bmkKoptekst

advertisement
Notitie
Aan
Leden Netwerk Arbeidsrechtjuristen AWVN
Van
Monica Wirtz
Telefoonnummer
07 850 8766
Datum
21 juli 2017
Kenmerk
466058
Onderwerp
Vakantiewetgeving
Veranderende vakantiewetgeving: everything you wanted to know
but where afraid to ask
Aanleiding
Begin 2009 werden door het Europese Hof van Justitie twee zaken1 gewezen over de uitleg van
art. 7 richtlijn 2003/88/EG betreffende de organisatie van arbeidstijd.2 Uit deze zaken blijkt dat de
Nederlandse wet inzake vakantieopbouw bij ziekte niet in overeenstemming is met de Europese
wetgeving. Deze richtlijn heeft geen directe werking, dus werknemers kunnen hier geen
rechtstreeks beroep op doen ten opzichte van hun werkgever of overheid. De Nederlandse wet
inzake de opbouw van vakantierechten dient derhalve aangepast te worden.
De Nederlandse wetgever heeft naar aanleiding hiervan een wetsvoorstel3 opgesteld. Dat is
aangenomen in de Tweede Kamer en ligt nu bij de Eerste Kamer. Nadat het wetsvoorstel in de
Eerste Kamer is aangenomen moet er voor het in werking kan treden nog een Koninklijk Besluit
worden uitgevaardigd. De datum van inwerkingtreding is nog onbekend, er wordt door AWVN en
VNO-NCW sterk gestuurd op 1 januari 2012.
1
Gevoegde zaken C-350/06 en C-520/06 Gerhard Schultz-Hoff tegen Deutsche Rentenversicherung Bund
en Stringer e.a. tegen Her Majesty’s Revenu and Customs en C-277/08 Francisco Vicente Pereda / Madrid
Movilidad SA.
2
In dit artikel worden lidstaten opgedragen de nodige maatregelen te treffen zodat alle werknemers jaarlijks
een vakantie met behoud van loon van minimaal 4 weken wordt toegekend. Dit overeenkomstig de uit de
nationale wetten en/of gebruiken afkomstige geldende voorwaarden voor het recht op en de toekenning van
de vakantie. Met andere woorden, de lidstaten mogen de voorwaarden vaststellen onder welke een
werknemer recht heeft op vakantie. De minimumperiode kan niet door een financiële vergoeding worden
vervangen, behalve bij beëindiging van het dienstverband. Afwijking van artikel 7 door lidstaten is niet
toegestaan.
3
Wetsvoorstel 32465
Datum
28 februari 2011
Kenmerk
466058
Blad
2
Hoe is het nu volgens de wet?
Wettelijke vakantiedagen
Op grond van de wet wordt door een werknemer ten minste 4 maal de overeengekomen
arbeidsduur per week waarin hij recht heeft gehad op loon in een jaar aan vakantiedagen
opgebouwd. Een werknemer die voltijd werkt bouwt dus 20 vakantiedagen op. Dit zijn de
zogenaamde wettelijke vakantiedagen.4 Op die dagen is de werknemer vrijgesteld van arbeid en
behoudt hij het recht op loon.
Opbouw
Volgens jurisprudentie wordt de wettelijke vakantie (en ook de bovenwettelijke als niets anders
geregeld is) geleidelijk opgebouwd gedurende het vakantiejaar. Dus halverwege het jaar heb je
recht op 10 vakantiedagen. In de praktijk wordt door werkgevers vaak het hele saldo van het
komende jaar alvast ter beschikking gesteld aan de werknemer. Van belang is om in dit geval
geen rechten op vakantie aan het begin van het jaar toe te kennen, aangezien dit betekent dat een
werknemer die halverwege het jaar uit dienst gaat een recht zou kunnen doen gelden op alle
vakantiedagen van het hele jaar.5
Een zieke werknemer bouwt op dit moment op grond van de wet beperkt vakantie op. Een
volledig zieke werknemer over het laatste half jaar van zijn ziekte, een gedeeltelijk zieke
werknemer alleen over de uren dat hij gewerkt heeft gedurende de hele periode dat hij ziek is.
De beperkte opbouw is dus de aanleiding geweest voor het nieuwe wetsvoorstel, omdat dit niet in
overeenstemming is met de Europese regelgeving inzake vakantieopbouw.
