- Scholieren.com

advertisement
Geschiedenis hoofdstuk 13 – Vrijheid en Democratie
Kenmerkende aspecten
-
Het ontstaan van vrijheidsrechten en politieke rechten in verschillende historische tijdvakken
Belangrijke denkers en hun ideeën over staat en onderdaan
De ontwikkeling van de parlementaire democratie en de rechtsstaat in Nederland na 1795
Het ontstaan van politieke stromingen en partijen sinds 1848
Begrippen
Actief kiesrecht = Het recht om je stem uit te brengen
Antithese = Leer van Abraham Kuyper waarin protestanten en katholieken op basis van het
gemeenschappelijke christelijke geloof samen tegenover andere politieke partijen staan zoals de
liberalen en socialisten
ARP = Antirevolutionaire Partij, opgericht in 1878 door Abraham Kuyper. Gereformeerde partij die
zich tegen de idee van de Franse revolutie verzette, dat verstand in plaats van geloof de basis is voor
het menselijk handelen
Bezetting = Tweede Wereldoorlog in Nederland. Nederland was bezet door nazi- Duitsland en de
parlementaire democratie functioneerde niet. Nederland werd bestuurd door een totalitair regime
met een nationaal socialistische ideologie
Bijzonder onderwijs = Onderwijs dat niet door de staat maar door een particuliere organisatie wordt
bestuurd. Deze besturen kunnen bijvoorbeeld katholiek, protestant, van een ander geloof of
‘algemeen’ zijn
CDA = Christen Democratisch Appel, confessionele partij met het geloof als uitgangspunt.
Voortgekomen uit ARP, CHU en KVP en in 1980 opgericht
Censuskiesrecht = Alleen diegenen die aan bepaalde voorwaarden voldoen, mogen stemmen. Het
gaat dan om het betalen van een bepaalde hoeveelheid belasting of andere tekenen van
maatschappelijke welstand
Centralisatie = Het besturen van een land vanuit één plek, waar dan alle regeringsmacht
geconcentreerd is
CHU = Christelijk Historische Unie, conservatieve christelijke partij, afsplitsing van de ARP
Confessionelen = Geloofsgroeperingen in de Nederlandse samenleving. In de praktijk van de 19e
eeuw vooral de katholieken en protestanten
CPN = Communistische Partij van Nederland, sinds 1935 onder die naam bekend. Vanaf 1909
bestond er een communistische partij
D66 = Politieke partij die streeft naar verdere democratisering en bestuurlijke vernieuwing. Opgericht
door Hans van Mierlo in 1966
Democratische Revolutie = Revolutie om democratie te bewerkstelligen. Welke politieke en
vrijheidsrechten daarbij horen, blijkt een punt van discussie
Democratiseringsgolf = Periode in de Nederlandse geschiedenis waarin veel meer mensen betrokken
raken bij de democratie en waarin met name jongeren en vrouwen door middel van actie voeren
meer inspraak eisen en verwerven. Jaren zestig en zeventig
Dolle mina = Actiegroep van vrouwen, die streefde naar een grotere maatschappelijke en politieke
deelname van vrouwen
Doorbraak = Idee dat vlak na de Tweede Wereldoorlog opgeld deed en dat uitging van een
doorbreking van verzuiling
Eenheidsstaat = Staat waarin overal dezelfde wetten gelden en waarin provincie en gemeente
ondergeschikt zijn aan het centrale gezag
Eerste Kamer = Vormt samen met de Tweede Kamer de Staten- Generaal. De leden van de Eerste
Kamer worden door getrapte verkiezingen gekozen via de Provinciale Staten
Emancipatie = Het in eigen (politieke) organisaties opkomen door gelijkberechtiging voor de wet en
in de samenleving van achtergestelde groepen
Evenredige vertegenwoordiging = Partijen behalen een zeteltal dat evenredig is met het aantal
stemmen dat op ze is uitgebracht
Grondrechten = Elementaire rechten die voor iedere mens en burger gelden
Grondwet = Belangrijke wet met de rechten en plichten van burgers en betuur
Ideologie = Leer, een geheel van uitgangspunten die mensen onderschrijven en die ze van groot
belang vinden als richtlijn voor de inrichting van hun eigen leven en dat van anderen
