Samenvatting management en organisatiekunde Hoofdstuk 1: Strategisch management 1. Inleiding Op organisaties wordt een invloed uitgeoefend door: Verschillende partijen, Omgevingsfactoren. Definitie strategisch management: De organisatie afgestemd houden op de omgeving, Bekwaamheden creëren om de strategie indien nodig aan te passen. Strategie: plan van wat de organisatie wil doen om haar doelstellingen te realiseren. Men heft twee benaderingen in het strategisch management: 1. Klassieke benadering (richting) intern en extern bekijken Strategisch management= via strategische planning evenwicht vinden tussen sterkten, zwakten, kansen en bedreigingen. 2. Moderne richting Strategisch management= strategisch denken (visie ontwikkelen en uitdragen) die heel snel kan omslaan. 2. Klassieke benadering De basisprincipes zijn: Organisatie richten op de omgeving, Proces, Verschillende fasen: Situatieanalyse Strategievorming Planning en implementatie Feedback (terugkoppeling) Situatieanalyse huidige visie, doelstellingen en strategie definiëren. Wat is de visie? Algemene voorstelling van de toekomst van een organisatie Missie: beschrijving van de product/marktcombinaties en de manier waarop men een concurrentievoordeel kan realiseren Principes: de normen en de waarden Organisatiedoelstellingen: Geven de relatie aan van de organisatie met haar omgeving en haar werknemers Vertalen de visie in meer tastbare, concrete vorm Hebben vaak betrekking op: Samenvatting management en organisatiekunde 1/16 Belangenevenwicht Winstgevendheid Kwaliteit Effectiviteit en efficiëntie Imago Gedragsregels Gekozen strategie: Is de huidige strategie om doelstellingen te bereiken goed? Moet ze aangepast worden? Intern onderzoek = bedrijfsdiagnose Zelfkennis als begin van alle wijsheid Zoeken naar eigen sterkten en zwakten Een goed informatiesysteem is belangrijk Twee verschillende benaderingen: Vanuit de functionele gebieden Vanuit de resultaten 1. Vanuit de functionele gebieden Elk functioneel gebied (verkoop, aankoop, productie,..) op een aantal aspecten beoordelen en resultaat grafisch voorstellen Weging maken van de functionele gebieden Partiële benadering: als niet alle functionele gebieden meespelen Integrale benadering: alle functionele gebieden spelen mee=totaalbeeld De score vergelijken met concurrentie (benchmarking) 2. Vanuit de resultaten Kijken naar de financiële aantrekkelijkheid van de verschillende bedrijfsactiviteiten SBU=strategic business unit PMC=product/market combination Portofolio-analyse = SBU’s onderbrengen in een cellenstructuur en analyseren op basis van bedrijfseconomische criteria Boston consulting Group benadring (BCG) SBU analyseren op vlak van: Relatief marktaandeel Marktgroei Cash-flow Benoeming van de SBU’s in de BCG-matrix: STAR=ervaren managen 1. Distributie 2. Prijs 3. Promotie 4. Product QUESTION MARK=creatief ondernemen 1. Distributie 2. promotie 3. product 4. prijs CASH COW=alles is winstgevend DOG=kosten –en probleemgericht Samenvatting management en organisatiekunde 2/16 1. 2. 3. 4. product distributie prijs promotie 1. 2. 3. 4. product prijs distributie promotie De kritische kanttekeningen bij de BCG-matrix zijn: Het is een groei model Het overgrote deel van de SBU’s wordt gekenmerkt als DOG (groeien te weinig) die rendabele activiteiten worden genegeerd en gesaneerd Als de inkomsten van de cash cows wordt geïnvesteerd in ander SBU’s is dit te nadele van de cash cows Grote marktaandelen zie we enkel bij grote organisaties terwijl kleine organisaties het ook goed kunnen doen Aanpassen aan de bedrijfstak en onderneming Extern onderzoek Ontwikkelen uit de externe omgeving (partijen en omgevingsfactoren) in kaart brengen en vertalen naar mogelijke kansen en bedreigingen. Onderlinge verwevenheid tussen de partijen en factoren aantonen Beste structuur aanbrengen in de omgevingscomponenten Interne omgeving Wordt bepaald door de: Gekozen organisatiestructuur Procedures Overlegstructuren Kwaliteit van personeel Moet goed aansluiten bij de externe omgeving Kansen: Beschikbaarheid hoogwaardig gekwalificeerd personeel Hoge automatiseringsgraad Bedreigingen: Bureaucratische organisatie Gebrek aan ondernemerschap Taakomgeving Een organisatie oefent meerdere