Zolang het wetsvoorstel niet geldt kan er nog geen sprake zijn van volledige opbouw van
vakantiedagen door zieke werknemers. De Europese richtlijn heeft, zoals gezegd, geen directe
werking. De Nederlandse wet kan (in tegenstelling tot wat een kantonrechter in Utrecht dacht)
niet zo uitgelegd worden dat de beperkte opbouw bij ziekte buiten werking wordt gesteld.
Opname
Een werkgever stelt de vakantie vast overeenkomstig de wensen van de werknemer. Dat betekent
dat de werknemer bepaalt wanneer hij zijn vakantiedagen op wil nemen. Dit is alleen anders als
werkgever en werknemer schriftelijk overeengekomen zijn dat de werkgever de bevoegdheid
heeft om vakantiedagen vast te stellen.
Op dit moment geldt dat op grond van jurisprudentie van de Hoge Raad de oudste vakantiedagen
eerst opgenomen dienen te worden. Vaak is ook geregeld dat voor het opnemen van
vakantiedagen eerst de ADV-dagen of andersoortige verlofuren opgenomen dienen te worden.
Soms is er niets over geregeld. Daarbij is het in de lagere rechtspraak wel aangenomen dat indien
er niks geregeld is, het uitgangspunt moet zijn dat ADV eerst wordt opgenomen omdat dat aan het
eind van het jaar in regel vervalt.
4
Naast deze wettelijke dagen kan een werkgever nog bovenwettelijke dagen toekennen aan een werknemer.
Dit zijn bijvoorbeeld seniorendagen en dergelijke. Ook kan een werknemer recht hebben op ADV, dit is de
vermindering van de wekelijkse arbeidsduur in ruil voor vrije dagen.
5
In de lagere rechtspraak is door de kantonrechter in Amsterdam dit al een keer gebeurd.
2
Datum
28 februari 2011
Kenmerk
466058
Blad
3
De huidige wetgeving wordt op dit moment zo uitgelegd dat er tijdens ziekte geen vakantie
opgenomen kan worden, tenzij er afspraken met de werknemer worden gemaakt die de
bovenwettelijke dagen betreffen, afhankelijk van het geval dient dit vooraf of ad hoc te gebeuren.
Het ministerie van SZW noemt dit in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel “het
verrekenen van vakantiedagen met ziektedagen”.
Verjaringstermijn
Voor alle vakantiedagen geldt een verjaringstermijn van 5 jaar na het jaar van het ontstaan van
het recht op vakantie. Dit geldt dus ook voor de bovenwettelijke vakantiedagen. Vakantiedagen
die na 5 jaar nog niet opgenomen zijn verjaren dus. In de praktijk is dit geen probleem, want dat
zou in combinatie met het opnemen van het oudste recht eerst moeten betekenen dat iemand in 5
jaar geen vakantie opneemt. Dat komt niet voor, dus de noodzaak om bij te houden wanneer een
recht is ontstaan is er op dit moment niet. De verjaring kan overigens gestuit worden door de
werknemer.
Wat kan er verder nog geregeld zijn door werkgever?
Cao of AVR
Zoals hierboven al even aangestipt kan er naast de wettelijke regelingen nog veel meer aan
vakantie en verlof geregeld zijn door de werkgever. Dit kan in een cao of in een
arbeidsvoorwaardenregeling (vastgesteld door de werkgever of overeengekomen met de OR), of
gewoon in de arbeidsovereenkomst geregeld zijn.6
Huidig verlofbeleid en knelpunten
Om een goed beeld te krijgen wat de veranderingen voor gevolgen hebben voor een werkgever
dient eerst nagegaan te worden wat de werkgever op dit moment op het gebied van vakantie en
verlof heeft geregeld. Daarbij moet uitgegaan worden van het beleid dat op dit moment in de
onderneming geldt met betrekking tot vakantie en verlof. Is het beleid gericht op het sparen van
vakantiedagen/verlofdagen? Of is het eerder gericht op het opnemen en/of uitbetalen van vakantie
en verlof? Een mengvorm is natuurlijk ook mogelijk. Daarbij is het goed om een beeld te krijgen
van wat de knelpunten zijn in het huidige verlofbeleid, zodat er met de noodzakelijke
veranderingen die door de nieuwe wetgeving ingegeven worden ook hieraan aandacht besteed
kan worden en mogelijk een oplossing voor gevonden kan worden.
Soorten verlof
De volgende vraag is welke soorten verlof er nog meer gelden in een onderneming naast het
verplichte wettelijk verlof en of hierin duidelijk onderscheid gemaakt wordt.