Industriële Revolutie = Overgang van handenarbeid en huisnijverheid naar machinale productie. In
Engeland de periode van 1750 tot 1850
Kinderwetje van Van Houten = Eerste sociale wet in Nederland. De wet verbood arbeid van kinderen
tot 12 jaar in fabrieken en werkplaatsen. Thuisarbeid, landarbeid en werken in persoonlijke
dienstverlening vielen niet onder de wet
KVP = Katholieke Volkspartij, voortgekomen uit de RKSP en opgericht in 1946
Liberalisme = Politiek en economisch stelsel waarbij de vrijheid en de rechten van het individu
vooropstaan. Liberalen pleiten voor een terughoudende overheid. Kapitalisme is volgens hen het
beste economische stelsel
Ministeriële Verantwoordelijkheid = De ministers zijn verantwoordelijk voor hun politieke handelen,
inclusief de politieke handelswijze van de koning. Zij moeten daarover verantwoording afleggen aan
het parlement
Monarchie = Staatsvorm met als staatshoofd een persoon die op basis van erfopvolging zijn of haar
functie uitoefent voor onbepaalde tijd. Bij een constitutionele monarchie wordt de macht van het
koningshuis beperkt door een constitutie, een grondwet
Nederlandse Volksbeweging (NVB) = Beweging die vlak na de Tweede Wereldoorlog streefde naar
een doorbreking van de oude zuilen en die nieuwe politieke verhoudingen wenste
Paars kabinet = Kabinetten onder leiding van PvdA- premier Kok, waarin sociaaldemocraten en
liberalen samenwerken
Pacificatie = Geheel van maatregelen dat in 1917 genomen werd, waaronder algemeen
mannenkiesrecht en gelijkstelling van openbaar en bijzonder onderwijs. Het maakte een eind aan de
schoolstrijd
Parlementaire democratie = Politiek stelsel waarin een democratisch gekozen parlement de hoogste
macht heeft
Passief kiesrecht = Het recht om gekozen te worden
Patriotten = Beweging die van Nederland een democratie en bestuurlijke eenheid wilde maken,
zonder stadhouder. Zij komen op voor hun patria, vaderland
Polarisatie = De tegenstellingen tussen de verschillende politieke partijen en ideologieën
aanscherpen
Populisme = Stroming die politieke ideeën baseert op de bij ‘gewone mensen’ levende onvrede,
meestal over de afstand van de burger tot de politiek
Provo = Protestbeweging van jongeren in de jaren zestig, die zich op originele wijze verzette tegen te
veel machtsuitoefening door de overheid en de consumptiemaatschappij
PvdA = Partij van de Arbeid, partij met als uitgangspunt sociaaldemocratische beginselen. Opgericht
in 1946
Recht van Amendement = Recht van de Tweede Kamer om wetsvoorstellen te wijzigen
Recht van initatief = Recht van de Tweede Kamer om zelf wetsvoorstellen in te dienen
Rechtsstaat = Staat waarin de vrijheidsrechten van de inwoners worden gerespecteerd en de
staatsmacht aan banden wordt gelegd door wetten
Representatieve democratie = Het volk heeft invloed op het bestuur via volksvertegenwoordigers
RKSP = Rooms- Katholieke Staatspartij, opgericht in 1926
Scheiding der Machten = Idee dat politieke macht, te weten de wetgevende, uitvoerende en
rechtsprekende macht, verdeeld moet worden over verschillende staatsorganen of personen. Omdat
er drie machten zijn, wordt gesproken over de ‘trias politica’
Schoolstrijd = Strijd om financiële gelijkstelling van het openbaar en bijzonder onderwijs
SDAP = Sociaaldemocratische Arbeiderspartij. Opgericht in 1894 door onder andere Pieter Jelles
Troelstra
SDB = Sociaaldemocratische Bond. Radicale socialistische groepering onder leiding van Domela
Nieuwenhuis
Sociale Kwestie = Vraagstuk waarbij de mate waarin maatregelen genomen moeten worden om de
sociale omstandigheden van de arbeiders te verbeteren, aan de orde wordt gesteld. Het gaat hier om
arbeidswetten, onderwijswetten en wetten gericht op het verbeteren van de woonomstandigheden
en algemene volksgezondheid
Socialisten = Aanhangers van een socialistische of sociaaldemocratische ideologie