taken uit binnen een groter geheel Elke taak wordt beïnvloed door andere taken Welke taak hebben we nu, in de toekomst? Kansen: inspelen op milieu Bedreigingen: omwille van de kosten specialiseren en komen tot de kerntaken Concurrentieomgeving 1. Wie zijn de concurrenten? Samenvatting management en organisatiekunde 3/16 Binnen de bedrijfstak=alle ondernemingen die gelijksoortige producten of diensten aanbieden Afnemersgerichte benadering Benadering vanuit strategische groepen 2. Welke info over concurrenten is nodig? Huidige en vroegere strategieën Sterkten en zwakten Grootte en winstgevendheid Bedrijfscultuur Hiermee kunnen reactieprofielen worden opgesteld 3. Wat is de intensiteit van de concurrentie De aantrekkelijkheid van de bedrijfstak wordt bepaald door de rentabiliteit. De rentabiliteit hangt af van de concurrentie Afhankelijk van: Structurele factoren o Concentratie: 1 grote of verschillende kleinen winkels o Entreemogelijkheden: verplicht om iets te kopen Strategische factoren o Mogelijkheid tot samenwerking o Onzekerheid over strategie van de concurrenten 4. Heeft de organisatie differentiële concurrentievoordelen? Wat zijn onze sterke punten? Waarmee kunnen we ons profileren tov concurrenten? Hoe meer concurrentievoordelen, hoe minder gevoelig de organisatie is. Macro-omgeving 1. Milieu 2. Technologie 3. Economie 4. Politiek 5. Demografie 6. Maatschappij Strategievorming 1. Vaststellen van het toekomstbeeld Kunnen de doelstellingen gerealiseerd worden op basis van de huidige strategie Niet gap of koof tussen wenselijkheid en werkelijkheid doelstellingen of de strategie moet worden bijgesteld Komt vooral voor in turbulente en concurrentierijke omgevingen 2. Ontwikkelen van verschillende strategieën Strategie=plan op middellange of lange termijn om de doelstellingen te bereiken Strategische keuzes worden neergelegd in strategisch plan Drie mogelijke ordeningen volgens: o Marktaandeel van de organisatie Samenvatting management en organisatiekunde 4/16 o De mate van turbulentie in de omgeving o Expansie-stgrategieën Marktaandeel dan de organisatie Marktleiders o Totale marktvraag vergroten o Marktaandeel verdedigen of uitbreiden Positieverbetering Flankaanval Mobiliteitsverhoging o o o o o o o Uitdagers Marktleider worden via: Frontale aanval Aanval in flank Omcirkelen Aanval via omweg Guerillastrategie Volgers willen zelf geen marktleider worden kiezen om de marktleider zo dicht mogelijk te volgen met enige afstand te volgen selectief te volgen specialisten richten zich op bepaalde gedeelten van de markt schakelen zo concurrentie uit geografische specialisatie productspecialisatie turbulentie in de omgeving kenmerken: diverse variabelen veranderen steeds sneller verschillende verschijnselen worden onderling afhankelijk ontwikkelingen worden autonomer van karakter gevolg: voorspellingen maken en op basis daarvan het beleid bepalen wordt steeds moeilijker en gevaarlijker zinvolle oplossingen=kwetsbare factoren van organisatie bepalen en aanpakken via: immunificatie: zich minder kwetsbaar maken adaptatie: zich sneller aanpassen manipulatie: omgevingsfactoren beïnvloeden innovatie: vernieuwing, zelf kopen of ontwikkelen expansiestrategieën = product/markt matrix van Ansoff Product Bestaand Samenvatting management en organisatiekunde nieuw 5/16 markt Bestaand nieuw marktpenetratie marktontwikkeling Productontwikkeling diversifficatie Strategievorming volgens Porter concurrentiestrategie bepalen in functie van bedrijfsrak van de organisatie binnen een bedrijfstak worden vijf concurrentiekrachten onderscheiden: o nieuwe toetreders o klanten o substitutiegoederen o leveranciers o bedrijfstakconcurrenten alle strategieën hebben voor- en nadelen. Het belangrijkste is dat er gekozen wordt. De vijf concurrentiekrachten (porter) nieuwe toetreders o trachten een stuk marktaandeel te verwerven o aantal hangt af van toetredingsbarrières afnemers o spelen concurrenten tegen elkaar uit om prijs zo laag mogelijk te houden substitutiegoederen o vervangproducten kunnen op het rendement drukken leveranciers o bepalen de inkoopprijs van het product bedrijfstakconcurrenten o willen hun individuele positie verbeteren ongedifferentieerde strategie=tegen zo