Toetsvragen NW C2 Pakket 1 ZOPM

advertisement
Omcirkel op bijgaande figuur de straling met de grootste energie-inhoud.
Gegeven de voorstelling van 2 verschillende golven uit het zichtbare gebied.
Golf A
Golf B
Noteer bij elke bewering of de bewering juist of fout is. Niets invullen betekent dat je
geen antwoord gaf en levert geen punten op.
….
Golf A heeft een langere golflengte dan golf B.
….
Golf A heeft een hogere frequentie dan golf B.
….
Golf A bezit meer energie dan golf B.
….
Golf A behoort tot het rood gedeelte en golf B tot het blauw gedeelte.
Lees aandachtig volgende fragmenten uit ‘ De Da Vinci Code’ van Dan Brown.
Langdons blik ging langs de bleke arm van de conservator naar zijn linkerhand, maar
hij zag niets. Onzeker liep hij om het lijk heen en ging op zijn hurken zitten, en nu zag
hij tot zijn verrassing dat de conservator een dikke viltstift in zijn hand had. (…)
Langdon boog zich voorover om te zien wat er op de stift stond. STYLO DE LUMIERE
NOIRE. Hij keek verrast op. (…) Tegenwoordig hadden alle medewerkers van musea
zo’n stift bij zich om merktekens op de lijsten van schilderijen te zetten die
gerestaureerd moesten worden. (…)
‘Zoals u misschien wel weet,’ zei Fache (de politie-inspecteur), gebruikt de politie
ultraviolet licht om op plaatsen waar een misdrijf is gepleegd te zoeken naar bloed.’
Noteer bij elke bewering of de bewering juist of fout is. Niets invullen betekent dat je
geen antwoord gaf en levert geen punten op.
….
….
….
….
De blacklightstylo bevat een lampje dat UV-licht kan uitzenden.
De blacklightstylo bevat inkt die door belichten met een blacklightlamp zichtbaar
wordt.
Merktekens geschreven met een UV-stift zijn onzichtbaar voor het menselijk oog.
Bloedsporen zijn zichtbaar door belichten met een blacklightlamp.
Chris en Kim uit het vierde jaar beweren beiden dat een zwarte pull hen toebehoort.
Beschrijf bondig hoe jij proefondervindelijk zou kunnen achterhalen aan wie die pull
toebehoort indien je weet dat de mama van Kim een wasmiddel zonder optische
witmaker gebruikt en de mama van Chris een waspoeder gebruikt met optische
witmaker.
Noteer bij elke bewering of de bewering juist of fout is. Niets invullen betekent dat je
geen antwoord gaf en levert geen punten op.
….
Hoe groter de frequentie van een golf, hoe langer zijn golflengte.
….
Hoe groter de frequentie van een golf, hoe groter zijn energie.
….
Radiogolven hebben een kortere golflengte dan UV-licht.
….
Microgolven bezitten meer energie dan gammastralen.
Lees aandachtig volgend knipsel
Eén van de belangrijkste bedreigingen voor oude boeken en documenten is verzuring
van het papier. In papier zit altijd een beetje water. Door opname van verzurende
stoffen uit de lucht ontstaan in dit water waterstofionen.
Papier wordt gemaakt van vezels van de stof cellulose. De cellulosevezels van het
papier kunnen reageren met het water in het papier. De cellulose wordt daarbij
afgebroken, waardoor het papier op den duur uit elkaar valt. Vooral in papier dat veel
waterstofionen bevat, treedt deze reactie op.
Door gebruik te maken van een speciale pen, kan men vaststellen of papier zuur is.
De inkt van zo'n pen is een oplossing van lakmoes. Men zet op een onopvallende
plaats een streepje met zo'n pen. Aan de kleur van de inkt kan men zien of het
papier zuur is
a
b
c
d
Schrijf de algemene naam voor stoffen waartoe de inkt van de speciale pen behoort.
Welke kleur zal de inkt krijgen indien men ermee schrijft op verzuurd papier?
Noem nog een ander voorbeeld van een stof uit dezelfde categorie als lakmoes.
Welke kleur zou inkt van de door u vermelde stof krijgen op verzuurd papier?
Bekijk aandachtig volgend knipsel uit een reclamefolder.
Dit product is een middel tegen zure grond.
