiding) Belangrijke tussentijdse wijzigingen van het afgesproken actieplan Heropname van het traject na een periode van onbeschikbaarheid o.w.v. werk, ziekte, opleiding of andere reden Wijziging van de trajectbegeleider De start van een actie werkplekleren Einde van een actie werkplekleren Afsluitgesprek en eindverslag Bewijs Ondertekende TOK Ondertekende geactualiseerde TOK Ondertekende geactualiseerde TOK Ondertekende geactualiseerde TOK Ondertekende geactualiseerde TOK Ondertekende stage- of opleidingscontract Getuigschrift van verworven competenties Ondertekend eindverslag (conform sjabloon in bijlage 2) 2. De verslaggeving van het verloop van de begeleiding en bemiddeling Een chronologische weergave van de uitvoering van de opdracht op werkzoekendeniveau aan de hand van alle documenten, bewijsvoering en output waaruit ook de intensiteit van het traject blijkt (aard en frequentie van de contacten). 3. Werkplekleren ● Een door de opdrachtnemer en deelnemer ondertekend stage- of opleidingsplan. 26 Draaiboek SIW versie 07/12 ● ● Voor de vormen van werkplekleren waarvoor prestaties en vergoedingen in MLP geregistreerd dienen te worden: een bewijs van aanwezigheid conform de richtlijnen van VDAB (zie: http://partners.vdab.be/cvs/cvs_handleiding.shtml) Een chronologische weergave van de uitvoering van de begeleiding tijdens werkplekleren op werkzoekendeniveau waaruit ook de intensiteit van de begeleiding blijkt (aard en frequentie van de contacten) 4. Het eindverslag Een door de opdrachtnemer en deelnemer ondertekend eindverslag, conform het sjabloon in bijlage 3 . Indien de deelnemer niet bereikbaar is voor een eindevaluatie: ● wordt het eindverslag opgemaakt en ondertekend door de trajectbegeleider ● toont de opdrachtnemer minstens aan welke inspanningen werden geleverd om de deelnemer te bereiken. 3.5 Vervroegde stopzettingen en onttenderingen In bepaalde situaties zal het niet mogelijk zijn om de bemiddeling volledig uit te voeren. Dan kan de opdrachtnemer bij de projectopvolger een stopzetting aanvragen. Indien tijdens de diepgaande oriëntering uitzonderlijk wordt vastgesteld dat de deelnemer niet tot de doelgroep van de opdracht behoort omwille van bv. een specifieke problematiek, kan VDAB beslissen om, op basis van een gemotiveerde aanvraag van de medecontractant, de begeleiding stop te zetten/te onttenderen. Bij een stopzetting telt de werkzoekende mee in functie van het vooropgestelde objectief. Verkeerde toeleidingen (door de VDAB) moeten kunnen onttenderd worden. Bij een onttendering telt de werkzoekende niet meer in functie van het vooropgestelde objectief en kan de werkzoekende vervangen worden door een andere kandidaat. Bij onttendering wordt er ook een duidelijk signaal gegeven naar de VDAB bemiddelaar dat deze persoon niet behoort tot de doelgroep van het project. Onttendering kan zolang er niet meer dan 3 contacten zijn geweest tussen de bemiddelaar bij de partner en de werkzoekende. De partner dient eveneens aan te tonen dat de SIW niet het geschikte traject is voor de werkzoekende. 27 Draaiboek SIW versie 07/12 3.6 Werkzoekende werkt niet mee, transmissie 3.6.1 Werkzoekende voert de trajectovereenkomst niet of slechts beperkt uit Als de deelnemer de trajectovereenkomst niet of slechts beperkt wil uitvoeren, stelt de bemiddelaar bij de partner alles in het werk om de deelnemer te activeren en te ondersteunen. De bemiddelaar bij de partner herhaalt ook het verhaal van rechten en plichten. Zodra de bemiddelaar bij de partner oordeelt dat een goede samenwerking zonder tussenkomst van de VDAB niet langer mogelijk is, wordt een bemiddelingsgesprek aangevraagd bij de daartoe aangeduide contactpersoon van de VDAB. De aanvraag voor het bemiddelingsgesprek gebeurt per e-mail en is gemotiveerd. Er dient tevens een kopie van de ondertekende trajectovereenkomst toegevoegd te worden. 3.6.2 Transmissie, weldra een VDAB-bevoegdheid De VDAB dient, ingevolge de samenwerkingsovereenkomst van 30/04/2004, uitwisseling van gegevens (= transmissie) te doen naar de RVA. Het toepassingsgebied betreft alle verplicht ingeschreven werkzoekenden: ● categorie 00 met uitzondering van werkzoekenden die in beroep zijn tegen de mutualiteit ● categorie 02 ● categorieën 14, 55, 80, 82, 85, 89 De bemiddelaar bij de partner kan zelf geen informatie over zijn werkzoekende aan de RVA overmaken. Hij kan wel vragen aan VDAB om een werkzoekende uit te nodigen met het oog op mogelijke transmissie. Indien VDAB op vraag van de dienstverlener bemiddelend optreedt, heeft dit geen invloed op het moment waarop het traject wordt afgesloten. Het wettelijke kader van RVA bepaalt volgende redenen waarvoor RVA een werkzoekende kan sanctioneren: a. niet ingaan op een uitnodiging b. weigeren van een werkaanbod of passende dienstbetrekking (werkweigering) c. weigering ondertekenen van de trajectovereenkomst d. weigering uitvoering trajectovereenkomst e. weigering beroepsopleiding f. stopzetting beroepsopleiding Als de trajectbegeleider vindt dat zijn werkzoekende zich in een van deze bovenstaande situaties bevindt, vraagt hij aan de VDAB om de werkzoekende uit te nodigen voor een bemiddelingsgesprek. Bij iedere transmissie moet door VDAB vermeld worden waarom de RVA zou moeten sanctioneren en naar aanleiding van welke actie. Het is daarom belangrijk dat de dienstverlener de nodige documenten bijhoudt om eventueel aan de VDAB te bezorgen ingeval de transmissieprocedure opgestart wordt. Actueel: 28 Draaiboek SIW versie 07/12 Op 10 februari 2015 keurde minister Muyters het tijdspad voor onze overname van de controle- en sanctioneringsbevoegdheid van RVA, officieel goed. Om de controle en sanctionering te kunnen overnemen, is op federaal niveau een duidelijk juridisch kader nodig. Dat federaal normatief kader kan niet klaar zijn tegen 1 juli. Minister Muyters besliste daarom om de overname van de nieuwe bevoegdheden uit te stellen, en dit al minstens tot 1/10/15. 