de maatschappelijke rol van ondernemingen

advertisement
essay
De maatschappelijke
rol van
ondernemingen
Werkgevers kunnen samen
een dam opwerpen tegen
bedenkelijke flexvormen
Voorbereiding AWVNjaarcongres 2015 van start
De Nederlandse samenleving staat
onder toenemende druk. Wat kunnen
ondernemingen doen om het maatschappelijk klimaat te verbeteren?
Hoe kunnen werkgevers (weer) een
leidende maatschappelijke rol spelen? Dat zijn de vraagstukken die
AWVN in oktober dit jaar wil bespreken met haar achterban en de spelers
in het sociaal overleg. Een beschouwing van AWVN-strateeg Hans van
der Steen in de aanloop naar een
nieuw, baanbrekend jaarcongres.
Tekst: Hans van der Steen, illustraties: Curve
S
olidariteit, vertrouwen,
dialoog, verbinding en gelijkwaardigheid. Deze sterke,
eeuwenoude waarden staan
in onze tijd onder druk. Door
de crisis, door toenemende mondiale concurrentie, door de technologische revolutie en door geopolitieke problemen die
de stabiliteit van ook de westerse samen­
leving ondermijnen.
‘Zwaar weer’ is een voedingsbodem voor
polarisatie tussen verschillende bevolkingsgroepen met soms verschillende religieuze achtergronden. En ook – dichter
bij de kernactiviteiten van AWVN – tussen
jong en oud, tussen arm en rijk en tussen
wie nog wel en wie niet meer meedoet
op de arbeidsmarkt. Veel mensen missen
toekomstperspectief voor henzelf en voor
volgende generaties. Als reactie daarop
dreigen we in een kramp te schieten. En
dat is wel het laatste wat we nu kunnen
gebruiken.
Met het tijdens ons vorige jaarcongres
gepresenteerde manifest pakte AWVN
de handschoen op om onze waarden te
vitaliseren en daarmee de kramp te doorbreken. We lanceerden een aantal concrete ideeën, zoals werken aan optimale
flexibiliteit voor bedrijven, gekoppeld aan
nieuwe zekerheden voor alle werkenden.
Ook kwamen we met ideeën over investeren in kwaliteit van de beroepsbevolking
en in duurzame inzetbaarheid. Over die
ideeën wordt nu volop gediscussieerd,
door sociale partners en de politiek. De
vraag die in 2015 centraal komt te staan,
is hoe werkgevers in hun eigen bedrijf,
en ook in verbinding met en ondersteund
door het AWVN-netwerk, de interactie
tussen ondernemingen en de Nederlandse
samenleving kunnen verbeteren.
Onbalans
Op dit moment staan de arbeidsverhoudingen in Nederland onder druk. De
uitwerking en implementatie van onderdelen van het Sociaal akkoord van april
2013 leiden zowel centraal als decentraal
tot verschil van inzicht. Vernieuwing van
de cao – op inhoud en proces – verloopt
moeizaam en traag, en resulteert niet zelden in verwijten over en weer. Werkgevers
zouden de crisis misbruiken om arbeidsvoorwaarden neerwaarts bij te stellen,
vakbonden zouden noodzakelijke vernieuwing bewust tegenhouden. Het gevolg is
afnemend vertrouwen en minder ruimte
voor toekomstgerichte afspraken.
De landen van de Europese Unie hebben
duidelijk moeite met het vormgeven
van een Europese arbeidsmarkt ‘zonder
rafelranden’. De flexibiliteit die bedrijven
noodzakelijkerwijs zoeken, leidt ertoe
dat de kosten van arbeid aan de onderkant blijven dalen, met als neveneffect
AWVNjaarcongres
2015
Het AWVN-jaarcongres 2015
vindt plaats in oktober, waarschijnlijk in Amsterdam.
Nadere mededelingen over
datum en locatie volgen via de
website en de sociale media
van AWVN.
Werk
geven
nummer 1
12|13
Veel mensen zijn onzeker en ongerust,
missen perspectief en hebben weinig
vertrouwen in de toekomst
AWvn-jAArcongressen en De
socIAAL-economIscHe kALenDer
Het AWVN-jaarcongres heeft zich ontwikkeld tot een jaarlijks hoogtepunt in
het verenigingsleven en tot een belangrijk
moment op de landelijke sociaal-economische kalender.
Zo was het jaarcongres van 2013 het
moment waarop AWVN namens de gezamenlijke werkgevers de uitdaging aannam om banen te scheppen voor mensen
met een arbeidsbeperking. Harry van de
kraats, algemeen directeur van AWVN,
bood minister lodewijk Asscher (Sociale
groeiend verzet van vakbonden. Snelle
technologische veranderingen leiden
tot het verdwijnen van veel werk en tot
spookbeelden over ‘het einde van werk’.
Nieuwe werkgelegenheid wordt nog maar
mondjesmaat gegenereerd.
Het realiseren van een inclusieve arbeidsmarkt met voldoende plek voor ‘mensen
met een achterstand’, is op papier vele
malen eenvoudiger dan in de praktijk en
leidt soms tot oneigenlijke discussies over
verdringing. De arbeidsmarktpositie van
mensen met een andere etnische achtergrond is aantoonbaar slechter dan die van
autochtone landgenoten.
Veel mensen zijn volgens vakbonden
boos, maar los van die kwalificatie valt
niet te ontkennen dat heel veel mensen
onzeker en ongerust zijn, perspectief mis­
sen en weinig vertrouwen hebben in de
toekomst. Tweedeling in de maatschappij,
in meerdere opzichten, ligt dus op de loer.
