Voortgang project opname gesprekken orthopedie

advertisement
Minder medicatiefouten bij opname voor knie of heupoperatie door uitvoering
opnamegeprekken door apotheek service punt
Drs. I.R.F van Berlo-van de Laar, ziekenhuisapotheker
Inleiding
Het apotheek service punt (ASP) in Deventer heeft van september 2004 tot maart 2005
deelgenomen aan de pilot interventie onderzoeken van ASP’s onder begeleiding van de
DGV (Nederlands Instituut voor verantwoord medicijngebruik). Het project is in dit artikel
beschreven.
Het ASP in Deventer levert voor elke opname in het Deventer Ziekenhuis een afleverhistorie
van de apotheek van de op te nemen patiënt op de verpleegafdeling. Hierop is de actuele
thuismedicatie van de patiënt geel gearceerd door het ASP. Dit overzicht dient als
hulpmiddel voor de behandelend arts bij het voorschrijven van de medicatie gedurende de
opname en bij ontslag.
Uit eigen onderzoek is gebleken dat de geleverde informatie over de thuismedicatie bij
opname niet optimaal gebruikt wordt. Bij ontslag heeft het ASP veel vragen naar aanleiding
van verschillen tussen thuismedicatie gegevens en ontslagrecept. Bij circa 12% van de
patiënten vinden er fouten plaats in de overdracht van medicatiegegevens bij opname.
Ook wordt de thuismedicatie regelmatig onvolledig voorgeschreven. Dit leidt tot vragen bij de
ziekenhuisapotheek en de verpleging.
In 2005 wordt in het Deventer Ziekenhuis gestart met electronisch voorschrijven en
electronische informatie overdracht tussen eerste en tweede lijn via een OZIS-koppeling.
De medicatiegegevens die via de OZIS koppeling uitgewisseld worden, zijn niet altijd juist en
volledig. Ook bij electronische overdracht van medicatiegegevens tussen eerste en tweede
lijn blijft in het Deventer Ziekenhuis het ASP een belangrijke begeleidende rol spelen.
Interventie
Het ASP heeft met ongeveer 150 patiënten die gepland opgenomen werden voor een knie of
heupoperatie een opnamegesprek gevoerd aan de hand van de afleverhistorie. Deze
patiënten werden 10-14 dagen voor opname uitgenodigd voor een gesprek met de
verpleging, fysiotherapie en ergotherapie en het ASP. Tijdens dat gesprek werd de
thuismedicatie door het ASP voorgeschreven op een nieuw klinisch startformulier. Tevens
werd voorlichting gegeven over stoppen van medicatie zoals antistolling, diuretica en
antidiabetica. Geneesmiddelen allergieën werden geïnventariseerd en bewaakt.
De behandelend arts controleerde en accordeerde de medicatie opdrachten die vervolgens
werden verwerkt in de ziekenhuisapotheek.
Meting
Voor de start van de interventie heeft een nulmeting plaatsgevonden waarin het aantal
overdrachten met fouten en het aantal onvolledig voorgeschreven medicatie opdrachten
werd geïnventariseerd. Na implementatie van de opnamegesprekken door het ASP vond een
evaluatiemeting plaats waarbij dezelfde parameters opnieuw geïnventariseerd werden.
Tevens werd de juistheid van de afleverhistorie van de eigen openbare apotheek beoordeeld
waarbij aangenomen is dat de informatie van de patiënt juist is.
Doelstellingen:
1. Verbetering van de medicatie overdracht bij opname in het Deventer Ziekenhuis met
50% (patiënten die opgenomen worden voor een knie- of heupoperatie)
2. Vermindering van het aantal onvolledige medicatie opdrachten bij opname
(betreffende thuismedicatie) met 50%
3. Eerder beschikbaar hebben verwerkte medicatie overzichten en geneesmiddelen op
de verpleegafdeling (in plaats van 1-2 dagen na opname op de dag van opname)
4. Inzicht krijgen in de juistheid van de afleverhistorie en een basis leggen voor
electronische informatie overdracht bij opname en electronisch voorschrijven
5. Tevredenheid orthopedie, anesthesiologie, verpleegkundigen en patiënt over de
procedure
Resultaten:
De resultaten zijn weergegeven in tabel 1, 2 en 3.
Uit de nulmeting volgt dat bij 37 van 212 patiënten (17%) fouten zijn gemaakt bij het
voorschrijven van thuismedicatie bij opname. Het gaat dan om het niet continueren van
thuismedicatie in het ziekenhuis, het continueren van thuismedicatie in het ziekenhuis in een
andere dosering of toedieningsvorm en andere fouten. Na implementatie van de
opnamegesprekken door het ASP is dit percentage van foute overdrachten gedaald van 17%
naar 7%.
Medicatie-overdracht
Nulmeting
Aantal patiënten
212
Aantal vragen nav  thuis - ontslagmedicatie 50
Aantal wijzigingen op ontslagrecept hierdoor 48
Herstart thuismedicatie
13 (27%)
Terug naar thuisdosering/vorm
11 (23%)
Anders
24 (50%)
Aantal overdrachten met fouten
37 (17%)
Aantal fouten per overdracht
1.3
Tabel 1: resultaten medicatie overdracht
Evaluatiemeting
119
10
9
0 (0%)
2 (25%)
6 (75%)
8 (7%)
1.1
Het aantal onvolledige medicatie opdrachten (mo’s) in de nulmeting is 15%. Dit is na
implementatie van de opnamegesprekken door het ASP afgenomen naar kleiner dan 1%.