3.7 Klachtenprocedure voor de werkzoekende 3.7.1 Principes ● ● ● De werkzoekende heeft keuzevrijheid waar hij klacht indient. Bij toeleiding wordt de klachtenprocedure toegelicht. Dit zowel bij VDAB als bij de dienstverlener. De werkzoekende krijgt de klachtenprocedure schriftelijk mee van de dienstverlener. Het volstaat niet om de klachtenbehandeling op een zichtbare plaats in het kantoor op te hangen. De werkzoekende dient een schriftelijke kopie te ontvangen. Klachtenbehandeling bij VDAB gebeurt door de centrale regie. VDAB beslist binnen de 7 werkdagen wie de klacht zal behandelen en brengt de klager hiervan op de hoogte. De klachtenbehandelaar hoort de betrokken partijen en doet een bemiddelingsvoorstel binnen de 20 werkdagen en brengt de klager hiervan op de hoogte. VDAB richt een formeel schrijven naar de klager waarin de bemiddelingsacties en het voorstel opgenomen zijn. 3.7.2 Rapportering over ontvangen klachten Teneinde de evaluatie en de eraan gekoppelde rapportering te kunnen baseren op objectieve data, bezorgt de dienstverlener aan VDAB minstens jaarlijks een overzicht dat minimaal onderstaande aspecten bevat: ● ● ● ● ● ● ● het aantal ontvangen klachten in de betreffende rapporteringsperiode, aantal per maand, verdeeld volgens: o meldingsmedium (fax, telefoon, online, schriftelijk, contact, andere) o kanaal (via vakbond of mutualiteit, via Vlaamse ombudsdienst, via een ander kanaal, rechtstreeks) o ontvankelijk/niet ontvankelijk (redenen van niet-ontvankelijkheid kunnen zijn: een rechtzaak lopende, transmissie, reeds behandeld, regelgeving, niet bevoegd…) het aantal (unieke) personen die klacht indienden de duurtijd van de ontvangstmelding (hoeveel ontvangstmeldingen zijn binnen de wettelijke termijn van 7 dagen verstuurd, hoeveel later?) de aard van de ontvankelijke klachten het aantal openstaande (ontvankelijke) klachten op het einde van de rapporteringperiode de duurtijd van de oplossingsmelding (duurtijd tussen het ontvangen van de klacht en het versturen van de uiteindelijke antwoordbrief na afronding van de klachtenbehandeling) het aantal afgeronde (ontvankelijke) klachten in betreffende periode o overzicht mate van oplossing/type oplossing o duur van behandeling (hoe lang staan klachten open) 29 Draaiboek SIW versie 07/12 3.8 Ongevallen Werkzoekenden die bij een partner een door VDAB erkende opleiding volgen, zijn verzekerd door VDAB tegen ongevallen (ongeval in centrum of op weg van of naar de opleidingsplaats, of alle andere plaatsen die hier rechtstreeks mee verband houden, vb. stageplaats). De polis dekt ook ongevallen bij werkzoekenden in begeleiding. I. Een ongevallenverzekering voor de cursisten in opleiding De VDAB heeft een polis ongevallen gemeen recht afgesloten bij Ethias voor de cursisten, die een arbeidsongeval hebben of een ongeval op weg naar het competentiecentrum (stageplaats). Concreet betekent dit dat de lichamelijke schade van de cursist-slachtoffer wordt vergoed (vergoeding voor medische kosten, voor tijdelijke en blijvende ongeschiktheid en bij overlijden). Voor de dagen van afwezigheid bekomen ze geen cursistenvergoedingen! II. Een ongevallenverzekering voor bepaalde werkzoekenden in begeleiding Deze ongevallenverzekering vergoedt (enkel) de medische kosten na tussenkomst van het ziekenfonds. Meer informatie hierover vindt u terug op intranet in de CVS handleiding verzekering cursisten: http://partners.vdab.be/cvs/cvs_handleiding.shtml Met overige vragen kan u terecht bij uw provinciale expert coach MLP. 3.9 Mobiliteitstegemoetkoming De VDAB voorziet in een aantal tegemoetkomingen voor vervoersonkosten ten voordele van werkzoekenden met mobiliteitsproblemen. Zo is er de Lijnkaart die geldig is voor maximaal 10 ritten met De Lijn (afhankelijk van de afstand) en zijn er de treintickets aan verminderde prijs. 3.9.1 De Lijnkaart Het uitreiken van de Lijnkaart gebeurt uitzonderlijk en moet beperkt blijven tot werkzoekenden met financiële problemen. Wie komt in aanmerking? 30 Draaiboek SIW versie 07/12 Werkzoekenden in een bemiddelings- of begeleidingstraject die zich moeten verplaatsten i.k.v. het afgesproken traject én die financiële redenen aanhalen om die actie niet uit te voeren. Praktische werkwijze ● ● ● ● In de begeleidingslijn wordt de reden voor het toekennen van de Lijnkaart genoteerd. De trajectbegeleider vult het formulier “Aanvraag voor Lijnkaart” in, bezorgt dit aan de werkzoekende en verwijst de werkzoekende naar de Werkwinkel. In de Werkwinkel zal de Lijnkaart aan de werkzoekende worden afgeleverd op basis van het aanvraagformulier. Het aanvraagformulier vindt u terug bij de documenten: http://partners.vdab.be/cvs/documenten/lijnkaart_aanvraag door partner.doc 3.9.2 Treinticket aan verminderde kostprijs Wie levert het attest af? Het treinticket aan verminderde kostprijs kan afgeleverd worden door elke VDAB-consulent. Het is niet noodzakelijk dat de werkzoekende zich wendt tot de werkwinkel van zijn of haar woonplaats. Opmerking Attesten kunnen niet langer dan 5 kalenderdagen voor de reisdatum afgedrukt worden omdat de NMBS, de treintickets ook hoogstens 5 kalenderdagen in de toekomst aflevert. Doelgroep Indien de werkzoekende ingeschreven is in één van onderstaande categorieën heeft de werkzoekende recht op een attest: Cat 00 Uitkeringsgerechtigd volledig werkloos Cat 02 Werkzoekenden in wachttijd (art. 36) Cat 03 Niet-werkende vrij ingeschreven werkzoekenden Cat 05 Werkzoekenden ten laste van het OCMW Cat 06 Werkzoekenden die geregistreerd zijn bij het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap Cat 11 Werkzoekenden in deeltijds onderwijs die bezig zijn met een ESF-actie Cat 14 Werkzoekenden uitgesloten van het recht op werkloosheidsuitkeringen Cat 30 Vrijwillig ingeschreven werknemers – PWA Cat 32 Personen ten laste van het RIZIV in voorbereiding op tewerkstelling Cat 33 Kandidaat arbeidszorgmedewerker Cat 55 Derde arbeidscircuit – halftijds Cat 80 Deeltijdse werknemer met inkomensgarantie-uitkering 31 Draaiboek SIW versie 07/12 Cat 82 Werkzoekenden die deeltijds werken gedurende hun wachttijd Cat 88 Werkzoekende tewerkgesteld in beschermde werkplaats Cat 92 Tijdelijk werklozen op zoek naar een andere job Cat 93 Deeltijds werkende vrij ingeschreven werkzoekenden Cat 94 Asielzoekers in beroep tegen uitwijzing Opmerking: indien de werkzoekende op catwz. 89 (werkt regelmatig met Interim), dan wordt gekeken naar zijn voorgaande categorie om na te gaan of de werkzoekende in aanmerking komt voor het NMBS-ticket. Welke acties komen in aanmerking? Een werkzoekende kan een attest krijgen voor: ● de verplaatsing naar een sollicitatie ● voor een occasionele verplaatsing Opmerking: er wordt GEEN attest afgeleverd om naar een jobbeurs of jobdating te gaan!! 1) Sollicitatie op een vacature verspreid via de VDAB ● Vacatures ● Vacatures die de niet-werkende-werkzoekende zelf gevonden heeft via een krant, een tijdschrift of het internet Er kan een attest afgeleverd worden aan de niet-werkende werkzoekende zowel bij een vacatureverwijzing als bij een spontane sollicitatie op voorwaarde dat: ● de consulent de concrete plaats van tewerkstelling kent; ● uit het verwijzingsgesprek blijkt dat de beroepstechnische kwalificaties en vaardigheden van de niet-werkende werkzoekende overeenstemmen met de inhoud / vereisten van de vacature. 