Appreciatierecht Doel Opheffen van leeftijdsdiscriminatie bij langdurige ziekte nà 60 jaar: op vraag van personeelslid en appreciatie van de lijnmanager, verdere participatie aan het arbeidsproces mogelijk maken, ook na 222 werkdagen ziekte. Probleemstelling Statutaire bepalingen Onder de 60 jaar kan de administratieve gezondheidsdienst pas na 666 werkdagen ongeschikt verklaren. Van zodra iemand na de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt kan dit al na 222 werkdagen, er zijn slechts enkele uitzonderingen op deze regel (zie statutaire bepalingen hieronder). In geen enkel van de gevallen is er een appreciatie door de lijnmanager en het personeelslid mogelijk. Door het automatisme wordt er geen respect en waardering getoond voor hun opgebouwde kennis en ervaring Niet mogen werken kan verregaande sociale gevolgen en een invloed op het zelfwaardegevoel hebben.. Tenslotte zijn er de financiële gevolgen: loonverlies en mogelijks een onvolledige loopbaan. onmogelijkheid om de opgebouwde kennis en ervaring te consolideren en personeelsleden – die dat wensen – langer in dienst te houden. Art. XI 25. § 1. Indien de ambtenaar tijdens de loopbaan 666 werkdagen afwezig is geweest wegens ziekte, te rekenen vanaf 1 januari 1994, kan het in artikel XI 24 bedoelde geneeskundig controleorgaan een voorstel formuleren aan de Administratieve Gezondheidsdienst tot definitieve ongeschiktverklaring van de ambtenaar. Art. XII 5. De ambtenaar die 60 jaar geworden is, wordt ambtshalve op rust gesteld op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin hij, zonder definitief ongeschikt te zijn bevonden, komt tot een totaal van 222 werkdagen afwezigheid wegens ziekte, te rekenen vanaf de leeftijd van 60 jaar. Art. XII 9. In afwijking van artikel XII 5 wordt de ambtenaar die 60 jaar geworden is, niet ambtshalve op rust gesteld na 222 werkdagen afwezigheid wegens ziekte, maar pas na 365 kalenderdagen afwezigheid wegens ziekte, indien hij: 1° hetzij geen 5 pensioenaanspraakverlenende dienstjaren telt op de datum waarop hij de 222 werkdagen afwezigheid wegens ziekte bereikt; 2° hetzij geen 20 pensioenaanspraakverlenende dienstjaren telt op de datum waarop hij de 222 werkdagen afwezigheid wegens ziekte bereikt, én onder toepassing zou vallen van de regeling van het gewaarborgde minimumpensioen; 3° hetzij 20 pensioenaanspraakverlenende dienstjaren telt en een minimumpensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid zou kunnen verkrijgen dat voordeliger is dan het minimumpensioen wegens leeftijd of anciënniteit. Vervolg op volgende pagina 317567630 26 okt 2005 1/3 Appreciatierecht, Vervolg Statutaire bepalingen (vervolg) Voor de berekening van de 365 kalenderdagen afwezigheid wegens ziekte waarvan sprake in het voorgaande lid wordt geen rekening gehouden met de halve dagen afwezigheid in een periode van deeltijdse prestaties wegens ziekte." Omschrijving Om het appreciatierecht mogelijk te maken, dient het art. XII 5. van het statuut gewijzigd te worden. Dit kan op twee manieren: Ambtshalve vervangen door mogelijkheid van op rust gesteld te worden indien organisatie en medewerker (leidinggevende/neutrale organisatievertegenwoordiger zoals P&O-verantwoordelijke en medewerker) in overleg besluiten dat reïntegratie niet haalbaar en/of gewenst is. Het gesprek over de inschatting van de reïntegratie wordt bij voorkeur gevoerd samen met een neutrale P&O-verantwoordelijke. Ambtshalve op rust stelling blijft bij definitieve ongeschiktverklaring. ( in Art. XI 25. § 1. ) Ervaring Het appreciatierecht is binnen de volge,nde juridische context te interpreteren: Extern Arbeidsrecht: arbeidsongeschiktheid waardoor definitief het overeengekomen werk niet kan worden uitgevoerd wordt beschouwd als overmacht die een einde maakt aan de arbeidsovereenkomst. Er is geen verplichting om op 65 jaar met pensioen te gaan. Toepassingsgebied Vlaamse Overheid Contractuelen: Geen automatische pensionering maar mogelijkheid tot ontslag na langdurige ziekte van 6 maanden. Dit betekent dat het personeelslid in dienst kan worden gehouden – en er dus de facto een appreciatierecht bestaat. Het personeelslid kan vanaf de leeftijd van 60 jaar – op voorwaarde van een toereikende loopbaan – vervroegd op pensioen gaan d.w.z. ten vroegste in de maand volgend op hun 60ste verjaardag. De mogelijkheid om vanaf 60 jaar vervroegd met pensioen te gaan kan dus, op voorwaarde dat men het bewijs levert gedurende 35 jaar pensioenrechten te openen in om het even welke Belgische pensioenregeling. Ontslag mogelijk indien definitief ongeschiktheid. Statutaire personeelsleden die na 60 jaar langer dan 222 dagen werkonbekwaam zijn wegens ziekte of ongeval worden Vervolg op volgende pagina 317567630 26 okt 2005 2/3 Appreciatierecht, Vervolg Verwachtte effecten beperkt gezien kleine groep 60 + : op 31/12/04 waren er slechts 423 60+’ers in MVG medewerker motiveren door via arbeidsreïntegratie respect te tonen ervaring en kennis blijven beschikbaar voor de organisatie. kloof met contractuele personeelsleden vergroot: omwille van fundamenteel verschillend ziektestelsel lopen contractuelen het risico op ontslag bij ziekte. de reden voor het bestaan van de huidige regeling was de wil om pensioenitis te vermijden. (= het uitputten van het ziektekrediet om lagere pensioensuitkering te vermijden, maar wel degelijk met de bedoeling om niet meer te komen werken ). Randvoorwaarden Wijziging van het statuut Een open klimaat waarin leidinggevende en werknemer vanuit welbegrepen belangen, eerlijk kunnen onderhandelen over de terugkeer, de taken en de voorwaarden. Budgettaire gevolgen Nihil: loonverschil tussen oudere werknemer met veel anciënniteit en nieuw personeelslid 317567630 26 okt 2005 3/3