laag mogelijke kosten differentiatiestrategie=behalen van concurrentievoordeel planning en implementatie =belangrijkste fase Ondanks een toenemend belang van flexibiliteit blijft een goede planning noodzakelijk De effectieve termijn voor strategische planning is voor de meeste bedrijfstakken teruggelopen van 5-6 naar 2-3 jaar. De planningscyclus 1. Strategische planning Planning op het hoogste niveau Doelstellingen te bereiken binnen 2-3 jaar, wel uitgewerkt per jaar of kwartaal 2. Operationele planning Strategisch plan uitwerken per jaar, kwartaal, maand of weekniveau Budgetten per bedrijfsonderdeel Afbakening van verantwoordelijkheden en bevoegdheden 3. Functiegerichte weekplanning Samenvatting management en organisatiekunde 6/16 Het operationeel plan wordt in de verschillende afdelingen uitgewerkt naar dagelijkse werkzaamheden Key to succes= rapporteringsysteem dat snel en accuraat informatie levert over de bereikte resultaten zodat tijdige bijsturing mogelijk is. De plannings- en rapporteringcyclus doet nadenken over te volgen koers en voert de koers ook uit na eventuele bijsturing. Van planning naar invoering Vaak makkelijker gezegd dan gedaan Mogelijke bronnen van problemen: Onvoldoende betrokkenheid van midden- en lager management en medewerkers Onvoldoende kennis van of ervaring met strategisch management Strategie is niet expleciet, concreet genoeg Onvoldoende ondersteuning van infosystemen Invloed van snel veranderde omgeving Mogelijke oplossingen Betere opleiding en vorming van betrokkenen Teamvorming per doel met mensen uit verschillende afdelingen Gedetailleerde en onderbouwde actieplannen Geïntegreerde informatiesystemen Zekere soepelheid bij uitvoering plannen Kritische kanttekeningen bij de klassieke benadering Henry Minzberg geeft de mogelijkheden en beperkingen van strategisch management aan Strategie is meer dan een plan, het is ook een patroon van acties Hierdoor krijgt een strategie een dynamischer karakter (altijd inspelen op het nieuwe) Het ontwikkelen van een strategie vereist creativiteit De toekomst kan niet worden voorspeld, het proces kan niet worden geformaliseerd Denken en doen worden van elkaar gescheiden Menselijke intuïtie kan je niet vervangen Planning kan wel een belangrijke bijdrage leveren tot de strategie Minzberg legt de nadruk op het lerende vermogen van de organisatie en de invloed van de persoonlijke visie van werknemers Koppel analyse (planning) aan intuïtie (visie en creativiteit) Strategisch management in perspectief Het klassieke model van strategisch management is rijp voor herziening Meer nadruk op strategisch denken binnen de organisatie Het strategiemodel van Hamel & Prahalad Het strategie model van Hamel é Prahalad Strategic intent= 1. Obsessie om binnen de 10 jaar marktleider te zijn 2. Beschikbare middelen laten dit voorlopig niet toe 3. Uitdaging om kloof tussen werkelijkheid en realiteit te overbruggen Kenmerken: Samenvatting management en organisatiekunde 7/16 Consistentie met doelstellingen onderneming Uitdrukking van collectieve wil Uitstralen van winnaarmentaliteit Uitgangspunt voor acties in de organisatie Corporate challenges = doelstellingen voor op korte termijn (1-3jaar) Strategy as stretch Slaat op het ambitieuze niveau van de obsessie = mismatch tussen de aspiraties van de onderneming en de toereikendheid van de middelen = de grootste verandering ten opzichte van de klassieke benadering van strategisch management Klassiek zijn er slechts marginale verschillen tussen aspiraties en toereikendheid -> status-quo onderneming De ambitieuze doelstelling kan enkel worden gerealiseerd door: Beschikbare middelen productiever aan te wenden 1. Concentreer de middelen meer op de strategic intent 2. Zorg voor een opstapeling van middelen en leerervaringµ 3. Zoek naar aanvullingen met andere middelen 4. Het in stand houden van middelen 5. Zo snel mogelijk de middelen terugverdienen vanuit de markt Inventiever zijn dan de concurrentie Weten wat de consument morgen wil Onderneming te zien als portofolio van core competences ipv portfolio van PMcombinations Veel toewijding en betrokkenheid en communicatie nodig Strategisch management en informatiesystemen Goede informatie is noodzakelijk Door automatisering -> overtolligheid van gegevens maar gebrek aan informatie Executive information system (EIS) =infosysteem dat het topmanagement op een flexibele en gebruiksvriendelijke wijze voorziet van juiste en tijdige informatie voor het besturen van activiteiten in de organisatie Voordelen van een EIS: Strategieformulering Oriënteert bedrijf op behoeften belanghebbenden en essentiële succesfactoren Verheldert succes van strategische bewegingen Ontwikkeling tactisch/business plan Verschaft info over tactische veranderingen Vergelijkt prestaties met business plandoelen Actie/initiatieven Wijs op noodzaak van oplossen problemen Geeft info om te participeren in operationele beslissingen Resultaten Communiceert resultaten van totale verrichtingen Problemen van een EIS: Samenvatting management en organisatiekunde 8/16 Verschaft onvoldoende essentiële info voor het topmanagement De verzamelde info is vaak onvoldoende met elaak verbonden De info helpt wel een diagnose te stellen maar niet om oplossingen te vinden De informatiebehoefte van een onderneming kan worden opgenomen in een informatieplan = welke visie heeft de leiding op het verbeteren en uitbreiden van de informatievoorziening en de prioriteiten bij de realisering ervan Kan nog worden geconcretiseerd in een automatiseringsplan = welke activiteiten wil men de komende jaren realiseren Hoofdstuk 2: Samenwerking Inleiding Samenwerken is in de mode Strategische overwegingen voor allianties (=samenwerkingsverbanden) Concurrentie binnen bedrijfstak verminderen Risico’s spreiden over verschillende bedrijven Samenbrengen van specifieke ondernemingsgebieden Wegnemen van specifieke barrières Evolutie in oriëntatie Vroeger vooral productie gericht Nu eerder kennis georiënteerd Kennis kan verschillende vormen aannemen Samenwerking op verschillende ondernemingsgebieden Oprichting van joint-venture Motieven Verdedigend (defensief) Beschermen kernactiviteiten marktleider Handhaven (defensief) Handhaven van marktleiderschap in niet kerntaken Achterstand inhalen (offensief) Versterken van de concurrentiepositie Herstructureren (offensief) Een volger kan activiteiten afstoten Vormen Twee vragen: Wie breng wat in waar Hoe worden baten verdeeld Voorbeeld van samenwerking Ad hoc samenwerkingsovereenkomst Deelname of participatie Tijdelijke joint-venture -> om er in de toekomst beter uit te komen Volledige joint-venture Succesfactoren Samenvatting management en organisatiekunde 9/16 Voorwaarden voor een goede samenwerking: Betrokkenheid van elk organisatielid Ontmoet elkaar vaak en informeel Billijke verdeling van baten Onafhankelijkheid bewaren Buitenstaander als adviseur Aandacht voor cultuurverschillen Concurrentievermogen= de kracht om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen waaruit nieuwe producten voort komen. Samenwerking tussen concurrenten Redenen: Zelfstandige productontwikkeling is onbetaalbaar Op nieuwe markten penetreren Productie- efficiëntie verhogen Kwaliteitsverbetering verbeteren Tijdelijke capaciteitstekorten opvangen Succesfactoren: Strategisch doel valt samen, concurrentiedoel verschilt Marktaandeel relatief klein en gelijkwaardig zodat ze van elkaar afhankelijk zijn Partijen kunnen van elkaar leren en vaardigheden beschermen Samenwerking tussen niet concurrenten In de detailhandel: Inkoopcombinaties Fullservice pakket voor detaillist Vrijwillig filiaalbedrijf Franchising o Franchisegever stelt contract op o Gever is eigenaar van winkel o Nemer is gebonden aan uniforme richtlijnen o Nemer blijft zelfstandige o Nemer betaalt fee (%omzet) Tussen overheid en private sector: Voordeel overheid o Maatschappelijk rendement o Minder investeren Voordeel private sector o Versnelling van procedures o Verzekerd van financieel rendement Uiterste vorm = privatiseren Effectiever en efficiënter inspelen op maatschappelijke veranderingen Succesvoorwaarden: Samenvatting management en organisatiekunde 10/16 Doelstellingen moeten overeenstemmen Basis is wederzijds vertrouwen Afspraken moet men nakomen Overheid dient eenduidig te handelen en op te treden Opzetten van duidelijke projectorganisaties Zowel bedrijfsmatig als marktgericht handelen Uitbesteden: Organisatie plooit terug op kerntaken Activiteiten