2) Sollicitatie op uitnodiging van een werkgever ● ● ● De niet-werkende-werkzoekende biedt zich aan met een uitnodigingsbrief van de werkgever om te solliciteren Vacatures van een wervings- en selectiekantoor/interimkantoor: als het om een uitnodiging gaat in functie van een specifieke vacature of werkgever. Het wervings- en selectiekantoor/interimkantoor moet dit duidelijk op de uitnodiging vermelden. De niet-werkende werkzoekende krijgt een uitnodiging voor een auditie die werkgerelateerd is. 3) De niet-werkende-werkzoekende biedt zich aan met een uitnodigingsbrief voor een examen van Selor 4) De niet-werkende-werkzoekende gaat een proef afleggen voor een openbaar bestuur 5) Occasionele verplaatsing i.k.v. een opleidingsaanvraag of een begeleidingsactie 32 Draaiboek SIW versie 07/12 Werkzoekenden met financiële problemen en hierdoor een mobiliteitsprobleem hebben kunnen voor hun occasionele verplaatsingen die kadert in een opleidingsaanvraag of een begeleidingsactie gebruik maken van een treinticket aan verminderde kostprijs. Opmerking Pas als blijkt dat de werkzoekende niet geholpen is met een Lijnkaart (vb. omdat de verplaatsing niet of moeilijk kan gemaakt worden met de bus) kan voor het maken van een occasionele verplaatsing een attest voor een treinticket aan verminderde kostprijs uitgereikt worden. Onder occasionele verplaatsingen worden verplaatsingen i.k.v. volgende acties verstaan: ● info voor beroepsopleiding (infosessie) ● technische testing ● psychologisch onderzoek (i.k.v. opleiding of begeleiding) ● medisch onderzoek (i.k.v. opleiding of begeleiding) ● specifieke begeleidingsactie (acties ter ondersteuning van de algmene arbeidsmarktcomptenties, geletterdheid, oriëntering, 50+clubs, ...) Welke acties komen NIET in aanmerking? Een werkzoekende kan geen attest krijgen voor:de verplaatsing naar een jobbeurs of jobdating (dit zijn geen gerichte sollicitaties) Extra informatie ● ● ● ● ● Eén van de twee ontvangen attesten wordt afgegeven aan de loketbediende van de NMBS. Op basis van dit attest bekomt de niet-werkende werkzoekende het treinticket. De nietwerkende werkzoekende betaalt 1 euro voor een enkele reis en 2 euro voor een reis heenen terugreis 2de klas. Het tweede attest moet de niet-werkende werkzoekende meenemen tijdens de treinreis en moet samen met het treinticket getoond worden op elk verzoek van de treinbegeleider. Het treinticket is geldig gedurende één kalenderdag. De reis moet beëindigd zijn voor de nachtelijke onderbreking van de treindienst. Indien de opstapplaats enkel een stopplaats is van de trein (dus zonder loket), kan de nietwerkende werkzoekende het treinticket bekomen op voorwaarde dat de treinbegeleider verwittigd is. NMBS vraagt voor reizen met bestemming "Brussel Nationaal Luchthaven" de Diabolotoeslag. Dit is een extra toeslag van € 2,05 per enkele rit (= € 4,10 heen en weer) en geldt sinds november 2009. De VDAB komt tussen in deze extra toeslag. 3.10 Privacy 3.10.1 Inleiding – Voor wie is deze onderrichting Deze onderrichting over privacy en het noteren van persoonsgegevens in het dossier van de werkzoekende is bedoeld voor iedereen die werkt met dossiers en informatie over werkzoekenden uitwisselt met anderen. Met werkzoekenden worden werkzoekenden, onafhankelijk van de categorie, en werknemers bedoeld. 33 Draaiboek SIW versie 07/12 3.10.2 Wat betekent privacy? Als over privacy gesproken wordt betreft het: 1. de bescherming van de privacy; 2. de verwerking van persoonsgegevens. Bescherming van de privacy Bescherming van de privacy gaat over het recht op eerbiediging en bescherming van het privéleven. Alle mensenrechtenverdragen waarborgen dit recht. Om het privéleven van werkzoekenden te beschermen, begint alles met respect voor de werkzoekende en eerbied voor zijn persoonlijke levenssfeer. Verwerking van persoonsgegevens Verwerking van persoonsgegevens omvat: 1. het verzamelen van de gegevens; 2. het noteren van die gegevens op een systematische manier, zowel in het dossier van de werkzoekende als in een mailbericht of op papier; 3. het doorgeven van die gegevens aan anderen. Wat zijn persoonsgegevens? Persoonsgegevens zijn alle gegevens waardoor je een persoon kan herkennen. Dit gaat niet alleen over het individueel werkzoekendenummer en rijksregisternummer of naam en adresgegevens, maar ook over alle andere elementen die kenmerkend zijn voor iemands fysieke, fysiologische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit. En daarmee bedoelen we letterlijk alle kenmerken: uiterlijk, familiebanden, plaatsen waar iemand gewerkt heeft, activiteiten in de vrije tijd, raciale of etnische afkomst, politieke opvattingen, godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging e.d. Bescherming van de werkzoekende Om de werkzoekende te beschermen bepaalt de wetgever dat persoonsgegevens slechts mogen genoteerd worden wanneer aan de drie volgende voorwaarden is voldaan: 1. je hebt die gegevens nodig om een kwaliteitsvolle arbeidsbemiddeling, begeleiding en of opleiding te kunnen aanbieden EN 2. de werkzoekende heeft zijn toestemming gegeven dat je gegevens noteert EN 3. de werkzoekende weet wat je noteert (maar hoeft niet noodzakelijk akkoord te zijn met wat je noteert) 3.10.3 Verzamelen en noteren van persoonsgegevens Noodzakelijk voor bemiddeling, begeleiding en / of opleiding 34 Draaiboek SIW versie 07/12 Het is evident dat je de werkzoekende enkel bevraagt over de onderwerpen die je nodig hebt voor het uitvoeren van je opdracht. Er bestaat geen lijst geven van wat je wel en niet mag vragen, omdat zo’n lijst nooit volledig kan zijn. Wat je nodig hebt, is afhankelijk van de werkzoekende zelf en van de beroepen waarin hij wil werken of opleiding wil krijgen. Hierbij krijg je alvast volgende tips: ● ● Stel jezelf steeds de volgende drie vragen: - Waarom zou ik dit noteren? - Wat is het doel van de informatie? - Heeft deze informatie een meerwaarde voor de dienstverlening? Leg de werkzoekende duidelijk uit waarom je bepaalde informatie nodig hebt. Gebruik geen vage termen (“om je beter te helpen”) maar wees zo concreet mogelijk. Toestemming van de werkzoekende De werkzoekende geeft aan de dienstverlener in functie van de trajectbegeleiding zijn akkoord voor de verwerking van zijn persoonsgegevens in Mijn Loopbaan voor Partners d.m.v. de trajectbepaling die hij ondertekent op het moment van de toeleiding. Wanneer een werkzoekende een opleiding volgt bij een door VDAB erkende promotor wordt het inzagerecht verleend op basis van het ingevuld en ondertekend inzagerechtenformulier. Indien naast MLP een ander registratiesysteem of