ERFELIJKHEID Basisstof 1 t/m 2 Genotype en Fenotype Geslachtschromosomen GENOTYPE EN FENOTYPE Fenotype Chromosomen Genotype DNA Lichaamscel FENOTYPE Fenotype • Het uiterlijk van een organisme. • Zichtbare eigenschappen. Ogen: Blauw, Groen, bruin, grijs, enz. Haar: Bruin, blond, zwart, rood, enz. Huidskleur: Blank, Donker enz. Neus: Haakneus, aardappelneus enz. CHROMOSOMEN Chromosomen • Bevatten informatie voor erfelijke eigenschappen. • Bevinden zich in de celkern. DNA • De stof waaruit chromosomen opgebouwd zijn. [ACTG] • De combinatie van ACTG zorgt voor de informatie. GENOTYPE Genotype • Informatie van alle erfelijke eigenschappen noemen we het genotype • Het genotype is niet zichtbaar. • Het genotype zorgt voor de uitdrukking van het fenotype. DNA DNA: • • • • Bestaat uit nucleotiden: Adenine, cytosine, guanine en thymine. DNA vormt het chromosoom. Adenine vormt een paar met thymine. Cytosine vormt een paar met guanine. LICHAAMSCEL Het kleinste deel van je lichaam. Lichaamscellen bevatten organellen. Een van deze organellen is de celkern. De celkern bevat chromsomen. De chromosomen bestaan uit DNA. DNA bepaald ons genotype. Genotype + je omgeving bepaald je fenotype. VAN DNA TOT FENOTYPE. DNA Chromosoom Genotype Genotype + milieu = Fenotype. Voorbeelden: • Geverfd krullend haar, haarkleur is milieu. Krul is genetisch samen fenotype. • Gepermanent blond haar, permanent is milieu, blond haar is genetisch samen is dit het fenotype. GESLACHTSCHROMOSOMEN X- Chromosoom Y- Chromosoom Geslachtschromosomen X-CHROMOSOOM X-chromosoom is het vrouwelijke geslachtschromosoom. Het x-chromosoom bestaat uit meer DNA dan het Ychromosoom. Twee XX chromosomen betekend een meisje. Y-CHROMOSOOM Y-Chromosoom is het mannelijke geslachtschromosoom. Het Y-chromosoom bestaat uit minder DNA dan het Xchromosoom. Twee XY chromosomen betekend een jongetje. GESLACHTSCHROMOSOMEN De mens heeft 23 paar chromosomen. 23e paar zijn de geslachtschromsomen.[XX]-[XY] YYX 23e paar geslachtschromosoom. XXX 23e paar geslachtschromosoom