8 actueel actueel De Wwz in de praktijk TEKST Dorine van Kesteren Het tweede deel van de Wet werk en zekerheid (Wwz) is inmiddels bijna een halfjaar van kracht. Hoe pakt de wet uit in de praktijk? Tips en adviezen op basis van de eerste rechterlijke uitspraken en de ervaringen van de AWVN-advocaten. De Wet werk en zekerheid (Wwz) is de grootste verandering van het Nederlandse ontslagrecht sinds de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen de ontslagroutes en de ontslaggronden zijn veranderd, maar ook de manier waarop kantonrechters omgaan met ontslagdossiers. Het eerste deel van de Wwz trad op 1 januari 2015 in werking; het tweede deel, dat het nieuwe ontslagrecht bevat, een half jaar later. Het valt AWVN-advocaat Astrid Zuidinga vooral op dat kantonrechters de Wwz zeer strikt toepassen. ‘Er is minder manoeuvreerruimte, zowel als het gaat om de ontslaggrond als om de hoogte van de vergoeding. Een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft alleen kans van slagen als er sprake is van een van de ontslaggronden van de Wwz én als herplaatsing binnen de organisatie niet mogelijk is. En alleen bij hoge uitzondering doen rechters iets aan de hoogte van de transitievergoeding.’ bijvoorbeeld moet uit het papieren dossier blijken dat een medewerker niet goed functioneert.’ Dossiers zijn in de praktijk lang niet altijd op orde Wim Wetzels, kantonrechter Rotterdam: ‘Meer zaken worden geschikt’ Dossier, dossier, dossier Onder de Wwz moeten werkgevers hun wens om de arbeidsovereenkomst met een medewerker te beëindigen, zorgvuldiger onderbouwen dan ooit tevoren. Alleen met een uitvoerig dossier heeft een werkgever kans dat de kantonrechter hem in het gelijk stelt. Zuidinga: ‘Voorheen konden rechters een zwak dossier compenseren door de werknemer een hogere vergoeding toe te kennen. Die smeerolie is er in het nieuwe systeem niet meer. Evenmin kunnen rechters meer twee halve ontslaggronden samenvoegen tot één volledige grond.’ De advocaten van AWVN merken echter dat de dossiers in de praktijk lang niet altijd op orde zijn. Zuidinga: ‘Gespreksverslagen ontbreken, zijn onvolledig of soms zelfs contraproductief. Bij de ontslaggrond disfunctioneren ‘Omdat de lat hoger ligt, worden er meer ontbindingsverzoeken afgewezen. Zeker bij de d-grond (disfunctioneren) en ggrond (verstoorde arbeidsrelatie) moet de werkgever aantonen dat hij al het mogelijke heeft gedaan om het functioneren te verbeteren of de verhoudingen te normaliseren. Soms moeten partijen het dan weer opnieuw gaan proberen, terwijl dat misschien niet in het belang is van de werknemer. Maar dat is inherent aan het systeem. Als de werkgever ernstig verwijtbaar of nalatig heeft gehandeld, kan de kantonrechter aan de werknemer een hogere vergoeding toekennen dan de transitievergoeding. Andersom kan de rechter deze vergoeding naar beneden bijstellen als de werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. Volgens de wetsgeschiedenis zou er slechts in ‘ettelijke tientallen’ ge- 9 Disfunctioneren Daarnaast moet de werkgever aantonen dat hij zich actief heeft opgesteld. Zo is het zijn verantwoordelijkheid om de medewerker aan te spreken op disfunctioneren. De medewerker moet ook serieus de kans krijgen om zijn functioneren te verbeteren. ‘Denk aan een concreet verbetertraject, eventueel training of coaching en evaluatie van de gemaakte afspraken. En, heel belangrijk: leg alles schriftelijk vast! Bij voorkeur met de handtekening van de werknemer eronder.’ vallen sprake mogen zijn van een billijke vergoeding, maar het lijkt erop dat we daaroverheen gaan. De hoogte van deze vergoeding is wel relatief laag.’ Minder instroom ‘Het valt mij verder op dat er veel zaken worden geschikt. De instroom van nieuwe ontbindingszaken was, zeker in de eerste maanden na de invoering van de Wwz, een stuk lager dan we gewend waren, en ik hoor hetzelfde van het UWV. Het lijkt er overigens op dat de instroom nu langzaam weer stijgt. Mogelijk was de dip in de eerste tijd na juli 2015 een gevolg van het feit dat de laatste dagen van juni relatief veel ontbindingszaken zijn ingediend, om te zorgen dat deze nog op basis van het oude recht werden beoordeeld. Werkgevers zijn onder de nieuwe wet toch wat terughoudend: als ze twijfelen of het dossier wel stevig genoeg is, leggen ze de zaak liever niet voor aan de rechter. Daarnaast speelt een rol dat er onder de Wwz hoger beroep mogelijk is tegen een uitspraak in een ontbindingszaak, met alle onzekerheden van dien. Als je de zaak onderling regelt, weet iedereen waar hij aan toe is.’ 10 actueel column Zuidinga erkent dat dit soort verbetertrajecten en de verslaglegging daarvan veel tijd en moeite kosten. Ze adviseert dan ook om niet alleen HR-mede­werkers, maar zeker ook team­managers een cursus dossier­ management te laten volgen. ‘Het is zo belangrijk dat de mensen die het werk in het veld doen, weten hoe ze een sterk dossier opbouwen.’ Aanzeggen Bij tijdelijke arbeidsovereenkomsten van zes maanden of langer, moet een werkgever de medewerker in kwestie uiterlijk één maand voor afloop van de overeenkomst schriftelijk informeren of de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet en zo ja, onder welke voorwaarden. Wie vergeet aan te zeggen, moet de medewerker een bedrag betalen gelijk aan één maand loon. Is de werkgever te laat met de aanzegging, dan gaat het om een pro-ratovergoeding. De medewerker heeft twee maanden de tijd om de aanzegboete te vorderen. AWVN adviseert om alle tijdelijke arbeidsovereenkomsten na te lopen en gebruik te maken van reminders. In de praktijk houden werkgevers zich hier wel aan, aldus Zuidinga. ‘Werkgevers hebben dit ingebouwd in een HR-informatie- en mutatiesystemen of houden de lijsten handmatig bij. Of ze nemen de aanzegging standaard op in de tijdelijke arbeidsovereenkomst, maar dit is niet geheel zonder risico. Als de arbeidsovereenkomsten feitelijk altijd worden verlengd, is dit al snel een dode letter. En kunnen werkgevers er op termijn wellicht geen beroep meer op doen.’ Transitietool en V&A Wwz AWVN heeft een tool ontwikkeld om de hoogte van de transitie­ vergoeding in een handomdraai uit te rekenen. U vindt de link naar de transitietool op de site van AWVN, www.awvn.nl, in de themamap ‘Wet werk en zekerheid’. Daar vindt u ook de link naar een ander handig online instrument dat AWVN onlangs heeft ontwikkeld: Vraag & antwoord Wwz. U vindt daarin – onderverdeeld in acht categorieën – alle mogelijke vragen over de Wwz en de antwoorden hierop. Dienstverlening AWVN De advocaten van AWVN ondersteunen en adviseren werkgevers bij vraagstukken rond de Wwz. Zij kunnen ook uw regelingen Wwz-proof maken. Denk hierbij aan cao’s, arbeidsvoorwaardenregelingen en arbeidsovereenkomsten. Daarnaast verzorgt AWVN verschillende Wwz-cursussen, bijvoorbeeld over het dossiermanagement. Dit kan zowel op inschrijving als in company: voor u op maat, op uw eigen locatie. Meer weten? E-mail of bel naar [email protected], 070 850 86 05. Schouder aan schouder Feiten en cijfers AWVN-jurist Marco Veenstra heeft de Wwz-rechtspraak sinds juli 2015 nauwgezet bijgehouden en geanalyseerd. Zijn bevindingen: • van 1 juli tot en met eind oktober 2015 zijn er 64 uitspraken gedaan over ontbindingsverzoeken ingediend door werkgevers • de ontslaggrond ‘verstoorde arbeidsverhouding’ werd in 42 procedures aangevoerd en was hiermee de meest aangevoerde ontslaggrond • v iermaal diende een werknemer een ontbindingsverzoek in • in vijf uitspraken heeft de kantonrechter een billijke vergoeding toegekend: tweemaal bij een ontbindingsverzoek van de werkgever, tweemaal bij een ontbindingsverzoek van de werknemer en één keer bij een vernietiging