Duid de juiste werking van dit product aan:
….. de pH doen stijgen
….. de pH doen dalen
….. de grond aanzuren
….. de grond minder zuur maken
….. H3O1+–ionen afstaan
….. H3O1+–ionen opnemen
….. de zuurgraad doen dalen
….. de zuurgraad doen stijgen
Bereken hoeveel gram glucose C6H12O6 een plant maximaal kan vormen uit de opname
en omzetting van 20 mol CO2.
Reactie:
CO2 + H2O  C6H12O6 + O2
Rennietabletten tegen maagpijn bevatten calciumcarbonaat. Voegt men aan een
hoeveelheid tablet een hoeveelheid waterstofchloride toe dan treedt onderstaande reactie
op. Door het volume koolstofdioxidegas dat hierbij ontstaat te meten kan de hoeveelheid
calciumcarbonaat in een maagtablet worden bepaald.
Reactie:
HCl + CaCO3  CaCl2 + H2O + CO2
Jij voert de proef uit met ongeveer ¼ van een Rennietablet. Er ontstaat 50 ml CO 2gas. Bereken het aantal mol CO2-gas indien je weet dat 1 ml CO2-gas bij 20°C een
massa heeft van 1,8 mg.
Bereken stoichiometrisch hoeveel gram CaCO3 er zich in de afgewogen hoeveelheid
maagtablet met massa = 0,30 gram bevindt.
Bereken de totale massa calciumcarbonaat in een volledige verpakking tabletten als je
weet dat 1 volledig tablet gemiddeld een massa heeft van 1,35 gram en een volle
doos Rennies 96 tabletten bevat.
Voor de ontsmetting van zwembadwater wordt dichloor gebruikt. In moderne installaties
gebeurt dit door elektrolyse van keukenzout volgens de reactie: NaCl  Na + Cl2
A Bereken hoeveel gram dichloor ontstaat uit 10,0 kg keukenzout.
B Bereken het volume chloorgas dat ontstaat indien je weet dat 1 mol chloorgas een
volume = 22,4 liter inneemt.
Bij het verbranden van fossiele brandstof ontstaat koolstofdioxide. Bereken voor koolstof
(C), aardgas (CH4) en benzine (C7H16) welke van de drie per kg brandstof het minste CO2
in gram produceert.
C + O2  CO2
CH4 + O2  CO2 + H2O
C7H16 + O2  CO2 + H2O
Bij de fotosynthesereactie wordt koolstofdioxide gebonden aan water en ontstaan glucose
en zuurstof. Bereken de massa glucose die kan ontstaan uit 44,8 liter koolstofdioxide als
je weet dat 44,0 gram koolstofdioxide 22,4 liter inneemt.
Reactie: CO2 + H2O  C6H12O6 + O2
Schelpen bestaan voor een groot gedeelte uit calciumcarbonaat. Bij 500C ontbindt
calciumcarbonaat in calciumoxide en koolstofdioxide. Calciumoxide wordt als ongebluste
kalk gebruikt in de cementindustrie en in de bouw. Bereken hoeveel kg calciumoxide een
werfleider kan verwachten uit de omzetting van 10 ton schelpen.
Reactie: CaCO3  CaO + CO2
Om gebak te laten rijzen wordt bakpoeder Na2CO3 gebruikt. Bij verhitting van bakpoeder
treedt er volgende reactie op:
NaHCO3  Na2CO3 + CO2 + H2O
a
b
Bereken het aantal gram CO2 dat er gevormd wordt,
indien er 5,00 g NaHCO3 aan het deeg toegevoegd
wordt.
Welk volume neemt deze hoeveelheid CO2 in, als je ervan uitgaat dat 1 mol CO2
overeenkomt met 22,4 liter.
Bestudeer volgende grafieken.
Vul volgende tekst verder aan of schrap in de tekst het foute antwoord.
Pepsine en trypsine zijn twee eiwitsplitsende enzymen.
Uit grafiek 1 leid je af dat enzymwerking afhankelijk is van …….
* Pepsine werkt in zuur/basisch midden.
* Trypsine werkt in zuur/basisch midden.
Verhoging van de temperatuur van 20°C tot 35°C heeft een daling/verhoging van de
enzymwerking voor gevolg. De maximale activiteit wordt bereikt bij ca. ...... °C. Tussen
40 en 60°C daalt/verhoogt de enzymwerking zeer snel.
Lees aandachtig volgende tekst en vul het ontbrekende woord in.