Bovenwettelijk verlof
Er kan sprake zijn van bovenwettelijk verlof. Dat zijn alle vakantiedagen die extra worden
toegekend boven de wettelijke dagen. Dit zijn bijvoorbeeld ook seniorendagen. Over deze dagen
kunnen vervolgens verschillende afspraken gemaakt worden, hierover staat niks in de wet
6
Van belang is hierbij dat een arbeidsvoorwaardenregeling pas bindend voor een werknemer kan zijn als er
sprake is van een incorporatiebeding. Een (echte) cao is van rechtswege alleen bindend voor de
werknemers die lid zijn van de vakbond die hem heeft afgesloten. Voor de andere werknemers geldt ook
dat de cao alleen geldig is wanneer zij akkoord zijn gegaan met de toepassing van de cao, via bijvoorbeeld
een incorporatiebeding.
3
Datum
28 februari 2011
Kenmerk
466058
Blad
4
opgenomen. Zo kunnen er afspraken gemaakt worden over de opbouw en opname van de dagen,
bij seniorendagen gebeurd dat bijvoorbeeld aan de hand van leeftijd. Als er niks afgesproken
wordt gelden de wettelijke regels.
In sommige gevallen kan met de werknemer of in de cao of AVR schriftelijke overeengekomen
worden dat hij bovenwettelijke dagen inlevert als hij op vakantie wil gaan/gaat. Voor de gevallen
dat een werknemer tijdens vakantie ziek wordt geldt kan ad hoc of van tevoren bij schriftelijke
overeenkomst afgesproken worden dat de werknemer in dat geval de bovenwettelijke dagen die
hij dat jaar heeft opgebouwd inlevert.7 Een werknemer die tijdens ziekteverlof op vakantie wil
kan dit in een voorkomend geval regelen met zijn werkgever en afgesproken kan dan worden dat
hij zijn bovenwettelijke dagen inlevert.8 Ten slotte kan van tevoren bij schriftelijke overeenkomst
afgesproken worden dat ziektedagen in een jaar aangemerkt worden als vakantiedagen. Dit kan
alleen met betrekking tot de bovenwettelijke dagen die de werknemer in dat jaar opbouwt.9 Let
op, dit is dus iets anders dan de zogenaamde wachtdagen die ingesteld kunnen zijn. Dat zijn de
eerste paar dagen van ziekte waarop de werkgever geen loon hoeft door te betalen indien dit zo is
afgesproken.
Tot voor kort werd aangenomen, zoals hierboven ook al even aangestipt, dat uit deze bepalingen
volgt dat het dus niet mogelijk is om ook wettelijke dagen op te nemen in geval van ziekte. In de
MvT van het nieuwe wetsvoorstel wordt echter gesuggereerd dat dit niet het geval is. Enkel het
verrekenen van wettelijke dagen met ziektedagen is niet toegestaan volgens de wetgever, het
opnemen van wettelijke dagen bij ziekte zou wel mogelijk zijn.
ADV
Naast het bovenwettelijk verlof kan er sprake zijn van ADV. ADV kan het beste omschreven
worden als de vermindering van de wekelijkse arbeidsduur in ruil voor vrije dagen. Het heeft dus
een heel ander karakter dan vakantie. In principe heb je namelijk de uren die je vrij hebt op een
ander tijdstip al gewerkt. De opbouw geschiedt dus gedurende het jaar, al wordt het ook wel eens
aan het begin van een jaar toegekend (let erop dat dit weer gebeurt zonder echt rechten te
verlenen) of kunnen er andere afspraken gemaakt zijn. In de regel vervalt ADV aan het einde van
het jaar, maar dit moet wel geregeld zijn.
Overig
Tenslotte kan er sprake zijn van verlof dat ontstaat op een andere manier. Bijvoorbeeld tijd voor
tijd regelingen bij overwerk. De opbouw is hiervan meestal geregeld. Meestal wordt ook de
opname (binnen een bepaalde tijd) en het verval van deze uren geregeld.
Het vaststellen van vakantie
In de cao of arbeidsvoorwaardenregeling kan opgenomen zijn dat de werkgever de bevoegdheid
heeft om vakantiedagen vast te stellen. In overleg met de OR kan dat voor collectieve dagen die
gelden voor het hele bedrijf, maar ook kan specifiek vastgesteld worden dat een werkgever de
bevoegdheid heeft om vakantiedagen vast te stellen indien een werknemer zijn verlofdagen voor
een bepaalde tijd niet heeft opgenomen.
7
Art. 7:637 lid 2 BW.
Art. 7:636 lid 1 BW.
9
Art. 7:637 lid 1 BW.