klassement wordt gebruikt, moet de werkzoekende hiervoor zijn toestemming geven. Medische gegevens Wanneer een werkzoekende zich inschrijft bij VDAB wordt hem een infodocument voorgelegd waarin o.a. staat dat VDAB gezondheidsgegevens kan noteren indien dit belangrijk is i.f.v. tewerkstelling. Gezien de werkzoekende dit infodocument ondertekent, geldt dit als toestemming om medische gegevens te noteren. Deze toestemming geldt ook voor de dienstverleners. Gerechtelijke gegevens Gerechtelijke gegevens mogen we nooit noteren. Dit houdt o.a. in: geschillen voor de rechtbank, misdrijven waarvan personen worden verdacht, misdrijven waarvoor de persoon is veroordeeld, straffen die tegen hem zijn uitgesproken, voorlopige hechtenis, het al dan niet beschikken over een blanco uittreksel uit het centraal strafregister (= bewijs van goed gedrag en zeden), … We mogen ook nooit gegevens noteren die indirect verwijzen naar gerechtelijke gegevens. Bv. Bij “werkzoekende heeft geen rijbewijs” tijdelijk schrijven. De werkzoekende weet wat je noteert Een belangrijke voorwaarde om persoonsgegevens te mogen noteren is dat de werkzoekende weet wat je noteert. Dit betekent niet noodzakelijk dat hij moet akkoord zijn met wat je noteert. Probeer gezamenlijk tot een gepaste formulering te komen. Lukt dat niet of gaat de werkzoekende niet akkoord, schrijf dan je eigen visie op en noteer ook dat de werkzoekende hiermee niet akkoord gaat. De enige uitzondering hierop is agressief gedrag van een werkzoekende. 35 Draaiboek SIW versie 07/12 Het gaat hier om een uitzonderlijke situatie die dan ook een uitzonderlijke regel verantwoordt. Het is toegelaten dit te noteren in het dossier op voorwaarde dat er expliciet bij wordt vermeld dat de werkzoekende niet op de hoogte is van het feit dat dit genoteerd wordt. Noteer steeds in neutrale bewoordingen, geef geen waardeoordeel. Je mag enkel observaties noteren die je in je werk zelf hebt waargenomen of gegevens die uit het gesprek met de werkzoekende naar voor komen. Je noteert dus niet wat je weet “van horen zeggen”. Inzagerecht De werkzoekende heeft steeds het recht zijn volledige dossier in te kijken en indien gewenst correcties aan te vragen. Hij heeft ook recht op een afschrift als hij er om vraagt. Let er dan wel op dat je persoonsgegevens van anderen, die eventueel in het dossier genoteerd staan, moet verbergen. 3.10.4 Meedelen van gegevens aan derden Garantie op vertrouwelijkheid Alle informatie die de werkzoekende meedeelt moet op vertrouwelijke wijze behandeld worden Meedelen van gegevens aan derden Het principe is dat je persoonsgegevens nooit mag meedelen aan anderen. De uitzondering hierop is dat je wel persoonsgegevens mag meedelen aan anderen als dit is opgelegd door een wettelijke bepaling of als de werkzoekende hiervoor zijn schriftelijke toestemming heeft gegeven. Aan wie mag je informatie meedelen? Je mag persoonsgegevens meedelen aan: ● ● ● ● collega’s, maar enkel in functie van de dienstverlening personen of instellingen die over een wettelijke basis beschikken bv. arbeidsauditeurs, een officier van de gerechtelijke politie met een bevelschrift van een onderzoeksrechter, officiële inspectiediensten (bv. sociale inspectie werk en sociale economie), kinderbijslagfondsen voorlopige bewindvoerders personen met een schriftelijk mandaat van de werkzoekende met de vermelding om welke gegevens het exact gaat Hoe mag je informatie meedelen? In principe deel je via de telefoon geen informatie mee. Dit doe je wel schriftelijk of mondeling ter plaatse. Zorg ervoor dat je zeker bent over de identiteit van de vrager. Personen die over een wettelijke machtiging beschikken moeten die voorleggen. Dat hoeft niet noodzakelijk ter plaatse maar mag ook per mail, brief of fax. 36 Draaiboek SIW versie 07/12 Indien tijdens de begeleiding gegevens van een deelnemer aan werkgevers, uitzendkantoren, andere bemiddelingsactoren worden meegedeeld kan dit enkel in functie van de doelstelling van de opdracht namelijk, namelijk in functie van de tewerkstelling van betrokkene. De deelnemer dient hiervoor uitdrukkelijk zijn toestemming te geven en dient op de hoogte te zijn welke gegevens precies zullen worden meegedeeld. Een voorbeeld van een document dat hiervoor kan gehanteerd worden is te vinden in bijlage 3 van dit draaiboek. De deelnemer moet ook de mogelijkheid hebben om het doorgeven van zijn gegevens te beperken en aan te geven welke werkgever/organisatie deze gegevens niet mogen ontvangen. Met de deelnemer dient maandelijks besproken te worden welke werkgevers of organisaties zijn gegevens in functie van de bemiddeling hebben ontvangen. 37 Draaiboek SIW versie 07/12 4 Bijlagen 4.1 Bijlage 1: Inschattingslijst Inschattingslijst intensief werkplekleren Doel Tijdens een gesprek heb je het vermoeden dat een werkzoekende een afstand heeft tot de arbeidsmarkt. Hierdoor kan de werkzoekende, zonder ondersteuning van bemiddelaar of begeleider, niet meteen in het reguliere circuit tewerkgesteld worden. Dit vermoeden van problemen moet grondig uitgeklaard worden alvorens je als bemiddelaar, samen met de werkzoekende afspreekt wat de meest aangewezen weg is om naar het NEC af te leggen. Deze inschattingslijst helpt je om een overzicht te krijgen van de mogelijke drempels, en kan gebruikt worden in functie van toeleiding naar Intensief Werkplekleren. Wat Je duidt aan waar de zoektocht naar werk van de werkzoekende vastloopt. De items zijn gelinkt aan de werkpunten uit de dienstverleningsmenu. Daarna vul je op basis van jouw bevindingen tijdens het gesprek met de werkzoekende het tweede deel van de inschattingslijst (drempels) in. Afname door? - Dit is een document door de VDAB-bemiddelaar in te vullen, niet door de werkzoekende. - Het is ook niet de bedoeling dit document mee te geven met de werkzoekende als dusdanig maar moet uiteraard wel besproken worden als de werkzoekende erom vraagt. - Je vertrekt van jouw perspectief als bemiddelaar. Opbouw inschattingslijst In Deel 1 wil je een inschatting maken van de zoektocht naar werk. Eén of meerdere werkpunten worden aangekruist, al of niet met meer informatie per thema: Solliciteren en netwerken, Oriënteren, Competenties versterken en Werken aan randvoorwaarden. In Deel 2 peil je naar drempels die een reguliere tewerkstelling in de weg staan. Nadien wordt het document toegevoegd in ‘Mijn Loopbaan’ (MLB) onder ‘Traject’, met als doel de definitieve toeleiding naar de begeleider bij de partner te realiseren. 