van ondersteunende afdelingen worden uitbesteed Sociale secr, FM, Boekhouding Problemen -> hoge indirect kosten, kwaliteit moeilijk vast te stellen Adviezen voor uitbesteders: Maak onderscheid tussen kern en niet kernactiviteiten Hou in tijden van recessie uitbesteed werk buiten de deur Werk aan de ontwikkeling en business- engineer Selecteer leveranciers selectief Werk samen met de main suppliers Verwaarloos de contacten niet met innovatieve co –suppliers Ondersteun de main – supplier bij inkoop en uitbestedingactiviteiten Samenwerkingsverbanden in organisatorische netwerken Samenwerken= deelnemen in een netwerk van organisaties Netwerk= cluster van afhankelijke organisaties die zich bundelen om een bepaald doel te bereikenµ Door de actieve interactie treedt er een synergetisch effect op Aandacht op netwerken is toegenomen door Strategisch gedrag Technologie Strategisch gedrag: Omwille van efficiëntie en effectiviteit moeten bedrijven samenwerken o Distributie o Onderzoek en ontwikkeling o Productie Technologie o Door veranderingen in de technologie verandert de productie o Door een sterke ontwikkeling in de informatietechnologie is er meer contract tussen bedrijven Samenwerking wordt nog extra versterkt door: Steeds sneller opvolgende technologische ontwikkelingen Duurdere ontwikkelings- en productieprocessen Diversiteit aan producten Levenscyclus wordt korter Betere combinatie van technologie, merkt en product Duurdere commerciële risico’s Voordelen aan deelnemen in netwerk: Samenvatting management en organisatiekunde 11/16 Meer technologische mogelijkheden Meer producten of varianten Betere producten Bereikbaarheid van meer markten Betere marktpositie Beter productieproces Basistypen van netwerken: 1. Verbetering va secundaire processen 2. Verbetering van primaire processen 3. Samenwerken aan afzet 4. Verwerven van kennis, mensen en middelen 5. Verticale samenwerking in productie 6. Horizontale samenwerking in productie 7. Co- makership 8. Horizontale samenwerking De fasen in netwerking: 1. Awareness fase 2. Exploration fase 3. Expansion fase 4. commitment fase 5. dissolution fase Fusies en overnames fusiegolf begonnen in 1980 bedrijven concentreren zich op kernactiviteiten diversificatie is sterk verminder fusie= beide ondernemingen verliezen hun zelfstandigheid (dikwijls nieuwe naam voor bedrijf) overname= één onderneming moet zich schikken aan doelstellingen en plannen van partner motieven groter marktaandeel verwerven op Europese markt -> meer winst via schaalvoordelen bij productie via afslanking van ondersteunende afdelingen verbeterde vermogens en liquiditeitspositie concurrentie verplicht bedrijven zich op andere markten te begeven synergie persoonlijke belangen zelf niet overgenomen worden overnameprijs en prijsvorming overnameprijs tussen 15 en 25 keer de winst hangt af van: marktontwikkeling branche- ontwikkeling Samenvatting management en organisatiekunde 12/16 return on investment biedstrijd tussen concurrenten schaarste in overname kandidaten problemen: 40 % fusies mislukt 50% overnames stoppen na 6 jaar Voorgenomen fusies gaan niet door Beter geld stoppen in product en procesvernieuwing Door schaalvergroting minder nood aan efficiëntieverbetering Probleemgebieden: Cultuurverschillen Irreële verwachtingen Onvoldoende bemoeienis met management Financiële verrassingen Problemen met motivatie kader Uittocht van kader fusiepartner Fase na de fusie Na het tekenen van het samenwerkingscontract implementatie o.l.v management praktische methode is instellen van task forces die een plan instellen om bepaalde taken te integreren organisatie en strategie: communicatie met alle belanghebbenden doelstellingen duidelijk maken welke producten op welke markt concurrentievoordelen personeel invullen zekerheid geven aan personeel administratieve procedures afstemmen financiën: financieel verslag afstemmen verdeling budgetten personeel: arbeidsvoorwaarden sociale verdeling werving, selectie, beoordeling, opleiding op elkaar afstemmen marketing: eigen gezicht, eigen naam voor bedrijf reclame, PR opnieuw regelen productie: fstemmen van productiefaciliteiten inkoop goederen combineren Samenvatting management en organisatiekunde 13/16 keuze leveranciers