8
4
Datum
28 februari 2011
Kenmerk
466058
Blad
5
Ook is van belang na te gaan in hoeverre de wet inzake vakantiedagen is overgenomen in de cao
of arbeidsvoorwaardenregeling. Is bijvoorbeeld de bepaling inzake de verjaring integraal
overgenomen? Dit kan gevolgen hebben wanneer de nieuwe wet in werking treedt.
Wat gaat er veranderen?
Volledige opbouw
Vanwege de Europese wetgeving zullen voortaan werknemers allemaal gelijk vakantie
opbouwen, ziek of niet. Dat betekent dat de beperkte opbouw bij ziekte van het laatste half jaar of
alleen over de gewerkte uren niet meer geldt voor de wettelijke vakantiedagen. Afspraken ten
nadele van de werknemer die afwijken van de wet zijn niet geldig. Dus als in de cao of avr de
regeling inzake beperkte opbouw bij ziekte is opgenomen vervalt deze automatisch wanneer de
wet in werking treedt. Let wel, de beperkte opbouw bij ziekte voor bovenwettelijke dagen is niet
in strijd met deze nieuwe wet. De wet regelt alleen volledige opbouw van wettelijke dagen, zoals
dit ook volgt uit de Europese jurisprudentie. Wel is het de vraag of een dergelijke afspraak in
strijd kan zijn met de gelijke behandeling van chronisch zieken. In sommige gevallen zal het feit
dat iemand minder bovenwettelijke dagen opbouwt vanwege een chronisch ziekte of handicap in
strijd zijn met Wet Gelijke Behandeling. De vraag is alleen hoe vaak dit voorkomt en hoe vaak dit
tot problemen zou kunnen leiden. Immers, het staat een werkgever vrij deze werknemers wel
volledig te laten opbouwen. Aan de andere kant is het de vraag of een werkgever ervoor zal
kiezen om een ander opbouwregime te handhaven voor die 5 bovenwettelijke dagen die hij
gemiddeld toekent. Dat betekent weer een extra administratieve handeling die misschien niet
opweegt tegen de baten.
Volledige opname bij ziekte
Omdat ziekte werknemers nu volledig vakantie opbouwen is er ook een mindshift noodzakelijk
ten opzichte van het opnemen van vakantie tijdens ziekte. Waar wij voorheen aannamen dat het
opnemen van wettelijke vakantiedagen tijdens ziekte niet mogelijk is wordt dit nu door het
nieuwe wetsvoorstel in een ander daglicht gesteld. Zieke werknemers zijn in de overgrote
meerderheid van de gevallen volgens de wetgever wel in staat vakantie op te nemen. Dit is
overigens in de jurisprudentie van het Hof ook bevestigd. Alleen in uitzonderlijke gevallen kan
het zo zijn dat een zieke werknemer niet in staat is daadwerkelijk vakantie op te nemen. In het
wetsvoorstel zijn de huidige bepalingen inzake het verrekenen van vakantiedagen met
ziektedagen gehandhaafd, waardoor het lijkt alsof het nog steeds niet mogelijk zou zijn om
wettelijke vakantiedagen op te nemen tijdens ziekte, zij gelden immers alleen bij bovenwettelijke
dagen. Volgens de wetgever is dit, zoals hierboven aangestipt, niet het geval. Hierbij moet een
verschil gemaakt worden tussen het verrekenen en het opnemen van vakantiedagen. Het
verrekenen kan alleen plaatsvinden met bovenwettelijke dagen, maar wettelijke dagen kunnen
altijd opgenomen worden.
Let op, dat betekent dat ook gedeeltelijk zieke werknemers, die in principe altijd in staat zullen
zijn om redelijkerwijs hun vakantie op te nemen, volledig vakantie dienen op te nemen wanneer
zij op vakantie gaan en niet alleen voor de door hen gewerkte uren.
Vervaltermijn
Omdat het nog steeds zo zal zijn dat de werknemer bepaalt wanneer en hoe hij zijn vakantiedagen
opneemt heeft de wetgever, om de werknemer te stimuleren daadwerkelijk vakantiedagen op te
nemen, een vervaltermijn naast de bestaande verjaringstermijn geïntroduceerd. Wettelijke
vakantiedagen die niet binnen een half jaar na het jaar van ontstaan van het vakantierecht zijn
5
Datum
28 februari 2011
Kenmerk
466058
Blad
6
opgenomen zullen vervallen, tenzij de werknemer redelijkerwijs niet in staat was om die
vakantiedagen op te nemen. Is dit het geval, dat geldt de vervaltermijn voor die dagen die hij
redelijkerwijs niet kon opnemen niet meer en geldt enkel nog de verjaringstermijn.