Bacteriën kunnen ziekten veroorzaken. Deze infectieziekten worden behandeld met
antibiotica, die inwerken op de levensnoodzakelijke enzymen van de bacterie. Sommige
antibiotica bevatten stoffen die precies in de holtes van het bacterie-enzym passen. Op
die manier wordt het bacterie-enzym geblokkeerd in zijn werking als ………………………..
en kunnen levensnoodzakelijke processen voor de bacterie niet meer door gaan met als
gevolg dat de bacterie afsterft.
Onderstaande figuur is een illustratie bij deze tekst. Teken een geschikte vorm van een
molecule geneesmiddel. Kleur de voorstelling van het enzym groen.
Identificeer en benoem telkens de soort isomerie
Soort isomerie
CH
CH
3 O
H
3
C
CH3
CH
3
C
C
H
CH
CH3
C
H
3
H
Br
Br
C
C
Cl
H
F
CH
3
CH
2 OH
F
H
Cl
Welke radioactieve straling is vermoedelijk het gevaarlijkst voor de mens? Waarom?
Volgende figuren stellen atoomkernen voor. Verbind onderling deze figuren die mogelijke
isotopen van elkaar voorstellen.
82 n°
89 p+
82 p+
90 n°
82 n°
87 p+
82 p+
92 n°
Vul volgende tabel aan
Nuclide
….
Ladingsgetal
Massagetal
Aantal
neutronen
Aantal
protonen
……
……
64
……
……
131
78
……
Cd
….
….
…..
….
Hoe verklaar je dat ook huizen bijdragen tot de stralingsdosis die ons lichaam ontvangt?
In volgend krantenknipsel zijn enkele van volgende woorden vervangen door een cijfer.
Schrijf achter elk cijfer het woord ontbrekend op de plaats van het overeenkomstig cijfer
in de tekst. Kies de in te vullen woorden uit: kernfusie - kernfissie - transmutatie energie - temperatuur versmelting - splijting - waterstofbom - uraniumbom gecontroleerde - ongecontroleerde.
Uit De Standaard, 15 december 1993
1
is een
2 van lichte atoomkernen tot zwaardere, een proces waarbij veel 3
vrijkomt. Ook de zon produceert haar
4
op die manier. Het proces moet echter
plaatsvinden bij een enorme
5 (in het inwendige van de zon vijftien miljoen graden)
en dat maakt het moeilijk om het op een continue en 6 manier uit te voeren. Op een
7 manier is het niet zo lastig: dat gebeurt in een 8 .
1=
5=
2=
6=
3=
7=
4=
8=
Vermeld bij elk van de vier antwoorden per vraag of de bewering juist of fout is.
Niets invullen betekent dus dat de vraag of het vraaggedeelte niet beantwoord werd en
levert geen punten op. Per vraag is minstens één antwoord juist. Twee, drie of vier juiste
antwoorden per vraag zijn eveneens mogelijk.
A Voor de zuren geldt:
….. het zijn H-donors
….. een waterige oplossing ervan bevat meer OH- dan H+
….. de pH van een zure oplossing > 7
….. ze kunnen worden geneutraliseerd door een protonacceptor.
B Volgende figuren stellen atoomkernen voor:
20 n0
16 p+
1
.....
.....
.....
.....
figuren
figuren
figuren
figuren
18 n0
18 p+
2
20 n0
18 p+
3
22 n0
18 p+
4
20 n0
20 p+
5
1, 3 en 5 stellen isotopen van elkaar voor
2 en 4 stellen isotopen van elkaar voor
4 en 5 stellen atoomkernen met hetzelfde massagetal voor
1 en 2 stellen atoomkernen met hetzelfde ladingsgetal voor.
C Twee atomen hebben een verschillende atoommassa en eenzelfde aantal protonen.
Dan geldt:
..... deze twee atomen zijn beide van verschillende soort
..... deze twee atomen zijn isotopen van elkaar
..... deze twee atomen hebben hetzelfde atoomnummer
..... deze twee atomen hebben eenzelfde aantal elektronen
D Vergelijken we een kerncentrale met een thermische centrale dan geldt:
..... een kerncentrale produceert gevaarlijker afval dan een thermische centrale
..... de werking van beide centrales geven aanleiding tot de vorming van zure regen
..... de werking van beide centrales verschilt enkel in het stoomproductieproces.
..... het energierendement van een kerncentrale ligt hoger dan van een thermische
centrale.
Lees aandachtig onderstaande beweringen. Is de bewering fout, verbeter dan het
onderstreepte gedeelte. Is de bewering juist, vermeld dan "juist".