38 Draaiboek SIW versie 07/12 NAAM WERKZOEKENDE: Deel 1 : Inschatting zoektocht naar werk door de VDAB-bemiddelaar: Solliciteren en Netwerken ☐ De werkzoekende slaagt er niet in zelfstandig tot een sterk portfolio in MLB te komen ☐ De werkzoekende slaagt er niet in zelfstandig de juiste vacatures op te sporen ☐ De werkzoekende heeft geen (goed) cv en/of slaagt er niet in goede sollicitatiebrieven te schrijven (of twijfelt daar zelf aan) ☐ De werkzoekende slaagt er moeilijk in te overtuigen bij sollicitatiegesprekken De werkzoekende maakt geen (goed) gebruik van de sociale media bij het solliciteren en netwerken ☐ ☐ De werkzoekende slaagt er moeilijk in uitgenodigd te worden voor sollicitatiegesprekken ☐ De werkzoekende mankeert een sterk persoonlijk en professioneel netwerk of schakelt dit onvoldoende in ☐ De werkzoekende volgt zijn sollicitaties onvoldoende op ☐ De werkzoekende dreigt de moed te verliezen ☐ De werkzoekende staat niet open voor een gesprek over werk Meer informatie: Oriënteren De werkzoekende kan niet verwoorden welk soort werk hij zoekt en/of zoekt werk met weinig perspectief op de arbeidsmarkt ☐ De werkzoekende heeft weinig zicht op zijn kwaliteiten ☐ De werkzoekende zoekt werk dat weinig aansluit bij zijn waarden en interesses ☐ Meer informatie: Competenties versterken ☐ De werkzoekende bezit de competenties om een beroep uit te oefenen maar mist ervaring 39 Draaiboek SIW versie 07/12 De werkzoekende mist (een aantal) technische competenties voor de gewenste jobs ☐ De werkzoekende denkt aan het starten van een eigen zaak, maar is daarop onvoldoende voorbereid ☐ De werkzoekende mist de juiste attitudes voor de gewenste jobs (gewenst/gepast gedrag en/of voorkomen) ☐ De werkzoekende mist de basisvaardigheden (lezen, schrijven, rekenen, computer) om goed te functioneren op de arbeidsmarkt ☐ De werkzoekende kent onvoldoende Nederlands voor de gewenste job ☐ De werkzoekende mist de nodige attesten, certificaten en/of diploma's voor de gewenste jobs ☐ Meer informatie: Werken aan randvoorwaarden ☐ De werkzoekende heeft geen kinderopvang ☐ De werkzoekende is onvoldoende mobiel voor het werk dat hij zoekt ☐ De werkzoekende wordt belemmerd in zijn zoektocht naar werk door zorgtaken voor anderen De werkzoekende heeft geen ruimte voor zijn loopbaan, in zijn hoofd of de hoofden van zijn omgeving De werkzoekende schat zijn fysieke, zintuiglijke, mentale en/of psychische grenzen in functie van werk niet goed in ☐ ☐ De werkzoekende heeft geen vaste verblijfplaats of dreigt die te verliezen Meer informatie: Voor de meer diepgaande randvoorwaarden of drempels tot de arbeidsmarkt wordt deel 2 van de inschattingslijst ingevuld: 40 Draaiboek SIW versie 07/12 ☐ Deel 2 : Drempels tot de arbeidsmarkt, door de VDAB-bemiddelaar in te vullen Instructie Deze bevraging omvat een selectie van drempels die personen met een multipele problematiek kunnen ervaren in hun zoektocht naar werk. Duid in overleg met de werkzoekende de drempels aan die van toepassing zijn in het leven van de werkzoekende. Mobiliteit De werkzoekende woont afgelegen en heeft geen eigen vervoer (auto, bromfiets, fiets). ☐ De werkzoekende durft of kan zich niet alleen verplaatsen met het openbaar vervoer. ☐ De werkzoekende heeft geen enkel geografisch inzicht. Hij/zij kent nergens de weg. ☐ Meer informatie: Ondersteuning en relatie met naaste familie en vrienden De werkzoekende geeft zelf aan - of jij krijgt de indruk - dat familieleden niet willen dat de werkzoekende gaat werken. ☐ De werkzoekende leeft in een omgeving (gezin/vriendenkring/kennissenkring ) waar bijna niemand werkt. ☐ De werkzoekende is een alleenstaande met kinderlast. ☐ De werkzoekende heeft thuis de zorg voor personen met een handicap, hoogbejaarden of langdurig zieken. ☐ Meer informatie: Afhankelijkheid / Hunkering De werkzoekende geeft zelf aan dat hij last heeft (gehad) met een verslaving. ☐ De werkzoekende vertoont signalen die op een verslavingsproblematiek kunnen wijzen (vb. waarneembare alcoholgeur). ☐ Meer informatie: 41 Draaiboek SIW versie 07/12 Laaggeletterdheid De werkzoekende is laaggeletterd. ☐ De werkzoekende is analfabeet. ☐ De werkzoekende is anderstalig. ☐ Meer informatie: Armoede De werkzoekende heeft schulden. ☐ De werkzoekende geeft aan moeilijk in de eigen basisbehoeften (voeding, kleding, gezondheid en huisvesting) te kunnen voorzien. ☐ De werkzoekende is dakloos. ☐ De werkzoekende geeft aan dat er één of andere vorm van budgetbegeleiding is. ☐ Meer informatie: Organisatie en planning De werkzoekende slaagt er niet in om regelmaat te brengen in het dagelijkse leven (op tijd opstaan, afspraken nakomen,…). ☐ De werkzoekende slaagt er niet in het eigen huishouden goed te organiseren. ☐ De werkzoekende daagt niet steeds op bij afspraken, vergist zich van uur of zelfs van dag, … ☐ Meer informatie: Verzorgen van lichaamsdelen De werkzoekende heeft te weinig aandacht voor persoonlijke hygiëne in functie van werk. ☐ De werkzoekende geeft aan doktersbezoeken uit te stellen, bijvoorbeeld omdat hij/zij geen aandacht heeft voor de eigen verzorging. ☐ Meer informatie: 42 Draaiboek SIW versie 07/12 Aangaan van relaties De werkzoekende heeft het moeilijk met sociaal contact. ☐ De werkzoekende voelt grenzen en maatschappelijke verwachtingen in een relatie niet (correct) aan. ☐ De werkzoekende komt met verhalen rond moeilijke sociale omgang (problemen met vroegere collega’s, breuk met familie) en verhalen over ruzie en pesterijen bij elke vorige werkervaring. ☐ Meer informatie: Gezondheidsproblemen De werkzoekende is regelmatig ziek, leeft in moeilijke omstandigheden waardoor de draagkracht/draaglast balans zwaar onder druk komt te staan. ☐ De werkzoekende heeft tewerkstellingsperiodes regelmatig afgewisseld met periodes van langdurige ziekte-uitkering. ☐ De werkzoekende kampt met een ernstige gezondheidsproblematiek. ☐ Meer informatie: Conclusie van deel 1 en deel 2 Ik leid toe naar intensief werkplekleren (SIW, TIW). In de conclusie noteer je je bevindingen van deel 1 en deel 2 met een verplichte motivatie van je verwijzing naar de partner. De conclusie bevat m.a.w. informatie over het vastlopen van de werkzoekende in zijn zoektocht naar werk én de drempels die de onmiddellijke tewerkstelling in het NEC in de weg staan. 