Wanneer is de werknemer redelijkerwijs niet in staat om vakantiedagen op te nemen? Wanneer
hij zo ziek is dat er voor hem geen re-integratieverplichtingen meer gelden, bijvoorbeeld omdat
hij in een coma ligt of iets dergelijks, of wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden.
Hiervan is dan sprake als de werkgever de werknemer niet in de gelegenheid heeft gesteld om de
vakantiedagen tijdig op te nemen. De insteek van dit criterium is heel casuistisch. De bewijslast
ligt weliswaar bij de werknemer, maar er zijn veel gevallen te bedenken wanneer het niet
mogelijk is om de werknemer tegen te werpen dat hij zijn vakantiedagen niet op tijd heeft
opgenomen. Op welke manier hiermee omgegaan moet worden zal binnenkort door de wetgever
nader verduidelijkt worden door een serie voorbeelden die een denkrichting aangeven voor
werkgever en werknemer. Uiteindelijk zal door jurisprudentie dit criterium ingevuld moeten
worden. Van belang is echter dat voor ogen gehouden moet worden dat een zieke werknemer in
de regel in staat zal zijn om op vakantie te gaan, en alleen in uitzonderingsgevallen de
vervaltermijn niet tegengeworpen zal kunnen worden. Een zieke werknemer die kiest zijn dagen
niet op te nemen kan niet worden gedwongen, maar zijn dagen zullen net als bij alle andere
werknemers vervallen. Overigens kan van de vervaltermijn door werkgever en werknemer ook
afgeweken worden, aangezien afwijking van de wet ten gunste van de werknemer is toegestaan.
Voor bovenwettelijke dagen gaat de vervaltermijn niet gelden. Voor deze vakantiedagen blijft
alleen de verjaringstermijn gelden. De vervaltermijn kan ook niet overeengekomen voor de
bovenwettelijke dagen, dit zou een afwijking van de wet zijn ten nadele van de werknemer.
Volgorde van opname
Omdat de vervaltermijn gaat gelden voor wettelijke dagen volgt uit de wet volgens de wetgever
dat de huidige manier van opname van vakantiedagen zal veranderen. Niet langer neemt de
werknemer het oudste recht eerst op, maar de werknemer zal die dagen eerst opnemen die het
eerst dreigen te vervallen of te verjaren.
Overgangsrecht
De vervaltermijn en de volledige opbouw bij ziekte gaat pas gelden wanneer de wet in werking
treedt. Dat betekent dat voor de oude wettelijke vakantiedagen die de werknemer nog op de
balans heeft staan de vervaltermijn niet geldt, maar dat alleen de verjaringstermijn geldt. Voor de
oude bovenwettelijke dagen verandert er niets, zij zullen onder het nieuwe regime ook nog steeds
alleen een verjaringstermijn kennen. Omdat er onder het huidige stelsel geen noodzaak is om bij
te houden wanneer een bepaald recht is opgebouwd zal dat in veel systemen ook niet gebeurd
zijn. Omdat niet meer te achterhalen is in welk jaar zij zijn opgebouwd zullen deze dagen in ieder
geval 5 jaar na inwerkingtreding van de wet verjaren. Dat betekent dat 5 jaar na inwerkingtreding
extra opgelet moet worden welke dagen eerst opgenomen dienen te worden. Overigens is het
mogelijk om verjaring van vakantiedagen te stuiten. De vervaltermijn kan niet gestuit worden.
Met betrekking tot de volledige opbouw van vakantiedagen geldt dus dat er geen sprake kan zijn
van terugwerkende kracht. Een werknemer die al ziek is wanneer de wet in werking treedt zal als
volgt opbouwen. Een werknemer die volledig ziek is zal wanneer hij hersteld is over de laatste 6
maanden vakantie opbouwen of vanaf datum inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Dus stel de
werknemer wordt ziek op 1 januari 2011 en is hersteld op 31 december 2012. Deze werknemer
bouwt vakantie op vanaf 1 januari 2012, wanneer de wet in werking treedt. Stel de werknemer is
6
Datum
28 februari 2011
Kenmerk
466058
Blad
7
op 1 april 2012 hersteld, dan bouwt hij vanaf 1 oktober 2012 vakantie op, 6 maanden voor het
einde van de ziekteperiode. Een werknemer die gedeeltelijk ziek is bouwt over gewerkte uren op
tot inwerkingtreding van het wetsvoorstel. Vanaf dat moment bouwt hij volledig op.
