Leerstofaanbod groep 4

advertisement
Doelen tot aan de herfstvakantie: groep 4
Technisch lezen:
 correct lezen
 vlot lezen
 vloeiend lezen
 leesplezier
leesmoeilijkheden M4 worden vlot gelezen:
 eenlettergrepig met th, wr
 tweelettergrepig met aai, ooi, oei
 tweelettergrepig met -end
 tweelettergrepig met ig, lijk, ing
 tweelettergrepig met stomme e in 1e lettergreep, maar niet be, ge ver
 tweelettergrepig met i uitspraak ie
 drielettergrepig zonder leesmoeilijkheid
 drielettergrepig met eren, elen, enen
 drielettergrepig met -ig, lijk, ing
 woorden eindigend op –etje
Herhaling van leesmoeilijkheden E3
 woorden eindigend op ~b, ~d, ~dt
 woorden eindigend op ~nk, ~nkt
 mmkmm-woorden (bijv start)
 mmmkm- of mkmmm-woorden (bijv straf en links)
 woorden eindigend op ~aai, ~ooi, ~oei
 woorden eindigend op ~eeuw, ~ieuw, ~uw
 woorden eindigend op ~ch, ~cht
 eenlettergrepige woorden eindigend op een open lettergreep
 woorden met be~, ge~, ver~
 tweelettergrepige samenstellingen zonder leesmoeilijkheden
 woorden eindigend op ~je, ~tje, ~pje
 tweelettergrepige woorden eindigend op stomme ~e
 woorden beginnend met gesloten lettergreep en eindigend op stomme ~e~ + medeklinker
 woorden beginnend met open lettergreep en eindigend opstomme ~e (+ medeklinker)
Rekenen
 Optellen en aftrekken t/m 10 op tempo
 Splitsingen t/m 10 op tempo
 Splitsingen t/m 13 automatiseren
 Door- en terugtellen t/m 100
 Verliefde harten, tweelingsommen en splitsbloemsommen
 Toepassen met getallen t/m 20
 Optellen en aftrekken t/m 20
 Ordenen en lokaliseren t/m 100
 Sprongen van 1 t/m 10 naar de 100
 Vrienden van 100
 Verliefde harten en splitskennis toepassen in somtype 45+7
 Getallen t/m 100 ordenen
 Getallen t/m 100 lokaliseren op getallenlijn
 Sprongen van 10 en huppen van 1 op de getallenlijn t/m 100
 Verband tussen getallen en sprongen/huppen
 Toepassen in eenvoudige opgaven met geld
 Optellen en aftrekken t/m 20 (in context)
 Splitsingen t/m 20
 Hele tientallen aanvullen t/m 100
 Verdubbelen en tellen met huppen van 2
 Betekenis x teken, oriëntatie vermenigvuldigen
 Lengtes schatten door eenvoudige referentiematen
 Afbeeldingen van eenvoudige figuren en de uitslagen
 Getekend blokkenbouwsel en gedraaide plattegrond
 Noteren hoogtegetallen
 Zijaanzicht koppelen aan vooraanzicht²
Spelling
- f/v en s/z woorden met 1 of 2 lettergrepen
- woorden met –je en –tje
Taal
Doelen staan vermoedelijk in handleiding: zelf aanvullen…
Begrijpend lezen
De kinderen beheersen de volgende doelen:
inhoud voorspellen
voorkennis activeren
doel, structuur vorm v.e. tekst herkennen.