43 Draaiboek SIW versie 07/12 Noteer alleen gegevens die je nodig hebt. Stel jezelf als bemiddelaar steeds de drie volgende vragen: - Waarom zou ik het opschrijven? - Wat is het doel van de informatie? - Heeft de informatie een meerwaarde voor de dienstverlening? Deze arbeidsmarktgerelateerde informatie moet namelijk bijdragen tot een effectieve en efficiënte bemiddeling, begeleiding en/of opleiding van de burger in het kader van zijn inschakeling op de arbeidsmarkt of loopbaan. Conclusie Motiveer grondig waarom intensief werkplekleren gepast is: Datum : Naam bemiddelaar : 44 Draaiboek SIW versie 07/12 4.2 Bijlage 2: Sjabloon eindverslag Eindverslag Subsidie intensief werkplekleren SIW Perceel nr: Datum: Financieringsnummer Naam van de dienstsverlener Naam van de deelnemer Werkzoekendenummer VDAB of rrnr Jobdoelen Bij aanvang Bijsturingen Te behandelen drempels naar werk Bij aanvang Stappenplan en tijdsplan Bij aanvang Bijsturingen Bijsturingen Verloop van de Begeleiding en begeleiding sollicitatiegedrag Randvoorwaarden Geboden attitudetraining en –begeleiding Geboden sollicitatietraining en – begeleiding Verloop van de Jobmatching bemiddeling Jobhunting Nazorg tijdens tewerkstelling 45 Draaiboek SIW versie 07/12 Andere acties Competentieontwikkeling Andere Conclusies Behaalde resultaten Sterke punten van de deelnemer Resterende belemmeringen Werkpunten Naam en handtekening deelnemer Naam en handtekening begeleider 46 Draaiboek SIW versie 07/12 4.3 Bijlage 3: Privacy document (indien gegevens worden meegedeeld aan derden) Naam…………………………………………………………… geeft <naam organisatie> de uitdrukkelijke toestemming om zijn/haar dossier in hun bestand op te nemen. De Privacywet van 8 december 1992 reglementeert het verwerken van persoonlijke gegevens. Alle door de kandidaten verstrekte informatie en alle andere persoonlijke gegevens die in de loop van de Tender Intensieve Bemiddeling en Begeleiding worden verzameld, kunnen worden geregistreerd in één of meerdere bestanden. De houder van deze bestanden is <naam organisatie>. De gegevens zullen uitsluitend gebruikt worden in het kader van de begeleiding van de werkzoekende. De deelnemers hebben een recht van toegang, verbetering en verwijdering m.b.t. de door hen verstrekte gegevens, onder de voorwaarden zoals voorzien door de Privacywet. U kunt elk verzoek hieromtrent richten per e-mail aan <Mailadres organisatie> of per brief naar <adres organisatie>. Om de kans op tewerkstelling te vergroten kan <naam organisatie> de persoonsgegevens doorgeven aan werkgevers. Met de ondertekening van dit document wordt hiertoe toestemming gegeven. Tijdens de begeleiding heeft u het recht om deze goedkeuring in te trekken. Dit kan per e-mail aan <mailadres> of per brief naar <adres>. U kan eveneens laten weten aan welke werkgevers uw persoonsgegevens niet mogen worden doorgegeven. Maandelijks wordt door uw begeleider overlopen aan welke werkgevers uw persoonsgegevens werden doorgegeven. U kunt meer vernemen over uw recht van toegang, verbetering en verwijdering op de website van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer. www.privacy.fgov.be Handtekening laten voorafgaan door “Gelezen en goedgekeurd’ 47 Draaiboek SIW versie 07/12 …………………………………………………… Mijn gegevens mogen niet doorgegeven worden aan volgende werkgevers: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… Handtekening 48 Draaiboek SIW versie 07/12 4.4 Bijlage 4: Overzicht provinciale contactpersonen 49 Draaiboek SIW versie 07/12 4.5 Bijlage 5: Inschattingslijst Inschattingslijst voor personen met een afstand tot de arbeidsmarkt 1410 2014 Doel □ Tijdens een contact met een klant kun je het vermoeden hebben dat een persoon een afstand heeft tot de arbeidsmarkt, waardoor de persoon zonder ondersteuning(nog) niet in het reguliere circuit kan werken. □Dit vermoeden van problemen moet grondig uitgeklaard worden alvorens je een verder onderzoek of gespecialiseerde begeleiding aanvraagt. □Deze inschattingslijst (zie doelgroep )helpt je om een overzicht te krijgen van mogelijke drempels en eventueel een aanvraag van onderzoek (indicering) te motiveren. □ Deze inschattingslijst kan gebruikt worden in functie van doorverwijzing Werkervaring, doorverwijzing GTB, doorverwijzing DABP triagepunt (ifv indicatie en recht), … Het is een voorwaarde om een indicering als persoon met een multipele problematiek aan te vragen. Let op: Maar niet van personen met een arbeidshandicap (PmAH) die een automatisch recht kunnen krijgen obv 7 criteria die geattesteerd kunnen worden (de bestaande Bijzondere Tewerkstellingsondersteunende Maatregelen, collectief luik, (BVR 2008)) → daar zijn al procedures voor. Wat □ Je moet deze inschattingslijst volledig invullen, je motiveert je conclusie en stelt een concrete doorverwijzingsvraag. □Nadien laad je die op in Mijn Loopbaan vooraleer je doorverwijst (met een doorverwijslijn). □ deel ‘Opvragen en bewaren van uw gegevens’: hierin geeft de klant aan bij welke instanties persoonsgegevens opgevraagd mogen worden ikv zijn begeleiding naar werk. Indien mogelijk vul je deze bijlage in en laat je deze door de klant ondertekenen. Afname □Dit is een document door de bemiddelaar (VDAB + partners) in te vullen, niet door de werkzoekende. □ Het is ook niet de bedoeling dit document mee te geven met de klant als dusdanig, het moet uiteraard wel besproken worden als de klant erom vraagt. □ Je vertrekt van jouw perspectief als bemiddelaar. Opbouw inschattingslijst □ In Deel 1 wil je een inschatting maken van de zoektocht naar werk en in deel 2 peil je naar drempels die een reguliere tewerkstelling in de weg staan. □ In de Conclusie noteer je je bevindingen met een verplichte motivatie van je doorverwijzing. 50 Draaiboek SIW versie 07/12 NAAM WERKZOEKENDE: …………………………………………………………………………………………………………. Deel 1 : Inschatting zoektocht naar werk door de consulent Aanpak Ik denk van wel. Ik denk van niet. Ik denk van wel. Ik denk van niet. De werkzoekende verwacht snel werk te vinden. De werkzoekende doet ernstige inspanningen om werk te vinden. De werkzoekende is in staat zelf vacatures op te sporen. De werkzoekende heeft discipline en komt afspraken na. De werkzoekende heeft een degelijk cv en kan goede sollicitatiebrieven schrijven. De werkzoekende komt overtuigend over bij sollicitatiegesprekken. De werkzoekende heeft een sterk persoonlijk en professioneel netwerk en schakelt dit in bij het zoeken naar werk. Meer informatie: Jobdoelwit De werkzoekende kan verwoorden welk soort werk hij/zij zoekt. De werkzoekende heeft de competenties voor het werk dat hij/zij zoekt. De werkzoekenden zoekt werk waarvoor voldoende vacatures zijn op de (lokale) arbeidsmarkt. De werkzoekende heeft een goed zicht op zijn/haar kwaliteiten1. De werkzoekende heeft een goed zicht op zijn/haar sleutelvaardigheden2. De werkzoekende zoekt naar werk dat aansluit bij zijn/haar waarden en interesses. De werkzoekende zoekt naar werk dat hij/zij later wil blijven doen. Meer informatie: 1Dit gaat over algemene competenties. Sleutelvaardigheden of sleutelcompetenties zijn cognitieve, affectieve of psychosociale