Hierdoor is het aantal telefoontjes tussen verpleegafdeling en ziekenhuisapotheek en arts en
ziekenhuisapotheek enorm afgenomen.
Onvolledige mo’s bij opname
Aantal mo’s
Aantal onvolledige mo’s
Geen sterkte/dosering
Geen arts
Geen toedieningsvorm
Geen startdatum
Anders
Nulmeting
2588
317 (12%)
138 (44%)
194 (61%)
19 (0.3%)
36 (12%)
7 (2%)
Totaal aantal onvolledigheden
394 (15%)
(meerdere onvolledigheden in 1 mo)
Tabel 2: resultaten onvolledige medicatie opdrachten
Evaluatiemeting
389
3 (< 1%)
2
1
0
0
0
3 (< 1%)
Voor het beoordelen van de betrouwbaarheid van de afleverhistorie zijn de gegevens van 43
opnamegesprekken geïnventariseerd. De resultaten zijn weergegeven in tabel 3. Een patiënt
gebruikt gemiddeld 5 geneesmiddelen waarvan 1 zelfzorg geneesmiddel.
Zelfzorggeneesmiddelen ontbreken op de afleverhistorie. De afleverhistorie bestaat
gemiddeld uit 17 afleverregels waarvan 13 dus niet relevant zijn voor de actuele medicatie.
Screening ASP
Actieve medicatie
afleverhistorie
accoord
77%
73%
Dosis gewijzigd of gestopt
19%
13%
Gemist
4%
14%
Tabel 3: Vergelijking papieren screening ASP met actieve medicatie afleverhistorie (exclusief
zelfzorg)
73% van de als actieve medicatie aangegeven op de afleverhistorie is juist. 13% van de
actieve medicatie is of gewijzigd of gestopt. 14% van de geneesmiddelen wordt gemist. Bij
een papieren screening van de afleverhistorie door het ASP wordt maar 4% gemist in plaats
van 14%.
Overige resultaten
Na implementatie van deze procedure is ook bereikt dat de verwerkte medicatielijsten en de
af te leveren geneesmiddelen op de dag van opname op de verpleegafdeling beschikbaar
zijn en niet 1 of zelfs 2 dagen na opname van de patiënt.
De tevredenheid van de artsen en verpleging is getoetst door middel van een schriftelijke
enquête. De patiënt tevredenheid is onderzocht door middel van een telefonische enquête.
Artsen, verpleegkundigen en patiënten waren zeer tevreden over de uitvoering en de
resultaten van de opnamegesprekken uitgevoerd door het ASP.
Met deze interventie zijn nog een tweetal onverwachte resultaten behaald. Het ASP heeft
ervoor gezorgd dat er voor opname duidelijke voorlichting gegeven wordt over stoppen met
antistolling, diuretica en antidiabetica aan patiënten. Er zijn hiervoor concrete afspraken
gemaakt met de vakgroep anesthesiologie.
Sommige patiënten worden voor opname behandeld met erytropoetine en ferrofumaraat.
Ferrofumaraat werd niet geleverd door eigen apotheek van de patiënt. Hierdoor vond er
geen medicatiebewaking plaats van ferrofumaraat in combinatie met de overige medicatie.
Er werden interacties en dubbelmedicaties door het ASP gesignaleerd. Dit heeft er toe geleid
dat het protocol gewijzigd is en levering en medicatiebewaking nu plaatsvindt door de eigen
apotheek van de patiënt.
Conclusie en discussie
Het uitvoeren van opnamegesprekken door het ASP levert verbetering van
medicatieveiligheid op en tijdwinst voor verpleegkundige, arts en ziekenhuisapotheek. Het
aantal overdrachten met fouten bij opname is meer dan gehalveerd, het aantal onvolledige
medicatie opdrachten is met meer dan een factor 10 afgenomen, de verwerkte
medicatielijsten en geneesmiddelen zijn minimaal 1 dag eerder op de afdeling, er wordt
duidelijke voorlichting gegeven over stoppen met geneesmiddelen voor OK en
geneesmiddelallergieën worden bewaakt.
Er is inzicht verkregen in de juistheid van de afleverhistorie. De afleverhistorie is bruikbaar
voor de OZIS-koppeling maar is niet sluitend als complete en juiste thuismedicatie. Een
gesprek met de patiënt is noodzakelijk, daarnaast vraagt de interpretatie van de
afleverhistorie tijd en ervaring. De rol van het ASP bij implementatie van OZIS en
electronisch voorschrijven bij opname en bij ontslag blijft belangrijk en dient verder
vormgegeven te worden. De artsen, de verpleegkundigen, de patiënten en de
apothekersassistenten werkzaam bij het ASP zijn tevreden over de resultaten en de
uitvoering. Daarom zijn er financiële middelen vrijgemaakt om de opnamegesprekken voor
een knie- of heupoperatie door het ASP te continueren.
Correspondentie adres:
I. R. F. van Berlo – van de Laar, ziekenhuisapotheker
Apotheek Deventer Ziekenhuizen
Ceintuurbaan 4a
7415 AL Deventer
0570-623050
[email protected]
Download