Oefenblad stambomen en kruisingsschema’s. We beginnen bij de stambomen. Deze informatie gaat over stamboom 1, 2 en 3. = blond haar = rood haar Opdracht 1: Schrijf bij alle 3 de stambomen de P generatie en F1 generatie ervoor. Opdracht 2: Bekijk stamboom 1. Wat weet je al? Het Het Het Het Het fenotype fenotype fenotype fenotype fenotype Opdracht 3: van van van van van papa mama kind 1 kind 2 kind 3 = = = = = Bekijk stamboom 1. Je ziet dat kind 1 een ander fenotype heeft dan haar vader en moeder. Dit zegt iets over het genotype van vader, moeder en kind. Vader en moeder zijn homozygoot / heterozygoot (omcirkelen) voor de eigenschap haarkleur. Kind 1 is homozygoot / heterozygoot (omcirkelen) voor de eigenschap haarkleur. Opdracht 4: Bekijk stamboom 1. Vader en moeder hebben blond haar. Hun eerste dochter heeft rood haar. Welk gen is dominant en welk gen is recessief? Blond haar = Rood haar = Vul bij stamboom 1 onder vader, moeder en kind 1 het genotype in. Opdracht 5: Bekijk stamboom 1. Kan je het genotype van kind 2 en 3 zeker weten? Het genotype van kind 2 en 3 kan je niet zeker weten omdat: Opdracht 6: Bekijk stamboom 2. Het fenotype van vader en moeder is niet hetzelfde. Moeder heeft rood haar en vader heeft blond haar. Ook hun kinderen hebben beide fenotypen; rood haar en blond haar. Moeder is homozygoot / heterozygoot voor deze eigenschap. Vader is homozygoot / heterozygoot voor deze eigenschap. Wat is het genotype van moeder? En van moeder? Vul het in op de stamboom. Opdracht 7: Vul stamboom 2 en 3 zo volledig mogelijk in. Als er meer combinaties mogelijk zijn, schrijf ze dan allebei op. Deze informatie gaat over stamboom 4. Het gaat hier over de eigenschap rechtshandig / linkshandig. Rechtshandig is het dominante gen. = rechtshandig = linkshandig Opdracht 8: Geef in stamboom 4 eerst de P, de F1 en de F2 generatie aan. Schrijf daarna met potlood het genotype op bij ieder persoon.