eigenschappen die eerder tot de persoon behoren dan tot het beroep. Zijn omwille van hun algemeenheid in zeer veel beroepen en sectoren waardevol. Worden ook wel generieke competenties genoemd. Vb: betrouwbaar zijn, commercieel inzicht hebben, stressbestendig zijn, assertief zijn, analytisch kunnen denken, flexibel zijn, aandachtig zijn, … 2 51 Draaiboek SIW versie 07/12 Deel 2 : Drempels tot de arbeidsmarkt, door de consulent in te vullen Instructie Deze bevraging omvat een selectie van drempels die personen met een multipele problematiek kunnen ervarenin hun zoektocht naar werk. Duid in overleg met de werkzoekende dedrempels aan die van toepassing zijn in het leven van de werkzoekende. Mobiliteit De werkzoekende woont afgelegen en heeft geen eigen vervoer (auto, bromfiets, fiets). De werkzoekende durft of kan zich niet alleen verplaatsen met het openbaar vervoer. De werkzoekende heeft geen enkel geografisch inzicht. Hij/zij kent nergens de weg. Meer informatie: Ondersteuning en relatie met naaste familie en vrienden De werkzoekende geeft zelf aan - of jij krijgt de indruk - dat familieleden niet willen dat de werkzoekende gaat werken. De werkzoekende leeft in een omgeving (gezin/vriendenkring/kennissenkring ) waar bijna niemand werkt. De werkzoekende is een alleenstaande met kinderlast. De werkzoekende heeft thuis de zorg voor personen met een handicap, hoogbejaarden of langdurig zieken. Meer informatie: Afhankelijkheid / Hunkering De werkzoekende geeft zelf aan dat hij last heeft (gehad) met een verslaving. De werkzoekende vertoont signalen die op een verslavingsproblematiek kunnen wijzen (vb. waarneembare alcoholgeur). Meer informatie: Laaggeletterdheid De werkzoekende is laaggeletterd. De werkzoekende is analfabeet. 52 Draaiboek SIW versie 07/12 De werkzoekende is anderstalig. Meer informatie: Armoede De werkzoekende heeft schulden. De werkzoekende geeft aan moeilijk in de eigen basisbehoeften (voeding, kleding, gezondheid en huisvesting) te kunnen voorzien. De werkzoekende is dakloos. De werkzoekende geeft aan dat er één of andere vorm van budgetbegeleiding is. Meer informatie: Organisatie en planning De werkzoekende slaagt er niet in om regelmaat te brengen in het dagelijkse leven (op tijd opstaan, afspraken nakomen,…). De werkzoekende slaagt er niet in het eigen huishouden goed te organiseren. De werkzoekende daagt niet steeds op bij afspraken, vergist zich van uur of zelfs van dag, … Meer informatie: Verzorgen van lichaamsdelen De werkzoekende heeft te weinig aandacht voor persoonlijke hygiëne in functie van werk. De werkzoekende geeft aan doktersbezoeken uit te stellen, bijvoorbeeld omdat hij/zij geen aandacht heeft voor de eigen verzorging. Meer informatie: Aangaan van relaties De werkzoekende heeft het moeilijk met sociaal contact. De werkzoekende voelt grenzen en maatschappelijke verwachtingen in een relatie niet (correct) aan. De werkzoekende komt met verhalen rond moeilijke sociale omgang (problemen met vroegere collega’s, breuk met familie) en verhalen over ruzie en pesterijen bij elke vorige werkervaring. Meer informatie: Gezondheidsproblemen 53 Draaiboek SIW versie 07/12 De werkzoekende is regelmatig ziek, leeft in moeilijke omstandigheden waardoor de draagkracht/draaglast balans zwaar onder druk komt te staan. De werkzoekende heeft tewerkstellingsperiodes regelmatig afgewisseld met periodes van langdurige ziekte-uitkering. De werkzoekende kampt met een ernstige gezondheidsproblematiek. Meer informatie: Conclusie deel 1 en 2 Kruis één van deze mogelijkheden aan en vervolledig : 1. ☐Ik bemiddel de werkzoekende verder, zonder verdere ondersteuning/verwijzing 2. ☐Ik bemiddel de werkzoekende verder en verwijs door naar het triagepunt ☐Indicatie PMP ☐Aanvraag mmpp advies (TAZ, AZ, DAZ, niet toeleidbaar – aanvraag W² (werkzorg)) ☐Aanvraag niet automatisch recht: ☐BTOM VOP ☐BTOM Aanpassing arbeidspost ☐BTOM Arbeidsgereedschap ☐collectief maatwerk ☐LDE ☐Aanvraag screening (vb: competentie-inschatting ifv een specifiek jobdoelwit/opleiding) 3. ☐Ik verwijs de werkzoekende door naar gespecialiseerde begeleiding (GTB/GOB) 4. ☐ Ik verwijs door naar Werkervaring INDIEN 2, 3 OF 4: Dit is mijn concrete doorverwijsvraag: Dit is de vraag van de burger: Licht grondig toe waarom deze doorverwijzing noodzakelijk is : Deze stappen heb ik in het traject reeds gezet: Is er ergens anders nuttige informatie terug te vinden (vb verslagen GA, bijlage privacy, verslagen partners, … ) ? 54 Draaiboek SIW versie 07/12 ☐Ja, dit is de plaats waar je de info kan vinden: ☐Nee ☐Niet van toepassing Datum : Naam aanvrager : In beide gevallen moet dit document opgeladen worden in Mijn Loopbaan, vertrouwelijk dossier, flap : contacten en documenten. Print screen : Opvragen en bewaren van uw gegevens 55 Draaiboek SIW versie 07/12 In het kader van uw begeleiding naar werk is het belangrijk dat de VDAB en haar erkende partners3over maximale informatie beschikken. De betrokken partners mogen werkgerelateerde gegevens alsook psychologische, medisch, sociale en andere belangrijke informatie in functie van de begeleiding naar werk opvragen bij: school, CLB: ………………………………………………………………………………………. Contactgegevens (tel, mail):………………………………………………………… (ex-)werkgever: ………………………………………………………………………………………. Contactgegevens (tel, mail):………………………………………………………… huisarts: ………………………………………………………………………………………. Contactgegevens (tel, mail):………………………………………………………… arts-specialist: ………………………………………………………………………………………. Contactgegevens (tel, mail):………………………………………………………… adviserend geneesheer: ………………………………………………………………………………………. Contactgegevens (tel, mail):………………………………………………………… andere (bv. OCMW, begeleidende dienst, bewindvoerder) met name: ……………………………………………………………………………………….. ……………………………………………………………………………………….. Contactgegevens (tel, mail):…………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………….. Opgelet: vermeld ook de contactgegevens van de bovenstaande personen! De betrokken partners mogen geen gegevens opvragen bij: ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… Uw akkoord 3 Dit zijn in hoofdzake: GTB, GOB, zorg- en empowermentpartners, Expertconsult, ... 56 Draaiboek SIW versie 07/12 Ik …………………………………………………………… (uw naam) geef de toestemming aan de medewerkers van VDAB, GTB en haar partners (zie hierboven) om gegevens op te vragen én te bewaren. Datum, …………………… handtekening, …………………… 57 Draaiboek SIW versie 07/12 4.6 Bijlage 6: Personen met een arbeidsbeperking – aanvraagprocedure screening. 