Wat heeft de inwerkingtreding van het wetsvoorstel voor gevolgen
voor de werkgever?
Meer opbouw vakantiedagen
Zieke werknemers gaan meer wettelijke vakantiedagen opbouwen als gevolg van het
wetsvoorstel. Een langdurig zieke werknemer bouwt in twee jaar ziekte dan 40 vakantiedagen in
plaats van 10 vakantiedagen op. De werkgever kan nog kiezen of hij de bovenwettelijke dagen
beperkt laat opbouwen. Daar staat tegenover dat een zieke werknemer in principe ook volledig
opneemt.
Vervaltermijn
Door de handhaving van de vervaltermijn zullen er meer vakantiedagen opgenomen worden door
alle werknemers. Alleen die werknemers die redelijkerwijs geen vakantie op kunnen nemen
zullen meer vakantie opbouwen dan voorheen als het gaat om ziekte.
Keuze
Omdat ten gunste van de werknemer afgeweken kan worden kunnen de gevolgen verschillend
zijn afhankelijk van de keuze van de werkgever. De keuze voor de verschillende mogelijkheden
kan per werkgever verschillen, er is dus geen juiste keuze. Verschillende belangen kunnen
hieraan ten grondslag liggen zoals kosten, personele bezetting, inzet in de onderhandelingen of
principiële keuzes. Voor de verschillende opties worden hier de gevolgen en noodzakelijke
afwegingen zoveel mogelijk uiteen gezet.
1. Handhaven vervaltermijn
a. Verandering huidige beleid noodzakelijk?
Wat dient er in het huidige verlofbeleid van de werkgever veranderd te worden om de
vervaltermijn voor wettelijke dagen te handhaven? Dat hangt gedeeltelijk af van wat er bij de
werkgever geldt. Eerst dient dus nagegaan te worden op welk beleid en uitgangspunten de huidige
regeling is gebaseerd. Is vakantie bedoelt voor recuperatie, om te sparen of om de
personeelsbezetting te reguleren? Of een mengvorm hiervan? In beschouwing moet daarbij
genomen worden dat het beleid ten opzichte van het opnemen van verlof bij ziekte zal moeten
veranderen nu uit de wet volgt dat een zieke werknemer ook vakantiedagen dient op te nemen.
Een keuze voor de handhaving van de vervaltermijn impliceert dat de werkgever in ieder geval
maar een beperkte mogelijkheid tot het sparen van dagen wil behouden. De vervaltermijn zorgt er
juist voor dat werknemers zoveel mogelijk gestimuleerd worden om hun wettelijke vakantiedagen
op te nemen ter recuperatie. Daarnaast kunnen er natuurlijk wel regelingen (blijven) bestaan voor
de bovenwettelijke dagen, maar dit kan ook variëren. Het ligt niet heel erg voor de hand om alle
moeite te doen om de vervaltermijn mogelijk te maken, en dan vervolgens een sloot aan
bovenwettelijke dagen op te laten sparen die op de balans blijft drukken. Het handhaven van de
vervaltermijn voor de wettelijke dagen brengt dus ook een keuze met zich mee voor de
bovenwettelijke dagen, want die hebben alleen een verjaringstermijn. Ook het overig verlof zoals
ADV dient beschouwt te worden. Waarom is het er en wat dient hiermee te gebeuren?
b. Verandering huidige regeling
7
Datum
28 februari 2011
Kenmerk
466058
Blad
8
Dit is zeer afhankelijk van wat er in de huidige regeling is neergelegd en van de keuze voor nieuw
beleid. Obstakel voor het handhaven van de vervaltermijn is in ieder geval een opname van de
wettelijke bepalingen omtrent de verjaring van vakantie, die soms ook nog de termijn verval in
plaats van verjaring gebruikt. Deze bepalingen dienen te worden geschrapt, aangezien elke
afwijking ten gunste van de werknemer is toegestaan. De opname van de verjaringstermijn kan
namelijk beschouwd worden als een afwijking van de vervaltermijn ten gunste van de
werknemer. Zeker wanneer na de inwerkingtreding van de wet deze afspraken in stand worden
gehouden kan dit beschouwd worden als een bewuste afwijking van de wet.10
Met betrekking tot het overig verlof dient ook nagegaan te worden of de huidige regeling
aangepast moet worden aan de eventueel nieuwe wensen van de werkgever. Hierbij kan men
denken de invoering van een PKB om bovenwettelijke dagen in op te nemen en dergelijke. Op
deze mogelijkheid zal later worden ingegaan (zie onder 3a).