van een ontslag op staande voet. U vindt het overzicht van de stand van zaken van Marco Veenstra op de site van AWVN, www.awvn.nl, in de themamap ‘Wet werk en zekerheid’. Veenstra en zijn collega’s van AWVNadvocaten bespreken in het op deze pagina’s eveneens te vinden Wwz-blog geregeld relevante, actuele uitspraken. Het CDA wil zelfstandigen zonder personeel onder de Ziektewet brengen. Tegelijk met die uitbreiding van de Ziektewet wordt de loondoorbetaling van werknemers bij ziekte ingekort – een kostenbesparing voor bedrijven. Hoewel het CDA-plan een aantal losse eindjes bevat en de grote rekensommen ook nog niet zijn gemaakt, kan het voorstel op veel sympathieke reacties rekenen, óók van werkgevers. Het voorstel gaat namelijk uit van de gedachte dat werkgeven aantrekkelijker moet worden gemaakt, als onderdeel van de oplossing van de problemen waarmee Nederland kampt. Die problemen komen voor een belangrijk deel bij elkaar op de arbeidsmarkt. Dáár verdienen burgers hun boterham, daar vinden bedrijven de personeelsleden die ze wensen, daar moet de maatschappelijke deelname van arbeidsgehandicapten en andere speciale doelgroepen tot stand komen en daar moet de emancipatie van nieuwkomers plaatsvinden. Maar vakbonden, werkgevers en politici worden het maar niet eens over de manier waarop we dat realiseren. Op de dag na de afschuwelijke aanslagen in Parijs was op de website van de centrale organisaties van werkgevers en werknemers een mooie verklaring te lezen. ‘Wij staan schouder aan schouder tegen deze terreur’, las ik met veel voldoening. Twee dagen later staakten 2.000 werknemers tegen het uitblijven van een cao-akkoord in de metalektro-industrie. Tekenender kan het niet. Het bracht mij wel op de vraag wat ‘schouder aan schouder’ nu eigenlijk betekent. Niet dat sociale partners in volstrekte harmonie met de hoofden op één kussen moeten slapen; dat zou naïef zijn. Maar wat dan wel? Wanneer gaan we schouder aan schouder staan en waarvoor doen we dat dan? De Nederlandse en Europese samenleving verkeert in grote onzekerheid. Niet alleen economisch, maar vooral maatschappelijk. Angst, onzekerheid en onbegrip voeren de boventoon. De internationale ontwikkelingen bepalen voor een belangrijk deel wat er in ons land gebeurt, veel sterker dan ooit het geval is geweest. Vroeger was Duitsland ons economische buitenland, nu is het de hele wereld. Aan de rand van Europa wordt oorlog gevoerd. Alsof dat niet genoeg is, dreigt terreur de samenleving te verlammen en bevolkingsgroepen uit elkaar te drijven. In die omstandigheden is het de plicht en de verantwoordelijkheid van sociale partners op alle niveaus om samen te werken aan meer stabiliteit, meer vertrouwen en minder onzekerheid. Want óók in de geïnternationaliseerde 21ste eeuw kunnen we nog steeds zelf bepalen hoe we onze samenleving inrichten, de maatschappelijke kosten verdelen en onze centen verdienen. Het internationale speelveld biedt ook volop kansen. We hebben een enorm gezamenlijk belang. Werkgevers, vakbonden en overheid moeten daarom samen werken aan een nieuwe sociale agenda, waarin het bevorderen van stabiliteit en perspectief de rode draad vormt. Schouder aan schouder, zo u wilt. Draaipunt is de arbeidsmarkt. Dáár wordt de verbinding gemaakt tussen ondernemingen en de samenleving, tussen verdienen en uitgeven. Daar wordt bepaald of iemand meedoet of buiten het speelveld staat. Een initiatief zoals dat van het CDA past in deze gedachtelijn. De trend onder bedrijven om maatschappelijk waarde te willen toevoegen, is onomkeerbaar. En er zijn meer ideeën over de arbeidsmarkt. Laten we die eens bijeenbrengen en diep nadenken over de vraag hoe we werkgeven aantrekkelijker maken als startpunt voor de oplossing van veel grotere vraagstukken. Harry van de Kraats is algemeen directeur van werkgeversvereniging AWVN. 11