SP = Partij op basis van socialistische beginselen. Opgericht in 1972 en vanaf die tijd onder leiding van
Jan Marijnissen. In 2006 behaalde de partij en grote verkiezingsoverwinning
Soevereiniteit in eigen kring = Idee van Abraham Kuyper dat de christenen het recht moesten hebben
zoveel mogelijk zaken in eigen kring te regelen (bijvoorbeeld het wel of niet naar school laten gaan
van kinderen)
Tweede Kamer = Samen met de Eerste Kamer de wetgevende macht van Nederland. In de Tweede
Kamer zitten rechtstreeks gekozen volksvertegenwoordigers. De Tweede Kamer heeft meer rechten
dan de Eerste Kamer
Unie van Utrecht = Verbond van zeven noordelijke gewesten om de Opstand voort te zetten
Verlichting = Stroming die vindt dat niet het geloof, maar je verstand en wetenschappelijk rederen je
tot de waarheid brengen
Verzorgingsstaat = De staat zorgt door sociale wetgeving voor een sociaal vangnet voor alle burgers
Verzuiling = Indeling van het maatschappelijke en politieke leven in Nederland op basis van geloof
en/of politieke overtuiging
Vrijheid van Drukpers = Belangrijk grondrecht en voorbeeld van een vrijheidsrecht, dat garandeert
dat niemand vooraf toestemming behoeft te vragen om te mogen publiceren. Achteraf kan wel
toetsing aan de wet plaatsvinden
Vrijheidsrechten = Rechten die garanderen dat mensen vrij zijn van ongewenste bemoeienis met hun
leven door personen of de staat
VVD = Volkspartij voor Vrijheid en Democratie. Partij met liberale beginselen, opgericht in 1948
Wederopbouw = Opbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog onder leiding van de rooms-
rode kabinetten met Willem Drees als premier
Jaartallen
Oudheid
431 v.C.
Begrafenisrede van Pericles
De vrijheid en democratie in Athene bedreigd door de Spartanen
1578
Willem van Oranje stelde voor om zowel het katholieke als lutherse
en calvinistische geloof toe te staan
Unie van Utrecht
Meer dan 20.000 protestantse vluchtelingen kwamen naar
Amsterdam (vanuit Antwerpen)
Amsterdam de belangrijkste stad van de Republiek
Belangrijke denkers streven in de 17e eeuw neer in Amsterdam,
stad van vrijheid van denken en geweten
De Patriotten gaven aan het einde van de 18e eeuw vrijheid een
nieuwe betekenis. In hun pamfletten en krantjes streden ze voor
persvrijheid, voor de individuele vrijheid om je mening te uiten
De revolutiepoging van de Patriotten mislukte
De Republiek kwam in de handen van de Fransen. De Nederlanden
werden een eenheidsstaat, de privileges van de steden en
gewesten werden in één klap afgeschaft. Kerk en staat werden
gescheiden, de godsdiensten werden gelijkgesteld voor de wet.
Eerste bijeenkomst van een gekozen ‘nationale vergadering’.
Kiesrecht hadden mannen boven de 21 die het oude systeem
hadden afgezworen
Er kwam algemeen kiesrecht voor mannen. Dit leidde tot zoveel
discussie en onenigheid, dat de Fransen schrokken van al dat
geruzie in zo’n klein landje. Ze steunden een staatsgreep.
De protestanten en katholieken streden naar subsidies voor
bijzonder onderwijs.
De broer van Napoleon werd koning, maar dat koninkrijkje was snel
afgelopen. Uiteindelijk nam Napoleon het bewind helemaal over en
Nederland werd een Franse provincie.
Na het verdrijven van de Fransen werd Nederland een monarchie,
met heel veel macht voor de koning
Willem 1 zwoer plechtig een eed op het voorlopige ontwerp van de
grondwet, waarin werd geregeld dat Nederland een parlement
kreeg
Nederland (tijdelijk samen met België) een koninkrijk met nog veel
macht voor de koning
Belgen kwamen in opstand en riepen een eigen staat uit
De scheiding van België en Nederland werd formeel geregeld.
Het ging heel slecht met de Nederlandse economie en er waren
regelmatig voedselrellen
Overal in Europa braken revoluties uit. Willem 1 zag de bui al
hangen, want ook in Nederland werd er gedemonstreerd. Binnen
24 uur werd de koning naar eigen zeggen van ‘zeer conservatief
naar zeer liberaal’.