1) Nadat je de screening besproken hebt met de werkzoekende en de inschattingslijst volledig is ingevuld (de onderzoeksvraag is geconcretiseerd en de kwalitatieve informatie (verhaal van de burger) is weggeschreven), laad je het document op in MLP (onder PMAB, Vertrouwelijk, Contacten en Documenten). Je geeft het document de naam ‘Inschattingslijst’. Laad ook de privacy bijlage op onder dezelfde map in het vertrouwelijk luik Indien je nog geen toegang hebt tot dit luik, kan je jezelf toegang verlenen onder ‘Toegangsbeheer’. 2) Je maakt een doorverwijslijn aan naar het DABP triagepunt. In de doorverwijskaart neem je volgende passage op in het veld ‘Informatie voor de doorverwijskaart’, dit om een eventuele doorverwijzing van het DABP triagepunt naar GA te regelen mbt privacy: "Met de ondertekening van deze doorverwijskaart stemt de werkzoekende ook in met een doorverwijzing voor screening naar een Gespecialiseerde Arbeidsonderzoeksdienst (GA) indien de gespecialiseerde screening van de VDAB dit nodig acht. Deze doorverwijzing naar GA gebeurt volgens dezelfde hieronder vermelde afspraak voor de doorverwijzing naar de gespecialiseerde screening.” Wanneer de doorverwijskaart ondertekend is door de betrokkene, zet je de doorverwijslijn op “geïnitieerd” en ga je verder door op “Doorverwijzing zonder uitnodiging” te klikken. OPMERKING: In de MLP handleiding “Een doorverwijzing aanmaken” staat dat de doorverwijskaart aan VDAB moet bezorgd worden zodat er inzagerecht kan toegekend worden aan de bestemmeling. Dit is in het kader van deze procedure echter niet nodig. 58 Draaiboek SIW versie 07/12 Doorverwijslijn aanmaken naar het DABP triagepunt Provincie OE Adres Contactgegevens triagepunt Contactpersoon Antwerpen 10008112 Copernicuslaan 1 2018 Antwerpen [email protected] Christel Mous Antwerpen tel 03 229 06 51 10012336 Mechelen 10007378 Turnhout VlaamsBrabant 10012323 Diestsepoort 6 / 63 3000 Leuven [email protected] tel 016 29 86 81 Daniël De Poorter Limburg 10008532 Curiagebouw, Bampslaan 40, bus 5 3500 Hasselt [email protected] tel 011 26 48 34 Kristien Nelissen WestVlaanderen 10008135 Koning Albert I-laan 1.2 8200 Sint-Michiels [email protected] tel 050 44 04 04 Carmen De Schauwer of Daisy Duyck OostVlaanderen 10008134 Koningin Maria Hendrikaplein 70 / 63 9000 Gent [email protected] tel 09 248 54 40 DABP Oost-Vlaanderen 3) In MLP maak je een ‘advies psycholoog lijn’ aan en zet deze op ‘aanvraag’ (ADVPSY-AV). Bij de OE van de uitvoerder vul je de OE in van het triagepunt. OPMERKING: Bij registraties in het elektronisch dossier van de klant, wordt automatisch het financieringsnummer van de tender ingevuld. De dienstverlener kan dit niet wijzigen, de wijziging gebeurt door de VDAB-psycholoog. Kwaliteit Deze inschattingslijst vormt de start van een verder proces van de werkzoekende, namelijk indicering als persoon met een multiple problematiek, het aanvragen van een niet automatisch recht op bijvoorbeeld VOP of maatwerk, een gespecialiseerd arbeidsonderzoek, … Collega’s (indiceringsconsulent, VDAB psycholoog, screener, …) werken verder op deze lijst. 59 Draaiboek SIW versie 07/12 Het is dan ook belangrijk dat deze inschattingslijst kwalitatief is ingevuld. Hou hierbij rekening met volgende tips: Schrijf voor iemand die de werkzoekende niet kent. Geef voorbeelden om je vermoeden te staven. Vermeld welke stappen naar werk je reeds zette met deze werkzoekende en waarom deze niet het gewenste resultaat bekwamen. Is de lijst onvolledig ingevuld, de onderzoeksvraag niet duidelijk, … dan zal het DABP triagepunt ook de vraag stellen dit instrument te vervolledigen. 60 Draaiboek SIW versie 07/12 4.7 Bijlage 7: Indicatie PmAH en BTOM Sinds 1 oktober 2008 worden de personen met een recht op BTOM, personen met een arbeidshandicap genoemd. De tot 30 september 2008 bestaande kansengroep van “personen met een arbeidshandicap” volgens de vroegere bepalingen van de VDAB kan vergeleken worden met de (nieuwe) kansengroep van “personen met een indicatie van arbeidshandicap” vastgelegd volgens het besluit van 18 juli 2008. Vanaf 1 januari 2009 zal VDAB deze nieuwe definities en indeling gebruiken bij de monitoring en de rapportering. Voor acties bij derden (waaronder tendering) die in het verleden goedgekeurd werden voor de kansengroep “werkzoekenden met arbeidshandicap” (vroegere bepaling) komen alle werkzoekenden met een “indicatie van arbeidshandicap” in aanmerking. Dit is conform aan de regelgeving voor de gespecialiseerde diensten GTB en GOB die personen met een indicatie van arbeidshandicap kunnen opnemen in hun regulier gefinancierde werking (BVR van 15 februari 2008). 7 indicaties PmAH: 1. Erkend zijn door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) of zijn rechtsvoorgangers: het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap (VFSIPH), het Rijksfonds voor de sociale reclassering van mindervaliden (RF), het Fonds voor medische, sociale en pedagogische hulp aan gehandicapten (Fonds’81) 2. Gewezen leerling zijn van het buitengewoon onderwijs en hoogstens een (kwalificatie)getuigschrift of diploma behaald hebben in het buitengewoon onderwijs 3. Op basis van de handicap in aanmerking komen voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming 4. In het bezit zijn van een afschrift van een definitief geworden gerechtelijke beslissing of van een attest van een bevoegde federale instelling waaruit een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid blijkt 5. Recht geven op bijkomende kinderbijslag of als ouder met een handicap recht hebben op verhoogde kinderbijslag 6. Een invaliditeitsuitkering ontvangen 7. Een attest voorleggen van één van volgende door VDAB aangewezen diensten of artsen: 4.8 Bijlage 8: BTOM’s De maatregelen: wat, wie en hoe vraag ik ze aan? Bijstand van een doventolk: Ben je doof of slechthorend, dan kan je gratis beroep doen op een tolk als je op zoek bent naar werk of om je werk beter uit te voeren. VDAB betaalt de kosten. Tegemoetkoming voor arbeidsgereedschap, -kleding en arbeidspostaanpassingen: VDAB betaalt het arbeidsgereedschap en de kleding die je nodig hebt om je werk goed uit te voeren. Verder vergoedt VDAB je werkgever als hij aanpassingen moet doen aan je arbeidspost (= alles in het bedrijf dat niet verplaatst kan worden). Tegemoetkoming in je verplaatsingskosten: VDAB betaalt je kosten als je een begeleider of aangepast vervoer nodig hebt om naar je werk te kunnen. Vlaamse ondersteuningspremie (VOP): VDAB betaalt een premie aan je werkgever omdat hij je in dienst neemt of houdt. Tewerkstelling in een beschutte werkplaats: Je kan in een beschutte werkplaats aan de slag als het gewone arbeidscircuit niet haalbaar is voor je. Subsidie Intensief Werkplekleren 23/11 Subsidie Intensief Werkplekleren 23/11