 Zure regen kleurt een lakmoesoplossing rood.
 In een oplossing met pH=9 is het aantal H3O1+-ionen groter dan het aantal OH--ionen.
 Bij pH = 1 is de concentratie van een sterk zuur = 1 mol/l.
 Een oplossing met pH=3,5 heeft een [H3O1+]e < 10-5 mol/l.
 Een KOH-oplossing met pH = 9 heeft een [OH1-] = 10-9 mol/l.
 Een oplossing met pH=2,5 heeft een [H3O1+]e > 10-3 mol/l.
 Een Al-kern bevat 27 protonen, 13 neutronen en 14 elektronen.
 Isotopen van chloor verschillen enkel in het aantal protonen.
 Kernfusie treedt op bij zware isotopen.
 In vergelijking tot β-stralen is het doordringingsvermogen van γ-stralen groter.
 Het aantal kernomzettingen per seconde wordt uitgedrukt als aantal becquerel.

C en
14
N zijn isotopen van elkaar.
14
 Gammastralen hebben een hoog doordringingsvermogen.
 Een kernfusie gebeurt bij zware kernen.
 Alfastralen zijn vrijgekomen elektronen.
 Bij een gecontroleerde kernfusie veroorzaakt meer dan een secundair elektron de
volgende kernreactie.

C en
14
14
O zijn isotopen van elkaar.
 Gammastralen hebben een hoog ioniserend vermogen.
 Een kernfissie gebeurt bij zware kernen.
 Bètastralen zijn vrijgekomen heliumkernen.
 Bij een ongecontroleerde kernfusie veroorzaakt meer dan een secundair elektron de
volgende kernreactie.
Vervolledig de volgende kernreacties en vermeld of de omzetting een natuurlijke of
kunstmatige, transmutatie, een kernfissie of kernfusie is.
144
Nd
...

60
….
Au
n
...
n
235
236
U 
+
29
0


92
U
92
Cu
3
U
92
65
Li
236
U 
+
α
-1
235
0
7
+
...
+
4
2
198

0
1
+
...
….
…
...
p

2
1
H
+
144
Xe
+
...
+
...

...
+
2
...
...
...
1
n
+
energie
+
energie
0
...
...
...

...
...
54
1
+
I
…
92
1
139
+
2
1
n
0
1
n
0
...
1
+
n
0
De kernreactie bedoeld in volgend knipsel
Eén type van een commerciële rookdetector bevat een zeer kleine hoeveelheid
van het radioactieve Americium-241 (Am). Het uitgezonden α-deeltje ioniseert
de moleculen in de lucht waardoor deze geleidend wordt. Wanneer rookdeeltjes
de detector binnenkomen, verandert hiermee de geleidbaarheid van de lucht en
het alarm gaat aan.
Van een radio-isotoop is na 120 dagen nog 12,5 % van de oorspronkelijke hoeveelheid
radioactiviteit beschikbaar. Bepaal de halveringstijd van dit isotoop via een grafische
voorstelling.
In een pasontdekte grot in Frankrijk is een stuk bot gevonden, waarvan vermoed wordt
dat het enkele duizenden jaren oud is. De activiteit van 14C wordt gebruikt om de
ouderdom te schatten. Bij meting blijkt de activiteit van 14C 8 keer lager te zijn dan die
van levend materiaal. Hoe oud is het bot? Leg uit hoe je tot het antwoord komt.
Bij het aanleggen van de hogesnelheidslijn Brussel – Keulen zijn er ‘versteende bomen’
aangetroffen. Ze zouden 55 miljoen jaar oud zijn. Kan voor de datering de 14C-methode
gebruikt zijn? Motiveer uw antwoord.
Schrijf de naam voor de processen die je op de tekening ziet en de namen van de vier
aminozuren die aangehecht zijn.
Proces 1 = ……………………………………
Proces 2 = ……………………………………
Aminozuur 1 = ………………………………
Aminozuur 2 = ………………………………
Aminozuur 3 = ………………………………
Aminozuur 4 = ………………………………
Gegeven een aantal beweringen in verband met de celdeling. Vermeld bij elke bewering
of deze geldig is bij een mitose, bij een meiose of bij geen van beide.