tekst interpreteren
samenvatten
tekst beoordelen
reflecteren op leesgedrag
Doelen herfstvakantie tot voorjaarsvakantie: groep 4
Technisch lezen:
Doelen estafette M4:
 correct lezen
 vlot lezen
 vloeiend lezen
 leesplezier
leesmoeilijkheden M4 worden vlot gelezen:
 eenlettergrepig met th, wr
 tweelettergrepig met aai, ooi, oei
 tweelettergrepig met -end
 tweelettergrepig met ig, lijk, ing
 tweelettergrepig met stomme e in 1e lettergreep, maar niet be, ge ver
 tweelettergrepig met i uitspraak ie
 drielettergrepig zonder leesmoeilijkheid
 drielettergrepig met eren, elen, enen
 drielettergrepig met -ig, lijk, ing
 woorden eindigend op –etje
Herhaling van leesmoeilijkheden E3
 woorden eindigend op ~b, ~d, ~dt
 woorden eindigend op ~nk, ~nkt
 mmkmm-woorden (bijv start)
 mmmkm- of mkmmm-woorden (bijv straf en links)
 woorden eindigend op ~aai, ~ooi, ~oei
 woorden eindigend op ~eeuw, ~ieuw, ~uw
 woorden eindigend op ~ch, ~cht
 eenlettergrepige woorden eindigend op een open lettergreep
 woorden met be~, ge~, ver~
 tweelettergrepige samenstellingen zonder leesmoeilijkheden
 woorden eindigend op ~je, ~tje, ~pje
 tweelettergrepige woorden eindigend op stomme ~e
 woorden beginnend met gesloten lettergreep en eindigend op stomme ~e~ + medeklinker
 woorden beginnend met open lettergreep en eindigend opstomme ~e (+ medeklinker)
Rekenen
 Optellen en aftrekken t/m 10 op tempo
 Optellen en aftrekken t/m 10 op tempo
 Getallen ordenen tot ongeveer 50 op tempo
 Splitsen, optellen en aftrekken t/m 20
 Door- en terugtellen t/m 100
 Lokaliseren t/m 100
 Sprongen t/m 10 vanaf willekeurig getal
 Toepassen verliefde harten en splitsen, type 34+7, 34-7
 Inoefenen tafel van 2, 5 en 10
 Herhaald optellen met sprongen van 2 of 10
 Halveren en verdubbelen
 Stappenpad op getallenlijn, handig rekenen t/m 100
 Gepast betalen met zo weinig mogelijk munten
 Rekenschema’s maken op getallenlijn
Getallen en getalrelaties:
•
Sprongen van 10 of grote huppen vanaf een willekeurig getal
•
Getal plaatsen op getallenlijn tussen tientallen
Bewerkingen:
•
Optellen t/m 100, type 42+7, 27+8, 40+30, 43+30
•
Optellen t/m 100, type 42+8, 42+21, 45+19, 12+13+14
•
Aftrekken t/m 100, type 47-2, 42-7, 40-30, 42-20
•
Aftrekken t/m 100, type 47-7, 47-21, 42-13
•
Begrippen even en oneven
•
Tafel van 2, 5 en 10
•
Optel- en aftreksommen combineren met sprongen/huppen op de getallenlijn
•
Delingen maken in concrete situaties
Meten, tijd en geld:
•
Meten met liniaal tot op centimeter
•
Bedragen samenstellen t/m 2 euro
•
Hele, halve uren en kwartieren op analoge klok aflezen
•
Tijdsduur bij tijdsverschil tussen hele en halve uren
Spelling
Methodedoelen Taalverhaal blok 3:
- ou(w)/au(w)
- ieuw, uw, eeuw
- magneetletter
- eind d
Methode doelen Taalverhaal blok 4a:
- samengestelde woorden
De volgende categorieën bieden we eerder aan:
- woorden met ge- en be- woorden met -je en –tje
Categorieën blok 1 en 2: worden herhaald door middel van een 5 woorden dictee.
- luisterwoorden(kip-haas-poes-slak-hert-worst-struik)
- ei/ij
- eer, oor, eur
- ng, nk
- aai, ooi, oei
- g/ch
- sch/schr
- eind a, e, o, u
Er wordt ook aandacht besteed aan de transfer in dagelijks taalgebruik
Taal
Doelen staan vermoedelijk in handleiding: zelf aanvullen…
Begrijpend lezen
De kinderen beheersen de volgende doelen:
inhoud voorspellen
voorkennis activeren
doel, structuur vorm v.e. tekst herkennen.
tekst interpreteren
samenvatten
tekst beoordelen
reflecteren op leesgedrag
De kinderen zijn gewend aan de andere vraagstelling van het Cito t.o.v. de methode, zodat de Cito-toets een
beter beeld geeft van de vaardigheid van kinderen op het gebied van begrijpend lezen. Cito M4 is een moeilijke
toets, hier gaan we flink mee aan de slag.
De kinderen zijn zich bewust van het feit dat begrijpend lezen een andere vaardigheid vraagt dan technisch
lezen. De kinderen maken een begin met de transfer van begrijpend lezen naar andere vakken als taal en
technisch lezen, door voor het lezen de inhoud te voorspellen, voorkennis te activeren en het soort tekst te
herkennen.