Verandering van de vakantieregeling dient aan de OR voorgelegd te worden.
c. administratie
Indien de werkgever niet wil afwijken van de vervaltermijn dient de administratie van de
werkgever aangepast te worden. Opgenomen moet worden welk soort recht opgebouwd wordt,
wettelijk vakantie, bovenwettelijke vakantie, ADV of anders. Dan dient bijgehouden te worden
wanneer zij zijn opgebouwd en of voor de rechten de vervaltermijn, de verjaringstermijn of iets
anders geldt. Ook de volgorde van opname moet veranderd worden. Niet langer het oudste recht
wordt als eerste opgenomen, maar het recht dat het eerste dreigt te vervallen of verjaren.
Eventueel moet ook rekening gehouden worden met het aanwijzen van vakantiedagen door de
werkgever als die mogelijkheid bestaat.
Op grond van jurisprudentie is het de verantwoordelijkheid van de werkgever om een deugdelijke
administratie te voeren van de vakantiedagen. Als een werkgever niet kan aangeven wanneer een
recht is opgebouwd kan een werknemer de vervaltermijn ook niet tegengeworpen worden.
d. Protocol voor manager/leidinggevende
Omdat de werknemer nu minder tijd heeft om zijn vakantiedagen op te nemen is het, hoewel dit
de verantwoordelijkheid is van de werknemer, verstandig om de werknemer tijdig te laten weten
hoeveel vakantiedagen hij aan het eind van het jaar nog heeft en hoeveel tijd hij nog heeft om ze
op te nemen. Dit ook in verband met de verplichting van de werkgever om voor een deugdelijke
administratie te zorgen.
e. Bestaande rechten van voor de wetswijziging
Voor oude rechten van voor de wetswijziging zou het wenselijk zijn om een voorziening te
treffen. Zij worden gefixeerd in de tijd en hiervoor geldt alleen de verjaringstermijn. Voor zover
te achterhalen is wanneer zij zijn ontstaan kunnen zij al eerder dan na 5 jaar verjaren. Dit heeft
consequenties voor de opname van de gewone wettelijke dagen die een werknemer in enig jaar
opbouwt.
2. Afwijking van de vervaltermijn
a. Ten gunste van de werknemer
Op grond van de wet is afwijking van de vervaltermijn toegestaan mits dit ten gunste van de
werknemer is. De afwijking kan ook in individuele gevallen plaatsvinden en hoeft niet collectief
geregeld te worden of in de arbeidsovereenkomst. Wel kan van bepaalde keuzes
10
Oude bepalingen van voor de wetswijziging kunnen volgens de wetgever niet zien op de vervaltermijn
die op het moment van afspreken van de bepalingen nog niet bestond. Strikt juridisch gezien is dit geen
ongevaarlijk standpunt aangezien de rechter, zeker bij een cao, kijkt naar de letterlijke bewoordingen van
de tekst. Voorlopig blijven wij ons ten opzichte van de bonden op het standpunt van de wetgever beroepen.
8
Datum
28 februari 2011
Kenmerk
466058
Blad
9
precedentwerking uitgaan. Het handhaven van oude bepalingen over de verjaringstermijn van
vakantiedagen na inwerkingtreding van de wet in nieuwe regelingen zou opgevat kunnen worden
als een afwijking ten gunste van de werknemer van de vervaltermijn.
b. Meer opbouw vakantiedagen
Indien er geen vervaltermijn geldt zullen zieke werknemers minder gestimuleerd zijn om
vakantiedagen op te nemen wanneer zijn vrij willen zijn. Dat neemt niet weg dat wanneer zij op
vakantie gaan vakantiedagen ingeleverd dienen te worden. De vraag is alleen wat er gebeurt als
de werknemer geen vakantiedagen wil inleveren. Indien hij geen (noemenswaardige) reintegratieverplichtingen heeft, heeft hij immers geen noodzaak om vakantiedagen in te leveren.
Werknemers die gedeeltelijk ziek zijn en dus volledig gaan opbouwen, dienen volledige dagen op
te nemen wanneer zij op vakantie gaan. Per saldo heeft het niet handhaven van de vervaltermijn
dus tot gevolg dat er meer vakantie opgebouwd wordt, tenzij op een andere manier gewaarborgd
kan worden dat werknemers tijdig hun vakantie opnemen (zie onder 3 b).
c. Geen aanpassing van administratie of vakantieregeling in zijn geheel
noodzakelijk
Omdat de vervaltermijn niet geldt hoeft niet bijgehouden te worden wanneer welke rechten
ontstaan en of de vervaltermijn geldt. De bestaande praktijk kan blijven bestaan.