16e eeuw
1579
1585
17e eeuw
18e eeuw
1787
1795
1 maart
1796
1798
19e eeuw
1806
1813
2 december
1813
1815
1830
1840
1845
Februari
1848
1 juni
1848
3 oktober
18481889
1863
1874
1878
1878
18891917
1894
1896
20e eeuw
Vanaf
1900
1901
1908
1909
1917
1918
1919
1922
19251939
1926
1935
1946
1947
1948
19481958
1948
1949
Na
1950
1954
Grondwet van Thorbecke wordt ingevoerd
. Vrijheid van drukpers en vrijheid van vereniging, in de grondwet
. Het parlement kreeg juist meer macht.
. Vrijheid van onderwijs
Schoolstrijd, overheidsbekostiging van bijzonder onderwijs
Nederland schaft slavernij in Suriname af
Kinderwetje van Van Houten, eerste sociale wet
De ARP werd opgericht door Abraham Kuyper
Joods meisje uit Friesland, Aletta Jacobs haalt het staatsexamen
Arts. Zij was de eerste vrouwelijke student aan een Nederlandse
universiteit.
Financiële gelijkstelling en schoolpacificatie
Oprichting Sociaaldemocratische Arbeiderspartij, door Friese
advocaat Pieter Jelles Troelstra
Katholieke beweging door priester Schaepman
Nederland verzuilde. Die verzuiling hield waarschijnlijk de
verleidelijke fascistische partijen tijdens de crisis van de jaren
dertig op afstand. De bezetting betekende een breuk in het
langdurige proces van democratisering van Nederland.
Leerplichtwet. Kinderarbeid verdwijnt definitief
Christelijke Historische Unie (CHU) opgericht
Eerste communistische partij opgericht in Nederland
Pacificatie: algemeen mannenkiesrecht en gelijkstelling van
bijzonder en openbaar onderwijs  einde schoolstrijd
Afschaffing districtenstelsel en invoering stelsel van evenredige
vertegenwoordiging
Pieter Jelles Troelstra riep in de Tweede Kamer dat Nederland rijp
was voor een socialistische revolutie, hier werd niets mee gedaan.
Kiesrecht voor vrouwen
Eerste verkiezingen met algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht
Colijn (ARP) leidt achtereenvolgens vijf kabinetten
Rooms- Katholieke staatspartij (RKSP)
CPN (Communistische Partij van Nederland) opgericht
Oprichting PvdA en KVP
Overeenkomst van Linggadjati. Soevereiniteit van de republiek
Indonesië in beperkt gebied erkend
Eerste politionele actie in Indonesië
VVD werd opgericht
Rooms- rode coalities onder leiding van premier Drees (PvdA)
Tweede politionele actie in Indonesië
Soevereiniteitsoverdracht Indonesië. Indonesië wordt een
onafhankelijke staat. Alleen Nieuw- Guinea bleef koloniaal bezit
Industriële Revolutie in Nederland. Het aantal industriearbeiders
groeit sterk
Bisschoppelijk mandement, de katholieken wilden geen scheiding
1958
1960
1966
1967
1970
1973
1975
1977
1980
1983
19942002
21e eeuw
6 mei
2 november
2002
2005
2007
van godsdienst en leven, tegen de verzuiling
Einde van de rooms- rode samenwerking onder leiding van premier
Drees
Provo- beweging van jongeren in Nederland
Hans van Mierlo richtte de D66 op (Democraten ’66)
Tien over Rood gepubliceerd
De ontzuiling kwam er. Dat maakten de verkiezingen duidelijk. De
drie confessionele partijen verloren hun meerderheid.
Tweede feministische golf, de dolle mina’s
ARP, CHU en KVP gaan samenwerken als CDA
Soevereiniteitsoverdracht Suriname. Suriname wordt een
onafhankelijke staat
De drie grootste partijen van Nederland: PvdA, CDA en VVD
Een nieuw confessionele partij: het Christen Democratisch Appel
(CDA)
In de grondwet: verbod van discriminatie
Paarse kabinetten onder leiding van premier Kok (PvdA)
Moord op Pim Fortuyn
Filmer en schrijver Theo van Gogh werd in Amsterdam vermoord
door een radicale moslim
De krant schrijft: ‘Zelden zijn er zoveel jongeren vrijgesteld van de
leerplicht op grond van religie, gewetensbezwaren of
levensbeschouwing als vorig jaar.’