En daarmee kunnen we in de bekende
neerwaartse spiraal terechtkomen.
Met de recente gebeurtenissen in Parijs en
Kopenhagen op het netvlies kost het wei­
nig moeite om de probleemstelling nog
complexer te maken. Ernstige verstoring
van de stabiliteit van Europese samenlevingen is opeens een reëel scenario.
leiDerschap
Iedere onderneming vormt een integraal
onderdeel van de samenleving. AWVN is
ervan overtuigd dat iedere onderneming
mogelijkheden heeft om een positieve
bijdrage te leveren aan een stabiele en toe­
komstgerichte samenleving.
Daarbij zoeken we nadrukkelijk aanslui­
ting bij de begrippen maatschappelijke
verantwoordelijkheid en maatschappelijk
verantwoord ondernemen (MVO). Twee
begrippen zijn hierin cruciaal: circulari­
teit en inclusiviteit. Circulariteit betekent
dat je een onderneming ziet als onderdeel
van een levend ecosysteem (hergebruik en
cradle to cradle). Inclusiviteit betekent dat je
iets wilt betekenen voor mensen binnen
en buiten je onderneming. Je probeert
mensen ‘in te sluiten’.
Deze benadering vraagt om een bedrijfs­
overstijgende, op de maatschappij
gerichte vorm van leiderschap. De interne
kant van leiderschap is vooral gericht op
motivatie, vitaliteit en productiviteit van
medewerker. Maar in 2015 zoeken we
nadrukkelijk ook de externe kant van lei­
derschap op: hoe kunnen we ons als werk­
gevers verbinden met de maatschappij,
individueel en in collectief verband?
Samenvattend leidt de huidige situatie
in Nederland en in Europa tot de indrin­
gende vraag wat leiders in werkgeversland
kunnen doen om het vertrouwen van wer­
kenden en burgers te herstellen. Hoe kun­
nen zij werken aan nieuw perspectief?
Waarom Zo’n koers?
Gelukkig zien wij in ons netwerk steeds
meer leiders die zo’n koers willen varen,
gedreven door persoonlijk engagement.
Persoonlijke passie, gedrevenheid, ambitie
en het lef om te verbinden, zijn onmisbare
persoonskenmerken voor maatschappij­
gericht leiderschap.
Leiders die binnen hun eigen onderneming vorm geven aan die passie, ervaren
dat dit hun eigen bedrijf geen windeieren
legt: klanten waarderen maatschappelijke
betrokkenheid. Het imago op de arbeids­
markt verandert in positieve zin omdat
mensen graag willen werken voor een
onderneming die maatschappelijk rele­
vante dingen doet.
Maar de belangrijkste reden om, samen
met andere leiders en verbonden met het
AWVN­netwerk, invulling te geven aan
‘maatschappij­verbindend leiderschap’ is
dat daarmee aan een beter economisch
klimaat wordt gewerkt. Een klimaat waar­
in mensen minder zorgen hebben, meer
perspectief ervaren, meer vertrouwen in
de toekomst hebben en meer verbonden­
heid met elkaar en hun werkomgeving
voelen. Een klimaat waarin mensen weer
gaan investeren in hun eigen toekomst.
Het vraagt weinig verbeeldingskracht
om zo’n klimaat te verbinden met groter
consumenten- en producentenvertrouwen, met hogere productiviteit, een beter
vestigings­ en investeringsklimaat, eco­
nomische groei, daling van werkloosheid,
betere rendementen en minder concurrentiedruk.
ambitie
Het is een illusie dat maatschappijgerichte
leiders alle problemen morgen meteen
kunnen oplossen. Dat ontslaat ons echter
Hoe kunnen werkgevers de interactie
tussen ondernemingen en de Nederlandse
samenleving verbeteren?
Zaken en Werkgelegenheid) toen een
‘cheque’ aan voor 7.500 banen (voor de
actuele stand van zaken, kijk op
www.werkgeversgaaninclusief.nl).
in oktober 2014 presenteerde AWVN haar
ideeën over een nieuw stelsel voor sociale
zekerheid. Dat leidde tot een stortvloed
aan publiciteit, tot overleg met alle hoofdrolspelers in het sociaal-economische
overleg en – direct of indirect – tot input
voor de verkiezingsprogramma’s van politieke partijen.
niet van de verplichting om na te denken
over wat wél realiseerbaar is. En daarvoor
kijken we dan weer met een schuin oog
naar het AWVN­manifest van oktober
2014: de bouwstenen voor nieuw sociaal
beleid in Nederland.
In willekeurige volgorde en niet uitput­
tend: leiders kunnen, ieder voor zich maar
vooral samen, de ‘Code voor maatschappelijk marktgedrag in de facilitaire dienst­
verlening’ onderschrijven en daar beleid
op ontwikkelen. Leiders kunnen samen,
wellicht zelfs wel sneller dan gepland, de
targets van de Participatiewet realiseren.
Zij kunnen samen op zoek gaan naar het
terughalen van uitbestede productiewerkzaamheden. Ook kunnen zij samen
een dam opwerpen tegen bedenkelijke
flexvormen en daarmee de neerwaartse
spiraal doorbreken die leidt tot verlaging
van arbeidskosten ‘aan de onderkant’.
Ze kunnen nog meer en gerichter inves­
teren in competenties, mobiliteit en
inzetbaarheid van mensen die voor hen
werken. Niet met de illusie dat alle pro­
blemen snel kunnen worden opgelost,
maar wel met de ambitie om vertrouwen
te herstellen, groeikansen te vergroten
en de verbinding met de samenleving te
versterken. p
Werk
geven
nummer 1
1|1
Download