research en devolpment: uitwisseling know how onderzoeksprojecten integreren checklist voor een fusie: juridische fusie ontwerpen van organogram doelstellingen opstellen businessplan automatiseringskeuze menselijk kan: motivatie communicatie onzekerheid rouwprocessen overwinning tips voor een goed management: wees correct wees consequent hou het tempo erin sta open communiceer toon moed toon betrokkenheid en begrip betrek iedereen vroegtijdig bij proces wees eerlijk en kordaat Hoofdstuk 3: Outsourcing 1. insourcing versus outsourcing grote keuze tussen insourcing=intern uitvoeren outsourcing= uitbesteden en variëteiten van tussenliggende opties keuze hangt af van strategisch voordeel strategische kwetsbaarheid o afhankelijk van leveranciers veel goede leveranciers -> uitbesteden veel zwakke -> zelf maken weinig -> te afhankelijk o gebrek aan info outsourcing doet voeling met aanbod dalen o specificiteit activa bij levernaciers site specificiteit technische spec. Spec. Van menselijk kapitaal -> zelf maken Samenvatting management en organisatiekunde 14/16 Verschil tussen outsourcen en inkopen Bij uitbesteden bestaat alternatief van eigen productie Bij uitbesteden gaat het om geen standaard producten, maar worden gemaakt volgens functies, specificaties, kwaliteit volgens uitbesteder 2. Strategische voordelen Richt zich op de kernactiviteiten en de rest besteedt men uit Voordelen uitbesteding: Kosten Flexibiliteit Toegang tot recente technologie Lange termijn investeringen verminderen Imago en kwaliteit stijgen als men bij d beste leverancier aankoopt 1. Leverage effect o Minder LT investeringen o Meer investeringen in kernactiviteiten 2. Strategische flexibiliteit o Snel veranderde technieken o Modegevoelige goederen o Complexe systemen 3. Tijdsvoordeel o Verschillende leveranciers werken gelijktijdig aan onderdelen systemen 4. Betere kwaliteit o Leveranciers trekken gespecialiseerd personeel aan 5. Risico’s worde gespreid o Leveranciers dragen risico voor ontwikkeling 3. Strategische nadelen Toeleverancier misbruikt afhankelijkheid van de uitbesteder Drie soorten transacties specificiteit Naar locatie Naar apparatuur, machines, installaties Naar menselijk kapitaal Transactiespecifieke investeringen veroorzaken omschakelkosten Bijkomende strategische gevaren Verlies van kritische bekwaamheden Verlies van cross- functionele skills Verlies van controle over leveranciers Info lekt weg naar concurrentie 4. Reden om uit te besteden Conjucturele flexibiliteit Strategische flexibiliteit Levenscyclus productie Specialisatie Lagere loonkosten Sterke prikkels Samenvatting management en organisatiekunde 15/16 Technische competentie Innovatieve competentie Redenen om niet uit te besteden Kosten Technische competentie= geen leverancier te vinden Afhankelijkheid/risico Strategie -> vrees voor lekkage kennis 5. Management van outsourcing Eerste stap: welke activiteiten Introspectie van alle activiteiten in het bedrijf= prim en sec activiteiten Opstellen kritische succesfactoren Beschikbaarheid Tijdigheid Flexibiliteit Kwaliteit Kostenreductie Bij wie uitbesteden? Tweede stap: kostenanalyse Bij make or buy beslissing kijkt men meestal nar korte termijn Men moet rekening houden met lange termijneffecten -> discounted cash flow methode Benchmarking van activiteiten Externe transactiekosten Interne transactiekosten Derde stap: betrekken kwalitatieve factoren Expertise en schaalvoordelen van de leverancier Flexibiliteit: vlug over te schakelen op andere leverancier Gezamenlijk innoveren -> betere dienstverlening, nieuwe marktkansen 6. Kostprijs van uitsourcing Blijkt vaak duurder dan aanvankelijk gedacht Via activity based costing kan men kosten beter berekenen Kosten uit te besteden taak overschat Kosten voor het uitbesteden overschat Kost is niet enkel wat men toeleverancier moet betalen Ook weerslag op andere activiteiten Verloren gaan van schaalvoordelen en synergie Prijs leverancier + Kosten nieuwe activiteiten + Bijkomende kosten huidige activiteiten + Wegvallen van synergie effecten en schaalvoordelen - besparingen in overhead = kostprijs van de uitbesteding Vergelijken met het zelf uitvoeren van de activiteit. Samenvatting management en organisatiekunde 16/16