Doelen voorjaarsvakantie tot zomervakantie: groep 4
Technisch lezen:
Doelen estafette E4:
correct lezen
vlot lezen
vloeiend lezen
leesplezier
leesmoeilijkheden:
meerlettergrepige samenstellingen
eenvoudige meerlettergrepige woorden
meerlettergrepige woorden met ge, be, ver
drielettergrepige woorden met (maar niet eindigend op) één of meer open lettergrepen
meerlettergrepige woorden eindigend op ste
meerlettergrepige woorden eindigend op ening, elijk, elig
woorden eindigend op tie
hoogfrequente leenwoorden
woorden met on, aan, in gevolgd door ge
woorden met be, ge, ver in het midden
Herhaling leesmoeilijkheden M4:
eenlettergrepig met th, wr
tweelettergrepig met aai, ooi, oei
tweelettergrepig met -end
tweelettergrepig met ig, lijk, ing
tweelettergrepig met stomme e in 1e lettergreep, maar niet be, ge ver
tweelettergrepig met i uitspraak ie
drielettergrepig zonder leesmoeilijkheid
drielettergrepig met eren, elen, enen
drielettergrepig met -ig, lijk, ing
woorden eindigend op –etje
AVI-E4 wordt beheerst:
 meerlettergrepige samenstellingen
 eenvoudige meerlettergrepige woorden
 meerlettergrepige woorden met ge-, be-, ver
 drielettergrepige woorden met (maar niet eindigend op) één of meer open lettergrepen
 meerlettergrepige woorden eindigend op -ste
 meerlettergrepige woorden eindigend op -ening, -elijk, -elig
 woorden eindigend op -tie
 hoogfrequente leenwoorden
 woorden met on-, aan- of in- gevolgd door -ge-.
 woorden met -be--, -ge--, -ver- in het midden
Rekenen
Getallen en getalrelaties:
 Getalvolgorde
 Getallen die het dichtst bij een tiental liggen
Bewerkingen:
 Optellen en aftrekken in context met getallenlijn
 Optellen en aftrekken t/m 100, alle typen
 Tafels van 2, 4, 5 en 10
 Vermenigvuldigen: verwisseleigenschap en 1 meer/minder
 Vermenigvuldigen in context met bekende tafels
 Delingen uitrekenen in context
 Verbinden delen en vermenigvuldigen
Meten, tijd en geld:
 Bedragen samenstellen t/m 100 euro
 Gegeven bedragen aanvullen met hele euro’s
 Aflezen en aangeven kloktijden analoog waarbij het aantal minuten een vijfvoud is
 Datum bepalen met een kalender (binnen een maand)
 Aflezen hele en halve uren op digitale klok
 Geschikte maat aangeven
 Samengestelde lengten tot 30 cm meten met liniaal
 Tijdsduur berekenen in 15, 20, 30 en 60 minuten
Breuken, procenten, verhoudingen en kommagetallen:
Verhoudingstabel invullen
Meetkunde:
Aanzichten bij een getekend bouwsel
Spelling
Methode doelen Taalverhaal blok 5:
- be~, ge~ en ver~
- el, em en er
- verdubbeling bij meervoud (letterzetter)
- verenkeling bij meervoud (letterrover)
- ~v~ en ~z~ na open klank bij meervoud
Categorieën blok 1, 2, 3 en 4: worden herhaald door middel van een 5 woorden dictee.
- luisterwoorden(kip-haas-poes-slak-hert-worst-struik)
- ei/ij
- eer, oor, eur
- ng, nk
- aai, ooi, oei
- g/ch
- sch/schr
- eind a, e, o, u
- ou(w)/au(w)
- ieuw, uw, eeuw
- magneetletter
- eind d
- samenstellingen
- ~je, ~tje en ~pje
- en, de en te
Er wordt ook aandacht besteed aan de transfer in dagelijks taalgebruik. Dit gebeurt onder andere tijdens het
schrijven in het weekdagboek. Daarnaast wordt er tijdens de taal- en spellingslessen aandacht besteedt aan
woordenschat.
Daarnaast zijn er 2x2 herhalingsweken gepland in deze zorgperiode. Er wordt ook aandacht besteed aan de
transfer in dagelijks taalgebruik.
Taal
Doelen staan vermoedelijk in handleiding: zelf aanvullen…
Begrijpend lezen
De kinderen beheersen de volgende doelen:
-
inhoud voorspellen
voorkennis activeren
doel, structuur vorm v.e. tekst herkennen.
tekst interpreteren
samenvatten
tekst beoordelen
reflecteren op leesgedrag
De kinderen zijn gewend aan de andere vraagstelling van het Cito t.o.v. de methode, zodat de Cito-toets een
beter beeld geeft van de vaardigheid van kinderen op het gebied van begrijpend lezen. Cito M4 is een moeilijke
toets, hier gaan we flink mee aan de slag.
De kinderen zijn zich bewust van het feit dat begrijpend lezen een andere vaardigheid vraagt dan technisch
lezen. De kinderen maken een begin met de transfer van begrijpend lezen naar andere vakken als taal en
technisch lezen, door voor het lezen de inhoud te voorspellen, voorkennis te activeren en het soort tekst te
herkennen. Dit doen ze m.b.v. de strategiekaarten die voor in de klas hangen.
Download