Kenmerkende aspecten uitleg
Het ontstaan van vrijheidsrechten en politieke rechten in verschillende historische tijdvakken
- vrijheid van meningsuiting, vrijheid van drukpers en vrijheid van vereniging. Vrijheid is geen
eenduidig begrip. Veel mensen in de Nederlanden hadden aan het einde van de Middeleeuwen
hun persoonlijke vrijheid verworven. Vervolgens moesten ze een harde strijd leveren om de
vrijheid van bemoeienis door een opdringerige vorst en de vrijheid van geloof te verwerven. Dat
laatste was in de Republiek in de 17e eeuw en 18e eeuw aardig geregeld, maar echte
godsdienstvrijheid kwam er pas in de 19e eeuw. Dat was de eeuw dat echt werd vastgelegd in de
grondwet welke grondrechten de inwoners van Nederland allemaal hebben. Het omgaan met
die vrijheid blijft lastig. Sinds 1983 staat in de grondwet dat je niet mag discrimineren en zo
wordt duidelijk, dat de vrijheid haar grenzen kent en dat je rekening moet houden met elkaar.
Belangrijke denkers en hun ideeën over staat en onderdaan
- Pericles, grondlegger van de democratie in Oud- Griekenland en legeraanvoerder van de
Atheense burgers.
- Locke, filosoof uit de vroege verlichting over parlement en politiek, 1632 - 1704
- Thomas Hobbes, filosoof, grondlegger van de moderne politieke filosofie, 1588-1679
- Baruch Spinoza, een Nederlands filosoof, wiskundige, politiek denker en lenzenslijper uit de
vroege Verlichting van Sefardisch-Joodse afkomst, rationalisme, 1632-1677
- Joan Derk van der Capellen tot den Pol, was een Nederlands politicus en edelman die een
belangrijke rol speelde in de patriottenbeweging, 1741-1784
- Johan Rudolph Thorbecke, was een Nederlands staatsman van liberale signatuur. Hij wordt als
de grondlegger van het parlementarisme in Nederland beschouwd, 1798-1872
De ontwikkeling van de parlementaire democratie en de rechtsstaat in Nederland na 1795
- Vanaf het einde van de 18e eeuw hadden Patriotten kritiek op de manier waarop Nederland
werd bestuurd. Zij vonden dat alle inwoners de Republiek zich met het bestuur moesten kunnen
bemoeien. De Fransen zorgden ervoor dat Nederland een eenheidsstaat werd. Er werd
geëxperimenteerd met een parlement en verkiezingen. Nadat de Fransen weggingen, werd
Nederland een monarchie met een grondwet die de koning veel macht gaf. Revoluties in Europa
deden koning Willem 2 beslissen dat er een liberalere grondwet moest komen. De liberale
hoogleraar Thorbecke, later minister- president, zorgde daarvoor. De koning werd
onschendbaar, het parlement werd het belangrijkste politieke orgaan. Politieke rechten waren
echter nog steeds toegekend aan een kleine groep welgestelde mannen. De rest van de
bevolking mocht nog niet stemmen.
Het ontstaan van politieke stromingen en partijen sinds 1848
- Abraham Kuyper, een orthodexe- protestantse dominee, richtte in 1878 de ARP op, de
Antirevolutonaire partij, Antirevolutionair betekende voor Kuyper: tegen de ideeën van de
Franse Revolutie. Hij was tegen de scheiding van kerk en staat, vond dat God de koning
aanstelde en dat een bolk niet het recht has tegen een vorst in opstand te komen. Belangrijkste
strijdpunt was een gelijkstelling van het bijzonder onderwijs.
- Samuel van Houten, een jong liberaal kamerlid, die een eerste wetsvoorstel indiende, gericht
tegen wat hij de grootste 'uitwas van de vrije markt' noemde: kinderarbeid. Hij maakte gebruik
van het recht van initiatief van de Tweede Kamer, het recht om zelf een wetsvoorstel in te
dienen. Dit kinderwetje van van houten verbood kinderen onder 12 jaar te werken. pas na 19001
echter, met Leerplichtwet, verdween de grootschalige kinderarbeid uit ons land.