* Uit een diploïde moedercel worden haploïde dochtercellen gevormd:
* Uit een haploïde moedercel worden diploïde dochtercellen gevormd:
* Geen overlangse splitsing van chromosomen:
* Chromosomen rangschikken zich individueel onder elkaar:
* Chromosomen rangschikken zich per paar onder elkaar:
* Moedercel en dochtercel zijn onderling verschillend:
* Moedercel en dochtercel bezitten evenveel chromosomen:
* Rijpen van voortplantingscellen:
* Aanmaak van extra bloedcellen:
* Chromatiden wijken uit:
Noteer bij elke bewering of de bewering juist of fout is. Niets invullen betekent dat je
geen antwoord gaf en levert geen punten op.
Celdeling is bij levende wezens nodig voor:
. groei
. herstel
. voortplanting
. vervanging afgestorven cellen
De figuren stellen celkernen voor van een
diploïde moedercel met 8 chromosomen.
.
.
.
.
2, 3 en 4 zijn een meïose-resultaat
enkel 2 en 3 zijn een meïose-resultaat
1 is een meïose-resultaat, 5 een mitose
1 is een mitose-resultaat, 4 een meïose
Gegeven een moedercelkern met twee paar chromosomen. Teken al de verschillende
dochtercelkernen die mogelijk zijn na:
A een mitose
B een meiose
Teken 2 mogelijke dochtercellen na een meiosedeling van de gegeven moedercel.
Verklaar biologisch-wetenschappelijk het onderstreepte gedeelte in onderstaand knipsel
uit De Standaard.
Voorspellingen over de kans op
erfelijk oogletsel zij moeilijk te
maken, zei dr. Misotten. Niet
alleen zijn de meeste genetische
‘foutjes’ recessief, dat wil
zeggen
onzichtbaar
en
onschadelijk bij de ouders,
maar samengevoegd bij het
kind elkaar versterkend en wél
schadelijk.
Bekijk aandachtig volgend overervingschema voor de kruising tussen een normale muis
en een dansmuis. Leid uit dit schema de juiste antwoorden op volgende beweringen af.
Vermeld bij elke bewering of die bewering juist of fout is. Niets antwoorden betekent
geen punten. Tegenstrijdige antwoorden worden evenmin positief gequoteerd.
……. P1 is een kruising tussen
homozygote individuen.
twee
……. P1 is een kruising tussen
heterozygote individuen.
twee
……. F1 is een kruising tussen
homozygote individuen.
twee
……. F1 is een kruising tussen
heterozygote individuen.
twee
……. Dansmuis is een dominant kenmerk.
……. Dansmuis is een recessief kenmerk.
Lees aandachtig volgend knipsel uit De Standaard
Het Britse gerecht heeft in het raam van
een speurtocht naar een lustmoordenaar
reeds tweeduizend verdachten aan een
DNA-test onderworpen. Hun erfelijkheidscode werd vergeleken met de DNAcode van de dader, die achterhaald werd
aan de hand van een haar en wat sperma
die op een van de slachtoffers werd
gevonden.
Wat verstaat men onder ‘DNA-code’?
Verklaar waarom voor een DNA-test even
goed een haar als sperma kan worden
gebruikt.
Lees aandachtig volgend knipsel uit De Standaard
Gunstig
advies
voor
genetisch
onderzoek Lincoln
WASHINGTON - Een adviesgroep van
experts gaf zijn steun aan een project om
genetisch materiaal van Abraham Lincoln
te klonen. Amerikaanse wetenschappers
willen genen uit het haar, het bloed en de
schedel van de in 1865 vermoorde
president gebruiken om te onderzoeken of
hij aan een bepaalde erfelijke ziekte leed.
Waarom kan voor de bedoeling
onderzoek
bloed,
haar
en/of
schedelbot worden gebruikt?
van dit
stukjes
Lees aandachtig volgend knipsel uit De Standaard van 30 november 1985
Internationaal team vindt gen voor
mucoviscidose
LONDON – (…) De ontdekking levert
niet meteen een middel tegen de ziekte
op, maar is wel een mijlpaal op de weg
naar de behandeling.
Een op twintig blanken is drager van het
gen. Alleen wie het gen van beide ouders
erft wordt ziek.
Schrijf voor de hier toepasselijke overerving
van mucoviscidose:
-
Genotype van gezonde vader♂
Genotype van gezonde moeder ♀
-
Alle mogelijke gameten
-
Alle mogelijke fenotypes
Raf, bloedgroep A+, en Sofie, bloedgroep B+, hebben drie dochters: Nele A+, Mieke A+
en Hilde O-.