3. Alternatieven
a. Persoonlijk Keuze Budget
Een alternatief dat eventueel ook naar de verschillende keuzes gehanteerd kan worden in het
opnemen van al het bovenwettelijke en overig verlof in een budget. Dat betekent dat de
werknemer per jaar de beschikking heeft over zijn wettelijke vakantiedagen en verder dagen kan
kopen wanneer hij behoefte heeft aan vrije tijd. Dat kan tot gevolg hebben dat de werknemer
geneigd zal zijn minder vrije tijd op te nemen omdat hij beseft hoeveel een vrije dag kost. Voor
werkgevers die ruim in hun personele jasje zitten kan het dus een nadeel zijn dat werknemers
meer gaan werken in een jaar.
Het kwantificeren van de dagen is bovendien ook een niet zo eenvoudige klus. Wat is de prijs van
een dag? Hoe zit het dan met toeslagen etc? Daarbij moet ook nagedacht worden over of het geld
pensioendragend is of niet.
b. Geen vervaltermijn in ruil voor de bevoegdheid om dagen aan te wijzen
Een werkgever kan zo zijn redenen hebben om niet de vervaltermijn te handhaven. Vanwege de
extra administratieve kosten die het in eerste instantie met zich meebrengt, om de vakbond/OR
tevreden te houden of omdat het niet nodig is om mensen te stimuleren om hun vakantiedagen op
te nemen. Als hiervoor gekozen wordt betekent dat extra opbouw van vakantiedagen waartegen
geen extra stimulans voor opname tegenover staat. Op de lange termijn kan dit zelfs meer kosten
met zich meebrengen door de stuwmeren aan vakantiedagen die blijven staan en blijven groeien.
Dit zou ook nog op een andere manier aangepakt kunnen worden, namelijk door in de cao of een
arbeidsvoorwaardenregeling de bevoegdheid op te nemen voor de werkgever om vakantiedagen
voor de individuele werknemer aan te wijzen wanneer hij zijn vakantiedagen binnen een bepaalde
termijn niet opneemt. Dit vereist wel dat de werkgever/manager in de gaten houdt dat de
vakantiedagen worden opgenomen en ze vaststelt wanneer dit niet gebeurt, maar betekent dat het
administratiesysteem niet hoeft te worden aangepast op de vervaltermijn. De vakbonden, die naar
verwachting sterk zullen inzetten op het niet handhaven van de vervaltermijn, zullen eerder
geneigd hiermee akkoord te gaan indien daarmee de vervaltermijn van de baan is.
Ziekteverzuimbeleid in combinatie met vakantie
Waar voor de wetswijziging de gedachte eerder is dat een zieke werknemer hooguit zijn
bovenwettelijke dagen kan inzetten indien hij op vakantie zou gaan, dient dat nu anders benaderd
9
Datum
28 februari 2011
Kenmerk
466058
Blad
10
te worden. Een zieke werknemer wordt geacht op vakantie te kunnen en dient ook gestimuleerd te
worden dit te doen. Hierbij speelt de bedrijfsarts een dubbele rol. In eerste plaats dient hij te
beoordelen of de werknemer door op vakantie te gaan zijn re-integratie of herstel niet belemmert.
Als dat het geval is, mag een werknemer niet op vakantie of kan hij misschien de plannen die hij
had voor zijn vakantie niet uitvoeren. Daarnaast kan de bedrijfsarts om een oordeel gevraagd
worden wanneer er onduidelijkheid bestaat over het feit of de werknemer gedurende een bepaalde
tijd wegens ziekte redelijkerwijs niet in staat was om zijn vakantie op te nemen waardoor de
vervaltermijn niet geldt. Uiteindelijk beslist de werkgever, en staat het de werknemer vrij om
hierover een procedure aan te spannen indien hij het er niet mee eens is.
Communicatie
Welke keuze ook gemaakt wordt door de werkgever, de werknemer dient hierover geïnformeerd
te worden. Hoe dan ook verandert er iets in de manier waarop tegen de combinatie ziekte en
vakantie aangekeken wordt en dit kan op grond van de wet ingevoerd worden. Wanneer de
werkgever kiest voor de handhaving van de vervaltermijn is meer voorlichting aan de orde.
10
Download