- SDB, Sociaaldemocratische Bond. Ze wilden een socialistische revolutie, waarbij alle bezit van
kapitaal industrie en boerenbedrijven gemeenschappelijk zou worden. De bevlogen leider van de
SDB, Ferdinand Domela Nieuwenhuis, verkondigde dat in de Tweede Kamer. Hij was fel tegen
het koningshuis en werd vanwege zijn anti monarchistische uitlatingen zelfs in de gevangenis
gegooid
- SDAP, Sociaaldemocratische Arbeiderspartij door Friese advocaat Pieter Jelles Troelstra in
1894. Belangrijkste strijdpunt was het algemeen kiesrecht, gelijkheid voor iedereen en
staatseigendom van de productiemiddelen. Zij waren TEGEN gelijkstelling van het bijzonder
onderwijs.
- CHU (Christelijk Historische Unie) opgericht in 1908 door voormalige ARP- leden.
Bekende personen
Pericles
John Locke
Willem van Oranje
Oudheid
17e eeuw
16e eeuw
Grondlegger democratie in oud- Griekenland
Engelse filosoof uit de tijd van de vroege verlichting
Stadhouder van de Nederlanden
Willem 1
Baruch Spinoza
18e eeuw
17e eeuw
Herman Schaepman
19e eeuw
Joan Derk van der
Capellen tot Den Pol
Thomas Hobbes
Johan Rudolph
Thorbecke
Abraham Kuyper
Aletta Jacobs
Samuel van Houten
18e eeuw
Ferdinand Domela
Nieuwenhuis
Koningin Wilhelmina
Pieter Jelles
Troelstra
Hans van Mierlo
Hans Wiegel
Pim Fortuyn
19e eeuw
Nicholaes Tulp
17e eeuw
16e eeuw
19e eeuw
20e eeuw
19e eeuw
19e eeuw
20e eeuw
19e- 20e
eeuw
20e eeuw
21ste eeuw
20e eeuw
Eerste koning der Nederlanden
Vriend van Johan de Witte, voorstander van vrijheid voor
meningsuiting
Priester die als eerste priester lid werd van de Tweede
Kamer. Leider van de RKSP.
Aanspoorder voor de patriottenbeweging, de democratische
revoluties
Grondlegger van de moderne politieke filosofie
Grondlegger van het parlementarisme in Nederland
Oprichter van de ARP
De eerste Nederlandse vrouw die afstudeerde als arts
Nederlandse liberaal en bedenker van het kinderwetje van
Van Houten
Oprichter van een Nederlandse socialistiche beweging en
oprichter van SDB
Koningin der Nederlanden
Oprichter van de SDAP
Oprichter van de D66
Voormalig politicus voor de VVD
Actief Nederlandse politicus die werd doodgeschoten
vanwege zijn ideeën
Burgemeester Amsterdam en arts, streng gereformeerd,
tegen vrijheid van meningsuiting
Politieke partijen
RKSP
ARP
CHU
SDB
SDAP
Rooms Katholieke Staatspartij
Antirevolutonaire Partij
Christelijke Historische Unie
Sociaaldemocratische Bond
Sociaaldemocratische Arbeiderspartij
1926
1878
1908
1881
1894
Herman Schaepman
Abraham Kuyper
Domela Nieuwenhuis
Pieter Jelles Troelstra
Overige
Jort, dimensies, overige
Je persoonlijke vrijheid stopt bij de vrijheid van een ander.
1e feministische golf, jaren ’10, suffagrettes, stemrecht
2e feministische golf, jaren 60, dolle mina’s, gelijke sociale behandeling
1848 verandering grondwet door Thorbecke  democratisch Nederland
Scheiding der machten
1. Ministriële verantwoordelijkheid (koning raakt macht kwijt)
2. Vrijheid van drukpers
3. Vrijheid van vereniging
Volgorde:
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
Opkomst patriotten
Bataafse Revolutie
1e nationale vergadering
Ontstaan eenheidsstaat
Invoering censuskiesrecht
Nederland en België los van elkaar
Koning verliest macht
- 1848
Willem 1 = Willem de Zwijger, koning
Willem van Oranje
Conservatief = behoudend
Kinderwetje van Van Houten = Onder de 12 jaar niet in de fabrieken, wél in de landbouw
Download