Schrijf voor de hier toepasselijke overerving van de bloedgroep:
- Genotype van de vader♂
moeder ♀
- Alle mogelijke gameten
- Alle mogelijke fenotypes
Schrijf voor de hier toepasselijke overerving van de resusfactor:
- Genotype van de vader♂
moeder ♀
- Alle mogelijke gameten
- Alle mogelijke fenotypes
Schrijf het algemene overervingschema van het geslacht en verklaar vanuit dit algemene
schema de mogelijkheid om met drie kinderen alledrie dochters te hebben.
In een gezin, waarvan de vader sluikhaar heeft, zijn er twee kinderen. De dochter heeft
krulhaar (dominant) en de zoon sluikhaar. Welk genotype hebben moeder en vader?
Men kruist een heterozygote gevlekte kater met een ongevlekte kat. Stel het
overervingschema op en leid af hoe groot de kans is dat de nakomelingen gevlekt zijn als
je weet dat gevlekt dominant is op ongevlekt.
Ouders P1
Fenotype:
Genotype:
vader:
vader♂
Gameten:
X
X
moeder:
moeder ♀
X
Nakomelingen F1 - schema van Punnett
♀
♂
Genotype:
Fenotype:
Antwoord:
Twee witte heterozygote muizen paren met elkaar. Stel het overervingschema op en leid
af hoe groot de kans is dat de eerste nakomelingen een grijze kleur hebben als je weet
dat wit dominant is op grijs.
Ouders P1
Fenotype:
Genotype:
vader:
vader ♂
Gameten:
X
X
X
Nakomelingen F1 - schema van Punnett
♀
♂
Genotype:
Fenotype:
Antwoord:
moeder:
moeder ♀
Kan Manu met bloedgroep O- een tweelingbroer Panu hebben met bloedgroep AB+?
Toon aan met het overervingschema voor:
A de bloedgroep
Ouders P1
Fenotype:
Genotype:
vader:
vader ♂
Gameten:
X
X
moeder:
moeder ♀
X
Nakomelingen F1 - schema van Punnett
♀
♂
Genotype:
Fenotype:
B de resusfactor
Ouders P1
Fenotype:
Genotype:
vader:
vader ♂
Gameten:
X
X
X
Nakomelingen F1 - schema van Punnett
♀
♂
Genotype:
Fenotype:
Mag Panu bloed geven aan zijn broer? Motiveer bondig.
moeder:
moeder ♀
Lees aandachtig volgend knipsel uit De Standaard 19 mei 2005
VUB maakt baby ‘op maat’
Pas nadat de ethische commissie van het
ziekenhuis toestemming had verleend,
maakten
de
artsen de
bestelde
reageerbuisembryo’s aan, door zaadcellen
van de vader in te spuiten in eicellen van
de moeder. (…) Twee embryo’s werden
geschikt bevonden om in de baarmoeder
te worden geplant. Zij hadden hetzelfde
weefseltype als de zieke broer, wat ze tot
de ideale donor maakte. Bovendien waren
ze van het vrouwelijke geslacht, zodat ze
zeker gezond waren –meisjes krijgen geen
chronische septische granulomatose.
Doorstreep wat fout is:
Uit de gegevens in deze tekst kan men juist
concluderen dat het gen voor chronische
septische granulomatose gelokaliseerd is op:
(homologe/niet-homologe) gedeelte van het
(X-chromosoom/Y-chromosoom).
Motiveer je antwoord.
Lees aandachtig volgend knipsel uit De Standaard 19 mei 2005
VUB maakt baby ‘op maat’
Pas nadat de ethische commissie van het
ziekenhuis toestemming had verleend,
maakten
de
artsen de
bestelde
reageerbuisembryo’s aan, door zaadcellen
van de vader in te spuiten in eicellen van
de moeder. (…) Twee embryo’s werden
geschikt bevonden om in de baarmoeder
te worden geplant. Zij hadden hetzelfde
weefseltype als de zieke broer, wat ze tot
de ideale donor maakte. Bovendien waren
ze van het vrouwelijke geslacht, zodat ze
zeker gezond waren –meisjes krijgen geen
chronische septische granulomatose.
Op basis van deze tekst kan je het gen voor
het kenmerk van de ziekte ‘chronische
septische
granulomatose’
lokaliseren.
Vermeld heel precies waar dit gen wordt
aangetroffen. Motiveer je antwoord.
Download